BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Het vreeselijk geheim, Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens FEUILLETON Binnenland Land- en Tuinbouw. 47ste Jaargang Dinsdag 1 Maart 1938 Nummer 4317 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) Oproep tot het Nederlandsche volk. o Het Bestuur der Vereeniging voor Nationale Veiligheid heeft zich onlangs tot den Minister van Defensie gewend met het verzoek om voor het vormen van wat men zou kunnen noemen „vrijwillige luchtweer-bataljons" een beroep te doen op hen, die onder de tot dusver geldende bepalingen van de dienstplichtwet niet voor militaire oefening werden ingelijfd. Hoewel het Bestuur der Vereeniging reeds van verschillende zijden bewijzen van instemming met dit denkbeeld heeft ontvangen, blijkt toch ook voor velen een nadere toelichting wel gewenscht. Wat het Bestuur aanvankelijk voor oogen stond was het Engelsche voor beeld, waar reeds sedert jaren onder- deelen van het „Territorial Army'' wor den omgezet in luchtweerkorpsen. Het Territorial Army bestaat uit vrijwilligers, die burger blijven maar zich geregeld oefenen om in geval van oorlog binnen de landsgrenzen dienst te kunnen doen. Later heeft men uit persberichten vernomen, dat in België .plannen wor den uitgewerkt, om de voormalige schutterij in gemoderniseerden vorm te doen herleven, teneinde daarbij de burgerij in staat te stellen om de piaats van inwoning tegen luchtaanvallen te verdedigen Anders dan in Engeland, zal de Belgische schutterij dus niet uit vrijwilligers worden gerecruteerd, Ter verduidelijking zij hier nog aan toegevoegd, dat onder „verdediging" tegen luchtaanvallen wordt verstaan het actief daartegen met wapen geweld optreden teneinde den aan valler te verdrijven of liever nog, hem de nadering te beletten, terwijl de „luchtbescherming" slechts passief Is en ten doel heeft de uitwerking en de gevolgen van luchtaanvallen zoo veel mogelijk te beperken. Twee dingen zijn in het licht der gebeurtenissen van de laatste jaren wel duidelijk geworden: le. Dat evengoed als de passieve luchtbescherming, ook de actieve lucht afweer vanaf den grond overal achter het front onmisbaar Is. 2e. Dat zelfs met het meest moderne luchtdoel-geschut luchtbombardemen ten niet kunnen worden voorkomen, maar dat daartegenover ook reeds met betrekkelijk eenvoudige strijdmiddelen zeer belangrijke stoornis in de hande lingen van den aanvaller kan worden gebracht. 9. Misschien was zij op een wandeling in het meer gevallen, misschien had den roovers haar vermoord alles scheen hem waarschijnlijker dsn de vlucht. Het was bedroevend hem te zien. Voortdurend riep hij zijn over leden geliefde aan om haar te verze keren, dat haar kind niet omgekomen was uit nalatigheid. De geheele na buurschap werd in beweging gebracht, de bosschen doorzocht, meren en vijvers afgedregd, belooningen uitge loofd alles tevergeefs. Wij vonden geen spoor van Valeska. Na eenigen tijd kwamen er brieven van de beide heeren, die intusschen van het gebeurde onderricht waren. Uit Arno's schrijven sprak verwonde ring, uit Roberts brieven verontwaar diglng. Maanden verliepen, zonder eenig bericht ingewonnen te hebben aan gaande de verlorene. Arno sprak van haar in al zijn brieven met innige Wat dit tweede puilt betreft is voor ons wel van buitengewoon groot be lang, dat hier te lande het wolkendek veelal laag hangt, waardoor de vijande lijke bombardeurs voor noodzakelijke detail-orientatie gedwongen zijn vrij laag te vliegen. Dit wil dus zeggen, dat bij ons de luchtdoelbestrijding door middel van wapens met beperkte wer kingssfeer, welke gemakkelijk zijn te bedienen en niet zoo kostbaar zijn (mitrailleurs en klein kalibergeschut), met veel meer effect dan elders kan worden toegepast. Daarnaast moeten wij natuurlijk te vens in bezit zijn van de meest mo derne (zeer kostbare) middelen ter be- scrijding van luchtdoelen ook op groote hoogte. Deze middelen hebben wij zelfs noodig wanneer ons land neutraal kan blijven in een oorlog tusschen na burige landen, vermits