Afb. 6. Situatie in het drukketelstation bij ruw weer. Fig. 6. Interior oj booster station during bad weather. Fig. 6. Intérieur de la station de refoulement pendant un mauvais temps. op stoepen en trottoirs plaatste teneinde deze te laten vullen dooi de tankwagens. Toen de noodleiding via Renesse en Brouwershaven ging werken werd in Brouwershaven door middel van een zeer simpele installatie chloorbleekloog aan het water toegevoegd en wel zoveel, dat er bij aankomst in Zierikzee nog wat vrij chloor over was. Bij het kleine drukketelstation op de Schuithaven in Zierikzee werd opnieuw chloorbleekloog toegevoegd (afb. 7). Voor de controle op de juiste werking van deze doseringen, waar van een sterke preventieve werking uitgaat, is een onschatbare steun ontvangen van het Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening tot het ogenblik dat de bedrijfszekerheid het normale ging naderen en en controle werd overgenomen door het Waterleidinglaboratorium „Zuid", dat daarna veel en voortreffelijk werk heeft gedaan. Het Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening detacheerde een bacterioloog in Zierikzee, uitgerust met een compleet rijdend labo ratorium, daartoe afgestaan door de Afdeling Gezondheidstechniek T. N. 0., welk laboratorium ruim een half jaar gewaakt heeft over de hygiënische betrouwbaarheid van het drinkwater. Toen in de Westhoek van het eiland vele nieuwe en grotere lei dingen werden gelegd, werd voor alle zekerheid aan het pompstation in Burgh chlooramine toegevoegd om het leidinggedeelte vóór Brou wershaven veilig te stellen. In verband met het droog komen der gronden met als gevolg werkzaamheden voor de reconstructie van het eiland, blijft de drinkwatervoorziening in deze gebieden nog geruime tijd een zeer precaire opgave uit een oogpunt van hygiëne, en moet derhalve de chloring voorlopig gehandhaafd blijven. Door toevallige omstandigheden kunnen plotseling zeer gevaar lijke toestanden ontstaan. Op de dag, dat de toevoerleiding van Schuddebeurs naar Zierikzee bezweek (zie hierna) moest in de tijd van enkele uren een nieuw gelegde leiding ten Oosten van het overstroomde gebied als nieuwe toevoerleiding naar Zierikzee in gebruik worden genomen. Deze leiding stond slechts een paar dagen gevuld met een Cl'-oplossing en mocht dus nog niet als gedes infecteerd worden opgevat. Voor in gebruikneming zouden zeker eerst bacteriologische monsters moeten worden genomen. Dat kon echter niet meer plaats vinden, omdat de stad geen twee dagen zonder toevoer kon blijven. Er is toen in de haast een dosering met chloorbleekloog toegepast in een ijzeren vat met een inhoud van 1000 liter, waardoor al het aankomende water moest passeren en waaruit het in de stad werd geperst met een klein benzine-pomp- aggregaat met een capaciteit van ongeveer 15 m3/h. De situatie werd hiermede volkomen in de hand gehouden. Op die wijze heeft Zierikzee gedurende de gehele zomer van 1953 drinkwater ontvangen. Naarmate meer opjaagstations langs de route in gebruik kwamen en dus een grotere hoeveelheid water per etmaal Zierikzee kon bereiken, kon het aantal uren, dat de Afb. 7. Provisorische doseerinrichting. Fig. 7. Provisional chlorinating apparatus. Fig. 7. Installation provisoire de chloration. stad door middel van de drukketelinstallatie moest worden ge voed, worden uitgebreid. Bovendien kon de druk in het leidingnet in de stad geleidelijk worden verhoogd. In het voorgaande is voortdurend gesproken over de watervoor ziening van Zierikzee. Het spreekt vanzelf, dat alle plaatsen langs de route van Burgh via Renesse, Brouwershaven, Zonnemaire, Noordgouwe en Schuddebeurs in een betere conditie waren dan Zierikzee zelf, om de eenvoudige reden dat Zierikzee voorlopig het eindpunt was van de waterleiding, die vanuit het Westen weer werd opgebouwd. Inmiddels werd aan alle kanten hard gewerkt om gedeelten van het eiland weer droog te pompen. In verband daarmede moest aandacht worden geschonken aan de drinkwatervoorziening van Bruinisse. De polder van Bruinisse werd afgesloten en droogge malen, zodat de bewoners terugkeerden. De watervoorziening werd verzorgd door middel van een tankboot, die door het gemeentelijk waterleidingbedrijf van Rotterdam was gecharterd. Deze water voorziening per tankboot was een noodmaatregel die vooral wegens de hygiënische gevaren bij het distribueren per tankwagen zo spoedig mogelijk moest worden opgeheven en worden vervangen door voorziening via het leidingnet. Het werd uitgesloten geacht, dat Bruinisse nog in 1953 drink water zou kunnen ontvangen via het oorspronkelijke buizennet uit de richting van Zierikzee. De tegenvaller bij het sluiten van het dijkgat bij Ouwerkerk versterkte die opvatting. De enige mo gelijkheid om de drinkwaterdistributie uit een tankwagen te be ëindigen was aansluiting van het distributienet van Bruinisse aan het drinkwaterleidingnet van de N.V. Waterleiding Maatschappij „Noord-West-Brabant". Van Anna-Jacoba op St. Philipsland zou dan een zinker moeten worden gelegd naar Zijpe op Duiveland. 11 Augustus werden twee 5/4" plastieken zinkers door het Zijpe gelegd. Het door corrosie zeer beschadigde buizennet van Brui nisse bemoeilijkte het op gang brengen van deze nood-watervoor ziening zeer. Drie opeenvolgende opjaagstations in Noord-Brabant zorgden voor een begindruk van 9 a 10 ato aan de oostzijde van de zinker. De capaciteit van de zinkers tezamen bedroeg bij deze voordruk circa 10 m3/h. D.w.z., 240 m3/etmaal dus ruim voldoende om een bevolking van 5000 zielen op een dragelijke wijze te helpen. Tengevolge van storingen van allerlei aard zoals het stuktrek- ken van de zinker door scheepsankers, buisbreuken in de toevoer leiding in Noord-Brabant, buisbreuken en ontelbare lekke dienst leidingen in Bruinisse, bleek het niet mogelijk een normale distri butie te handhaven. De gemeente Bruinisse is daarom in vier sec ties verdeeld, waarvan één sectie langs de aanvoerleiding altijd onder druk staat. De overige drie secties worden afwisselend onder druk gezet. De druk bedraagt circa 2 ato en is dus ruim vol doende. Vanaf 1 Januari 1954 deelt ook Oosterland in deze nood drinkwatervoorziening via het Zijpe. 37

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 7