BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens Hitler Ante Portas. FEUILLETON HET SIGNAAL. Een Ingezonden Stuk. 47ste Jaargang Dinsdag 21 Juni 1938 Nummer 4347 ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maanden I 1.25 Buiten Breskens per drie maanden 1 1.40 Franco per post Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) De Nederlandsche Jongeren Pers- commissie verzoekt ons opname van het volgende: „De Wereld houdt haar adem in. Wij leven in een belangrijke ure der Geschiedenis. Een ieder in Duitschland, een ieder in Europa voelt dat". Zoo begint in de Frankfurter Zeitung van 13 Maart het artikel over de gelijkscha keling van Oostenrijk. Jar de wereld houdt haar adem in. Europa beeft op zijn grondvesten. Een paniekstemming doortrilt de wereld. Waarom? In het buitgemaakte Oostenrijk demonstreerde de partij garde voor haar „leider" en jubelde: „Wij willen voort marcheeren, al stort alles in elkaar, want hedenbehoort ons Duitschland, en morgen de geheele wereld." Oostenrijk is gelijkgeschakeld. Hon derdduizenden ondergaan het leed der dictatuur. De afgeloopen weken heb ben lange doodeniijsten gebracht. Nieuwe daden dreigen. Wie blijft er nog zeker van zijn bestaan? Wie zal het volgende slachtoffer zijn? Vele kleine landen voelen zich verlaten en trachten de afpersers met „vrijwillige" geschenken te paaien, zonder daarmede hun eigen toekomst veilig te kunnen stellen. En de groote mogendheden? In Moscou is men nog steeds bezig met het fabriceeten van krankzinnige be kentenissen. In Parijs mislukken regee- ringen door de heiligheid van egoïsti sche belangen. In Londen acht men zich nog niet in staat de vloedgolf te keeren. Middelerwijl marcheert de S.A. De politiek van het geweld viert triomfen. Zij leidt een nieuw, een „heldhaftig" tijdperk in Dit zijn feiten die vele menschen in Europa met vrees vervullen. En daarom dient in dit uur de jeugd van Europa gewezen te worden op haar plicht tot handhaving van onze beschaving en onafhankelijkheid. Wie en wat is het, dat onzen tijd de handschoen der vijandschap durft toewerpen Aan welke ideëen ontleent hij of het zijn kracht? Achter welk ideaal verschuilt men zich? Het is de totale dictatuurstaat. De staat om zijn zelfs wil. De staat, die het bestaansrecht van den enkeling in den eigen staat ontkent en het be staansrecht der volkeren naast hem be strijdt. Hij loochent naar binnen en 22. Naar het Engelsch. Madame Laski voelde zich niet goed, antwoordde het jonge meisje rustig. Ik heb even een kopje thee voor haar gezet; zij is nu al veel beter. Uw kloppen deed haar schrikken, ge loof ik, maar ik zal haar dadelijk naar haar eigen kamer brengen. De gravin keek Una doordringend aan en toen haar zuster even later met een bleek gezicht te voorschijn kwam, zei ze op bevelenden toon: Kom, Louise, ik zal je naar bed brengen Met een angstigen blik in haar oogen wenschte Madame Laski Una goeden nacht. 0 Toen alles weer tot rust was weer gekeerd, herinnerde Una zich, dat de voornaamste punten omtrent de afge sproken teekens en den onderzeeër niet in bijzonderheden waren opge helderd. Zij keek op de klok: het was naar buiten de gelijkheid van allen, die naar Gods evenbeeld zijn geschapen Zijn rechtsbeginsel luidt: Recht is datgene, wat voor ons nuttig is. Met dit rechtsbeginsel wordt elk volken recht ontkend Generaal-Maioor Hierl, de leider van den Duitschen arbeids dienst, zegt in een beschouwing over verdedigingspolitiek: „er is slechts één onpartijdige rechter over de volkeren; dat is het historisch succes. Dit gods gericht geeft den sterke recht". En Mussolini citeerende, zegt hij: „alleen bloed is de drijfkracht der wereldge schiedenis." Tot dit „zweten bij de machtspoli tiek" worden de kinderen op school en in verplichte jeugdorganisaties, „Hit- ler-Jeugd" en „Rijksarbeidsdienst", S.A. en SS. opgevoed in een geest, die gekarakteriseerd wordt door de uit spraak van den winnaar van den cul tuurprijs van het Nationaal-Socialisme, Hans Johst: „ais ik het woord cultuur hoor, grijp ik