delburg, Midden-Zeeland, Schouwen-Duiveland en Zuid-
Beveland. De schade kon hier niet op korte termijn worden
hersteld, hetzij doordat het pompstation lange tijd onder
water stond tengevolge van dijkdoorbraak ('s-Gravendeel),
of dat de waterwinplaats zelfs geheel verzoutte (Middel
burg), hetzij dat zware schade aan transportleidingen werd
toegebracht, die eerst en dan nog vaak slechts proviso
risch kon worden hersteld nadat het land was droog
gelegd.
Het is begrijpelijk dat terstond na de onheilsnacht het
Secretariaat der Vereniging van Waterleidingbedrijven te
Amsterdam in actie kwam en dat daarnaast andere centra
le punten, als de Pharmaceutische Hoofdinspectie en de
onder deze ressorterende Inspectie te 's-Gravenhage en te
Breda, het Keuringsinstituut voor Waterleidingartikelen en
het Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening te 's-Graven
hage en het Waterleidinglaboratorium-Zuid te Breda contact
verkregen, zowel met de getroffen bedrijven als met tal van
zusterbedrijven, die spontaan personele en materiële hulp
aanboden.
Op 2 Februari was het contact tussen de centrale pun
ten onderling verzekerd, waarbij het Secretariaat der Be
drijvenvereniging als het centrum voor onderlinge hulp
der waterbedrijven werd aangewezen. Te grote „papie
ren" centralisatie werd daarbij angstvallig vermeden; het
bleek aldra, dat onderlinge hulpverlening spontaan al vaak
lot stand was gekomen.
Ter bevordering van de coördinatie stelde het R. v. D.
met ingang van 2 Februari gedurende de eerste week na
de ramp dagelijks een bulletin op, dat alle bekende gege
vens nopens de situatie bevatte en onder de voor centraal
contact in aanmerking komende instanties werd verspreid.
Op analoge wijze onderhield de Vereniging het contact met
alle waterbedrijven. De werkzaamheid der Pharmaceutische
Inspectie wordt hierna in een afzonderlijk artikel beschreven.
Treffend was het ongeduld van tal van bedrijven, en
ook van buitenlandse waterleidingen en firma's, om ter-
hulp te snellen. Het was voor vele van hen een teleurstel
ling, vaak te moeten vernemen, dat voorlopig geen mate
rieel of personeel van nut kon zijn: dat stadium brak eerst
later aan, in het bijzonder voor de hierboven als het
zwaarst getroffen aangegeven gevallen en ook dan nog
vaak slechts in beperkte mate, omdat meestal over vol
doende eigen middelen werd beschikt. Ten slotte werden
van de ongeveer 50 aangeboden hulpploegen er 20 in ac
tie gebracht. Daarnaast kon de Bedrijvenvereniging con
tact tot stand brengen met vele leveranciers en andere in
stellingen, waar grote aantallen lieslaarzen en zandzakken
en voorts noodstroomaggregaten, pompen, tankwagens,
chemicaliën, buizen en gereedschap werden gerequireerd.
Voorts bleek het van de aanvang af, dat hulp aan de
directies der getroffen bedrijven door een of meer erva
ren specialisten bijzonder op prijs werd gesteld, en hierin
kon meestal door de niet of minder getroffen bedrijven,
het Kiwa en het R.v.D. worden voorzien.
Het nut van de samenwerking der waterleidinglabora
toria in Kiwa-verband trad duidelijk naar voren; in het
bijzonder werden daarbij de laboratoria van de gemeente
lijke waterleidingen van Rotterdam en Dordrecht en van
het R.v.D. ingeschakeld.
Bij het regelen van de werkzaamheden is er terstond van
uitgegaan dat geen enkel risico mocht worden genomen,
zodat ook alle bedrijven in het rampgebied, die geen pe
riodiek wateronderzoek in Kiwa-verband lieten uitvoeren,
van het begin af onder controle zijn gesteld. De verstrekte
hulp bestond niet alleen in het uitvoeren van een groot
aantal, meestal bacteriologische, controle-onderzoekingen,
doch ook in het aanvoeren van voor desinfectie e.d. nodi
ge chemicaliën.
Enkele onder water gelopen pompstations zijn, voordat
zij weder in bedrijf werden genomen, grondig gedesinfec
teerd, hetgeen ook geldt voor een aantal beschadigde buis
leidingen. In verschillende dergelijke gevallen is het wa
ter op het pompstation zo sterk gechloord dat het in de
uiterste uitlopers van hel leidingnet nog een zekere hoe
veelheid vrij chloor bevatte. Weliswaar was het water dan
weinig aanlokkelijk voor de consumptie, doch alleen op
deze wijze kon de bevolking zonder risico zo goed en zo
spoedig mogelijk worden geholpen.
Het is niet mogelijk en zou ook niet juist zijn, hier een
opsomming te geven van alle geboden hulp. Maar evenmin
mag de zeer bijzondere hulp van de waterleiding van Rot
terdam hier onvermeld blijven. Het pompstation kon met
de uiterste krachtinspanning op het nippertje tegen over
stroming worden beschermd en dit is een zegen gebleken
voor geheel het rampgebied: overal verscheen de Rotter
damse watervloot ter leniging van de nood.
En nu enkele punten die m.i. de overweging waard zijn
voor toekomstige gevallen, waarin massale storingen in de
drinkwatervoorziening zouden optreden; helaas moet daar
bij niet alleen aan natuurrampen worden gedacht.
Centrale hulpverlening
Men hoede zich voor te grote centralisatie.
Op overtuigende wijze is de bekwaamheid en vinding
rijkheid der Nederlandse waterbedrijven gebleken in het
uur van gevaar. Daarnaast zijn er in de Nederlandse orga
nisatie enkele centrale punten aanwezig die bij goede co
ördinatie voor berichtgeving, verschaffing van hulpma
terialen en verlening van gespecialiseerde bijstand zeer
nuttig kunnen zijn.
De moderne techniek is daarbij van uitermate groot be
lang gebleken: bij ontbreken van telefoonverbinding werd
de mobilofoon voor korte en de radio voor grote afstanden
ingezet; bij ontbreken van boot- en treinverbindingen be
wees de helicopter goede diensten; bij ontbreken van
„grond onder de voeten" spoorden kikvorsmannen de lei
dingen en afsluiters op; bij teloorgaan van brugovergar.-
gen bood de Baileybrug uitkomst.
Voor tijdelijke hulpverlening zijn voorts mobiele water
zuiveringsinstallaties van belang gebleken; die behoren op
centrale plaatsen werkvaardig bewaard te worden.
Ontsmetting
Het chloor als ontsmettingsmiddel heeft zijn onmisbaar
heid bewezen, waarbij het chloramine voor distributie op
grote afstand voortreffelijk is gebleken doordat het langer
dan chloor alléén zijn bactericide werking behoudt.
Elk bedrijf behoort over een ijzeren voorraad ontsmet
tingsmiddelen te beschikken.
6