BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. De Jubileumfeesten te Breskens. Ren glimp van Canada» 47ste Jaargang Dinsdag 30 Augustus 1938 Nummer 4367 ABONNEMENTSPRIJS: Per dóe maanden f 1.25 Buiten Breskens per drie maanden f 1 40 Franco per post Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 et. per regel Abonnements-edvertenties groove korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling) 50895 Uitgave E. B00M-BL1EK - Breskens Mooie Tentoonstelling. Schitterende Versiering en Verlichting. Geslaagde Feesten. Onze gemeente heeft de jubileum feesten in Zeeuwsch-Vlaanderen ge opend met 'n tentoonstelling .Zeeuwsch- Vlaanderen, ten tijde der Oranje's", waaraan groote feestelijkheden ver bonden waren. Deze tentoonstelling, welke op ini tiatief van Burgemeester Drost ont worpen Is, en waarbij medewerking en steun van alle zijden is ontvangen, is een groot succes geworden. Zaterdagmiddag te 2,30 arriveerde met de Provinciale boot de Commis saris der Koningin en Mevrouw Quarles van Ufford, de leden van Ged. Staten, de heeren Mr, P. Dieleman en A. D. F. van der Wart, en de Rijksarchivaris in Zeeland, Mr. A. Meerkamp van Eembden, die tevens Secretaris is van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen. Aan de boot was ter verwelkom aanwezig de Burgemeester Mr. J. P. Drost en Mevrouw Drost, alsmede de wethouders Cambier en Bins. Aan het tentoonstellingsgebouw, waar reeds vele genoodigden aanwezig waren, werd het hooge gezelschap ontvangen door den Secretaris, terwijl door het dochtertje van den eersten wethouder, Jaantje Cambier, aan Mevrouw Quarles van Ufford, bloemen werden aange boden. Toen de Commissaris het lokaal had betreden zette de muziekvereeniging „Uit het VolkVoor het Volk" het Wilhelmus in, dat door allen staande werd aangehoord. Toen de hooge gasten de voor hen bestemde zetels hadden ingenomen, nam de Burgemeester het woord en heette allen welkom namens het ge meentebestuur en dit in het bijzonder den Commissaris der Koningin. Dat men hem bereid vond de tentoonstel ling persoonlijk te openen, heeft het gemeentebestuur met dankbaarheid vervuld, een gevoel van dankbaarheid, dat nog toenam, toen men vernam, dat mevrouw Quarles zoo vriendelijk wilde zijn, aan deze officieele openings plechtigheid een eigen charme te ver- leenen. Van alle kanten mocht spreker hoo- ren, hoe blij de bevolking was met het bericht van beider komst. Het bericht bracht de enkele achterblijvers op de been en de burgerij in een ware feest FETJTLLKTON 9. (Nadruk verboden). Het eene mooie landschap verdrong het andere, doch bleef sterk herinne ren aan Noorwegen. Te Fathers Point kwam de loods aan boord. De goeie man bracht post mede en bergen kranten, die met kwistige hand wer den ïondgedeeld. Alle correspondentie die voor ons te Quebec en Montreal lag, kregen we hier reeds. Dat is service. En de radioberichten stelden ons reeds gerust, dat Europa nog niet zoo aanstonds aan het branden zou gaan en de japanners kregen verdiend op hun huid, al was het ook bar zonde, dat zooveel onschuldige men- schen werden afgeslacht. Nadat t$ Quebec een goed deel der passagiers ontscheepte, stoomden wij verder de rivier op Daar Montreal. Bij het naderen van de beroemde spoor brug verwachtten de meeste passagiers, dat ze onze masten en schoorsteenen als lucifetsstokjes zouden zien afknap pen tegen het zware ijzerwerk boven stemming. De tentoonstelling heeft velen reeds vreugde, maar ook wel slapelooze nachten bezorgd. Want al spoedig besefte men, dat men hoog naar de vervulling van de idealen had gegrepen, hetgeen dan ook niet naliet een gevoel van duizeligheid te geven. De gedachte, die men door de ten toonstelling een reëele vorm wilde schenken, was uiting te geven aan de gevoelens van trouw en verknochtheid, die ook Zeeuwsch-Vlaanderen voor ons Vorstenhuis heeft gehad en diz mede gemaakt heeft, dat deze gewesten steeds een Nederlandsch stempel op hun geschiedenis hebben gedrukt. Spreker kan niet beoordeelen of het doel verwezenlijkt is, en de gasten zullen zelf zich kunnen overtuigen, ot deze tentoonstelling een duidelijk beeld geeft van de ontwikkeling van Staats- Vlaanderen, van den