BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Het vreeselijk geheim, Uit de oorlogvoerende landen Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. 50895 Uityave E. BOOM-BLIEK - Breskens FEUILLETON 47ste Jaargang Vrijdag 25 Februari 1938 Nummer 4316 ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maanden I 1.25. Buiten Breskens per drie maanden 1 1.40 Franco per post Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels fO,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med 30 d. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) School en Streektaal. Het is een verheugend feit, dat de laatste jaren een opbloei is waar te nemen in de literatuur van onze Ne- derlandsche streektalen. Was vóór enkele decennia de verschijning van een goed verzorgde, waardevolle uitgave in een of ander dialect een bijzonderheid, thans worden we meermalen verrast met verschillende werken, die prachtige aanwinsten zijn voor de literatuur van de rijke volkstaal uit de verschillende gewesten van ons vaderland. Welke de oorzaken zijn van dit ge lukkige verschijnsel? We kunnen het slechts vermoeden: is het een onbewust verlangen ,,d' ijdelheden hier beneden", de grimmigheid van een „werrelt, die zoo dwerrelt", te ontvluchten in de herinnering aan het „olde loug"?Is het een gevolg van het jachten in het huidige leven, dat ons in uren van rustige bezinning het conttast doet ge voelen met een gelijkmatiger verleden? Of: is het een gevolg van de verinni ging van ons nationaal gevoel, een .politiek" verschijnsel, dat zijn oor sprong vindt in gebeurtenissen buiten de landsgrenzen? Is het wellicht een doelbewust streven, het in de loop der eeuwen steeds meer teruggedrongen dialect eindelijk de plaats te geven, die het toekomt, als één der voedingsbron nen van ons Algemeen Beschaafd? Alzoo: Romantiek of Realisme? Wij weten het niet en willen ons verder niet met deze oorzaken bezig houden, doch stellen slechts het feit vast: er is een groeiende belangstelling voor de streektalen. Men komt lang- zaam-aan tot het besef, dat men met het hoogmoedig neerzien op de dialec ten het Algemeen Beschaafd zeker geen dienst heeft bewezen. „Taal is leven!" Het is uitentreuren herhaald, vele artikelen zijn er aan ge wijd, het is haast van de daken ge roepen: Taal is Leven! Maar juist dat ondeideel van onze taal, waar het leven zich zonder on-natuur, zonder pose, zonder stijve, aangeleerde vormelijkheid openbaarde, de volkstaal, en voorname lijk de volkstaal van de Oostelijke en Zuidelijke gewesten van ons land, liet men veelal ongemoeid, was slechts een ob|ect voor lexicologische en phone- tische studies. Zeker, in iedere streek was er wel een kring van mannen en vrouwen, die hun literaire gaven wijd den aan de taal van hun eigen ge boortegrond, wij willen hier thans geen namen noemen, doch hun invloed bleef beperkt, zelfs in 't eigen gewest. Zij waren bevoorrechten, die fijner aan 8. Hij bezocht ons dikwijls en beminde mij van het eerste oogenblik, dat wij elkander zagen, en is mij standvastig getrouw gebleven. Wij waren beiden nog jong, hij eenentwintig jaar, ik acht tien. Hoewel mijn vader zijn volkomene toestemming tot ons huwelijk gaf, ver klaarde hij toch, dat wij wachten moes ten, tot ik negentien jaar zou zijn Dit scheen zeer verstandig en ik bracht bijna twee zeer gelukkige jaren door. Irmgards oogen vulden zich met tra nen en haar schoon gelaat gloeide. Ik zag hoe innig zei beminde en hoe op recht en edel zij was. Bertha, zeide zij verder, als gij ook bemint, kunt gij mij beter begrijpen. Ik was een poëtisch gestemd, harts tochtelijk meisje, en de aarde scheen mij toen een paradijs te zijn. Arno kwam eiken dag naar Allenhoff. Ach, hoe vaak hield hij mij in zijn armen en deed mij beloven, dat ik hem ge trouw zou blijven beminnen en zijn voelden, dat hun volkstaal onrecht werd aangedaan, dat hun volkstaal niet iets minderwaardigs was, maar juist hét middel bij uitnemendheid om het leven te lande tot in zijn innigste diepten voor oogen te stellen en te laten be leven zooals het inderdaad was. Taal is LevenMaar