giseh onderzoek werd het mogelijk geacht op 26 Febr. dit water naar Middelburg te transporteren. Op deze wijze werd in Maart ongeveer 18.500 m3 onttrokken, in April 4215 m3, in Mei 1196 m3, in Juni 16803 m3, in Juli t/m 9 Juli, op welke datum de nieuwe putten (waarop nader wordt terug gekomen) in dienst kwamen, 6046 m3. Daar het periodiek wegpompen van het water uit het open kanaal weinig invloed had op het zoutgehalte, werd hiermede op 2 Juni gestopt. Het zoutgehalte bedroeg toen ongeveer 1400 mg Cl/1. In verband met de pessimistische verwachtingen omtrent de bruikbaarheid van het water uit het open kanaal is in overleg met net Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening naar maatregelen ge zocht om op andere wijze, zij het dan ook tijdelijk, water uit de winplaats te betrekken. De zeer hoge kosten, die aan de aanvoer per tankboot verbonden zijn, vormden daarvoor een gerede aan leiding. Het werd mogelijk geacht door middel van een 15-tal pompputten, elk met een capaciteit van ongeveer 5 m3 per uur, water tussen twee kleilagen te onttrekken. Dit werk werd zo spoedig mogelijk ter hand genomen, de pompputten werden gemaakt door de firma Legdeur te Tilburg, terwijl de bijbehorende leidingen en verdere afwerking in eigen beheer geschiedde. (Zie afb. 8). Op 9 Juli konden de nieuwe pompputten, nadat de leidingen enz. ontsmet waren en het bacterio logisch onderzoek van het water een gunstig resultaat had opgele verd, in dienst worden genomen. Van af 21 Juli 1953 werden deze nieuwe putten in combinatie met de aanwezige oude benut. Tot en met 18 December 1953 was door middel van de nieuwe putten 120.338 m3 water onttrokken, aan de oude putten in totaal 138.934 m3, in totaal derhalve in 1953 t/m 18 December 259.272 m3. Het zoutgehalte van de nieuwe putten bleef constant en wel on geveer 34 mg Cl/1. Het zoutgehalte van de oude Oost-putten steeg geleidelijk en bedroeg op 18 December ongeveer 89 mg Cl/1, dat van de West-putten ongeveer 152 mg Cl/1. Deze oude putten worden in verband hiermede afwisselend tegelijk met de nieuwe putten ingeschakeld. Gezien de abnormaal geringe regenval is het een zegen geweest dat de nieuwe pompputten tijdig zijn gemaakt: hetzelfde geldt voor de zowel door Middelburg als door de N.V. Waterleiding Mij Midden-Zeeland gevolgde politiek om zoveel mo gelijk water van de N.V. Waterleiding Mij Zuid-Beveland te betrek ken ter sparing van de eigen waterwinplaats. Wat de wateronttrekking aan de winplaats in 1954 betreft zijn de verwachtingen zeer pessimistisch. Het zoutgehalte van het water in het open kanaal bedroeg op 14 December gemiddeld 1200 mg Cl/1. In de laatste maanden is hierin practisch geen verandering te Afb. 8. Interieur bronput. Fig. 8. Interior of well shaft. Fig. 8. Intérieur de la chambre d'inspection d'un puits. constateren. Zeer veel zal afhangen van de regenval in de eerste maanden van 1954. Met het oog op het bovenstaande wordt momen teel een project uitgewerkt om de waterlevering aan Walcheren via de N.V. Waterleiding Mij Zuid-Beveland zoveel mogelijk op te voe ren, door het maken van een aanjaagstalion bij 's Heer Arends- kerke. Het zou een ramp zijn als wederom moest worden overge gaan tot het aanvoeren van water per tankboot. Bij dit alles vormt de critieke toestand van de duinrand bij Oost- kapelle een zeer belangrijke factor. Gelukkig worden thans van rijkswege provisorische maatregelen getroffen en wel door het maken van een aantal kunstmatige duinen (Zie afb. 9). In 1944 stond het Middelburgse Waterleidingbedrijf voor een soortgelijke situatie als begin 1953 met het verschil, dat in de oor log op primitieve wijze zonder hulpmiddelen moest worden gewerkt. Bij de strijd tegen de overstromingsramp werd van alle kanten hulp geboden. Een woord van dank aan de vele bedrijven, instellingen en individuele personen, die bij de hulpverlening waren betrokken, is hier zeker op zijn plaats. Ook het werk van het eigen personeel, waarvan veel is gevraagd, verdient grote waardering. Afb. 9. Plaats van een doorbraak en voorlopige herstelwerkzaamheden. Fig. 9. Provisional repairs of one of the breaches in the dune ridge. Fig. 9. Reparation provisoire d'une des ruptures dans la rangée des dunes. 33

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 5