strijd, die hier gestreden is en voor alles van den tastbaren en steeds zeer-reëelen band, die deze gewesten met het Huis van Oranje heeft verbonden Veel medewerking en hulp mocht men van alle kanten ondervinden. De inzendingen stroomden toe. Zoowel van overheidswege als van particuliere zijde kreeg men den grootst mogelijken steun. Spreker brengt allen dank namens het gemeentebestuur. Het zou te ver voeren allen bij name te noemen, doch spr. wilde volstaan met uiting te geven aan de bijzondere erkentelijkheid voor den grooten steun, die de tentoonstellings inrichters zoo rijkelijk ten deel viel. Uit de overvloed van inzendingen heeft men tenslotte zelfs een keus moeten doen, waardoor, naar spr. hoopt, het overzichtelijke karakter be houden bleef. Ook bij de inrichting ondervond men dezelfden steun. Is het voor Breskens een groote en zeer belangrijke feestdag, in het bij zonder is dit wel voor spreker, nu hij met een gevoel van trots en blijd schap kan constateeren, dat het resul taat van de arbeid in de eerste plaats wel te danken is aan de hulp vaardigheid der eigen burgerij. In let terlijken zin des woords heeft het ge- heele dorp zich opgemaakt om op waardige wijze uiting te geven aan zijn liefde en aanhankelijkheid jegens ons. Dermate werkt hier het gezichts bedrog; daar de spoorbrug van ons dek af gezien werkelijk lager schijnt te hangen dan de hoogte onzer masten. Daar kwam het gevaarte aanzetten. Het geraas van het water stiet terug van het machtige bouwwerk. Onver vaard joeg de voormast er op aan. Enkele dames stoven onder zenuw achtig gillen op zijde voor de te ver wachten brokken; maar rustig schoten de masttoppen onder de brug door en de gilletjes van zooeven maakten plaats voor blij gejoel en gelach. Onze bagage stond al gepakt, dus konden we rustig genieten van het schouwspel rondom ons, een blinkende rivier, schepen, heuvels, vroolijk groen, ernstige dennen, honderden villa's, bergen op beide oevers. De rijzige oude dame had ook al gepakt, maar listig de bewuste kousen bij de hand gehouden in haar tasch. Nummer één was voltooid. Aan num mer twee zinderden de priemen en tooverden snel de mindering van den teen. Montreal naakte. Glunder lachten twee goedige oude oogen naar mij en ondeugend werd even het breiwerk in de hoogte gehouden. Het liefelijke stadje Trois Rivières waren wij reeds eenigen tijd gepas H.M. de Koningin. Een zuivere en ware Oranje-liefde heeft in sprekers gemeente wonderen verricht en heeft ook haar inspireerende kracht aan de tentoonstelling geschonken. Het is ook slechts daaraan, dat spreker het recht ontleent uiting te geven aan zijn vertrouwen, dat ook de bezoekers hiervan iets op de ten toonstelling zullen terugvinden Moge deze tentoonstelling er allen van overtuigen, dat de gewesten Neder landsch en Oranjegetrouw zijn tot in hart en nieren. De feestviering in de verschillende gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen zal dan nog het bewijs schenken van de juistheid dier gevoelens en maken dat de Bressiaanders, al mag dan eventueel voor de beoordeeling van het resultaat van hun arbeid de cle mentie ingeroepen moeten worden, toch terecht zullen kunnen uitroepen; ons doel is bereikt. Hierna verzocht de Burgemeester, den Commissaris der Koningin de ten toonstelling te willen openen. De Commissaris der Koningin, jhr. mr. Quarles van Ufford, deed dit met een rede, die ongeveer als volgt luidde: Ongeveer een half jaar geleden deel de de burgemeester dezer gemeente mij mede, dat het in zijn voornemen lag om bij gelegenheid van het 40- jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin eene tentoor stelling in deze gemeente iu te richten van hetgeen betrekking had op het Huis van Oranje in verband met Zeeuwsch-Vlaanderen. Ik heb dat denkbeeld aanstonds zeer toegejuicht en ben hem dankbaar thans deze tentoonstelling te kunnen openen. Sedert eeuwen bestaan er nauwe en hechte banden tusschen dit landsdeel en het Huis van Oranje. De historie van deze landstreek gedurende de laatste eeuwen bewijst, dat hare inwo ners steeds blijk hebben gegeven van hunne oprechte toegenegenheid, trouw en aanhankelijkheid jegens ons Vors tenhuis, terwijl