alle kanten hulp zal worden geboden in de kleine bedrijven, waar de man op wien alles neerkwam, wegtrok naar andere soortgelijke bedrijven, in nood. Toch wordt het ons duidelijk dat er gesproken moet worden over een financiële basis, waarop onze operatie kan steunen. We moeten rekening houden met het feit dat er ongelukken kunnen gebeuren. Eigenlijk stuit het ons tegen de borst om het mooie van het vrijwil lige te doorkruisen met het noodzakelijke van het geld. We voelen echter dat we niet anders kunnen en daarom nemen we het besluit om vandaag nog deze zaak in orde te maken. In gedachten verzonken keren we terug naar de school om ons ont bijt te nuttigen. Onderweg lopen we een paar van onze mensen te gen het lijf die mopperen over de thee die er niet is. Daar is echter wel raad op. Gauw kloppen we een kruidenier uit zijn bed, en op ons verzoek om thee is hij dadelijk bereid om te helpen. We krij gen thee zoveel als we nodig hebben. Over geld praat de man niet, dat komt wel in orde! Met een hoeraatje wordt de thee begroet in het lokaal, waar alle man nen reeds droog zitten te bikken, bij het flakkerend kaarslicht. Reeds komen er mensen binnen voor wien wij vandaag zullen varen. Zij zijn door de mannen van de marine de vorige dag genoteerd en voor zover er een boot beschikbaar was konden ze komen. Jonge kerels en grootvaders en ook moeders melden zich nu. Allen zijn vastbe raden nu de kans er is, om nog te redden wat kan. Eén praam zullen wij vandaag nog reserveren voor speurtochten naar levend vee. De anderen zullen uitzwerven, over het onstuimi ge water om zoveel mogelijk van zijn prooi nog te ontnemen. Het uitvaren verloopt tamelijk vlot. Iedere praam is nu voorzien van dekzeilen om het beddegoed en de kleding te beschermen tegen overslaand boegwater, of tegen de sneeuwbuien die ons nog maar niet kunnen verlaten. De motors draaien goed, dankzij onze mon teur die ze iedere avond naziet, zodat we 's morgens niet behoeven te wroeten. Als de laatste praam vertrokken is keren we terug, om onze plannen nader uit te werken. In het dorp ontmoeten wij de veearts, die juist naar ons op zoek is. Er zal straks namelijk een vergadering zijn op het gemeentehuis met alle burgemeesters uit de verdronken dorpen en nog vele anderen die een belangrijke functie bekleden op het eiland, om de hulpac tie te bespreken. Dit is voor ons een pracht gelegenheid om alle gedachten over dit werk te ontvouwen en ook om de financiële kant toe te lichten. Als wij bij de vergadering aankomen worden wij 32

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 34