naar den revolver". Ter- wille van deze machtspolitiek wordt binnen en buiten het Rijk geterrori seerd en gemoord. In naam van deze machtspolitiek wordt honger en gebrek geleden. In naam van deze machtspolitiek en uitsluitend In haar dienst draaien de raderen der machines. Heel het oeco- nomisch leven wordt er op ingesteld, dat het dienstbaar kan zijn aan deze politiek. Er wordt geproduceerd in dienst van den staat, die alle krachten van het volk dwingt zich in dienst van den oorlog te stellen, zonder rekening te houden met de behoefte aan rust van de burgerij en met de schade, dat aan het oeconomische leven wordétoe gebracht. Op deze wijze wordt de zaak gefor muleerd door „Oberregierungsrat" en kapitein Korfes van de „kriegsgeschicht- liche Forschungsanstalt des Heers" (instituut tot het navorschen der mili taire geschiedenis) te Potsdam, en wei in een beschouwing over verdedigings- oeconomie. Iedere persoon, iedere zaak en iedere functie van dit gemeenebest is onder geschikt gemaakt aan het einddoel: den Partijstaat. Alles wordt geleid door een almachtige bureaucratie, die van de overheersching van Europa droomt. En niet slechts droomt! Aan dit ideaal „Deutschland über alles", zouden wij ons moeten onder werpen Zij, voor wie het prikkeldraad aan den gezichtseinder een troost is in hun levensangst; zij, die het denken een lastig kwaad vinden; zij allen mogen al lang over twaalven. Zij moest on middellijk de kustwacht gaan waar schuwen. Hetgeen zij wist, was al zeer voldoende voor de zee-officieren, om zich naar haar te richten. Het geval was haar nu duidelijk. Karl Meijer en een groep spionnen stonden in verbinding met een of meer duikbooten aan den mond van de Mersly. De kelders van het huis waren gevuld met voorraden aan levensmiddelen en benzine en de auto werd als voorwendsel gebruikt om veel olie op te slaan. Er was een seinstation ergens op de klippen en een draadlooze inrichting. Meijer, vermomd als een kindsche oude man, zwierf langs de kust, zonder ooit de kans te beloopen aangehou den te worden. Als zij deze onbewezen feiten dade lijk meedeelde, dan zou de Engelsche marine oogenblikkelijk handelen. Maar hoe zou zij die waarschuwing aan de betrokken personen kunnen doen toe komen? Het huis was 's avonds altijd goed afgesloten en vanuit haar kamers was er geen mogelijkheid, om er uit te komen. De weg naar de marine- barakken liep mijlen ver over steen achtig heideland, waar zelfs bij dag licht de richting moeilijk te volgen was. zich aansluiten bij een totalen staat om een ieder te bewierooken. Zij behoo- ren in dat kamp thuis. Wij evenwel zeggen neen, duizend maal neen! Wij weten, dat wij van deze ideeën gescheiden zijn door de hooge muren, die nu eenmaal bestaan tusschen be schaving en barbarij, tusschen vrijheid en knechtschap, tusschen rechtvaar digheid en misdaad. Wij weten ook, dat tusschen ons en hen geen compromis mogelijk is, Oostenrijk is voor ons een leerrijk voorbeeld. Geschiedkundig is de gedachte van aansluiting niet nieuw. Deze is zeker geen uitvinding van HitierZonder den weerstand van de zijde der dy nastieën zou deze reeds in de jaren 1848, 1866 en 1871 hebben plaatsge vonden. Zonder den weerstand der overwinnende mogendheden na den Wereldoorlog zouden het democrati sche Duitschland en Oostenrijk de aansluiting in het jaar 1918 hebben voltrokken. De aansluiting had geen gevaar voor de wereld behoeven te zijn, had Europa niet behoeven te schokken. Eerst de chauvinistische wil van den gelijkschakelaar, eerst de totale, op Europeesche overheersching gerichte staat, en de wijze waarop die staat de aansluiting schiep, maakte haar tot een bron van de grootste bezorgdheid en gevaren. Wei heeft deze daad vele lauwen en onverschilligen wakker geschud. Er is geen ontwijtfen meer mogelijk. Er bestaat geen laf terugkruipen meer, als men zich niet schuldig wil maken aan medeplichtigheid. Zulks geldt voor al voor de generatie op wier schou ders de verantwoordelijkheid voor de toekomst ligt. Aan hen, die nog wankelmoedig en nog