Bijlage 2. EHKEIE HISTORISCHE BIJ Z OHDERHE BE IT Het Dijkwater tussen Dreischor en Duiveland is eerst bij de St.Aagtenvloed in 1288 ontstaan. Er zijn echter aanwijzingen, dat 's Heerjansland (Sirjanslandoorspronkelijk vanuit Dreischor is bedijkt, zodat de mogelijkheid bestaat, dat na de St.Aagten vloed een oudere binnendijk tot zeedijk is opgehoogd of verzwaard. Een voorlopig onderzoek naar de bij verschillende afkalvin gen tevoorschijn komende profielen ten behoeve van een datering van de verschillende ophogingen is reeds ingesteld, maar moest wegens de inundatie van de polder op onvoldoende diepte worden gestaakt In de dijkspecie werden scherven van kogelpotten en Pings- dorfer aardewerk aangetroffen. Een van de dwarsprofielen vertoon de een dijkje met een kruinshoogte van ca. 2 m ÏF.A.P., een kruin van 1 m en terweerszijden belopen ongeveer 1:1. Het merkwaardigst is de onderste dijk, welke een tot nu toe niet bekende bandstructuur vertoont. Hij bestaat uit van schor- kloeten gestapelde muurtjes loodrecht op en evenwijdig aan de kruin. De hierdoor gevormde rechthoekige vakken van S x 3 "tot ruim 10 x 3 m zijn met grond gevuld, waarbij in de afgespoelde gedeelten de steken van de spade nog duidelijk te zien zijn. ITiet alleen ter meerdere kennis van vroegere techniek van dijksbouw, maar ook ter verduidelijking van verschillende perio den uit de waterstaatkundige geschiedenis van dit deel van het eiland, is het van veel belang, dat het oudheidkundig onderzoek te gelegener tijd wordt voortgezet.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 22