dan hebben we ook te zorgen, dat de Taal, en nu be doelen wij in 't bijzonder ons Alge meen Beschaafd, een voedingsbodem heeft, waaruit zij zoo rijk en weelderig mogelijk zal kunnen opschieten. Dan moeten we zorgen, dat de streektalen, wa irin het volle, warme leven zoo waarachtig spreekt, ook de gelegenheid wordt geboden haar levenwekkende krachten in dienst te stellen van ons Algemeen Beschaafd. H :t is een dwaling, te meenen dat de streektalen een hinderpaal vormen voor een rijk Algemeen Beschaafd. Het tegendeel is waar: een taal, die sappig en frisch wil blijven, die haar rijk idi oom wil handhaven en uitbreiden; een taal, die niet wil „versteenen en ver starren tot een merkwaardig goed ge conserveerd fossiel, waar echter alleen de bladeren en fijne groelschakeeringen van vroegere eeuwen in staan"; een taal, die niet wil verworden tot een „langue morte", moet zich niet in enge hooghartigheid afzonderen. Zij staat naast de streektaal, aldus prof. Van Ginneken, als de gekweekte tuinbloem naast de bosch- en veldbloemen. „En evenmin als de veldbloemen ontaarde luinbloemen zijn, evenmin is de volks taal een ontaarde deftige taal. Integen deel, juist andersom! Ons Algemeen Beschaafd is niets dan een veredelde vorm van de veldbloemen, maar juist door haar veredeling, ook zwakker en teerder, net zoo welig, een beetje kunstmatig; wel levend toch haar eigen leven, maar niet zoo vol sappen en groeikracht als de veldbloemen daar buiten. Vandaar dat de boombweekers, om hun fijne soorten levenskrachtig te houden, door een bedachtzame kruising of enting, zoo vaak mogelijk de ver edelde soort weer met de volle natuur der onveredelde groeikracht trachten tc verfrisschen. Beschouwen wij de dialecten in die geest, dan zal er het Algemeen Beschaafd, noch in zijn algemeene verstaanbaarheid, noch in zijn veredelde beschaving, noch in zijn schoonheid, zijn rijkdom en kleuren pracht bij verliezen, maar bij winnen, winnen honderdvoud!" Wij achten het daarom van het grootste belang voor het welzijn van ons Algemeen Beschaafd, dat met be hulp van den wetgever thans mogelijk vrouw wilde worden! Terwijl ik zoo gelukkig was, sloeg ik weinig acht op Valeska's kleine minnarijen. Zij was be haagziek. Nu eens stoeide zij met Ar no, dan weer had zij geen oogen dan voor Robert, of schertste met iedereen. Vader zei dan wel eens lachend, dat Ik moest oppassen, dat zij mij mijn be minde niet ontroofde. Ik lachte er om evenals hij, en wij dachten er niet aan dat ons lachen nog eens in tranen zou veranderen. Toen ik zeventien en een half jaar was, had den er twee gewichtige gebeurtenissen plaats— Robert moest met zijn regiment In garnizoen naar een verwijderde plaats en Arno werd gezantschapssecretaris in Brusselr zoodat ons scheiden van lan gen duur zou zijn. Gij kunt denken, welk een verandering ons leven daar door onderging. Had ik maar één woord gesproken, dan zou Arno voor zijn be trekking bedankt hebben, maar ik wilde dat woord niet uitspreken. Ik was er trotsch op, dat hij een staatkundige loopbaan betrad, zijn vaderland van dienst kon zijn, en zijn talenten nuttig kon besteden. Als hij aarzelde, spoorde ik hem aan. Beiden vertrokken op denzelfden dag in de maand Juni. Het scheen mij toe dat Valeska reeds eenigen tijd vóór hun is geworden de streektaal een beschei den plaatsje in ons schoolverband te kunnen inruimen. Immers, een artikel 2 van de wet op het lager onderwijs is de volgende alinea toegevoegd: .Daar, waar naast de Nederland- sche taal nog een streektaal of een dialect in levend gebruik is, kan on der lezen en Nederlandsche taal eeni- ge kennis van die streektaal of dat dialect mede begrepen zijn". De Friezen hebben dadelijk de hand aan de ploeg geslagen: na gehouden besprekingen heeft men besloten in het 6e en 7e leerjaar 1 uur lezen en 1 uur taal per week voor het Friesch be schikbaar te stellen. Wij zijn van meening, dat de overige streektalen, die in voldoende mate af wijken van ons Algemeen Beschaafd, en dat zijn dan behalve het Friesch, de dialecten uit het Oosten en Zuiden van ons land, hebben er