schoorvoetend zijn, moeten wij zeggen: „Waar wilt gij de kracht voor den strijd om het eigen bestaan vandaan halen, als gij voor den misdaad de vlag strijkt? Moeten de krachten, die zich plaat sen tegenover de bijna grenzelooze macht van het terreurapparaat, niet ge grondvest zijn in een krachtige her beleving van de wezenlijke krachten, die Europa in den loop der eeuwen tot draagster der beschaving hebben gemaakt?" Slechts wanneer men zonder half heid stelling neemt vóór politieke vrij heid en sociale gerechtigheid in een constitutioneelen staat, kan [men het totaal der krachten, die weerstand Neen, zij kon niet onmiddellijk waarschuwen; morgen zou zij per tele foon iets kunnen zeggen, of luitenant Endicott een briefje doen toekomen. Maar nu moest zij afwachten en toen zij tot dat besluit was gekomen, ging zij naar bed en sliep spoedig. HOOFDSTUK V. De volgende morgen begon met storm en regen. De zee, met schuim bedekt, voor zoover het oog zag, beukte tegen de klippen. Una begreep, dat er voor dien dag van geen uit gaan sprake zou zijn. Bij het ontbijt zag de gravin er gemelijk uit. Olga was nog niet uit bed. Anna en Sasha deze zag er bleek uit aten zwijgend. Madame Laski verscheen niet. Vandaag, zei de harde stem van de gravin, wilt u zeker de meisjes mu ziekles geven, is 't niet? Sasha moet u maar streng behandelen; zij is heel ondeugend geweest. Anna moet ook vlijtig zijn. Er zijn in den laatsten tijd te veel vacantiedagen geweest. Het trio ging naar de leerkamer en, hoewel zij niet ten volle met haar ge dachten er bij was, deed Una haar best tegenover haar leerlingen de taak naar behooren af te maken, 's Mid dags liet zij Anna een lange vertaling willen en kunnen bieden, wakker schudden en vereenigen tot een on overwinnelijke kracht. Daarom willlen wij de Nederland sche jeugd mobiliseeren om den strijd te voeren voor onze onafhankelijkheid geestelijke vrijheid en onze nationale cultuur. 0 Aan deze oproep willen wij gaarne onze instemming betuigen. En wel om dat wij hier een klank uit de jongere generatie in hooren, die niet bewogen wordt door angst voor het onbekende, maar die bewust opkomt voor eeuwen oude waarheden en de Nederlandsche jeugd wil oproepen tot voortbouwen daaraan Hieruit spreekt een gezondheid, die niet alleen de onafhankelijkheid tegen over de barbarij van een Slavische of Germaansch-heidensche wancultuur wil verdedigen, maar ook aan de eigen onafhankelijkheid een inhoud wil ge ven. die aau deze verdediging waarde geeft. Dii bewuste verweer houdt na tuurlijk allerminst in, dat deze jonge ren blind zouden zijn voor de oorza ken, die extremisme hebben bevorderd. Evenmin dat men geen oog zou heb ben voor fouten, die in de niet totalitaire landen gemaakt worden; zij zijn in deze oproep voorondersteld. De actie tegen het extremisme kan door de jongeren slechts juist en doel treffend worden gevoerd, indien men zich stelt op een waarlijk nationale basis. Het gaat hierbij om Nederland en niet om linksche of rechtsche stokpaardjes. De Nederlandsche jeugd moet als geheel opkomen voor wat Nederland karakteriseert: zijn onafhan kelijkheid, zijn oude beschaving en geestelijke vrijheid. Slechts het behoud hiervan kan deze jeugd en haar orga nisaties de mogelijkheid van een eigen actie naar eigen beginselen waarbor gen. Deze gemeenschappelijke basis kan geen enkele jongerenorganisatie missen. De jongste geschiedenis is daarbij aanleiding, geen oorzaak. De beweeg redenen tot een dergelijke uiting leefden reeds lang; de verrassing van deze nieuwe internationale overrompe ling heeft alleen het uitspreken er van verhaast. Het is nu tijd geworden, dat zij, die meenen dat bezorgdheid en verantwoordelijkheid voor onze be schaving gelijk staat met inmenging in den politieken strijd, beseffen, dat wanneer én aan het Christendom èn aan het Europeesche humanisme we zensvreemde wereldbeschouwingen een maken, terwijl Sasha langzamerhand weer tot bedaren kwam en gewillig de celsolo's van haar onderwijzeres bege leidde. Den heelen somberen dag lang