Is men eenmaal weer thuis, dan komen na korte of lange
tijd van schoonmaak en inrichting weer de bezigheden van
alledag.
Zolang er nog gewerkt wordt in abnormale omstandig
heden, weet men de herinneringen te verdrijven, maar een
maal komen ze terug!
Het leed om wat verloren ging gaat vroeg of laat knagen.
De plaats die open blijft aan tafel spreekt een eigen taal. En
wie kan zich verzetten tegen de stomme klacht die geuit
wordt door de open ruimten in de vertrouwde hoeken en
kasten van het huis?
„Spreken wij niet over de beide kinderen", laat Ibsen de
vrouw van Bouwmeester Solness zeggen, die haar kinderen
bij een brand verloor, „w'ant zij hebben het nu goed heel
goed. Neen, het zijn de kleine verliezen in het leven, die je
het hart verscheuren. Als je dat verliest wat voor andere
mensen geen waarde heeft. Bij voorbeeld de vele oude por
tretten aan de wandenen de oude kleren, die God weet
hoe lang al in de familie waren. En al de kanten van moeder
en grootmoeder en denk eens aan de snuisterijen en aan
alle poppen
Dan heeft de predikant of de maatschappelijk werkster
een directe taak. Maar zij zullen bemerken dat met direct op
het individu en het gezin gerichte hulp niet volstaan kan
worden. Nodig is een gelegenheid waar de dorpsbewoners
elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar bijeen kunnen zijn, waar
zij kunnen praten en zich kunnen ontspannen, waardoor voor
korte tijd de herinneringen aan w'at gebeurde op zij gezet
worden en als het ware nieuwe kracht geput wordt voor de
volgende dagen.
Een dergelijke gelegenheid ontbreekt in vrijwel alle dorpen
in het rampgebied. Een centrum waarin men zich thuis kan
gevoelen is in de dorpen van Zeeland, West-Noordbrabant
en Zuid-Holland enkele uitzonderingen daargelaten on
bekend.
Door de nood gedreven heeft men in enkele plaatsen
naar een tijdelijke gelegenheid gezocht. Hier is een zaal
van een café gehuurd, daar is een verenigingsgebouw,
dat zo goed en zo kwaad als het gaat dienst kan doen
en w'eer elders heeft men kans gezien een barak te be
machtigen.
33