BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
Een strijd tot het bittere
einde.
FEUILLETON
Het geheim opgelost*
in
De Tramwegen
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Esperanto-nieuws.
48ste Jaargang
Dinsdag 14 Februari 1939
Nummer 4414
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1 40
Franco per post
Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
Het zwaar-wegende verlies van Bar
celona en geheel Katalonië is niet in
staat geweest het moreel van de lei
ders der llnksche regeering zoodanig
te schokken, dat zij thans bereid zijn
zich onvoorwaardelijk aan Franco te
onderwerpen. Terwijl Aznna, de pre
sident der republiek, zich te Parijs op
houdt, naar men reden heeft te ver
moeden omdat hij met de regeering
van meening verschilt over het nut van
het voortzetten van den oorlog, heb
ben Negrin en Del Vayo, de minister
-president en de minister van buiten-
landsche zaken, zich weder te Valencia
gevestigd om „de beginselen der na
tionale vrijheid tot het laatste oogen-
blik te verdedigen", aldus de N. R. Crt.
Men' kan den moed van deze twee
mannen, zoowel de trouw aan hun
beginsel als de solidariteit met de le
gers in de nog door Franco belegerde
gebieden bewonderen. Indien hun mo
reel onder den slag, die den linkschen
legers in Katalonië heeft getroffen, was
ingestort en zij hadden gepoogd in
paniek door de vlucht het veege lijf
te redden, zou dat zeer menschelijk
zijn geweest. Zij hebben echter het
hoofd koel gehouden en besloten, hun
stri|dgenooten in Madrid en het gebied
van Valencia niet in den steek laten.
Het is duidelijk, dat Negrin en del Vayo
hun laatsten troef uitspelen tot het
verkrijgen van een vrede, die niet als
een zwaar noodlot op het volk van
Madrid en Valencia komt te rusten
Zij moeten, evenals de buitenwereld,
zelf inzien, dat de burgeroorlog, op
welke wijze ook, slechts kan eindigen
met een militaire, en derhalve ook po
litieke, overwinning van Franco. Mus
solini heeft nog niet doen blijken, dat
hij het verlangen koestert, dat in Spanje
een andere partij wint dan die van
Franco, en Engeland noch Frankrijk
hebben doen blijken, dat zij op het
laatste oogenbllk in dit opzicht Mus
solini zullen dwarsboomen. Negrin heeft
te kennen gegeven, dat hij bereid is
vrede te sluiten op voorwaarde, dat
Franco eerst de buitenlandsche „vrij
willigers" wegzendt, clementie betracht
tegenover de wapendragers en hun
politieke leiders en een plebisciet toe
staat. Franco dringt op onvoorwaarde
lijke capitulatie aan. Negrin plaatst
Franco en Mussolini voor een dilemma:
onderhandelen met Negrin over een
vrede door vergelijk, of doorvechten
ten koste van kostbaar menschenma-
Naar het Engelsch.
19.
Toen liep ze over de vlakte, niet
wetend waarheen ze zou gaan. Ze
kwam door liet dorp, waar ze opge
voed was, maar hier durfde ze geen
onderdak te vragen, men moest er haar
eens herkennen.
Zoo liep ze door naar het huisje,
waar ze nu was en omdat ze wist dat
het afgelegen was, had zij er aange
klopt en er om nachtlogies gevraagd;
sindsdien was ze er gebleven. Mrs.
Turner toch deed geen lastige vragen.
Ze scheen de geschiedenis te geloo-
ven, die haar verteld werd. Waarschijn
lijk was ze veel te blij, dat ze haar
kamer verhuurd had Maar het was
een goede ziel, en, nu mrs Fleming
ziek was, zorgde ze voor haar met
groote bereidwilligheid. Op het oogen
bllk was ze uit, maar ze zou wel gauw
terugkeeren.
Nu heb ik u verteld, al wat ik
weet, ging ze voort, en ik hoop, dat u
teriaal en stroomen gouds en met ver
woesting van het belegerde gebied.
