Vrijdag 13 Februari Onder het eten wordt er weinig gepraat. Na de maaltijd roepen we alle mannen bijeen in onze slaapzaal. In het begin is deze „vergadering" nog al verward. De één zegt dit, de ander dat, tot opeens één der mannen twee hoog op een bed springt, een klomp als voorzittershamer hanteert en met een vervaar lijke stem om „stilte" commandeert, en werkelijk de monden het zwijgen oplegt! „Wie wenst het woord?" Ieder krijgt nu op zijn beurt gelegenheid te zeggen wat hij op zijn hart heeft. Het blijkt dat de onzekerheid over de gang van zaken thuis, en de onzekerheid over het tijdstip waarop wij weer zullen vertrekken het zwaarst wegen. Als wij na lange besprekingen gezamenlijk tot het besluit komen om tot en met de volgende Woensdag te varen, om dan Donderdags ons in te kun nen schepen voor de terugtocht, is de vrede weer volledig hersteld. Als bezegeling op dit besluit drinken wij allen om beurten, bij gebrek aan beter, uit een lege eierdop, een echte „ouwe klare". Gelukkig hebben we maar één fles voor twintig man, zodat wij al spoedig zon der ongelukken heerlijk onder de dekens liggen. Naar alle kanten zwermen we uit. Twee ploegen worden naar Haam stede gebracht en twee naar Scharendijke, terwijl de andere hun vaste route op Serooskerke varen. De wind waait nog steeds met onver minderde kracht. Onze reserve tanken zijn deze keer slechts voor de helft gevuld, daar de benzinevoorraad op het eiland onrustbarend verminderd. Na enige tegenslag in Scharendijke, waar één der pramen tijdens de eb op een paal is blijven hangen, kunnen we daar de tochten naar Eikerzee en Ellemeet voortzetten. Het begint nu al wat op een beurt schippersonderneming te lijken. De mannen, die deze dag in Haamstede varen, zien kans om daar werkelijk klaar te komen en via Serooskerke aanvaarden zij de terug tocht. Dicht bij het gevaarlijke stroomgat van de Schelphoek, varen zij een andere praam achterop, die in moeilijkheden verkeerd. De schuit ligt te diep geladen en telkens rollen de golven over boord. In de hoosgoot staan te veel mensen, zodat het water er niet uit te krijgen is. Met veel moeite lukt het om een deel van de lading over te nemen en zo varen ze Serooskerke binnen. In de constitoriekamer van de kerk, de enige plaats die nog droog blijft, vinden zij het andere stel, die daar rustig zitten te genieten van een heerlijk kop koffie. 42

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 44