HOOFDSTUK 13 Enkele financiële aspecten van de hulpverlening De financiering van de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnood heeft het Rode Kruis niet onmiddellijk voor zware problemen gesteld. Dit is in de eerste plaats te danken aan de bijna grenzenloze offervaardigheid der Nederlandse bevolking, welke door giften in natura en geld op zeer ondubbelzinnige wijze uiting gaf aan haar medeleven met de getroffenen. In de tweede plaats dient hier vermeld de prettige samenwerking met het Nationaal Rampenfonds, waar de giften in geld werden gecoördineerd en dat door middel van voorschotten aan het Rode Kruis de geldmiddelen verschafte om de noodzakelijke uitgaven te doen. Hiernaast kwamen belangrijke buitenlandse giften en schenkingen de watersnoodfinanciën versterken. Aanstonds na de ramp bestond er grote onzekerheid en ook enige bezorgdheid over de wijze waarop de hulpverlening, welke ongetwij feld aanzienlijke sommen zou vergen, zou moeten worden gefinan cierd. De mate waarin gegeven en geofferd werd bracht al spoedig het besef, dat de geldkwestie - wij spreken nu uiteraard slechts van de bijstand door het Rode Kruis te bieden in de eerste nood en niet van de materiële gevolgen van de ramp - niet de eerste zorg zou zijn. Het ging er om hulp te geven snel en doeltreffend zonder in de eerste plaats te letten op de kosten. Een grote geruststelling was dus reeds bij de aanvang van de hulp acties door het Rode Kruis, dat, toen bleek dat de gaven in zo over vloedige mate binnenstroomden (Nationaal Rampenfonds), de geld zorgen niet primair zouden zijn. Zeer spoedig, nl. op 10 Februari kreeg het Hoofdbestuur de beschikking over een eerste voorschot van het Nationaal Rampenfonds tot een bedrag van 1 millioen, dat vervolgens met 2-maal 500.000,werd aangevuld op resp. 9 Maart en 7 April, zodat in totaal het Rode Kruis uit de middelen van het Fonds ontving een bedrag van 2 millioen. Volstaan mocht worden met overlegging van een voorlopige zeer summiere afrekening bij aanvrage van een nieuwe termijn, welke practische werkwijze de door-financiering ten zeerste heeft bevorderd. Vanzelfsprekend zal betreffende de besteding van deze credieten t.z.t. een volledige verantwoording afgelegd worden, welke door een daarvoor in aanmerking komende Accountantsdienst zal worden nagezien. In de eerste week na de ramp, toen nog niet zo algemeen bekend was, dat het publiek was uitgenodigd zijn bijdragen uitsluitend te stor- 161

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 172