De les van de
(De eerste stoot W'
DIT GAT MOET DICHT
8
Wanneer ooit het belang van een organisatie is
komen vast te staan, dan is dat wel geweest op
die rampzalige Zondag van 1 Februari 1953.
Wanneer ooit is gebleken, dat een geoefend
man, en vooral geoefende verbanden, voor
TWEE tellen, dan is dat TOEN wel zeer dui
delijk geworden.
Dit zijn de gedachten, welke zich vooral op
dringen, als we nagaan, wat er op die Zondag
en vooral in de week na die Zondag, door de
B.O.S. werd gedaan.
De ramp was ontzettend en in de eerste ogen
blikken van die eerste dag, kon dat niet in alle
volheid worden beseft.
Het was een enorm werk al die Stoters-energie
uit het gehele Vaderland op te vangen, te cen
traliseren en... te kalmeren. We wisten immers
niet waar de B.O.S. haar bevoegdheid of, zo
men wil, haar autoriteit vandaan moest halen,
om te doen wat nodig en nuttig kon worden ge
oordeeld. Het viel niet zo direct mee om die
pl.m. 17000 Oud-Stoters in den Lande (helaas
niet allemaal leden van de Bond) in het gareel
te houden.
Zeker, ook thans bleek metterdaad, dat Stoters
er zijn als er werk aan de winkel is, dat het
mannen zijn van het eerste uur en mensen van
de daad
Toen we eenmaal onze „opdrachten" hadden
gekregen en de belangstelling hadden gewekt
van de autoriteiten en instanties, welke wel be
voegdheid bezaten, ging het prima. Toen bleek
het belang van een sluitende organisatie.
Die autoriteiten zagen n.l. al spoedig in, dat zij
iets hadden aan de mannen die zich verenigd
wisten door een band en gedragen werd door
dezelfde gedachte tot helpen, die hen vanaf '44
en vanaf Indië en vanaf hun „diensttijd" was
bijgebleven.
Dank zij de eerste daden van die wederom jong
geworden „ouwelui" werd een goodwill ge
kweekt, die bergen verzette en ambtelijke be
zwaren opzij tilden alsof het niets was.
De B.O.S. zelf 't Hoofdbestuur of de Leiding
Met dezelfde gedachten bezield als alle jongens,
maar van de andere kant in de wetenschap dat
slechts na een beroep van een bevoegde instan
tie kon worden opgetreden en verantwoording
kon worden aanvaard. Want die verantwoor
ding ging veel verder dan de meesten dachten.
Zij betrof reiskosten en werkverlet; zij betrof
zelfs verantwoording voor mensenlevens
Wanneer we met gepaste blijdschap en trots
terugzien op datgene wat door de Stoters in het
belang van de slachtoffers en van de noodge-
bieden kon worden verricht, (en dat doen we
werkelijk), dienen we eerlijk te zijn en te zien
„dat we de wind mee hadden". Dit dan bedoeld
voor onze mogelijkheden tot optreden, omdat
iedereen dacht aan een algemene mobilisatie
van oud-Stoters en aan een geweldig en goed
geoefend verband.
Ik weet thans nog niet waarvan andere artike
len gaan gewagen. Of zij een opsomming zullen
geven van verrichtte daden door bepaalde per
sonen en afdelingen. Er zijn in dit verband in
teressante verhalen te vertellen, zowel over het
redden van slachtoffers, als over het spoed-
herstel van dijken.
We zouden een opsomming kunnen krijgen van
het aantal luxe- (ook minder luxe) en vracht-
Uit „De Tijd" van 6 Februari 1953.
..Donderdagmiddag stonden wij in de stromende regen op
de Kladse dijk. Wij waren er heen gegaan. Zo maar. Om
dat men op een goed moment in deze overstelpende nood
niet weet, waar men zijn verslaggeverswerk zal aanvan
gen. De Kladse dijk dus. Een smal stukje ellende en ge
legen tussen twee eindeloze watervlakten. Midden in deze
dijk is een gat. Een groot breed gat, waarin een militaire
truck tot ver boven de kap is weggezakt. Dit gat moet
dicht. Snel en goed, want eerst wanneer dit gat gedicht is,
kan de aangrenzende polder langzaam worden ontwaterd.
Aan die dichting werken sinds gistermorgen 11 uur twee
groepen van vijftig man van de Bond van Oud-Stoottroe-
pers. Jonge boerenkerels uit Boxmeer, die wij bezochten
gistermiddag om 5 uur. De regen stroomde, en met elk een
zak over het hoofd stonden zij in lange rij. Zo waren zij
's morgens begonnen en zo stonden zij 's avonds laat nog.
Door die rij bewogen zich als een levende transportband
talloze zakken zand. Vrachtauto's reden af en aan. On
vermoeibare handen vulden de zakken en dan begonnen
zij hun lange weg van de eerste man tot aan de laatste.