beschikking gesteld van het Rampenfonds, ter vaststelling van de schade ontstaan tengevolge van de watersnood. Een onderdeel van deze schade vormde de textielschade, welke binnen het raam van het Rampenfonds door het Nederlandsche Roode Kruis met het textielpakket vergoed zou worden. Wanneer iemand textielschade tengevolge van de watersnood had geleden kon hij hiervan aangifte doen bij het Rampschade bureau, waaronder zijn oorspronkelijke woonplaats ressorteerde. Het Rampschadebureau zond daarop een formulier aan betrok kene, waarop ingevuld moest worden over hoeveel stuks van de artikelen, die tot het textielplan behoren, men nog beschikte. Zie Bijlage XXI, pag. 113. Bovendien moest op dit formulier de juiste gezinssamenstelling op het moment van de aangifte en het aantal slaapplaatsen vermeld worden. Ter verificatie van bovengenoemde gegevens werd het aldus in gevulde formulier voorgelegd aan het Gemeentebestuur van de oorspronkelijke woonplaats van de aanvrager. Het Gemeentebestuur voorzag het formulier van zijn fiat of op merkingen, waarna het werd teruggezonden naar het Rampschade bureau. Aan de hand van de aldus verkregen gegevens bepaalde het Ramp schadebureau de inhoud van het uit te reiken textielpakket. Door het Rampschadebureau werd dan aan betrokkene bericht gezonden welke tetxielartikelen men tegemoet kon zien. Zie Bijlage XXII, pag. 115. Tevens werd dit bericht gezonden naar het Neder landsche Roode Kruis, dat via de eigen Vervoersdienst voor de verzending zorg droeg (zie Hoofdstuk: Centrale Vervoersdienst). B. Het huizenplan De bereidheid tot hulpverlening van het buitenland was met het Textielplan niet uitgeput. Vooral uit de Scandinavische landen kwam de vraag, of Prefab-huizen niet een grote uitkomst zouden betekenen voor de terugkerende évacué's. Buiten Nederland, in landen met een klimaat als het onze, althans wat vochtigheid betreft, bestaat een industrie, welke pasklaar ge maakte huizen fabriceert. Dit zijn houten huizen op een bakstenen fundering met een levensduur van 65 jaar, die in geen enkel op zicht voor permanente huizen behoeven onder te doen. Het begrip semi-permanent had in ons land geen onverdeeld goede klank. Bovendien bevatten gemeentelijke bouwverordeningen dikwijls een verbod tot het bouwen van houten huizen. Deze Prefab-huizen, die bovendien het voordeel bezitten in flinke aantallen onmiddellijk leverbaar te zijn, boden echter zo'n mooie oplossing voor het pro bleem van de wederopbouw in de verwoeste streken, dat als vanzelf vele oude (en tot op zekere hoogte in normale omstandigheden te verklaren) bezwaren werden opgelost. Ook de Overheid zag in, dat hier een mogelijkheid lag voor een snelle wederopbouw, die men 104

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 115