BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L
50895
Uitgave E. B00M-BL1EK - Breskens
Nieuwe hoop.
FEUILLETON
Hst gshsim opgdost.
48ste Jaargang
Vrijdag 3 Februari 1939
Nummer 4411
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden M .25 Buiten Breskens per drie maanden 1 40
Franco per post
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer fO,15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abon nemen ts-ad verten ties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
Onder deze verblijdende titel schrijft
hec Alg. Hbld., dat Hitiers jongste
Rijksdagrede in breeden kring in de
hoop verlevendigd, dat de vrede in de
naaste toekomst nieuwe, vaste pijleis
krijgt. Chamberlain bijvoorbeeld heeft
in het Lagerhuis verklaard: „Ik heb den
zeer stelllgen indruk gekregen, dat dit
niet de rede is van een man, die toe
bereidselen treft om Europa in een
nieuwe crisis te storten." Hitler kan
zich door dit testimonium gevleid voe
len. Chamberlain zoekt bij voorbaat
naar de opbouwende elementen in de
uitlatingen en handelingen van de lei
ders der twee groote autoritaire staten.
Hij is bereid tegenstrijdigheden tusschen
hun vroegere verklaringen en hande-
ingen, als behoorende tot de geschie
denis, te vergeten en vertrouwen te
stellen injiieuwe betuigingen van trouw
aan den vrede. Hij ziet in het geven
van vertrouwen een politiek-zuiverend
en -opvoedkundig element. Niet slechts
ten aanzien van Hitier; ook ten aanzien
van Mussolini. Hij heeft zijn opponen
ten, die eraan twijfelen of Mussolini
ten aanzien van Spanje zijn woord zal
houden, terechtgewezen met de opmer
king: „de slechtste wijze om te berei
ken dat een man, die zijn woord ge
geven heeft, het zal houden, is hem te
zeggen, dat men hem niet gelooft."
Hij heeft hieraan toegevoegd, dat hij
bij zijn jongste bezoek aan Rome van
Mussolini en graaf Ciano de uitdruk
kelijke verzekering had ontvangen, dat
Italië niets van Spanje had te eischen.
Een soortgelijke verzekering had hij
trouwens van Hitier ontvangen.
De nog voortdurende Spaansche
burgeroorlog staat nochtans als een
obstakel tusschen Frankrijk en Italië.
Chamberlain heeft verklaard, dat zoo
lang de oorlog niet geëindigd is, het
niet waarschijnlijk is, dat onderhande
lingen tusschen de twee landen nut
zullen hebben. Het gaat blijkbaar uit
van de veronderstelling, dat als Mus
solini slechts zijn goede trouw bewijst
door zijn belofte tot volkomen ontrui
ming van het Spaansche grondgebied
ook na te komen, Parijs bereid is tot
het voeren van onderhandelingen met
Rome over de wederzijdsche positie in
het Middellandsche Zeebekken. Zooals
ook Londen daartoe bereid is gebleken.
Zal Parijs echter bereid blijken? Zal
vooraf ook moeten blijken, dat Italië
en het Derde Rijk geen verkapt bond
genootschap met het Spanje van Franco
tegen Frankrijk in den zin hebben?
Men heeft sedert de laatste dagen het
Naar het Engelsch.
16.
Maar beste Jack, wees toch eens
wat duidelijkerl Zoo begrijp ik er
h elemaal niets van.
En wees jij nu ook niet zoo
ongeduldig. Ik ging juist beginnen
mijn vrouw liep den tuin eens rond,
net zooals jij daareven en zoo kwam
ze ook bij het groene deurtje. In
plaats dat dit gesloten was, zooals dit
behoorde, stond het open. Het was
al donker, weet je eh Nell stootte
met den voet ergens tegen aan Ze
gaf een gil en toen kwam de keuken
meid aanloopen, gevolgd door den
koetsier met de stallantaarn. En wat
denk je dat ze daar zagen? Een
man, die half in, half uit die groene
deur lag. Hij was geheel gekleed, be
halve dat hij geen hoed op had. Hij
had een wond aan het hoofd, waar
schijnlijk door dien val en was be
wusteloos. Een dergelijke ontdekking
z«u menig ander totaal in de war
geloof te Parijs in de goede bedoelin
gen van Rome en Berlijn in dit opzicht
niet bepaald versterkt; zoowel in de
Iraliaansche als in de Duitsche pers
kwam de gedachte tot uiting, dat
Frankrijk moest worden beschouwd als
het moderne Carthago. Cato placht in
den Roraeinschen Senaat aan het eind
van elke rede uit te roepen: Carthago
moet verwoest worden; en het werd
verwoest. Men heeft ook het vertrou
wen en de toeschietelijkheid van Parijs
niet bevorderd door de verklaring in
de Italiaansche en Duitsche peis, dat
Italië in Spanje niet heeft geïnterveni
eerd tot het vernietigen van de bols
jewisten, maar om Frankrijk in tijd van
oorlog den weg te ve» sperren naar zijn
Afrikaansche koloniën. Het Spaansche
probleem krijgt daardoor tegen het eind
van den oorlog een scherper accent
en het vertrouwen, dat Chamberlain
zoo consequent bevordert, blijft op
moeilijkheden stuiten. Aan het einde
der markt zal men straks de koopers
leeren kennen.
