er op wijzen, dat Buys van dat oppertoezicht vermeldt: „het oppertoezicht moet worden gezien als het toezicht op het goede toezicht van de provincie". Spreker meent, dat het oppertoezicht ook inderdaad zo wordt uitgeoefend. Het feit, dat het oppertoezicht niet vaak van zich heeft doen spreken, behoeft naar sprekers mening zeker niet toegeschreven te worden aan onvoldoende activiteit van dat oppertoezicht, maar kan ook verklaard worden uit de omstandigheid, dat het toezicht van de provincies zodanig was, dat veelvuldig optreden van het oppertoezicht niet nodig' was! Toen ir Van Uchelen de dijken in Nederland vergeleek met grote stuwdammen, maakte hij naar sprekers mening een gedachtenfout. Ir Van Uchelen heeft gezegd: als de Amerikanen een stuwdam bouwen, maken ze die volkomen safe. Natuurlijk blijft „volkomen safe" een rekbaar be grip. Men moet altijd en overal een zeker risico nemen. Niet voor niets zegt een Griekse spreuk: „alleen het leven zelf is levensgevaarlijk". Maar een zelfde mate van zeker heid als bij de Amerikaanse stuwdammen wordt ook ge- eist, als de Rijkswaterstaat een afsluitdijk in de Zuiderzee bouwt of een afdamming van de Brielse Maas of een ander geheel nieuw werk, dat sterk ingrijpt in de gehele water huishouding van het land of een gebiedsdeel. Bij de dijken, die vanouds Nederland beschermen, ligt de zaak echter geheel anders: daar ontbrak vóór de aanleg van de dijken de zekerheid ten enenmale; daar hebben de belangheb benden onder het motto „wie het water deert, die het water keert" zichzelf zekerheid geschapen, geen absolute zekerheid, maar een zekerheid, die zij op economische overwegingen verantwoord achtten. Men kan zich op het standpunt stellen, dat de kosten aan de dijken verzeke ringspremies zijn voor de gewenste mate van zekerheid. Nu kan men achteraf wel zeggen, dat die zekerheid niet voldoende was en daarom opgevoerd moet worden, maar een „absolute zekerheid" zal men bij het bestaande stelsel niet gemakkelijk krijgen. Men zal een dergelijke eis van bijna absolute zekerheid wel voor ogen kunnen houden, wanneer men overgaat tot het afdammen van de zeegaten in „maagdelijk ter rein" („maagdelijk" water!), waar men de volle vrijheid heeft bij het kiezen van dijksprofiel en dijkshoogte en waar men tot in lengte van jaren alle moeilijkheden, om de dijken op een behoorlijke hoogte te houden, kan voor komen. Spreker wil besluiten, de Directeur-Generaal van de Rijkswaterstaat gerust te stellen met de mededeling, dat in de provincie Zuid-Holland in alle kunstwerken in de hoofdwaterkeringen een dubbele kering sinds jaar en dag vereist is en dat in Zuid-Holland alle sluizen in de hoofd waterkeringen binnen een tijdsverloop van rond 25 jaar moeten worden drooggezet, om ze te kunnen controleren. BIJLAGE BIJ DE OVERDRUK „DE OVERSTROMINGSRAMP 1953" STORM PEILEN 1 FEBR. 1953 EN VERGELIJKING MET DE ZWAARSTE OUDERE STORMVLOEDEN Peilschalen 1825 1894 1906 1916 andere jaren 1953 Hoger dan ooit waar genomen Cadzand 416 394 339 475 59 Breskens 381 415 361 480 65 Vlissingen 367 392 353 455 63 Zuidkraayert 410 370 470 60 Terneuzen 394 427 395 496 69 Hansweert 409 460 410 507 47 Walsoorden 398 460 405 525 65 Bath 439 4S3 440 560 77 Zierikzee 370 371 382 347 432 50 382 359 370 344 450 68 Goesse Sas 407 393 408 360 465 57 Wemeldinge 398 432 380 468 36 Gorishoek 404 434 385 470 36 Tholen 420 440 414 450s) 481 31 Bergen op Zoom 447 424 485 410 517 32 Brouwershaven 375 359 338 334 425 50 Ouddorp 370 340 320 420 50 Bruinisse 379 391 356 450 59 Steenbergse Sas 382 377 380 380 465 83 Dintelsas 349 388G) 455 67 Goedereede 307 340 320 324 405 65 Hellevoetsluis 307 346 335 333 410 64 Middelharnis 342 335 340 417 75 Willemstad 354 362 357 362 366s) 435 69 335 353 337 360 371s) 410 39 Lage Zwaluwe 348 324 353 400 47 Mond der Donge 306 276 285 314 378 64 Capelse Veer 284 318s) 370 52 Drongelense Veer 386s) 374 Heesbeen 340 340 335 464s) 376 Andel Maas 465s) 370 Hedel 384 432 378 574s) 395 Lith (dorp) 775s) 407 Hoek van Holland 328 297 300 385 57 Maassluis 325 296 304 375 50 Vlaardingen 320 300 322 371 49 Rotterdam 291 317 298 331 375 44 Krimpen a/d Lek 273 301 315 335 371 36 Streefkerk 305 315 340 378 38 Schoonhoven 276 307 329 346 347s) 382 35 Jaarsveld 319 357 357 490s) 392 Vreeswijk 329 402 394 579s) 400 Culemborg 349 496 470 693s) 421 296 321 314 334 375 41 Haastrecht 330 378 48 Spijkenisse 306 292 320 367 47 Goidschalxoord 318s) 380 62 Puttershoek 327 317 340 375 35 Dordrecht 328 321 327 343 373 30 Sliedrecht 322 333 348 385 37 Deeneplaat Kop van 't Land 335 322 340 341s) 397 56 320 326 345 401 56 Otterslu.is 319 335 350 400 50 Werkendam (buiten) 354 326 342 352 360s) 398 38 Gorinchem 347 337 357 379 476s) 404 Herwijnen 356 415 424 599s) 421 Zaltbommel 370 509 504 752s) 446 Zuidland 333s) 405 72 Oud Beyerland 329 306 335 388 53 Willemsdorp 's-Gravendeel 330 319 328 348 352s) 405 53 324 316 344 385 41 Alblasserdam 321 321 350 371 21 Scheveningen 353 315 320 397 44 IJmuiden 340 320 291 385 17 Den Helder 247 248 204 175 251s) 325 74 Oude Schild (245) (254) (213) (205) 26 V) 332 71 Vlieland (haven) (284) {287) (256) (221) 316 29 Terschelling (295) (286) (275) (233) 318 23 Nes 330 356 320 320 Schiermonnikoog 406 456 346 325 Den Oever (235) (233) (200) (211) 295*)*) 370 75 Kornwerderzand 322*) 373 51 Harlingen (293) (269) (275) (273) 319*) 366 47 Oostmahorn 316 420 375 318 Nieuwe Zijlen 401 368 426 372 430s) 330 Delfzijl 460 385 451 432 327 Nieuwe Statenzijl 509 427 516 506 54 V) 370 De hoogste en de vóór 1953 als hoogste geldende standen zijn cursief gedrukt; de cijfers tussen haakjes duiden standen aan vóór de afslui ting van de Zuiderzee. T.a.v. open plaatsen in laatste kolom: hier was de stand door ver schillende oorzaken lager. 1877; 2) 1926; 3) 1928; 1936; 5) 1940; 6) 1943; 7) 1944; 8) 1945. Deze tabel werd ons welwillend ter beschikking gesteld door de Rij kswaterstaat. 41

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1953 | | pagina 43