wij dan ter handhaving van onze neutraliteit ver plicht zijn het overvliegen van ons gebied „met alle ten dienste staande middelen te beletten". De bediening van het hiervoor noo- dige geschut en van de bijbehoorende apparaten, vereischt een zeer bijzondere opleiding. Maar dit wil volstrekt niet zeggen, dat die opleiding niet buiten het leger, bij sememi-militaire organi saties gegeven zou kunnen worden. Waarom zouden bij ons „landstorm korpsen", „schutterijen", burgerwach ten", of hoe men die semi militaire organisaties ook wil noemen, niet even goed als de Engelsche burgers bij het Territorial Army, met alle wapens in de bestrijding van luchtdoelen ge oefend kunnen worden? Binnenkort zullen wij onze 24 Batal jons gereed hebben voor de grens bewaking tegen overvalling met ge motoriseerde troepen. Minstens even groot is het gevaar voor overvalling door luchtstrijdkrachten en zonder eenigen twijfel is de minst kostbare wijze om daartegen paraat te zijn, het Belgische voorbeeld van de herleving der voormalige schutterij in gemoderniseerden vorm. Immers ook zonder mobilisatie of reeds vóór de afkondiging daarvan, kan de schutterij altijd terstond voor „alarm-oefening" worden opgeroepen en voor onmidel- lijk actief optreden gereed zijn. Dë verwezenlijking van dit denk beeld kan alleen van de Regeering uitgaan. Van de Vereeniging voor Na tionale Veiligheid verwachte men daar toe geen enkel initiatief. Wel zou het van groote beteekenis kunnen zijn, indien het Bestuur der Vereeniging, nu het eenmaal de aan deelneming en ook hij scheen zich geen voorstelling te kunnen vormen van hetgeen met haar geschied kon zijn. Robert maakte steeds melding van haar, doch altijd met verontwaar diging over een persoon, die hij niet voldoende aanduidde. Toen de winter kwam, verergerde de toestand mijns vaders. Als de wind loeide en de regen tegen de vensters kletterde, kon hij geen oogenblik rust vinden. Op zekeren dag in Maart, toen de regen in stroomen nederviel, de koude noordenwind huilde en overal koude, somberheid en verlatenheid heerschte, was vader erger dan gewoonlijk. Het was avond geworden en stikdonker en terwijl ik las, scheen het mij meerma len toe, als hoorde ik een gerulsch voor het venster, alsof zich daar iemand bewoog. Ik ging er heen, doch kon door de duisternis niets bemerken. Plotseling deed zich van buiten een zwaar gekreun hooren. Vader sprong ontsteld van zijn stoel op. Ik opende de glazen deur die naar buiten leidde en verliet het huis. Vader volgde mij en daar zagen wij op den grond uit gestrekt, geheel van den regen door weekt en verstijfd, een gestalte liggen, die wij als Valeska Bruhn herkenden. dacht der Regeering op deze aan gelegenheid heeft gevestigd, haar ook kenbaar zou kunnen maken, dat het uit alle kringen der bevolking bewijzen van instemming met het denkbeeld heeft ontvangen. Het is om deze reden, dat wij hierbij het verzoek richten tot alle Neder landers jong en oud, man en vrouw, arm en rijk, om door toezending van een naamkaartje of briefkaart blijk te geven van instemming met het hier uiteengezette beginsel, waarvan de toepassing geheel aan de Regeering en de daartoe bevoegde instanties wordt overgelaten. Het Comité Middelburg en Omstreken der Vereeniging voor Nationale Veiligheid: p/a Jhr. F. BEELAERTS VAN BLOKLAND. Middelburg, Gortstraat 38, Esperanto en de Handel. Zooals de zon hoort bij de zomer en de muziek bij het feest, hoort Es peranto bij de handel. De handel moet de kortste en doel matigste weg zoeken van producent naar consument. Winst is het doel. Tijdsbesparing door het gebruik van een internationale taal is in elk opzicht winst. De handelswereld begint dit in te zien, maar de vooruitgang gaat hier nog erg langzaam. De handel is vooruitstrevend, maar ook conservatief. Schrijfmachines, tel machines, enz. vindt men op elk groot handelskantoor, maar lang niet altijd vindt men daar Esperanto. Waarom niet? Ja, omdat een ander het ook niet doet. Het gaat dikwijls zoo moeilijk met de oude sleur te breken. Men zou Esperanto heel goed