werd dus een berichtendienst ingesteld bestemd om alle berichten
van de omroep op te vangen en te distribueren over de Hoofdbe
stuursafdelingen, welke er speciaal belang bij hadden. Deze berich
tendienst zou ook contact opnemen en onderhouden met de spoedig
door de Regerings-Voorlichtingsdienst ingestelde radioberichten
dienst voor de rampgebieden, teneinde de daar werkende Rode
Kruis-mensen de nodige aanwijzingen te geven.
Daar de telegraaf- en telefoonverbindingen in het getroffen ge
bied vrijwel geheel verbroken waren, vormde de radio het enige
communicatiemiddel tussen de mensen in nood en de hulpverlening.
Reeds op de eerste dag kwam spontaan een radio-noodnet tot
stand, ingesteld door radio-zend-amateurs, die in het noodgebied
woonden, terwijl in Den Haag (het centrum van de hulpverlening)
2 zendamateurs het centrale punt van dit radionet vormden. Op
deze wijze was het mogelijk, dat een juister inzicht in de omvang van
de ramp kon worden verkregen en zoveel mogelijk hulp aan de ge
teisterde streken kon worden geboden.
Onder welke moeilijke omstandigheden de berichten vaak werden
verzonden moge blijken uit het feit, dat een zendamateur in
Raamsdonkveer zijn berichten op zolder moest verzenden, daar de
benedenverdieping reeds geheel onder water stond. En tussen de
berichten door werkte deze amateur aan een noodvoorziening met
accu's, voor het geval het electriciteitsnet zou uitvallen.
Dank zij de zendamateurs in Zierikzee, Wissekerke, Vlissingen,
Middelburg, Haamstede, Goeree, Ouddorp, Hellevoetsluis en vele
andere plaatsen, werden de hulpverlenende instanties op de hoogte
gebracht van de omvang van de ramp en kon de hulpverlening
worden aangepast aan de behoefte. Het spreekt vanzelf, dat de mili
tairen, de politie en de P.T.T. ogenblikkelijk een uitgebreid verbin-
dingsnet gingen opbouwen, doch het amateurnet bleef nog tot 10 Fe
bruari in tact.
Een vierde communicatiemiddel kwam tot stand, door een over
eenkomst met het Algemeen Nederlands Persbureau, dat zijn telex
berichten in de eerste weken doorgaf aan het Hoofdbestuur, waaraan
de berichtendienst ook weer kon ontlenen wat voor het Hoofdbestuur
en zijn organen van belang was.
In één van de eerste dagen werd overgegaan tot de instelling van
een nieuwe afdeling, het Bureau Watersnood, waarin alle werkzaam
heden, betrekking hebbende op de watersnood (als aanbiedingen van
en aanvragen óm hulp) werden gecoördineerd.
Buiten Den Haag waren het eerst de commandanten van de Rode
Kruis Korps-colonnes actief en voorzover de plaatsen des onheils
konden worden bereikt, hebben zij onmiddellijk het nodige gedaan.
Alle mogelijke werkzaamheden werden verricht in de noodgebieden
Zelve, terwijl daarnaast een groot gedeelte der colonne-leden zich
bezig hield met de ontvangst, legering en voeding der evacué's,
het inrichten van noodziekenhuizen, inzamelen van goederen en
alles wat daaromheen gedaan moest worden. De colonnes in het
2