12 te nemen in onze kerk: de leertuchtparagraaf en het selecteren van Vrijzinnigen door de toon aangevende orthodoxie. 2. Het Vrijzinnig principe mag niet verduisterd worden, ook niet terwille van de zeer begeerde eenheid. De „gemeenschappelijke verklaring" heeft zeer bedenkelijke kanten. 3. De Vrijzinnige geloofsovertuiging draagt in zich een beroep op solidariteit. Verzet tegen bovengenoemde selectie is hard nodig. 4. Wat het „Kerkelijk Gesprek" aan zijn doel kan doen beant woorden is: klaarheid en duidelijkheid van weerskanten. 5. De idee van „de kerk als gezin" moet ons blijven bezielen. Wij hebben nodig goodwill enerzijds, beginselvastheid anderzijds. Bij de discussie, waaraan verscheidene afgevaardigden deel namen, pleitte Ds v. Rossum vooral voor kanselruil. Kanselruil biedt meer perspectief dan het kerkelijk gesprek, dat in het algemeen te veel in kleine kring besloten blijft. Bij kanselruil is dit echter anders. Dan is de gehele gemeente bij de ontmoeting der richtingen betrokken. Later heeft Ds v. Rossum in een artikel in „Kerk en Wereld" eveneens een pleidooi voor kanselruil gevoerd. Ook over het verontrustende symptoom van het selecteren van vrijzinnigen door de toon aangevende orthodoxie werd zowel ter vergadering als later ook in „Kerk en Wereld" gediscussieerd. Aan de discussie in „Kerk en Wereld" namen deel Dr J. P. Canne- gieter uit Alphen a/d Rijn en Dr P. Smits terwijl ook Ds J. Boonstra in een artikel „Geselecteerde vrijzinnigheid" zijn visie op deze zaak gaf. Het uitstekende referaat van Ds v. Rossum heeft zodoende zowel ter vergadering als later ook nog in de pers een levendige discussie opgeroepen. De betekenis en de noodzakelijkheid van het kerkelijk gesprek werd ons daarbij duidelijk voor ogen gesteld. Ds C. B. Burger uit Utrecht, de voorzitter van de commissie ter bestudering van het Ontwerp-Dienstboek, sprak over het aanstaand rapport inzake het Ontwerp-Dienstboek. Inmiddels is dit rapport verschenen. Onder het volgende punt wordt hierover uitvoerig gesproken. Het referaat van Ds Burger werd gevolgd door een geanimeerde discussie, waaraan door acht personen werd deelgenomen. Algemeen was men verheugd over het initiatief van het H.B. tot vorming van deze commissie en in het bijzonder over het feit, dat, blijkens de mededelingen van Ds Burger, in dit rapport van een eigen positieve bijdrage sprake is in de vorm van een aantal nieuwe litur gieën, formulieren en gebeden. Tenslotte bood Ds Burger namens de studiecommissie het rapport aan het H.B. aan, waarop de Heer Remmelts de commissie hartelijk dank bracht voor haar waardevolle arbeid.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1952 | | pagina 4