Zijn Franco en Mussolini tot het laatste
bereid? Het hoogste wat Negrin naar
het schijnt kan bedingen, is clementie;
zijn twee andere eischen vallen buiten
het kader van de 'situatie, daar Musso
lini niet bereid is zijn „vrijwilligers"
terug te trekken alvorens Franco's
overwinning „definitief" is en Franco
uiceraard niet toegankelijk is voor het
denkbeeld van een plebisciet.
Het zou te betreuren vallen, indien
partijen de kans tot het stichten van
den vrede thans opnieuw ongebruikt
lieten voorbijgaan en opnieuw nutte
loos bloed zou vloeien en straks zich
wederom de ellende van een uittocht
zou voordoen. De situatie is politiek
en psychologisch nog steeds vrij ge
compliceerd. Franco zit tusschen twee
vuren, tusschen Italië en het Derde
Rijk, en Engeland en Frankrijk. Het
merkwaardihe incident op Minorca
heeft doen zien, hoe prikkelbaar Rome
en Berlijn zijn wegens de bemoeienis
van Engeland met het Spaansche pro
bleem op dit oogenblik. Het was een
meesterlijke zet der Engelsche diplo
matie, op een Engelsch oorlogsschip
een afgezant naar de republikeinsche
bezetting van Minorca te zenden, ten
einde deze tot capitulatie te bewegen
en aldus het eiland in handen te geven
van Franco. De Engelsche hebben er
op deze wijze fijntjes blijk van gegeven,
dat zij geen overdreven geloof hech
ten aan Mussolini's herhaalde, maar
door zijn secondanten telkens weder
gecompromitteerde verzekeringen, dat
de Italianen het Spaansche grondgebied
met pak en zak zullen verlaten, zoodra
Franco de eindoverwinning heelt be
haald. De „Times" haalt met voldoe
ning het woord van Cromwell aan: een
oorlogsschip is de beste ambassadeur.
Engeland heeft door deze militair-di
plomatieke actie Frankrijk een treffend
bewijs gegeven van zijn solidariteit in
het Middellandsche Zeegebied met
Frankrijk, dat thans de zekerheid heeft
dat Minorca niet aan de Italianen in
handen valt als troefkaart voor zijn
territoriale eischen. De Italianen heb
ben de tactloosheid gehad, Minorca
uit de lucht te bombardeeren, terwijl
Franco's vertegenwoordiger bezig was
te onderhandelen, vermoedelijk om de
eer voor zich op te eischen, dat zij de
republikeinsche bezetting gedwongen
hebben zich over te geven en het
Engelsche diplomatieke succes te over
schaduwen. Het is een bewijs te meer,
hoe zeer zij vreezen, dat in dit stadium
het diplomatieke initiatief in handen
van de Britten overgaat.
daarmee tevreden is. Ze zeiden, dat
uw vader niet dood was, maar soms
vraag ik me wel eens af, of ze de
waarheid hebben gesproken.
Mrs. Fleming was totaal uitgeput en
ze leek wel in slaap te zijn gevallen.
Daar Madge hier niet heel zeker van
was, raakte zij even haar hand aan en
zei op zachten toon: Ik ga nu.
Er kwam geen antwoord en eigen
lijk was het jonge meisje daar dank
baar voor. Haar eenig verlangen was
om zoo gauw mogelijk terug te keeren
en tante Anne alles te kunnen vertel
len, wat ze nu weer ondervonden had.
Ze zag nu niet meer op tegen de
lange wandeling, die ze voor zich had,
daar ze immers onder geleide van den
hond was.
Wolf, noodde zij zachtjes, Wolf 1
Onmiddellijk sprong het goede dier
op.
Madge sloot de deur en samen on
dernamen zij den terugtocht.
HOOFDSTUK XI.
