Voor het kerngebied van de ramp is deze indeling zonder meer overgenomen,
terwijl daarnaast voor de gebieden aan de grenzen van het rampgebied,
waar de gedetailleerde indeling minder noodzakelijk is, een eenvoudige
samenvatting van getroffen gemeenten per provincie is gevolgd.
Aldus is de volgende gebiedenlijst ontstaan;
1. Kerngebied
Schouwen en Duiveland
Sint Philipsland
Tholen
Noord-Beveland
Oostelijk Zuid-Beveland
Goeree en Overflakkee
Hoekse Waard
Rozenburg
Oostelijk Voorne en Putten
2. Rest van Zeeland (Walcheren, Westelijk Zuid-Beveland, Zeeuwsch-Vlaanderen)
3. Westelijk Noordbrabant
4. Rest van Zuidholland.
De in de volgende paragrafen beschreven berekeningen hebben voor het
kerngebied betrekking op alle gemeenten, de gegevens voor de drie "rest"-
gebieden hebben alleen betrekking op de getroffen gemeenten.
In bijlage 1 is een lijst gegeven van de gemeenten in elk der hier
genoemde gebieden, de kaart geeft daarvan nog een overzicht.
Par. 5» De berekening van het vermogen voor de ramp en van deschade
De vermogensbestanddelen, waarvoor hier waarde- en schaderamingen worden
gegeven zijn gerangschikt zoals dit in publicaties over het nationale
vermogen gebruikelijk is, d.w.z. dat per bedrijfsklasse oen specificatie
naar soorten van goederen wordt gegeven.
In deze paragraaf worden de ramingen in detail weergegeven en toegelicht,
paragraaf 6 geeft tenslotte een aantal samenvattingen.
A. Goederen, die tot het nationaal vermogen behoren
1. Landbouwvermogen
De bepaling van de waarde van cultuurgrond kan uiteraard niet geschieden
op basis van de vervangingswaarde. Bij de raming van het nationaal ver
mogen in 1938 kon nog worden uitgegaan van de verkoopwaarde van grond,
maar na de oorlog ontbreken hierover bruikbare gegevens. De beheersing
van de pachtprijzen heeft nl. een situatie doen ontstaan, die het gebruik
van de vastgestelde prijzen als waarderingsmaatstaf arbitrair maakt. Voor
de bepaling van het vermogen is aangenomen dat de huidige waarde van de
grond lofo hoger ligt dan de vooroorlogse waarde. Aangezien de waarde van de
grond voor de bepaling van de schade niet van primair belang is, is hier
geen nieuwe benadering van dit probleem ondernomen.
In tabel 1 is een overzicht gegeven van het grondgebruik in de getroffen
gebieden, tabel 2 geeft de waarde van de verschillende gronden, waarbij
tevens de waarde per ha is vermeld.
Het verlies van cultuurgrond is beperkt tot naar raming 500 Na, welke
gewaardeerd is op dezelfde wijze als hiervoor beschreven.
Het cultuurtechnisch herstel (waaronder te verstaan het graven en uit
diepen van sloten, particulier dijkherstel, verwijderen van slib e.d.zal,
naar ramingen van de Rijksdienst voor landbouwherstel 55 min glN vergen,
d.i. ruim 400 gld per ha. De ontzilting en structuurverbetering (gips) en
het opnieuw inzaaien met graszaad zullen volgens dezelfde Dienst resp.
14 min gld en 5 min gld vergen. In tabel 3 zijn deze gegevens tezamen-
gebracht, waarbij de verdeling over de gebieden aan de hand van de over
stroomde oppervlakte is geschied.
Het