BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L Postgiro 50895
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
3®weexv\e ^resVetv^
FEUILLETON
Een glimp van Canada.
48ste Jaargang
Dinsdag 6 December 1938
Nummer 4395
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden 1.40
Franco per post
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med- 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling)
0P5 Zij, die zich met ingang van
1 Januari 1939 als abonné van de
Breskensche Courant opgeven, ont
vangen de nummers van heden tot 1
Januari gratis.
Art. 10 bis Motor- en Rijwielwet.
Burgemeester en Wethouders van
Breskens maken bekend dat de Bou
levard, in verband met het uitvoeren
van bestratingswerken, vanaf 7 Decem
ber 1938 tot nadere aankondiging voor
het verkeer met motorrijtuigen, rij- en
voertuigen zal zijn afgesloten.
Breskens, 2 December 1938
De leerlingenschaal.
i. -
(n.s.) Wat is dat toch met die leer
lingenschaal?
Telkens duiken er in de dagbladen
berichten op over de leerlingenschaal.
Wat wordt daarmee nu eigenlijk be
doeld?
Het is iets, wat de scholen aangaat.
Iedere school krijgt een aantal onder-
wijzers(essen) betaald door het Rijk
volgens het aantal leerlingen, dat er
op die school is. Er is b.v. gezegd,
als er op een school maar 40 leer
lingen zijn, dan betaalt het Rijk maar
1 onderwijzer (het hoofd). Zijn er
tussen de 40 en 80 leerlingen, dan
betaalt het Rijk 2 leerkrachten. Zijn er
scholen met een aantal leerlingen tus
sen de 80 en 130 dan betaalt het Rijk
3 leerkrachten in totaal en zo gaat dat
verder volgens in de wet vastgelegde
getallen En die getallen noemen we
de schaal, de leerlingenschaal.
Volledigheidshalve volgt hier een
overzicht tot en met een school voor
7 leerkrachten van de thans geldende
leerlingenschaal:
van 8 t/m 40 leerlingen 1 onderwijzer
van 41 t/m 80 leerlingen 2 leerkr.
van 81 t/m 130 3
van 131 t/m 185 4
van 186 t/m 235 5
van 236 t/m 285 6
van 286 t/m 335 7
37.
(Nadruk verboden).
„Die zich niet eens opdeed, toen
we zelf in Amerika waren".
„Wat is ten slotte de mensch zon
der fantasie?"
„Je doet me denken aan het ouwe
Braetje, die plagt te zeggen: Ge zijt
een dappere mensch, want ge hebt
nog hope".
„En sympathie voor oom' klonk het
al weer plagerig.
„Ik neem den kerel hoe langer hoe
meer kwalijk, dat hij nog niet gebo
ren is".
„Als hij zich niet haast, zijn zijn
liefhebbende neven en nichten van dit
ondermaansche reeds weer verdwenen
en dan zit hij daar met al zijn duiten".
Een langzaam rijdende taxi met een
Iedere lagere school heeft normaal
7 leerjaren van de eerste tot en met
de zevende klas. Heel gewoon zou
zijn, dat een gemiddelde van het
totale aantal leerlingen per onderwijzer
kwam. Tenminste, dat zou zo een
buitenstaander kunnen denken. Maar
dat is niet zo, omdat zulks eenvoudig
niet gaat.
Neem een school van 280 leerlingen.
Dat is al een „grote" school. Die
krijgt 6 leerkrachten. Vooraf wordt
hier opgemerkt, dat één onderwijzer
dan toch 2 klassen zal hebben, of
meerdere onderwijzers ieder bij hun
eigen klas nog een stuk van een an
dere klas. Immers er zijn 7 leerjaren.
Men voelt de moeilijkheden al daarbij.
Doch daarover zal hier niet al te
zeer worden geschreven.
Die 6 leerkrachten met totaal 280
leerlingen hebben „gemiddeld" 46
leerlingen. Pas op, want dat gemid
delde is heel mooi, maar spot met de
practijk.
Het is zo goed als zeker, dat niet
iedere klas precies of bijna precies
hetzelfde aantal kinderen heeft. Wel
nu, dan volgt daaruit, dat er een
ongelijke verdeling moet plaats heb
ben, dat de klassebezetting verschillend
is. En nu is het geen zeldzaamheid,
dat er aan een school als boven van
280 leerlingen een toestand is als b.v.:
Ie leerjaar 58 leerlingen
2e 52
3e 41
4e 38
5e 40
6e 31
7e 20
Waar er slechts 6 leerkrachten be
schikbaar zijn en er 7 klassen zijn,
vragen we maar aanstonds: Waar zul
len we de leerlingen van het 7e leer
jaar onderbrengen?