omgekeerd de leden van dat Huis steeds een groote voor liefde voor dezen landstreek aan den dag hebben gelegd. Het schpone en door de natuur rijk- bedeelde Zeeuwsch-Vlaanderen, het land van de oude beschaving, heeft veel strijd geveerd, strijd met de wa penen, strijd tegen de woedende gol ven, en strijd tegen oeconomische moeilijkheden. Talrijke rampen en sla gen hebben het getroffen en meerdere malen werd het met totalen ondergang seerd. „Welk punt van Montreal zal in de weddingschap beslissen mevrouw?" „De spoorbrug". „Dat is nog amper aan de stad zelve; U is een faire tegenstandster". Een brug nog geweldiger dan die te Quebec lag over de rivier. Het ont zagwekkende lichaam rustte honderden meters van den oevers op het eiland St. Hélène. Vandaar zetten zijn mach tige bogen zich voort naar den ande ren oever als een optocht van reu- zenmonsters uit de voorwereld, wier gekromde ruggen zich tegen den he mel afteekenden. Aan den noordelijken oever zagen wij torenhooge stapels pulphout opgeslagen bij fabrieken, welke er papier uit. vervaardigen. Het schilderach ige Montreal lag voor ons, opgeschoven langs de hellingen van den Mont Royal. Het reusachtige kruis, dat bijna boven op den berg Is opgericht, mag des avonds wanneer het soms verlicht wordt door honder den lampen, een fraai gezicht opleve ren, thans deed het bouwwerk afbreuk aan het imposante met vredig groen omgeven bergmassief en deszelfs ele- ganten top. Bootjes volgepropt met wuivende passagiers schoten langs ons. Reisge- nooten wezen ons bekende punten bedreigd. De energieke bewoners van dit landsdeel hebben zich echter nim mer laten ontmoedigen, met het hoofd omhoog en het oog naar boven heb ben zij volhard in hun vaak zoo moeite vollen strijd en arbeid, daarbij ver trouwen stellend in het Nederlandsch Staatsgezag, vertrouwen in het Huis van Oranje, dat onder God s leiding van zoo groote beteekenis en van on schatbaar heil voor heel ons Vaderland is geweest en dat zeker niet het minst gedurende het 40-jarig wijs beleid van H. M. onze geliefde Koningin. Hier in Zeeuwsch-Vlaanderen bestaat dan ook een als het ware schier heilige ver eering voor Haar, die bij de gratie Gods gedurende een zeer langdurig tijdsbestek ons land en volk tot een grooten zegen is geweest. In het kort moge ik thans eenige grepen doen uit de historie van Z. Vlaanderen in vorige eeuwen, voorzoo- ver daarbij vorsten uit het Huis van Oranje betrokken zijn geweest. Zeeuwsch-Vlaanderen. eerst door den vrede van Munster in 1648 officieel Nederlandsch gebied geworden, was reeds voor dien tijd onder veel wisse ling van krijgskans en van uiterlijk aan zien, voor de Nederlandsche zaak ge wonnen. Gelijk elders had ook hier „Oranje" zijn groot en belangrijk aan deel in wording en groei gehad. Prins Willem I, als leider van den wordenden staat erkend, regelde zoo wel militaire als burgerlijke aangelegen heden. Zoo ontving b.v. Terneuzen van hem een privilege, waarbij het o.a. een afzonderlijk bestuur en het houden van een weekmarkt werden toegestaan (1584). Omgekeerd werd hij voor het aanzienlijk verlies zijner goederen el ders schadeloos gesteld door de Ge nerale Staten met o.a. bezittingen der Abdij van Duinen en andere goederen, grootendeeis in dit gebied gelegen. Prins Maurits heeft herhaalde malen in Zeeuwsch-Vlaanderen blijk gegeven van zijne veldheerstalenten en de mili taire behoeften in die jaren hadden voor deze landstreek groote gevolgen. In aansluiting aan den bouw van forten en verdedigingswerken werd omliggend land herwonnen en versterkt, anderzijds werd ook zooals na de verovering van Axel in 1586 ter verdere verdediging, een deel van het omringende gebied prijs geven. De met-st bekende veldtocht van Prins Maurits in deze streken is die van 1604, oorspronkelijk ingezet ter ontzetting van Ostende, waarbij hij achtereenvolgens Coxijde, het fort St. aan den wal. Als ik mij even om wendde, zag ik In een glimlachend vrouwengelaat en dadelijk daarop naar het aansnellende donkere gevaarte bo ven ons de brug. Tegelijk had ik met deze beweging mijn gedachten verraden. „Dus ik heb verloren, mevrouw?" „De kous is af'. Beiden schoten wij in den lach. „Och lieve