432
Fig. 3. De omvang van de overstromingen op Schouwen-Duiveland naar de
toestand op 2 Februari 1953 (gestippeld: drassige gronden).
Fig. 3. The flooded areas in Schouwen-Duiveland on February 2, 1953 (approx.
40000 acres). The saturated areas are dotted.
niet ontstaan zijn door de aaneendijking van talrijke kleine bedijkingen)
zijn de voormalige eilanden Schouwen en Duivelandthans de uitge
strekte polder Schouwen (welke in het Oosten begrensd wordt door de
Schouwse dijk) en de polder Vier Bannen van Duiveland (in het
Oosten begrensd door de Rampaartse dijk) zie de figuur 5. Het is
nu goeddeels verklaard, waarom juist de doorbraken van de buiten
dijken van deze polders zulke ernstige gevolgen met zich hebben
hebben gebracht, èn het herstel van deze dijken zoveel voeten in de
aarde heeft (gehad). In geen van beide grote polders (resp. 9350 en
2 500 ha groot) bevinden zich binnendijken, welke het binnendringende
zeewater hadden kunnen keren, of die hersteld en versterkt hadden
kunnen worden om de ontstane vloedkommen te verkleinen waardoor
de stroming in de dijkbressen verminderd zou zijn, zodat ze gemak
kelijker te dichten waren geweest een werkwijze welke elders met
succes is gevolgd.
Het is volgens Vlam niet onwaarschijnlijk, dat ook Dreischor (thans
een polder ter grootte van 1 110 ha) als een oude kern mag worden
beschouwd. Ook van deze polder is namelijk geen bedijkingsjaartal te
vindener komen echter geen vluchtbergen voor, terwijl de perceels
indeling evenmin een aanknopingspunt biedt. Wel is zeker, dat nog in
de 13e eeuw Schouwen, het oude Duiveland en Dreischor aparte
eilanden waren, die door tamelijk brede waterende Gouwe, het Zonne-
mere en het Dijkwater, van elkaar gescheiden werden. Op de huidige
dag vindt men van deze stromen alleen nog resten ten ZO van Zierik-
see en Dreischor in de vorm van instulpingen van de kustlijn. Verder
zijn ze successievelijk geheel ingepolderd, waardoor de oude kernlanden
geleidelijk tot één geheel aaneengekit zijn. In dit gebied zijn niet minder
dan 35 polders gevormd, waarvan de oudsté dagtekent uit 1374
(Noordgouwe) en de jongste uit 1899 (de Dijkwaterpolder) (verg.
5)-