eveneens alle recht op in bescheiden mate in ons schoolbestel te worden ingeschakeld. Om tot dit doel te geraken heeft zich het vorige jaar een commissie ge vormd, die de letterknudige voortbreng selen van de streektalen aan een nauw keurig onderzoek heeft onderworpen. Men kwam tot het inzicht, dat deze literatuur meer waardeering verdient dan zij tot nu toe in onderwijskringen genoot. Aan het vele schoons, dat hier verborgen ligt, slechts bekend aan een betrekkelijk kleine kring van dialect lezers, móét en kan thans de mogelijk heid geboden worden, de grootere (Ingez. Med.) vertrek haar vroegere opgeruimdheid had verloren. Zij vroeg mij op zekeren dag of ik overtuigd was, dat Arno mij beminde. Ik antwoordde haar lachend, dat ik daar zoo zeker van was als van mijn leven en den daarop volgenden dag vroeg zij mij of ik geloofde, dat Ro bert mi) liefhad. Ik lachte weer en zei, dat ik zulks niet geloofde, dat hij. Ro bert, mocht zeggen wat hij wilde, doch dat hij geen ware liefde voor mij ge voelde. Zij keek mij aan, alsof haar oogen mijn gedachten wilden lezen. Iedereen bemint u, Irmgardl Ik wensch- te, dat Ik rijk was, zei zij zuchtende. Maai, Valeska, hernam ik, niemand, wiens liefde eenige waarde heeft, zou om uw rijkdom een sterkere neiging voor u opvatten. Maar neem eens aan, zei zij mij schuch ter aanziende, dat iemand u bemint, maar dat hij het u niet durfde zeggen, omdat gij arm waart. Dat is in uw geval niet waarschijn lijk, Valeska. hernam ik. Eens zal er een dag aanbreken, dat er een ridder komt, die deze goudgele lokken meer bemint, dan alle diamanten en al het goud der wereld. Ik zag, dat haar de tranen in de oogen stonden, en mij bekroop een ze massa te bereiken.'Hoe? Met behulp van de volksschool! Als de leerlingen de lagere school verlaten, na alle klas sen te hebben doorloopen, behooren zij het dialect van hun streek te kun nen lezen! Indien gedurende het laatste, dus het 7e leerjaar één lesuur per week zou worden besteed aan de streektaal, zou dit zeker voldoende zijn om hen 200 ver'te brengen. In totaal zou er dus ruim 40 uur voor beschik baar moeten zijn. Dit aannemende, heeft genoemde commissie zich als tweede taak gesteld uit de bestaande literatuur een serie leesboeken samen te stellen in de ver schillende dialecten. Deze bloemlezin gen naderen hun voltooiing en thans reeds wordt een beroep gedaan op de medewerking van het Schooltoezicht, van het onderwijzend personeel van Dollart tot Maas en over de Schelde om het plan te doen slagen. De moeilijkheden waren talrijk; aller eerst waren er de kleine, plaatselijke verschillen in de dialecten; dan was er zooveel moois, dat uit paedagogische overwegingen niet opgenomen kon worden; ook de spelling kostte veel hoofdbrekens, doch eindelijk meende men een bevredigende oplossing te hebben gevonden. Tenslotte wordt tevens de onmisbare steun gevraagd van de uitgevers, die dialectwerken in hun fonds hebben, waaruit geput moest worden. De vele moeiten, die men zich getroost heeft waren het doel overwaard. Dat ook anderen, wie de taal van hun geboorte streek ter harte gaat, nu hun belang stelling in daden omzetten. De uitgave kan slagen móet sla gen. We redden er mee een deel van het meest oer-eigene van ons volk: zijn streektaal. En we bewijzen het Alge meen Beschaafd er een dienst mee. Dit laatste moge worden opgemerkt tot geruststelling van hen, die uit angst voor dat Algemeen Beschaafd het dia lect wantrouwen. Rotterdam Nijmegen H. G. 't Hooft Dr J. Moormann. SPANJE. De val van Teruel. Het groote hoofdkwartier van Franco deelt mede: „Wij hebben het verzet van den vijand geheeligebroken en zijn Teruel binnengerukt. Wij hebben meer dan 3000 krijgsgevangenen gemaakt. kere argwaan, dat niet alles met haar in orde was. Zij was echter de oudere en ik mocht niet nieuwsgierig schijnen of een vertrouwen uitlokken, dat zij mij niet vrijwillig gaf. Ik zal nu kort zijn, Bertha, want wat ik nog te zeggen heb is zeer treurig. Mijn beminde en mijn neef namen den twintigsten Juni afscheid van ons. Wij ontbeten nog met elkander. Va leska kwam echter