Bij het 6e leerjaar. Dus dan 51 sa
men voor één onderwijzer. Of anders
dat 7e leerjaar maar in twee gedeelten
nemen en ieder stuk bij een ander
leerjaar voegen.
Dat brengt grote moeilijkheden.
Dan komen er overbelaste klassen.
Nu is ons voorbeeld nog een mooi
voorbeeld. In de practijk zijn er veel
ingewikkelder combinaties en komen
veel groter moeilijkheden voor.
Waar komt dan al dat lastige van
daan?
De oorzaak is, dat er feitelijk te
weinig leerkrachten aan die school
zijn en dat komt dan weer door de
getallen van de leerlingenschaal. Iedere
school lijdt onder de te grote getallen
van de tegenwoordige leerlingenschaal.
Volgende maal over de nadelen
daarvan.
0
speurend snoet er in maakte een einde
aan onze zotternij. We wenkten.
„Bedford Place. Maar eerst; we heb
ben een verschroeienden dorst, weet
je in deze verlaten woestijn ook een
nette gelegenheid om ons te verfris-
schen, toegankelijk dus ook voor
dames?"
De ouwe snorder dacht even na
om dan plotseling uit te schieten:
„What is the time?"
„Zeven minuten voor elf".
„Quick, quick 1"
Indien hij gedurfd had, zou hij ons
in den wagen geduwd hebben. En
voort vloge.j we door het stille Lon
den met zijn gesloten luiken, zijn
bijna verlaten sttaten waar een matig
aantal straatlantaarns moeizaam zijn
strijd uitvocht met de duisternis.
Voor een paar waarlijk verlichte
vensters die ons beduidden, dat er nog
zoo iets bestond als een oase in deze
puriteinsche verlatenheid hielden wij
stil. Wat zouden wij daarbinnen
vinden: samenzweerders, avonturiers,
gangsters
Raadsvergadering
te Breskens.
In de Vrijdagavond gehouden raads
vergadering onder voorzitterschap van
Burgemeester Drost, waren alle leden
aanwezig.
De notulen der vergadering van 7
October werden onveranderd vastge
steld.
Van Ged. Staten was goedkeurig
verkregen op eenige wijzigingen der
begrooting 1938.
Naar aanleiding van een door den
heer Brand geuite wensch om de
mogelijkheid te onderzoeken van ver
mindering der mijnrechten, van 4 tot
3 pCt., hetwelk voor de visschers een
aanmerkelijk voordeel zou beteekenen,
is door B. en W. een onderzoek in
gesteld. Zij zijn tot de conclusie ge
komen, dat zelfs een algeheele afschaf
fing dier rechten, hetgeen een gevaar
lijk precedent zou zijn, en dan ook
zeker niet de goedkeuring van de
daarvoor aangewezen instanties zou er
langen, den visschers geen noemens
waardig voordeel kan brengen.
Verlaging dier rechten met 1 pCt.
zou voor de 35 vischaanvoerende
vaartuigen, per visscher een voordeel
beteekenen van pl.m. 50 cent per jaar.
De heer BRAND is van oordeel,
dat van de 35 vaartuigen 10 a 15
visch aanvoeren, zijnde de grootere
vaartuigen.
Aldus berekend, zal het voordeel
grooter zijn bij eventueele verlaging.
De VOORZITTER zeide, dat ook
dan het voordeel nog zeer klein blijft.
Wethouder BINS meende, dat bij
dit zeer kleine voordeel tevens een
gevaar verborgen is, wanneer het ver
koopkantoor voor de garnalen ook
verlaging der mijnrechten wil zien.
Wat zijn dan de consequenties, en
zou hiermede riet het geheele mijn-
beleid in wanorde komen.
De heer LIJK wenscht meerdere ge
gevens, welke vaartuigen de visch
aanbrengen.
De heer VASSEUR deelt de mee
ning van den heer Bins.
De heer BRAND ziet er geen ge
vaar in. Het verkoopkantoor kan wel
tevreden zijn.
Deze zaak zal nogmaals in handen
gesteld worden van B en W. voor
onderzoek der vlschaanbrengende vaar
tuigen.