mevrouw, wij mannen zijn gewoon te verliezen, zoo gauw we tegenover de intelligentie eener vrouw geplaatst worden". „Thank You". We lachten weer en de handdruk dien ik voelde, was van een hand, die nog heel ander werk gewend was dan het breien van kousen. De loopbrug bonkte tegen den scheepswand onder het blijde joelen van honderden stemmen het oude lied, dat toch altijd nieuw Is. Overal kreten van welkom, aan alle zijden groeten ten afscheid jegens menschen, die we nooit meer zouden zien. Voor in de rijen die tegen de ver schansing gedrukt staan, zie ik Primula druk gesticuleerend. Ze roept, ze trap pelt vol ongeduld, ze wenkt tot een dik gezond hoofd tusschen de vele hoofden daar onder de hal. Met dezelfde hand welke ze door Philips, IJzendijke, Aardenburg en Sluis veroverde. De indruk, die deze gebeurtenissen op den tijdgenoot maakten, blijkt o.a. uit de overlevering, welke nog steeds onder Waterlandkerkje, „de plek, waar de Prins in 't land kwam" en het huis waar hij heeft overnacht (bij ter Hof stede) weet aan te wijzen. Ook blijkt zulks uit het feit, dat hieraan een nieuw „Victorialied" gewijd werd, aanvangen de met „Verblijdt U nu al in 't Ne- derlandt." Als bijzonderheid kan nog worden vermeld, dat in dit leger wegens het groote belang der onderneming, ver gezeld door afgevaardigden der Staten- Generaal en van den Raad van State, vijf Graven van Nassau dienden. Frederik Hendrik veroverde in het toen reeds door herdijking aanzienlijk vergroote gebied o.a. Philippine (1633), Sas van Gent (1644) en Hulst (1645). Met deze laatste verovering was het lot van het latere Staats-Vlaanderen bezegeld. Door deze gebeurtenis werd ook de persoonlijke band van het Huis van Oranje met dit gebied versterkt, aangezien de Staten-Generaal de schen king, eertijds aan Prins Willem I ge daan, nu effecrief konden maken. De goederen van het voormalige klooster te Zande, waaraan ook eenige rechts macht maakte o.a. stadhouder Willem III gebruik, toen zijn oud-leermeester Henricus Bomivus door den magistraat van Hulsterambacht werd gevangen gevangen genomen (1675). In het nieuwgebouwde Hof of Huis te Zande was een afzonderlijke .Prinsenkamer" voor den ontvangst van den Prins in gericht. Zoowel Stadhouder Willem III als stadhouder Willem V bezochten Staats- Vlaanderen ter inspectie van militaire werken resp. in 1673 en 1785. Van particulieren aard waren het bezoek van Prins Maurits aan den bekenden predikant Petrus Hondius op diens buiten de Moufeschans bij Hulst en het schenken van glasramen met zijn wapen door Prins Willem III aan de kerken van I)zendijke, Biervliet en Schoondijke; het laatste ter gelegen heid van den opbouw der kerk. Van de In Zeeuwsch-Vlaanderen aanwezige polders zijn o.a. de Oranje polder, de Prins Willempolder, de Amellapolder, en de Henrluspolder naar leden van het Huis van Oranje genoemd. Ook wijlen Koning Willem III heeft In 1862 Zeeuwsch-Vlaanderen met een bezoek vereerd. Uitvoerig is dit bezoek beschreven in het werkje van mr. J, een ondernemend man achter zich innig laat drukken, geeft ze daarop kushanden naar den wal. Een gestalte rent tegen het verbod aan boord twee kreten vier uitgespreide ar men bons 1 Dat laatste was de omhelzing. Intusschen namen onze verrassingen op deze oceaanreis nog geen einde. Plotseling uitnoodiging aan ons, van een krantenman belust op copy, om even te poseeren voor een fotograaf bliksemlichtals je me nou 7 Langs de loopbrug trok de reizigers- stroom. die den drom van menschen op ons schip gaandeweg verminderen deed. Een kleine wereld waar de pret gedaverd had, waar het scheepsboord de uiterste begrenzing was geweest voor leutige kleine gedachten, ledigde zich hier in een grootere. Een omge ving waar men rustig genietend had neergezeten, gespeeld, gedanst, ge pronkt en wie weet wat nog al meer. loste zich op in een andere, waar de gedachtengang willens of onwillens grootere kringen zou beschrijven, be halve wellicht van den zelfzuchtige, die zich veilig zou willen inspinnen tusschen zijn bridgespelletje zijn klok en zijn pekingees, die den laatsten tijd zoo van de asthma weet. ((Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1938 | | pagina 1