Ja, hier ben ik eindelijk, tante
Annel En als u maar half zoo blij bent
als ik, dan ben ik al ruimschoots te
vreden. Maar wat scheelt er aan? Waar
is Madge?
Franco heeft doen zien, hoezeer ook
hij beducht is voor bepaalde conse
quenties van de Duitsch-Italiaansche
inventie, die hij uitsluitend wenscht ten
behoeve van zijn eigen militaire over
winning. Aannemelijk is, dat Rome en
Berlijn den druk op hem versterken,
teneinde het heft in handen te houden.
De politieke beteekenis van de as
Rome—Berlijn houdt daarmede ver
band. Men krijgt niet den indruk, dat
de as den laatsten tijd aan kracht heeft
gewonnen, ook al zijn Hitler en Mus
solini nog zoo trouw aan deze as. De
woede, die thans in de Duitsche en
Italiaansche pers tot uiting komt over
Chamberlains en Roosevelts jongste
verklaringen na haar aanvankelijke ver
bijstering over de volstrekt onver
wachte nieuwe solidariteitsverklaring
van Chamberlain met Frankrijk, kan
daarop wijzen. Het aangekondigde be
zoek van Ciano aan Berlijn zal ver
moedelijk aanleiding geven tot een
onderzoek van de Spaansche kwestie,
ook van de vraag, of een spoedigen
vrede in Spanje het belang van de as
kan dienen Franco zijnerzijds zal zijn
houding laten afhangen van de vraag,
of Engeland en Frankrijk bereid zijn
hem de jure te erkennen. Engeland en
Frankrijk hebben hem zijdelings reeds
de facto erkend door het zenden van
agenten en onderhandelaars, ook door
de Engelsche missie op Minorca. Lon
den en Parijs hebben te kennen gege
ven, dat zoolang Madrid, de hoofdstad,
nog in handen van de linkschen is, zij
hem niet de jure kunnen erkennen.
Zal dir belangrijke punt bij de over
wegingen van Franco den doorslag
geven voor het sluiten van den vrede
met de linkschen op den grond van
een compromis?
De moeilijkheden, welke zich ge-
ruimen tijd voordoen tusschen de twee
in ons landje bestaande tramwegmaat
schappijen, N. V. Stoomtram-Maat
schappij Breskens-Maldeghem, en de
N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-
Maatschappij ten einde een fusie tot
stand te brengen, waarover ruim zas
jaar onderhandelingen worden gevoerd,
zijn thans naar wij vernemen eindelijk
opgelost.
In Maart 1936 stelden Ged. Staten
van Zeeland een commissie van des
kundigen in, maar deze moest in 1937
berichten, dat het haar niet gelukt was
Met blijkbaar ongeduld wachtte
Stephen het antwoord af.
Ja, juist, waar is Madge?Als
ik dat maar wistZe is al heel gauw
na het ontbijt uitgegazn voor een lange
wandeling en had beloofd, dat ze om
half twee thuis zou zijn. Ik had de
lunch expres een half uur later gesteld,
dat zij zich niet zou behoeven re haas
ten. Maar nu is zij nog niet thuis. Wat
kan haar overkomen zijn?
Had zij den hond bij zich?
Ja natuurlijk. Die twee gaan altijd
samen. O, wil je wel gelooven, dat ik
zoo overstuur hen, dat ik aan den lunch
eenvoudig niets eten kon?
Dat is heel dwaas. Dan zal ik
onmiddellijk bellen, dat ze u thee
brengen met iets er bij.
Toen tante Anne werktuigelijk een
kop thee met een bote: ham had ge
bruikt, vroeg Stephen weer:
Dus we verkeeren totaal in het
duister? U weet ook niet, welken kant
zij opgegaan is?
Neen. En het is heelemaal niet
iets voor Madge, om je zoo in onrust
te laten zitten als zij er iets aan doen
kan Er moet haar dus iets overkomen
zijn.
