2 repen. Alle lieslaarzen worden ingeleverd, opdat deze door de
andere ploeg gebruikt kunnen worden.
Als ons ontbijt in der haast naar binnen gewerkt is, rijdt de bus reeds
voor. Even later verschijnt er nog een bus van een andere onderne
ming. Het blijkt nu dat er van twee kanten voor gezorgd is. Als ook
de evacuees, die met ons mee zullen reizen, aangekomen zijn, vertrek
ken wij, nagewuifd door de achterblijvers, die nu alleen ons werk
zullen afmaken.
Hoe dichter wij de zeekant naderen, hoe dikker de damp wordt, die
over het water aan komt zetten. Bij het dijkgat, waar we met een
bootje overgezet moeten worden, treffen wij onze loods reeds aan.
Hij heeft er een hard hoofd in, of wij nog zullen kunnen varen met
dit weer. Zelf durft hij het wel aan, maar hij verwacht dat de schip
per bezwaren zal maken. Als we eindelijk allen veilig door het stroom-
gat heen de haven hebben bereikt, zien wij dat de schipper nog geen
aanstalten gemaakt heeft om te vertrekken. De man is erg zwaartillend
en het kost de loods veel overredingskracht om de schipper zover
te krijgen dat hij alvast de haven uitvaart. Het valt inderdaad niet
mee op de grote watervlakte. De damp is zo dicht geworden, dat wij
geen honderd meter zicht meer hebben.
De machine draait nog, maar wij komen bijna niet vooruit, daar de
ebstroom ons mee wil voeren. Het tij is niet gunstig, want wij zullen
nu tot het einde toe tegen de sroom in moeten varen. Dit betekent
zeker een paar uur vertraging, maar gelukkig trekt de mist na enige
tijd wat op, zodat de schipper de machine wat harder durft laten
lopen. Het duurt lang voordat we bij Zierikzee zijn, maar als we de
haven eindelijk passeren, is de damp geheel opgetrokken, zodat we
volle kracht vooruit kunnen. De loods praait een ons tegemoet va
rende sleepboot en als blijkt dat deze op weg is naar Burghsluis,
stapt hij over en vaart terug. De schipper weet nu de weg verder
zelf wel, en al zou hij die niet weten, wij kunnen hier niet verdwa
len, want het wemelt van de boten, die af en aan varen in verband met
het dijkherstel.
Het is verbazingwekkend hoeveel kleinere dijkdoorbraken in deze
korte tijd al weer hersteld zijn. Alleen de grote gaten bij Ouwerkerk
bieden een wanhopige aanblik. Wat zal hier een werk gepresteerd
moeten worden om deze gapingen weer te dichtenEr liggen reeds
grote kranen en schepen met rijshout. De strijd is dus al begonnen.
Wanneer zal de overwinning gevierd kunnen worden?
De verzorging, die wij aan boord van ons schip hebben, is prima.
De schippersvrouw komt rond met koffie en later nog eens met heer-
60