Chamberlain heeft in zijn Lagerhuis-
rede gezegd: wij wenschen niet slechts
woorden, die op hec verlangen naar
vrede wijzen, maar, voordat wij een
definitieve regeling kunnen aangaan,
wenschen wij een concreet bewijs te
zien van de bereidheid tot het aangaan
van overeenkomsten, zoo niet tot ont
wapening, in ieder geval tot beperking
van bewapeningen. Hier heeft men hec
oude probleem, dat sedert 1919 al zoo
vaak een punt van internationale be
spreking heeft uitgemaakt. Bonnet, de
Fransche minister van buitenlandsche
zaken, heeft in zijn Kamerrede de vo
rige week eveneens aangedrongen op
een ontwapeningsconferentie. Cham
berlain ziet het probleem van den
Europeeschen vrede niet als een détail-
kwestie, maar in zijn totaliteit. Hij is
bereid de Duitsche aanspraak op terug
gaaf van koloniën in allen ernst in be
handeling te nemen, doch vastgekop
peld aan een behoorlijke regeling van
het vraagstuk der ontwapening Het is
rationeel, dat als Engeland zijnerzijds
bereid blijkt, tot de laatste clausule
van het verdrag van Versailles van
1919, die voor her Derde Rijk sma
delijk is, ongedaan te maken, het zelf
een goeden waarborg verkrijgt, dat de
vrede op vaste, deugdelijke grondsla
gen wordt geplant en de kwetsbare
verbindingen tusschen de onderschei
dene deelen van het groote Britsche
Rijk niet het voorwerp blijven van af
gunst blijven en gevrijwaard blijven
voor het gevaar van aanval. Hetzelfde
geldt voor Frankrijk, dat kwetsbare
gebracht hebben, maar Jennings zegt,
dat Nell geen enkelen keer haar zelf-
beheersching verloor. Ze zond hem
naar den dokter, een ander naar de
politie en tegen dac ik thuis kwam,
was de ongelukkige al naar het zie
kenhuis vervoerd en legde Nell dui
delijk verslag af aan de politie, van
wat er gebeurd was Neen, waar
lijk, ze is een wonder, dac wijfje van
mijl Je sprak daar van „zenuw
achtig?'' Ze is geen klap zenuw
achtiger dan ik, hoor!
Sla toch niet zoo door, kerell
Je vrouw bezit een groote dosis zelf-
beheersching, dat is het. Maar dit be
duidt nog niet, dac haar zenuwen
sterk zijn. Het is alleen een bewijs
van een sterk karakter. Spreekt ze er
nog wel eens van?
Nooit! zei Derriman met een
gezicht, of hij een heele zegepraal
had behaald. Van den beginne af heb
ik dit den kop ingedrukt, want dit
zou haar maar ziek maken
Zoo? Nu, dat is toch anders
heelemaal niet goed gezien. Ze zou
het geval veel gauwer kunnen ver
zetten, als ze er weer eens over
spreken kon. Hoe is het verder met
dien man gegaan?
Hoe zou ik dat nu kunnen we
overzeesche verbindingen heeft en thans
door Italië wordt bedreigd. Op den
grondslag van een algemeene regeling,
waarbij Duicschland zijn Lebenstraum
blijkbaar hoofdzakelijk moet zoeken in
Oost-Europa en Engeland, Frankrijken
Italië als bevriende hoofdfiguren optre
den in het Middellandsche Zeebekken
zou het Derde Rijk in de gelegenheid
gesteld kunnen worden, zijn koloniën
in een of anderen vorm terug te win
nen Bovendien zou het toegang kun
nen verkrijgen tot de Engelsche kolo
niale grondstoffenbronnen, gelijk het
meer dan eens is aangeboden, en zou
het in Engeland wellicht ook steun
kunnen vinden tot verruiming van zijn
handelsgebied.
De vraag is. of Hitier thans een
dergelijk accoord wenscht. Of ook
Mussolini een dergelijk accoord wenscht
Hitier heeft zich in den Rijksdag uit
gesproken ten gunste van hec beginsel
van ontwapening. Ook Mussolini heeft
de quaescie der ontwapening te berde
gebracht. Het is slechts de vraag, in
welken vorm zij zich deze ontwapening
voorstellen De quaestie van het pres
tige is in het spel: qualifatieve en
kwantitatieve ontwapening, afweging
van bewapening in de lucht tegen be
wapening ter zee,- verdeeling van de
macht voor op zijn specifieke gebied.