Hij was zoo kalm en gewoon, dat
zij er zich haast aan ergerde.
de partijen tot overeenstemming te
brengen. Zij besloot dan ook de on
derhandelingen op korten termijn te
beëindigen. Naar aanleiding hiervan
gaf de Minister van Waterstaat Ged.
Staten in overweging de commissie
uit te breiden met twee deskundigen
op tramgebied, die geacht konden
worden volkomen neutraal tegenover
beide partijen te staan, waarna demi-
nister de tramwegondernemingen zou
uitnoodigen zich aan de eenstemmige
uitspraak dier commissie te onderwer
pen Tot de commissie traden toe de
heeren G P. J. Caspersz, directeur van
tramwegmaatschappijen in Indië, te
s' Gravenhage, en jhr. ir. J. Roëll di
recteur van de Westlandsche stoom
tram-maatschappij te Loosduinen.
De tramweg-maatschappij Breskens-
Maldeghem verklaarde zich bereid met
een uitspraak der commissie genoegen
te nemen, maar de Z. V. T, M. deelde
mede, dat zij zelf een commissie van
deskundigen aan het werk had gezet
met tot taak haar een plan voor te
leggen, strekkende tot samenvoeging
van de twee bedrijven op zoodanige
grondslagen, dat de belangen van de
deelnemende vennootschappen alsme
de het algemeen verkeersbelang, zoo
veel mogelijk werden gediend.
Deze commissie, onder voorzitter
schap van jhr. ir. O. C. A. van Lidth
de Jeude, adviseerde de door de com
missie uit de staten voorgestane fusie
tusschen de tramwegmaatschappijen te
laten rusten en ontwierp een voorstel,
dat neerkwam op de overneming van
de tramweg-maatschappij Breskens-
Maldeghem door de N. V. Zeeuwsch-
Vlaamsche cramwegmaatschappij,
In het afgeloopen jaar zijn tusschen
de commissarissen der twee instellin
gen meermalen onderhandelingen ge
voerd, maar tot een resultaat leidden
zij niet.
De twee punten, waarover men het
niet eens kon worden, waren de eisch,
van de commissarissen van de tram
Breskens-Maldeghem, dat de directeur
hunner maatschappij de leiding van de
vergroote Z V. T. M. in handen zou
krijgen en hun opvatting, dat het on
langs door de tram Breskens-Maldeg
hem van een Belgische staat ontvan
gen bedrag ad f 30.000 (schadever
goeding voor de tijdens den oorlog
in België vernielde tramlijn) den aan
deelhouders der betrokken maatschappij
ten goede moest komen.
Thans zou Breskens-Maldeghem de
directie-eisch hebben laten vallen en
de Z.V.T.M. heeft zich vereenigd met
het denkbeeld, dat de f 30.000 worden
gebruikt om de aandeelen van de tram
Het Is onaangenaam, daar gaat
niets van af. Maar we zullen haar
vinden, dus blijf maar kalm.
Haar vinden? Hoe dan Stephen?
Hij gaf geen antwoord, maar knoopte
zijn jas dicht, en was dus van plan
weer uit te gaan.
Tante Anne volgde hem naar de
voordeur. Samen stonden ze toen een
oogenblik in de duisternis te turen en
zagen niet veel anders dan dat het was
begonnen te sneeuwen.
Opeens werd de stilte verbroken
door een luid geblaf.
Dat is Wolf, zei dr. Harcourt.
O, Stephen, hij zou niet terug
komen, als
Wie weet nu ook, of hij alleen
teruggekomen is? Ik zal eens gaan
kijken.
O, jongen, ik ben zoo bang.
Kom tante, wees flink. Ik ben
zoo gauw mogelijk terug.
Tante Anne bleef staan zooals hij
weggegaan was, en sloeg in het geheel
geen acht op de koude. Alweer hoor
de ze Wolf blaffen en toen kwam het
dier aangestoven, zijn pels overdekt
met sneeuw.
Wolf, Wolf, kon je toch maar
spreken.