kun nen plaatsen naast de Slmplon-tunnel. In oude tijden liepen de verkeerswe gen langs de door de natuur gevorm de waterwegen. Langen tijd voldeden die wegen. Handel en verkeer waren toen tot een minimum beperkt. Maar op den duur ging het niet meer. Met de toename van het verkeer stegen de moeilijkheden. Langen tijd werden de goederen dikwijls opgehouden. Toen kwam de techniek te hulp. Tunnels werden geboord en rechte wegen ge maakt. Gaarne maakte de handel hier van gebruik. Zoo moest de handel ook een plaats inruimen voor het Esperanto. Ieder land heeft een taal, even grillig gevormd als Met een kreet, zooals ik er nooit een gehoord had, vatte mijn vader haar aan en hief haar op. Ach, Bertha, het was een ontzettenden aanblik. Zij had veel van den regen te lijden ge had en door het hoesten was er een ader gesprongen. Vader droeg haar in zijn kamer, legde ze naast den haard en belde om hulp. Geen moeder kan bij htt ziekbed van haar kind bezorg der zijn, dan hij voor haar was. Zij is weder tot mij gekomen, mijn Valeska mijn arm, arm kind! riep hij uit. Maar Valeska hoorde zijn woorden, die slechts liefde ademden, niet. Zij werd in haar eigen kamer en te bed gebracht. Geneesheeren en oppassers werden bij het ziekbed geroepen; alles wat menschelijke bekwaamheid en zorgvuldigheid vermocht, werd voor haar gedaan, doch alles was tevergeefs. Dit is het werk van Pahlen, hield vader vol. Geen ander beweerde u te beminnen. Op den rand van het graf noemde zij nog zijn naam. Hij heeft ze eerst verleid met hem te vluchten; nu zal hij terug komen en u willen huwen, om uw erfenis. De vloek der levenden en dooden zal op u rusten, Irmgard, wanneer gij nog naar hem luistert. Beschouw dit bleeke gelaat, die oude verkeerswegen. In eigen land is zoo'n taal best te gebruiken, maar bij het internationaal verkeer komen de groote moeilijkheden. De techniek gaf ons de wegen door de bergen, de vliegmachines en sneltreinen, zoodat er geen afstanden meer bestaan. Zoo gaf Zamenhof ons het Esperanto om een onmiddellijk contact tusschen de vol keren mogeluk te maken. Waarom zoo lang gedraald, om dit hulpmiddel aan te grijpen? Nergens bestaat grooter be hoefte aan een internationale taal dan in de handel. Hier bestaat een belang rijk deel van alle werk uit mondelinge en schriftelijke gedachtenwisseling. De techniek staat geheel in dienst van de handel, maar het verschil in taal blijft de grooie rem. Laat men de handen ineenslaan en door het gebruik van Esperanto de kloof overbruggen. De Regeering heeft een goede daad vei richt door te bepalen, dat voortaan ook Esperanto zal behooren tot de fa cultatieve vakken aan handelsscholen en handelscursussen, waarvoor rijkssub sidie kan worden gegeven Moge de eisch: „De heele handels wereld één taal!" steeds luider weer klinken. De zomertijd. Bij Kon. besluit is bepaald, dat de zomertijd dit jaar zal aanvangen 15 Mei en zal eindigen 2 October. Kalkbemesting. Niet alleen aan stikstof, fosforzuur en kali, maar ook aan de kalkbemes ting behooren wij onze volle aandacht te schenken. Kalk is noodig voor plant en bodem beiden. Voor de planten voeding is kalk onontbeerlijk, maar ook de in den bodem aanwezige hoe veelheid speelt een groote rol. Op kalkarme gronden laat de kalk- voeding van de plant te wenschen over, waardoor ook de kalkvoorziening van het dierlijk organisme in het ge drang kan komen. Kwantiteit en kwa liteit van den oogst, de ontwikkeling van het vee en de toestand van den bodem, dat alles houd nauw verband met de beschikbare kalkhoëveelheid in den grond. De beteekenis van kalk is buitenge woon veelzijdig. Kalk is plantenvoed- sel, werkt structuurverbeterend, ont- en haat hem! Tevergeefs bad en weende ik, Bertha; mijn vader wilde niet naar mtj hooren. Geef hem tenminste het recht van iederen aangeklaagde, zeide ik, sta hem toe zich te verdedigen. Dat wil ik, hernam hij kalm. Nooit heb ik geloofd, dat het arme kind ge vlucht was. Met geweld heb ik steeds de gedachte in mij onderdrukt, dat mijn neef of uw verloofde haar zou hebben weggelokt. Een