Ook is in het geding: de economische
kracht en het financieele vermogen der
groote mogendheden tot het handha
ven van de rivaliteit op het gebied
der bewapening. Het is de vraag, of
Duicschland bij het handhaven zijner
kostbare autarkie, en de uitmergeling
van het volksvermogen ten gerieve van
de bewapening, niet in een noodpositie
geraakt, waarin het aan het eind van
zijn Latijn komt. Hitlers jongste Rijks
dagrede wees in deze richting: Duitsch-
land kwam voor de keuze van uitbrei
ding van handelsgebied of explosie.
Het probleem van een algemeen ac
coord, dat den vrede op een stevige
basis zet, wordt een dringend probleem.
De toenemende rivaliteit op het ge
bied der bewapening eischt zijn op
lossing, teneinde een uitbarsting te
voorkomen. Men krijgt den indruk, dat
het inzicht daaromtrent rijpt, dat
Chamberlain poogt de spanningen te
doen luwen door tegemoetkoming, dat
de dictators voor deze tegemoetkoming
gevoelig zijn in den economischen en
financieelen nood, waarin hun landen
zich bevinden. Het Spaansche probleem
is voorloopig echter nog een duistere
factor wegens de onzekerheid van de
toekomstige verhouding tusschen Italië
en Frankrijk in het Middellandsche
Zeebekken.
ten? Ik denk wel, dat hij het goed
maakt. Ze zullen hem in het zieken
huis wel gauw hebben bijgekregen.
Ik kan niet 2eggen, dat ik zooveel
sympathie voor hem voel, want ik ge
loof niet dat hij veel goeds in den
zin had mee dat hier binnen loeren,
ofschoon 't wel niet meer dan een
bedelpartij kan zijn geweest. Wat zou
ik mij nu verder om hem bekomme
ren? Ik heb genoeg ce stellen met
mijn arme Nell. Maar jij ziet er nu
ook vreeselijk moe uit kerel! Zullen
we maar opbreken?
Dat zal wel het beste zijn. Voor
zoover ik nu den indruk heb, behoef
je je nu niet ongerust ce maken over
Nelly. Ik zal morgen wel eens met
haar spreken, maar nu kan ik je een
goeden raad geven. Ga een tijd met
haar weg uit Barnham en laat haar
vrijuit spreken, over welk onderwerp
zij dan ook begint
Zeker, dat zal ik doen.
Ofschoon Stephen Harcourt ook
waarlijk heel moe was, duurde het
toch nog geruimen tijd, eer hij den
slaap kon vatten.
HOOFDSTUK X.
Pas op haar, Wolf, terwijl ik
weg ben, had Stephen tot het dier
De taak van „Nederlandsch
Fabrikaat" bij de versterking
van de Nationale Saam-
hoorigheid.
De Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat" schrijft ons, dat in het Fe-
bruari-nummer van haar maandblad
het volgende artikel van de hand van
haar Voorzitter, den Heer Dr. Ir. M. H.
Damme, zal worden opgenomen:
De woorden, uitgesproken door H.M.
de Koningin in Haar rede tot het
Nederlandsche volk, deden ons des te
meer bewust worden, welk een ge
weldige taak een Vereeniging als de
onze heeft. Is niet het doel, dat wij
ons gesteld hebben: bevordering van
het saamhoorigheidsgevoel in het Ne
derlandsche volk? Er is voor ons een
beperking. Wij streven naar bevorde
ring van liet saamhoorigheidsgevoel in
het bijzonder op het gebied van het
economisch leven. Maar dit is, naar
het ons voorkomt, een aspect, dat
niet het minst belangrijke is.
De Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat" ontstond in 1915, in een tijd
toen de nood, evenals thans, hoog
gestegen was.
Zij stelde zich tot taak, en het is
gebleken een ontzaglijk moeilijke op
gave te zijn, om het Nederlandsche
volk op te voeden in de richting van
gtooter vertrouwer in zich zelf en in
de richting van grooter gemeenschaps
gevoel. Zij streeft naar een toestand,
waarin de Nederlandsche burger uit
onze Nederlandsche volksgemeenschap
alles betrekt, wat deze gemeenschap
hem tegen in economisch opzicht ver
antwoorden prijs kan bieden. Zij" wil
bestrijden alles wat het vertrouwen in
de prestaties en de voortbrengselen
van onze medeburgers ondermijnt.
Typeerend hiervoor is de slagzin:
„Koopt toch uit den vreemde niet,
Wat het eigen land U biedt".