De VOORZITTER deelt mede, dat
in verband met verbetering der Boule
vard, deze vanaf 7 Dec. tot nadere
aankondiging voor het rijverkeer zal
worden afgesloten.
Op een desbetreffende vraag van
den heer DE KRU1JTER, deelt de
VOORZITTER mede, dat de tijd van
afsluiting vijftig dagen is. Indien het
En och het was zulk gemoedelijk
publiekje, dat de zaal vulde, dezelfde
leuke burgermannetjes en vrouwtjes
als in de „Horseshoe" De gezelligheid
zweefde onder de half ernstige lam
penkappen, lonkte uit de hoekjes. We
hadden er best nog een poosje willen
blijven, maar reeds keek de onverbid
delijke wet met een scheel oog om
een hoek en de helft van het aantal
lampen ging uit. Het concert der dikke
koperen „kluiten" was reeds in vollen
gang, toen wij vertrokken.
„Was het in orde meneer en me
vrouw" vroeg onze snorder met het
gezicht van iemand die meent zich
minstens kranig te hebben gehouden.
„Quite allright".
„You like Londen?"
„Yes, we do. Komen graag eens
terug".
In de richting Harwich stoomden
wij des anderen daags Londen uit. Wij
wierpen nog een tevreden blik over
zijn gebouwenzee, waarvan wij som
mige punten herkenden.
Van de Londensche mist hadden
te lang zou duren, hebben B. en W.
de macht het verkeer weer open te
stellen.
De heer CARELS vroeg of het
bij de gunning van dit werk bij B. en
W. geen punt van overweging is ge
weest dit werk te gunnen aan een
aannemer die het werk zou uitvoeren
met Breskensche werkkrachten, aange
zien in de vorige vergadering de toe
zegging was gedaan het uit te voeren
met menschen uit Breskens.
De VOORZITTER antwoordde, dat
hem dit niet bekend was. Het bestek
laat ruimte aan den aannemer om al
dus te handelen.
De heer BRAND g af in overweging
dat B. en W. hierover met den aan
nemer nog eens zullen spreken, als
mede over het lossen van het materiaal.
De heer VAN DE SANDE kan zich
niet met de redactie van een bepaalde
zinsnede uit het bestek vereenigen.
De heer VASSEUR gaf in over
weging een volgende maal andere
voorwaarden te stellen.
De VOORZITTER zegt, dat het
bestek met aller goedkeuring zoo is
vastgesteld-
Van het onderwijsfonds voor de
Binnenvaart was een schrijven inge-*
komen betreffende het geven van
onderwijs in de Duitsche taal aan de
Binnenvaartschool, hetgeen voor de
leerlingen die de Rijn bevaren alleszins
van groot nut is. Daar het aantal les
uren beneden 10 blijft zal het voor
de gemeente geen kosten meebrengen.
B. en W. stelden voor aan het leer
plan van de Breskensche Binnenvaart
school het vak Duitsch toe te voegen.
De' heer CARELS vroeg, of men
het aantal lesuren kan opvoeren,
waarop de VOORZITTER antwoordde,
dat dit alleen door een raadsbesluit
mogelijk is.
Het voorstel van B. en W. werd
met algemeene stemmen aangenomen.
Besloten werd een geldleening aan
te gaan van f 20,000 tegen 3'/t pCt.
Wegens vertrek uit de gemeente,
werd aan den heer P. van den Ameele
ontheffing van 2 maanden schoolgeld
verleend.
Aan het verzoek van den Burge
meester aan H. M. de Koningin om
uitwoning gedurende den tijd, welke
op een verzoek om grenswijziging nog
geen beslissing is genomen, werd door
den raad goedgevonden Ged. Staten
te verzoeken ie willen bevorderen dat
deze uitwoning tot dien tijd wordt
verlengd.
Van het bestuur van het Chr. Fan-
farencorps „Soli deo Gloria" was een
verzoekschrift binnengekomen, waarin
het den raad verzoekt, alsnog f 50,—
subsidie toe te kennen.
Het College van B. en W. heeft
dit verzoek uitvoerig besproken. Zeer
wij gelukkig niets gemerkt. Dat Is een
ongemak van den winter. Wel droe
gen alle gebouwen zelfs de jongste
een donker vettig laagje vuil als het
spoor van wintersche mist vermengd
met roet Want op wintermorgens
rooken hier vier millioen schoorsteenen
volgens mijn reisgenoote. Ik hield het
op twee millioen twee honderd dui
zend. maar ik houd niet van kif, dus
vier millioen. Hoe Sint Nicolaas
het daarmede stellen moet, is een
raadsel, dat alleen die goede man kan
oplossen. Maar sluw als hij Is, geloof
ik, dat hij nogal eens een schoor
steentje laat liggen voor rekening van
het kerstmannetje, die wat later komt.
