van de gestrande pramen achter Scharendijke ophalen. Het is nu geheel donker. Heel in de verte zien we af en toe een heel klein lichtje flikkeren. Volgens de wacht moet dit de laatste praam zijn met een gids van de Nat. Reserve aan boord. Het lichtgeflikker is het afgesproken sein, dat de zaak in orde is. Het blijkt dat de gids uitstekend de weg op het water kent, want na ongeveer een half uur komt de boot netjes achter een boerderij vandaan precies recht op de haven aan. Zo vlug mogelijk worden nu de zware buitenboord motoren langs de gladde steile dijk naar het wachtlokaal gesjouwd, waar zij deze nacht kunnen staan, zonder dat ze zullen bevriezenNu moeten we dadelijk op stap, want de tocht die we voor de boeg hebben zal ze ker nog wel 1V2 uur in beslag nemen volgens onze gids. De weg, voor zover er dan gesproken kan worden over weg, is ui termate slecht. Over de hardbevroren diepe sporen, die de banden van de zware vrachtwagens achtergelaten hebben, ligt een laag sneeuw waardoor zij onzichtbaar zijn geworden. Telkens tuimelt er een tegen de vlakte. Wij houden elkaar vast, om elkander in het donker niet kwijt te raken. Voorzichtig wordt de zak met jonge konijntjes mee gedragen, telkens op een andere rug, en de eigenaar waakt er zorg vuldig over, dat hen niets overkomt. Ondanks de narigheid is de stemming goed, daar wij de voldoening hebben dat de geredde koeien nu in een warme schuit staan inplaats van in de sneeuwstorm waar wij nu doorheen worstelen. De weg schijnt eindeloos lang en onze benen worden als lood. Telkens moet de ploeg nu wachten op achterblijvers. Eindelijk bereiken we een verharde weg. Hier loopt het heel wat beter. Af en toe schijnt er licht uit de huizen waar we langs komen. Dit geeft ons moed want nu is het net of wij niet zover meer weg zijn. Nog een korte ruk, dan zijn we er. Met gejuich worden we ontvan gen door de ploeg uit Serooskerke, die dodelijk ongerust waren over ons lot. Ook heel wat dorpelingen hadden in de rats gezeten en waren nu dolblij dat we allen behouden aangekomen waren. Het eten is ondanks dat het al enkele uren heeft opgestaan voor ons besef gelijk een vorstenmaaltijd. De tongen komen los en nu horen we hoe de andere ploeg gevaren is. De ijzeren schuit heeft zich prachtig gehouden en blijkt zeer goed te gebruiken voor goederen vervoer. Wat er nog over was van pe troleum is meegenomen en bovendien nog heel wat lijfgoederen van mensen uit Serooskerke. Even had het er nog op geleken dat zij in de kerk hadden moeten overnachten, toen het water zo snel 27

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 29