Deze taak is zoo moeilijk om ver
schillende redenen. Een van die rede
nen ligt in het feit, dat wij Neder
landers nu eenmaal vau nature ge
neigd zijn groote, ja overgroote, waar
deering te hebben voor alles, wat uit
den vreemde komt. Als onvermijdelijke
keerzijde hiervan openbaart zich een
tekort aan vertrouwen in het eigene.
Een tweede moeilijkheid is, dat onze
boodschap zich tot zoo vele groepen
dient te richten, groepen, die alle op
hun eigen wijze toegesproken dienen
te worden. Het zijn niet alleen de uit
eindelijke verbruikers In al hun scha
keeringen, die wij r illen bereiken. Ook
de uiterste belangrijke distribuant, in
het bijzonder het winkelbedrijf met zijn
geweldigen invloed op den verbruiker,
dient zijn onontbeerlijke medewerking
te" geven. Ook de industrie en de
overheid. Al deze groepen roepen wij
toe:
„Voorzie in' Uw behoeften toch zoo
veel als maar eenigszins mogelijk en
economisch verantwoord is, met pro
ducten van Nederlandschen arbeid.
Toont daardoor Uw nationalen zin;
toont daardoor, dat Gij U één voelt
met Uw Nederlandsche medeburgers,
met den Nederlandschen arbeider, den
Nederlandschen industrieel, den Neder
landschen landbouwer. Het zal trou
wens uiteindelijk ook U zelf weer ten
goede komen."
De Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat" wil naar haar vermogen me
dewetken om de handen tusschen de
verschillende groepen onzer bevolking
te versterken. De banden tusschen den
Nederlandschen consument en het be
drijfsleven. de banden tusschen distri
buant en producent. Op die wijze werkt
zij mede aan de bevordering van de
eenheid van ons volk, een eenheid,
die in deze tijden, gezien wat er ook
op economisch gebied om ons heen
geschiedt, meer dan ooit noodzakelijk
is.
De oproep van H.M. de Koningin
zal dan ook zeker niet te vergeefs tot
ons zijn gericht. Zij zal ons een krach-
tigen prikkel zijn, om met alle energie,
die in ons is, voort te werken aan het
ons gestelde doel. Op deze wijze ho
pen wij, met de middelen, die ons ten
dienste.staan, opjons terrein een bij-
PREST0 ZEEPPOEDER SLECHTS 5ct. PER PAK
gezegd, eer hij ging.
Het lijkt wel, of de hond het
verstaan heeft, zei tante Anne later
tot Madge, want, geloof me, degene,
die de hand naar je zou durven uit
steken, zou het niet goed vergaan.
Op dit oogenblik was Madge zich
juist aan het kleeden voor de wande
ling van -4 mijlen, die de dokter haar
had voorgeschreven en Wolf stond
haar vragend aan te kijken, of hij
bang was, dat „het vrouwtje" hem
soms zou achterlaten.
Ga maar mee hoorlJe mag
wel, luidde de invitatie. En dit was
niet tegen een doove gezegd.
Om 1 uur eten?Ik zal zor
gen, dat ik present ben, tantetje.
Weet je wat, we zullen zeggen
half twee, dan heb je nog wat langer
den tijd. Maar je niet overver-
moeien hoor kindje, want dan zou ik
het met mijn neef aan den stok krijgen-
Terwijl tante Anne Madge nakeek,
kon ze zich haast niet begrijpen, dat
dit nu hetzelfde meisje was, dat ze
zoo lang had verpleegd, de patiënt,
die haar neef zooveel zorg had ge
baard.
Dezen keer nam ze een anderen
weg- Ze was niet ver meer van het
dorpje, dat ze nog nooit had bezocht.
toen ze even stilhield, om op adem
te komen.
En hier was het, dat de hond zoo
vreemd ging doen. Hij was met haar
blijven staan, maar spitste de ooren
en snuffelde in de lucht, blijkbaar in
de grootste spanning.
Wat is het, ouwe jongen? zei ze,
hem over den kop streelend.
Maar het leek wel, of de hond
lang niet zoo gevoelig was voor lief-
koozing als anders. Hij snuffelde weer
op den giond en als een pijl
uit den boog schoot hij toen van
haar weg, recht op het dorp aan.
Onwillekeurig volgde ze hem, ook
al even opgewonden. De hond deed
net als op' dien avond, toen mrs. Fle
ming door de ruit had gekeken, in
het huis bij de Harcourts. Ze meende
nu nog, dat bij die gelegenheid Wolf
zijn meesteres op het spoor had
trachten te komen en daarin mis
schien ook geslaagd was. En zou hij
dan nu dit onderzoek herhalen?
Onmiddellijk voelde zij de hoop in
het hart herleven, dat zij zóó, op die
manier, haar vader zou weerzien.
(Wordt vervolgd).