De lach en de traan 4 De B.O.S. aan het werk op de Kladse Dijk. De traan kwam van die Oud-Stoter, die ons die min of meer bedroefde brief schreef, waarin hij (in zijn „eigen" woorden) ons min of meer de schuld gaf, dat hij niet tijdig aan de „algemene mobilisatie" van Oud-Stoters had kunnen deel nemen en met tranen in de ogen thuis had moe ten afwachten wat anderen deden. Hij vond het werkelijk erg, dat hij er niet bij had kunnen zijn. Wij ook, want hij hoorde er bij en als het aan ons ligt, zal hij een volgende keer ook zeker van de partij zijn en met hem al die anderen, die thans verstek moesten laten gaan. Hoe meer zielen, hoe meer vreugde niet alleen, maar hoe groter de Bond, des te groter ook de mogelijkheden. Een traan kwam wellicht nog van andere zij den, wanneer bepaalde dingen je de keel dicht konden snoeren en met alle geweld moest wor- Uit een der vele brieven: Ik vin dat erg dat ik als Stooter thuis moet blijven en dat wij meschien veel hadde kennen doen. Mannen wij kennen wel huilen, het licht nie aan ons. Wij willen en ze laten ons thuis. den gevochten om je goed te houden. Er zijn verschrikkelijke belevenissen te vertellen, die de sterksten soms nog te machtig waren. Maar afgezien van alle medeleven, werd het werk in alle opgewektheid gedaan en er was, naast de droefenis, ook menig kostelijk ogen blik. Als het even kon, werd de „leiding" op de kor rel genomen, en er waren er daar (gelukkig bij, die al heel vlot hapten. Er werd gelachen om wederwaardigheden van koeriers, die in hun ijver om beslist alles te doen (maar vooral om toch werkelijk alles te zien vanaf Zuid- Beveland, via Antwerpen Tholen trachtten te bereiken. Zie de kaart, Tinus Er waren er ook, die onderweg naar een of an der doel, de hele watersnood alléén trachtten te regelen en als direct gevolg daarvan, bij terug keer onverbloemd commentaar kregen te ver werken. En er waren van die opgewekte mededelingen, zoals aan onze adviseur Pater Goossens: „Die dijk, die U gisteren gelegd hebt, is vannacht verdwenen. Er is geen zak meer van over". Voor een Pater, Aalmoezenier, Doctor, Ridder enwaterbouwkundige" is dat wel erg te leurstellend. Er waren tenslotte van die onverwachte op drachten: „Direct 1000 luiers". Voor dit soort „watersnood op kleine schaal" hadden we ge lukkig een gespecialiseerde Bondssecretaris. Vanzelf dat die het fikste.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 4