HULP
aan Schouwen en Duiveland,
Tholen en Si. Philipsland
Tengevolge van de grote overstromingen werd in de vroege
morgenuren van 1 Februari j.l. de electriciteïtsvoorziening van
Schouwen en Duiveland, Tholen en St. Philipsland geheel onder
broken.
Enorme schade werd toegebracht aan schakel- en transfor
matorstations, hoog- en laagspanningsnetten, huisaansluitingen,
electriciteitsmeters en heetwaterapparaten. Zelfs in het kantoor
te Zierikzee, op een der hoogste punten van de stad gelegen,
kwam tijdens de stormvloed 40 cm. water op de vloer.
Het spreekt wel vanzelf dat de normale personeelsbezetting
ontoereikend was om de meest dringende en uitvoerbare werk
zaamheden te verrichten. Door vele electriciteitsbedrijven en
militaire instanties werd technische hulp aangeboden, waarvan
wij een dankbaar gebruik hebben gemaakt.
Sedert half Februari zijn telkens gedurende veertien dagen
een tweetal monteurs van de P.G.E.M. te Apeldoorn werkzaam
in Schouwen en Duiveland, aanvankelijk bij het bergen van
transformatoren en apparaten uit transformatorstations, het re
videren van apparaten en herstel van hoogspanningsleidingen.
In Haamstede werd een noodaggregaat opgesteld, met twee
man bedieningspersoneel, beschikbaar gesteld door de Electrici-
teitsfabriek IJsselcentrale te Zwolle. Te Bruinisse werd even
eens een noodaggregaat met drie man bedieningspersoneel, af
komstig van het G.E.B. te Maastricht, in bedrijf gesteld.
In Renesse zorgde P.Z.E.M.-personeel voor bediening van
een noodaggregaat.
Voor het transport van personeel en zwaar materiaal door
het watergebied werd belangrijke hulp ontvangen van de mili
taire autoriteiten, die gedurende 3 weken een tweetal dukws tér
beschikking stelden. Verder werd belangrijke hulp verleerd
door de marine-autoriteiten, die twee volledige duikerploegen
zonden om de hoogspanningskabels boven water te brengen,
waardoor het inmiddels mogelijk werd om het droog gebleven
gebied van Westelijk Schouwen weer van stroom te voorzien.
Het werk moest onder zeer moeilijke omstandigheden worden
uitgevoerd en de huisvesting en verzorging van het personeel
kon vooral in het begin niet altijd plaats vinden op een wijze
zoals wij dit gaarne hadden willen doen.
Gaarne betuigen wij onze oprechte dank aan allen, voor de
wijze waarop zij hun taak hebben vervuld en de persoonlijke
offers, die zij mede hebben willen brengen door hun verblijf
in het rampgebied. M. A. L. BEUN.
),clOie 't water deert, die 't water keert"
De vloedgolf van problemen, grote en vele, waarvoor wij
ons door de rampvloed zagen geplaatst en waarvan vele reeds
weer werden opgelost en van andere de oplossing nabij is,
bracht mij er toe bovenstaande oud-Zeeuwse spreuk tot grond
motief voor deze overdenking te maken.
Door het wegspoelen van ons hoofdschakelstation te Nieuw-
Vossemeer leek de kans op electriciteitsvoorziening reddeloos.
Toch kon drie dagen later reeds weer stroom geleverd worden
aan de nog bewoonbare gebieden van Tholen en St. Philipsland
en nog geen veertien dagen na de ramp kon ook in de woestijn
Stavenisse weer stroom geleverd worden. Voor de koppeling
met het Brabantse hoogspanningsnet kregen wij de grootst mo
gelijke medewerking van de heer Van der Giesen, die met grote
voortvarendheid zijn arbeidskrachten inzette om ons zo snel
mogelijk met het Brabantse net te verbinden. Wij hebben voor
zijn werk de grootste waardering. Ook wat onze eigen mensen
presteerden mag hier met ere genoemd worden. Zij gaven het
uiterste van hun krachten en dit duurt nog onverminderd voort.
Mede namens hen en vooral ook namens de getroffenen onder
hen, mag ik de hoogste leiding van ons bedrijf een saluut
brengen. Met koel hoofd en warm hart werden uitgebreide en
verstrekkende maatregelen genomen op technisch en op sociaal
gebied, die zo doelmatig bleken, dat bovengenoemde resultaten
Hei irafo-siaiion ie Burghsluis werd onderspoeld
en zakie ca. 2 meter.
bereikt konden worden. Met dankbaarheid gedenken ook de
getroffenen onder ons de wijze waarop hun nood gelenigd werd.
Tot slot wil ik nog gewagen van de hulp, die onze zuster
bedrijven ons zo spontaan verlenen. Terwijl onze eigen menseJ^
nog overstelpt waren met de talloze reparatiewerkzaamhedeT®^
kreeg ik hulp van de Gem. Electriciteitsbedrijven van Tilburg,1
Eindhoven en 's-Hertogenbosch, die tezamen tien man stuurden,
welke we in Stavenisse, Sint Annaland en Sint Philipsland
konden inzetten voor het wegnemen der kWh-ineters en heet
waterapparaten. Met veel genoegen heb ik met deze mensen
gewerkt, die in korte tijd de rampgebieden schoonveegden.
Gelaarsd, met boten en steeds onder politiegeleide, trokken zij
van huis tot huis, deden inbrekerservaringen op die menige
zware jongen" hen benijden zal, zijn tussen beiden kopje onder
geweest, waaruit moge blijken, dat de meterjacht serieus werd
beoefend, sliepen samen met onze mensen op geïmproviseerde
bedden, gespreid op zolders, terwijl beneden hen het water klotste
en stonk, moesten zelf corveeën, doch hadden, ondanks alles,
(gelukkig) lol onder elkaar. Met de vier Eindhovenaren had
ik het genoegen nog enkele weken langer te mogen werken,
zodat ik ze aan de opbouw kon doen beginnen, waarbij ze hun
vakmanschap zeer duidelijk hebben doen blijken. Wij zijn de
genoemde zusterbedrijven zeer erkentelijk voor de geboden
hulp. Intussen rolt het werk voort en nieuwe hulpploegen van
weer andere zusterbedrijven zijn op komst. Met verlangen zien
wij deze hulpploegen tegemoet. Het is ons tot een grote morele
steun te zien hoe sportief de andere bedrijven zich beijveren ons
bij te springen in dit soms gigantisch lijkende opbouwwerk,
dat, mede dank zij hen, in zo hoog tempo kan verlopen. Hier
blijkt weer op treffende wijze hoe eendracht macht maakt.^^
P. L. J
en burgers in Sch01
uwen er op
De Brug