niet beneden, doch liet zeggen, dat zij zich ongesteld ge voelde en den geheelen dag haar ka mer zou houden. Het heeft mij steeds berouwd, dat ik toen te veel aan mijn gevoel toegaf en mij om niets bekommerd. Vader was den geheelen dag wegens zaken afwe zig. Eerst tegen zeven uur des avonds ging ik naar Valeska's kamer, klopte aan, daar de deur gesloten was, doch doch kreeg geen antwoord. Op dat zelfde oogenblik kwam ook mijn kame nier boven. Juffrouw Valeska slaapt, zei zij. Ik heb reeds verscheidene malen beproefd de deur te openen. Zij klaagde over hevige hoofdpijn. Misschien is het beter haar niet te storen. Ik dacht zulks ook en ging heen. Toen vader thuis kwam, wilde hij terstond naar Valeska gaan om te zien, Wij blijven naar het Zuiden oprukken en hebben El Castellar, Calstralvo en verscheidene heuvels bezet. Andere af- deelingen hebben het Turidal gezui verd. Meer dan 2000 lijken van vijan den zijn op het slagveid gevonden. Een enorme hoeveelheid materiaal is ons in handen gevallen". Desmiddags was de zuivering van Teruel voltooid. In de stad zelf waren bijna tweeduizend krijgsgevangenen ge maakt. Om één uur deed generaal Varela zijn intrede in de stad, die vol komen vernield is. De straten liggen bezaaid met kapot te meubelstukken en met vuil. Slechts een vijftig'burgers* waren ?in de stad achtergebleven. De rechtschen achtervolgen de re- geeringstroepen in de richting van den weg van Huenca en de luchtstrijdkrach ten bombardeerenhun zonder ophouden. Het ministerie van defensie van de republikeinen heeft een communiqué gepubliceerd, waarin gezegd wordt, dat de vijand Teruel niet is binnengetrok ken, voordat de regeeringstroepen haar verlaten hadden. Tevoren had de com- mandantjde troepen, die het centrum der stad verdedigden, bevolen de stad te verlaten, zoodra zij een totale om singeling vreesden. i IDaar de toestand Maandag gevaarlijk was geworden, ging men over tot de ontruiming, die in volstrekte orde ge schiedde, nadat de tegenstand van Moo- ren en"Falangisten, die den regeerings troepen den weg trachtten te versper ren, gebroken was. De regeeringstroepen zijn, volgens dit communqué, nog meester in Villa Espesa, Castralvo en Castellar. De luchtmacht van Franco heeft tweemaal Barcelona gebombardeerd en materieele schade aangericht. In den middag hebben de kruisers Canarias, Baleares en Almirante Cervera, twee andere oorlogsschepen en drie vlieg tuigen Sagunto en de haven van Va lencia gebombardeerd. Er werd één man gedood en twee personen liepen verwondingen op. Watervliegtuigen bombardeerden vervolgens Sagunto, waar vijftig bommen groote schade aan richtten. Het Fransche schip Prado werd getroffen door een bom, waar door een lid der bemanning gewond werd. Republikeinsche vliegtuigen hebben vervolgens de vijandelijke schepen ge bombardeerd. Waarschijnlijk is de Al mirante Cervera getroffen. Later moet nog een schip getroffen zijn, daar men een groote rookkolom waarnam. hoe het met haar was. Ik stelde hem echter gerust en beiden dachten wij niets kwaads. Den volgenden morgen in de vroegte kwam mijn kamenier mij zeggen, dat het in Valeska's kamer zoo buitengewoon stil bleef. Ik voor mij ge loofde echter, dat zij nog sliep, en dat er geen reden was tot bezorgdheid. Doch bij het ontbijt kwam zij ook niet beneden, en vader zond nu eenige lekkernijen naar haar kamer. Marie keerde spoedig terug en zei, dat zij op haar voortdurend kloppen geen ant woord ontvangen had. Nu gevoelde ik eenigen angst en snelde de trappen op. Ik beproefde de deur te openen, doch tevergeefs, en liet nu vader roepen. In een oogenblik was hij bij ons, zijn gelaat was bleek en zijn handen beef den. Eindelijk werd de deur openge broken. Wij vonden de kamer ledig, het bed onaangeroerd. Geen spoor was er van Valeska te ontdekken. Mijn va der verloor bijna zijn verstand. Hij was als vernietigd, doch wilde niet ge- looven dat zij weg was. Waarom en waarheen zou zij gegaan zijn? Er moet haar het een of het ander ongeluk overkomen zijn, verklaarde hij. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1938 | | pagina 1