Hoe dikwijls hadden ze dit al ge-
Breskens-Maldeghem inplaats van op
5 pCt., op 10 pCt. te stellen.
Verwacht wordt, dat de overneming
van de tram Breskens-Maldeghem thans
vrij spoedig haar beslag zal krijgen, en
dat Zeeuwsch-Vlaanderen in den loop
van dit jaar nog zal beschikken over
één groote tramwegmaatschappij, de
Z.V.T.M., waarin dan ondergebracht
zullen zijn de in 1925 aangekochte
IJzendijksche Stoomtram-maatschappij,
de stoomtram Hulst-Walsoorden, en de
langst zelfstandig gebleven maatschappij
Breskens-Maldeghem.
Nagenoeg het geheele vervoer in
Oostelijk en Westelijk Zeeuwsch-Vl.
zal dan aan de Z.V.T.M. komen, die
daardoor verzekerd wordt van een re
delijk financieel bestaan. De laatste
jaren was zulks niet meer het geval.
Zoowel de Z.V.T M. als Breskens-
Maldeghem, wier autobussen elkaar
felle concurrentie aandeden, leden ver
liezen. De Z.V T M. b.v., eertijds een
bloeiend bedrijf, zag haar ontvangsten
tusschen 1930 en 1937 terugloopen
van f 524.000 per jaar tot f 190.000.
Vermoedelijk zal na de opheffing
van de tram Breskens-Maldeghem als
zelfstandig lichaam, de A.T.O., die nu
het vrachtgoed over de Schelde brengt,
en over Zeeuwsch-Vlaanderen distri
bueert. deze zaak overdragen aan de
Z.V.T.M., waardoor de Provinciale
Stoombootdienst op de Wester Schelde
weer zal worden ingeschakeld in het
vervoer.
Dat ook het personenvervoer in
Zeeuwsch-Vlaanderen door de overne
ming van de tram Breskens-Maldeghem
gediend zal zijn, laat zich verstaan.
De verbindingen tusschen Oostelijk
en Westelijk deel. die thans, omdat
zij door twee elkaar bestrijdende maat
schappijen worden verzorgd, nogal te
wenschen over laten, zullen dan op
nieuwe leest worden geschoeid.
Op verschillende overwegingen kan
de dezer dagen tusschen de twee
tramwegmaatschappijen in Zeeuwsch-
Vlaanderen geslagen brug, een zeer
belangrijke worden genoemd.
Briefkaarten met Esperanto-tekst.
Door het postbedrijf in ons land
wordt een nieuwe serie geïllustreerde
briefkaarten met een zegelafdruk van
7t/s cent verkrijgbaar gesteld.
Deze serie omvat 24 briefkaarten met
fotografische afbeeldingen van verschil
lende Hollandsche molens.
De omschrijving van de afbeelding
wenscht, van 't oogenblik af, dat het
dier voor het eerst ten tooneele ver
schenen was.
Waar is ze dan hondje? Toe, zeg
dat nu eens!
Maar Wolf was reeds naar de keu
ken,
Heeft mijn hondje zoo'n honger?
Ik zal zorgen, dat |e wat krijgt, hoor.
Tante Anne was blij, dat ze althans
iets te doen had, wat haar den tijd
van het wachten niet zoo lang zou doen
vallen.
Ze stond nu aan het venster en
luisterdeDaar hoorde ze ineens
voetstappen naderbij komen.
In een ommezien was ze weer bij
de voordeur en haar hart sprong op
van vreugde, toen Stephen haar toe
riep:
Alles is in orde, tante Annel Madge
is hierl
Ja, Madge was er dan ook. Hij on
dersteunde haar, want ze scheen nau
welijks in staat, om te loopen. Och,
wat zag ze er bleek en moe uit!
Hoe verschillend van het levendige,
opgewekte kind van nu acht uur ge-
ledenl Maar ze was er en dit was de
hoofdzaak.
IWordt vervolgd).