Het Rode Kruis Korps is er op gericht georganiseerde hulp te ver
lenen, waar deze nodig is, hulp in reserve te houden voor mogelijke
uitbreiding van een ramp en voor nieuwe onaangename verrassingen.
Chaos op het rampterrein dient op hulpgebied vermeden te worden
en is zeker in eigen gelederen van het Korps onaanvaardbaar. Het
Rode Kruis Korps is in deze doelstellingen in grote lijnen geslaagd.
Alle colonnes in Nederland waren na de alarmering in de vijf naast
bij de ramp betrokken provincies in alarmtoestand gebracht. Uit
Groningen, Drenthe en Limburg is geen enkele colonne opgetreden
tot hulp aan de slachtoffers. Wel hebben alle colonnes in hun afde
ling zich verdienstelijk gemaakt bij de inzameling, sortering en dis
tributie van goederen. Gelderland heeft de meeste colonnes op vreemd
gebied gehad. Die van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant,
vooral die in of zeer nabij het rampgebied, moesten op eigen initia
tief optreden. Hiertoe moeten de colonnes van geheel Zeeland, West-
Noord-Brabant en die gestationneerd zijn op en om de Zuid-Holland
se eilanden en de Nieuwe Waterweg gerekend worden.
Van de colonnes in het eigenlijke rampgebied waren weinig of geen
berichten te verwachten. De uit de omgeving toegesnelde colonnes
moesten contact houden met de gewestelijke commandanten in
Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland. De bijgevoegde staat,
Bijlage IV pag. 14 geeft een overzicht van de hulpverlening door de
colonnes van het Rode Kruis Korps, met de aantallen helpers en help
sters en de plaatsen, waar zij zijn ingezet. De leiding van het Korps
berustte bij Lt. Generaal b.d. L. H. van Oyen, Jkvr, M. J. Gravin
van Lynden van Sandenburg en Overste E. E. Meulman.
In Bijlage V pag. 18 wordt een overzicht gegeven van de noodhos
pitalen, die werden ingericht.
13