Zaterdag 14 Februari Wat we vreesden, blijkt waar te zijn. Er is geen benzine meer in Re- nesse. Ook Haamstede en Burgh zitten zonder. Als wij de voorraad uit de reserve blikken bij elkaar gooien, kunnen wij drie boten in de vaart brengen. Er staat een zware tocht op het program. Midden voor het grote gat, de Schelphoek, staat op korte afstand van de dijk een huis van een varkensboer. Viermaal hebben wij geprobeerd bij deze woning te komen, maar telkens was de stroom te sterk. Nu zullen wij alles op alles zetten om ons doel te bereiken. De eigenaar, een kleine, moedige man, die reeds de zestig gepasseerd is, wil zelf mee. Hij laat zich niet afschrikken door de wind, die nog steeds over het wilde water raast. Er staan meer mensen gereed om mee te varen. Het is moeilijk hen af te wijzen, ofschoon wij door het benzine gebrek maar op halve kracht kunnen werken. Wij houden in het kort krijgsraad. Volgens de laatste berichten kunnen we de nieuwe vloot vandaag in Burghsluis verwach ten. Als wij nu de mensen meenemen en hen op hun plaats brengen, dan kunnen zij de goederen inpakken, en met de nieuwe vloot halen wij hen op. Het plan is wel wat riskant, maar we zullen proberen het uit te voeren. De heenreis tot Serooskerke verloopt vlot. Rondom het dorp, op di verse plaatsen, worden de mensen afgezet. „Jullie halen ons beslist toch weer op hé?" vraagt er eentje heel benauwd. Ook degenen die deze vraag nog niet stellen, kijken toch wel bedenkelijk als wij zonder hen verder varen. Twee boten blijven in het dorp goederen laden. Eén moet nu trach ten het huis in de branding te bereiken. Dit zal slechts gelukken met dood tij. Wij hebben niet veel tijd te verspelen. Het water is reeds weer aan het opkomen. Met een grote omweg naderen we de woning. Van de schuren en de maalderij steken nog slechts stukken boven wa ter. Met een prachtige zwaai stuurt de schipper ons door de omras tering tot vlak langs het huis. Met sterke touwen wordt de praam aan een schuifraam vastgelegd, dat bij wassend water automatisch mee omhoog schuift. Vlug wordt alles van waarde nu ingeladen. Even ontstaat er verschil van mening over het meenemen van een lege kist. Ondanks tegensputteren van één der schippers komt de kist toch aan boord. We zijn nu wel volgeladen, maar kunnen onmogelijk weg. Rondom kolkt en bruist het, nu de vloed in volle kracht opkomt, bovendien voor ons ligt een hoge rug van klei, waarop we zeker te pletter zullen slaan als wij nu losgooien. 44

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 46