Wat meer is, ik verdenk er denoo'ij-
ken Sint van, dat hij de ruimste
schoorsteenen voor zichzelf uitkiest
Het kerstmannetje, die kleine dikkerd,
moet zich dan door de nauwe pijpen
heenwerken. Hoe ook, zoo twee mil»
joen "stuks voor elk der oudjes
kranig, niet?
De engelschen nu voeren hun beste
kolen voor goed geld het land uit.
zeker erkennen zij het bestaansrecht
van dit fanfarencorps, maar aan den
anderen kant rezen verscheidene be
zwaren tegen inwilliging van dit ver
zoek.
Bij de behandeling der begrooting
hebben zij zich op het standpunt ge
steld, dat vermeerdering van subsidie,
of toekenning van nieuwe subsidie's,
gezien de finantieele draagkracht der
gemeente, niet verantwoord is; een
standpunt, dat de Raad reeds eerder
eenstemmig deelde.
Niet alleen dit fanfarecorps, maar
verscheidene andere vereenigingen,
zoowel op muziek- als ander ont-
spanningsgebied, hebben recht van be
staan in ons dorp en bevorderen ieder
op hun wijze het vereenigingsleven in
onze gemeente.
Indien zij thans gaan treden in be
oordeeling der prestaties in verband
met toekenning van subsidie, zouden
meerdere vereer igingen alsnog voor
subsidie in aanmerking komen en zou
den wij, door inwilliging van dit ver
zoek, tevens den weg openstellen voor
andere vereenigingen om ook op een
milde waardeering bij U aan te dringen.
Aangezien, uitsluitend dus om de
finantieele gevolgen, dit voorloopig on-
gewenscht voorkomt, stellen zij voor
geen verandering te brengen in het
standpunt, door den Raad in een der
vorige raadsvergaderingen ingenomen.
De heer VAN DE SANDE stelt voor
de gevraagde subsidie toe te staan,
wijzende op de prestaties door dit corps
verricht.
De VOORZITTER erkent de pres
taties, doch wijst op het advies van
het College van B. en W. Bij een vol
gende begrooting kan hier aan gedacht
worden.
De heer VERDUIJN, tevens Voor
zitter van het Fanfarecoips, welke deze
subsidie-aanvrage deed, meent het ad
vies van B. en W. te moeten billijken
en geeft In overweging het volgend
jaar met de nieuwe begrooting hieraan
te trachten tegemoet te komen.
De heei CARELS, de belangstelling
gehoord hebbende deze vereeniging te
steunen voor de prestaties, herinnert
aan subsidieering van turn-, zang-, voet
balvereniging, en andere welke reeds
eerder aanvragen deden.
Wanneer dan deze subsidies verdeeld
worden, dan kan hij de reeds 50 jaren
bestaande Muziekvereniging Uit het
Volk-Voor het Volk wel condoleeren',
en Is zij wel ten doode gedoemd, we
gens te kleine subsidie.
Een vereeniging die al 50 jaren haar
best gedaan heeft, zou hiervan dan de
dupe worden.
De VOORZITTER merkt op, dat
de heer Carels dit verkeerd uitlegt.
Van de bestaande subsidie aan Uit het
Volk-Voor het Volk kan positief niets
De soort welke den gezelli gen vetten
zwarten rook geeft, gebruiken ze zelve.
De dampkring des winters van water-
deelen verzadigd, weigert deze zware
wolk te aanvaarden en zendt ze met
mist vermengd omlaag. Dat is de
Londensche fog.
Wij intusschen hadden Londen ge
zien onder een weldadige zon, zijn
gemoedelijk" volkje zijn ongehoorde
kunstschatten, waarom de wereld zoude
weenen, indien ooit vliegtuigen uit
een barbarenland er hun duivelsche
bommen naar uitwierpen.
Met een onzer kraaknette Zeeland
booten haalden wij dien namiddag
Vlissingen, de ferry bracht ons thuis.
Laat op den avond hadden wij voor
gretige ooren reeds heel wat verteld.
Cadeautjes waren rondgedeeld. Toen
namen wij ter viering van de behou
den thuiskomst een glas pittigen
Niagara wijn.
L. B.
Einde