ander dan Arno of Robert kan het niet geweest zijn. Volgens haar eigen getuigenis was het een van deze twee, die haar zoo laag bedroog. Zij noemde Arno's naam en ik zeg: hij is het. Ik zal aan beiden schrijven, maar al bezweert de man, wiens naam zij noemde, ook zijn onschuld, zoo zal Ik hem toch niet gelooven, want zulk een booswicht zweert ook valsch. Hij zal denken: zij is toch dood en kan niet meer praten en niemand kan hem overigens be schuldigen, wanneer hij het loochent, maar het zal hem niet helpen. Alle pogingen, hem tot bedaren te brengen, waren tevergeefs. Hij schreef brieven aan Arno en Robert. Het ant woord van den laatste kwam het eerst en bevatte een besliste ontkenning, j Arno bracht zijn antwoord persoonlijk. zurend, bevordert het bacteriënleven, houd stoffen vast welke anders zou den uitspoelen en maakt weer andere voedingstoffen vrij. Door uitspoeling uit de bouwvoor naar dieper gelegen lagen en in min dere mate door opname van kalk door de cultuurgewassen vindt regelmatig kalkverlies plaats, zoodat door een bemesting met de een of andere kalk- meststof de hoeveelheid kalk weer op het gewenschte peil moet worden ge bracht. Teneinde een goed inzicht te krijgen in de kalkbehoefte van den grond is het onderzoek naar den zuur graad van groote beteekenis. Wanneer nu door het onderzoek naar den zuurgraad van den grond kalkbehoefte is aangetoond, komt van zelfsprekend het vraagstuk aan de orde in welken vorm deze kalk moet worden toegediend om van de meest doelmatige werking verzekerd te zijn. Vooral wordt den laatsten tijd de aandacht bepaald bij die kalkmeststof- fen welke naast kalk, ook nog mag nesium bevatten, zooals dolomietmer- gel. Deze mergel bestaat grootendeels uit koolzure kalk, met daartusschen dolomietkristallen in zeer fijn verdeel den vorm. Deze natuurlijke fijnheid wordt van groote beteekenis geacht, met het oog op de gemakkelijke op losbaarheid. Natuurlijk vormt kalk het hoofdbestanddeel van dolomietmergel. Het gehalte aan koolzure kalk bedraagt 70 a 75 pCt. De fijnheid van het pro duct is 85 a 95 pCt en daar het vocht gehalte zeer gering is, oefent deze kalkmeststof een sterk ontzurende werking uit. Voorwaarde is, dat deze meststof zoo innig mogelijk wordt vermengd met de droge grond. Dit kan het beste geschieden tijdens de stoppel bewerking in het laatst van Juli, doch bij een droge Maart gaat het ook uit stekend in het vroege voorjaar. Be halve koolzure kalk bevat deze mer gel, naast de noodzakelijke kalk, welke te zure gronden vragen, ook nog mag nesia, waaraan deze gronden behoefte kunnen hebben. Nu bekend is geworden dat door verschillende gewassen belangrijke hoe veelheden magnesia worden opgeno men, moet aan de magnesiumvoorzie ning op meerdere gronden de noodige aandacht worden geschonken, een vraagstuk welke in een volgend arti kel zal worden behandeld. Het „blauw" bij aardappelen. Het „blauw" bij aardappelen, in sommige streken ook wel het „zwart" Hij kwam op den dag, dat Valeska onder den ouden cypres op het kerk hof begraven werd. Ach, Bertha, nooit zal ik het ontzettende tooneel des we- derziens vergeten. In ons huis wilde vader niet met hem spreken; hij moest mede naar Valeska's graf en ik, die het ergste duchtte, volgde hen op de voet. Mijn vaders toorn was verschrik kelijk; hij beschuldigde Arno, dat hij Valeska uit haar huis had gelokt, ver leid en bedrogen had. Hij zeide, dat de vloek des hemels zou nederdalen op den verleider der onschuld. Nooit behoefde in hem meer de gedachte op te komen om mij te huwen. Van dit oogenblik aan zouden wij voor al tijd gescheiden zijn. Toen mijn vader zoo aan zijn toorn den vrijen teugel gevierd had, ant woordde Arno hem. Hij keek ons zoo edel en oprecht aan, hoe zou ik aan hem hebben kunnen twijfelen? Hij hief zijn rechterhand ten hemel, en zwoer, dat hij onschuldig was. Gelooft gij mij nu? vraagde hij mijn vader. Neen antwoordde deze. Valeska klaagt u aan. Uw naam was het laat ste woord van de stervende. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1938 | | pagina 1