HOOFDSTUK 14
Publiciteit
De drie vormen van publiciteit welke het Nederlandsche Roode
Kruis nodig heeft om de belangstelling van het publiek levend te
houden zijn de pers, de radio en de film. Zonder de belangstelling,
de steun en de financiële medewerking van het publiek kan geen
Rode Kruisvereniging haar taken vervullen. Een goede pers is on
ontbeerlijk voor het Rode Kruis, al kan en mag het om die te krijgen,
niet anders doen dan zijn plicht, in getrouwheid aan zijn beginselen.
Het stemt tot grote dankbaarheid, dat de pers een open oog heeft
gehad voor de moeilijke omstandigheden waaronder het Rode Kruis
meteen aan de slag is gegaan en hiervoor op vele wijzen waardering
geuit heeft.
Van de eerste dag af aan is er aangename samenwerking geweest
tussen de verslaggevers, die om nieuws en om foto's kwamen, de
redacties, die er om opbelden en de afdeling Perszaken. Ook zij wilde
wel eens zekere berichten in de dagbladen opgenomen zien, eensdeels
om de belangstelling voor het Rode Kruis-werk te stimuleren, te
wijzen op belangrijk, niet spectaculair werk, dat van belang was doch
waaraan weinig aandacht werd besteed, anderdeels als zulke mede
delingen van belang waren voor het publiek en voor een vlotte af
werking van een taak, welke het Rode Kruis op zich nam.
Hierbij diende in vele gevallen het Algemeen Nederlands Pers
bureau als intermediair. Van de eerste nacht af, waarin de nachtredac
tie van het A.N.P. de perschef van het Rode Kruis op de hoogte bracht
van de naderende calamiteit, heeft het A.N.P, het Rode Kruis in
het algemeen en de Persdienst in het bijzonder aan zich verplicht.
Het stelde zijn telexdienst ter beschikking van onze directie, wat van
onschatbare waarde is geweest voor alle afdelingen van het Hoofd
bestuur om op de hoogte te zijn, van uur tot uur, van de stand van
zaken op het rampterrein. Het hielp het Rode Kruis bij de doorgeving
aan de bladen van berichten en mededelingen die voor onze directie
van belang waren voor een richtige gang van zaken, ook als het
nieuwselement er wel eens aan ontbrak.
Het stemt zeker tot voldoening dat er in de gehele watersnood
periode in de Nederlandse pers geen klacht is verschenen over ge
brek aan medewerking en voorlichting van Perszaken. De verstand
houding tussen de vele binnen- en buitenlandse verslaggevers en
redacteuren, die in persoon kwamen of opbelden en de staf van Pers-
Zaken was uitnemend en hoewel die staf niet altijd aan alle wensen
tegemoet is kunnen komen omdat het in strijd was met interne richt
lijnen, bleek hiervoor toch altijd voldoende begrip en de „inside
information" welke voor een goede gang van zaken wel eens ge-
167