direct bemerken. Zij heeft het gemunt op onze dagelijkse
levensuitingen, maar evenzeer op ons meest kostbare geeste
lijk bezit. Ontworteling, vervlakking, verstarring, verzake
lijking en verharding zijn enkele van de gevolgen. Opper
vlakkigheid, banaal levensgenot, geestelijke armoede, enkele
van de uitingen. Ongemerkt ons leven uithollend en daardoor
het meest wezenlijke dat wij bezitten het vermogen om te
luisteren naar en te reageren op Gods stem aantastend,
gaat de massificatie aan geen onzer voorbij.
Traditie en zede hebben in het dorp veel van hun macht
verloren.
De kerkelijke bindingen en de bindingen aan de mede
mens verslapten. Het geloof en de godsdienst raakten uit
gehold: lege vormen die vroeg of laat uiteen vallen. In vele
dorpen is de jeugd reeds van de kerk vervreemd en terecht
gekomen in een geestelijke leegte.
De massificatie is geenszins een na-oorlogs verschijnsel.
Ook vóór de tweede wereldoorlog w'erd er over geschreven
en gesproken. Men was toen echter geneigd het te localiseren
in de grote stad, meer in het bizonder in de achterbuurten van
de grote stad. Dat ook de plattelandssamenleving er door
aangetast wordt, zagen slechts enkelen.
Dit verklaart dat men aanvankelijk allerlei ontwrichtings
verschijnselen die zich na de oorlog ook op het platteland
voordeden beschouwde als na-oorlogse verschijnselen, dat wil
zeggen als verschijnselen die, na veroorzaakt te zijn door de
oorlog, zouden verdwijnen zodra zich weer een normale
situatie zou ontwikkelen.
Hoe hebben zij, die zo dachten, zich vergist!
De jeugd is naarmate de toestand zich in sociaal en
economisch opzicht ging herstellen niét teruggekeerd tot de
vooroorlogse levensstijl die overigens ook geenszins smette
loos was!).
De ouderen hebben de meerdere vrije tijd en het hogere
loon dat zij ontvingen niet benut voor hun verdere vorming.
De burenhulp voor de oorlog ook in vele dorpen in het
Zuid-Westen van ons land nog in verschillende vormen in
zwang werd in de meeste plaatsen niet in ere hersteld
naarmate het economisch herstel voortgang maakte.
10