ver toonde Madame Laski zich niet. Tegen den avond hield de regen op. De storm ging liggen, even onverwacht als hij was opgestoken; de wolken verdeelden zich en weldra was de diep-blauwe lucht verlicht door tal- looze schitterende sterren. Una verheugde zich er in stilte over; er was nu geen verhindering voor haar, om Endicott op den Kruis weg tegemoet te gaan. Anna moest Olga gezelschap houden, die nog zoo stijf was door haar avontuurlijken tocht, dat zij te bed moest blijven. De gravin riep Sasha en beval haar naar Madame Laski te gaan, want de oude man was moe en zij zou bij hem blijven, tot de auto terugkwam, wat op z'n vroegst om elf uur kon zijn. Dan zal ik op mijn eentje een wan delingetje maken, zei Una. Wij zijn den heelen dag in de leerkamer ge weest en ik verlang naar de frissche lucht. Dat begrijp ik, maar niet naar de klippen. Wij hebben aan één ongeluk genoeg. Hoe jammer, dat de luitenant politieken strijdvorm gaan aannemen, afzijdigheid en onverschilligheid on mogelijk worden. Voor de verdediging van deze waar den is niet alleen het rustig voortar- beiden aan de vorming van een op groeiend geslacht vereischt, maar ook een centrum van waakzame activiteit, dat over de noodige deskundigen en hulpmiddelen beschikt, om bijtijds voor gevaren te waarschuwen en noodzake lijke maatregelen te bevorderen, op grond van dezen oproep. Onder deze titel lezen we in de Haagsche Post: In de Vereenigde Staten, waar per hoofd der bevolking meer menschen door motorrijtuigen worden overreden dan in Nederland, en minder, indien men rekent naar de hoeveelheid in 't verkeer zijnde automobielen in die Vereenigde Staten met hun 100 dood- geredenen per dag, doet men natuur lijk van alles om den man achter het stuur tot voorzichtigheid te manen. Onderstaand ingezonden stuk werd met dit doel door een klein kantoormannetje geschreven, een Inwoner van de stad Dallas: „M. de R. Vandaag is mijn kleine meisje voor den eersten keer naar school gegaan. Zij heeft een blauw jurkje aan en draagt zwarte schoenen. Onder het middageten vertelde zij mij over alles wat zij had beleefd. Over den onderwijzer, die oogen in zijn rug heeft. Over het groote meisje, dat niet meer in den Kerstman gelooft. Over den kleinen jongen op de eerste rij, die met zijn tong bijna bij zijn neus komt. 's Middags nam ik wat vrij en heb met haar de a, de b en de c ge repeteerd. En een beetje gerekend. Nu is het avond en ligt ze in haar bedje met haar pop in één arm geklemd. U zult haar zeker geen kwaad willen doen, Is het niet zoo? Ziet U, ik ben haar vader. Wanneer er iets stuk Is aan haar pop zijn wij beiden bewogen, mijn dochtertje en ik; dan help ik wat ik kan; maar nooit was tot nu toe de pop heelemaal verbrij zeld Ik help haar altijd bij haar pop. dat kan ik doen, ik kan haat ook hel pen, als ze zich in haar vinger heeft gesneden, maar als ze naar school gaat, en uit een dwarsstraat oversteekt, is ze in uw hand. Ze is zoo speelschl U moest haar thuis bezig zien in onzen familiekring. Het is net kwikzilver. Hoe vanavond niet kan komenl Ik zal hem waarschijnlijk wel ont moeten, gravin u weet, dat dit afge sproken was. Ja, dat is zoo. maar hebt u dan de boodschap niet gehad? Dat domme kind zal vergeten hebben ze u over te brengen. Een paar uur geleden kwam er een adjudant, die uit naam van luitenant Endicott kwam zeggen, dat de luitenant tot zijn spijt verhin derd was vanavond te komen. Hoe jammer, dat Anna vergeten heeft het te zeggen! Maar het weer zou u toch verhinderd hebben te gaan. O, het hindert ook nietl bracht Una er met moeite uit, hoewel het een groote teleurstelling voor haar was. Toch voelde zij, dat zij er beter aan zou doen, naar buiten te gaan. Zij liep doelloos den kant van de kust uit en daar aangekomen, begon zij de nauwe doorgangen van de klip pen nauwkeurig te onderzoeken. Een schapenpaadje leidde haar door een wildernis van heidekruid en varens naar een verder verwijderd gedeelte van het strand. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1938 | | pagina 1