De dijken braken zo menigmaal C. J. J. WIEDHAUP: Wij hebben een verschrikkelijke nederlaag geleden. Onze erfvijand heeft onbarm hartig toegeslagen in de zwarte nacht van Zaterdag op Zondag. Met de hulp van storm en springtij als bondgenoten, heeft de waterwolf ons belaagd zoals in de laatste eeuwen slechts zelden is voorgekomen. Deze ramp teisterde niet alleen de veehouders in de Alblasser- waard, de boeren van 's-Graven- deel of de kwekers van Zuid- Beveland. Deze ramp trof ons als volk. Laten wij eisen, dat de stoffelijke gevolgen ervan dan ook door ons gehele volk gedragen zullen wor den. Het persoonlijke leed dat zal blijven schrijnen bij de duizenden getroffenen en de na bestaanden van de honderden doden, is al vreselijk genoeg. Laten wij ook hopen, dat onze ingenieurs uit de ramp de weten schap zullen putten, die hun in staat zal stellen tot in verre toekomst een herhaling daarvan te voorkomen. Moge in die droevige Zondag nacht tevens bressen zijn ge slagen in de vele kleine eigen belangen, die een doeltreffende gemeenschappelijke bescherming nog zo vaak verhinderen. Het is destijds ook de watersnood van 1916 geweest, die de laatste be zwaren wegnam, welke er nog waren tegen het aanleggen van de Afsluitdijk, waarop de golven Goddank vergeefs beukten. „Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst", staat op het monument van die dijk te lezen. Wij willen leven, wij zullen dus moeten bouwen. Overal, maar niet in de laatste plaats aan onze dijken en polders. De rampzalige overstromingen, door de bezetter nog geen tien jaar geleden veroorzaakt, hebben onze aandacht destijds opnieuw gevestigd op de eeuwige bedrei ging van ons lage land. De bomen op Walcheren bloeiden echter al weer en in de Wieringermeer rijpte weer het graan. Nogmaals kregen wij echter een vermaning nu door het oergeweld van de elementen zelf. Zonder ophouden zullen wij de strijd tegen de zee te strijden hebben. Daar zijn wij Neder landers voor, bedreigde bewoners van de lage landen onder de zeespiegel. Die strijd vraagt wilskracht en saamhorigheid. Die strijd vraagt ook kennis. De kennis van ingenieurs, uit voerders en arbeiders, maar vooral ook van elke Nederlandse man en elke Nederlandse vrouw, elke jongen en elk meisje. Zij allen met elkaar, onver schillig waar ze wonen binnen ons Koninkrijk, vormen het 446 - 1

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 3