BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Het vreeselijk geheim, Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens ^emeetrte ^vcsVexv^ 47ste Jaargang Dinsdag 15 Februari 1938 Nummer 4313 ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40. Franco per post Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 1015. Ingez. Med. 30 cl. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling) De Burgemeester-Strandvonder van Breskens roept ter reclame op de recht hebbenden op de hieronder genoemde, door hem geborgen strandgoederen: 1. een leeg vat, gemerkt L. G. F. 2. een vat roode wijn, gemerk. M. 14, Savignon Rouen 3. een vac witte wijn, gemerkt M. L. F. 3145, Blanck 4. een vat roode wijn, gemerkt G. A. N. R./V. R. 4315 5. een vat roode wijn, gemerkt S. E. G. 17369 6. een vat roode wijn, gemerkt G. A. R. N. 4302 V. R. 7. een vat roode wijn, gemerkt C. H. Bruno. Breskens, 12 Februari 1938. de Burgemeester-Strandvonder voorn. J. P. DROST. De gebeurtenissen in Duitschland. In de sfeer van geheimzinnigheid, die om het jongste conflict tusschen de nationaal-socialistische dictatuur en de legerleiding in Duitschland heerscht, zijn wilde geruchten ontstaan, waarover de Wilhelmstrasse zich gebelgd en ver ontwaardigd toont. Uit naam van mi nister Göbbels en van dr. Dietrich, den perschef der rijksregeering, heeft de heer Berndt, de leider der persafdee- ling, tegenover de buitenlandsche jour nalisten deze geruchten „een groteske gruwelcampagne van de ergste soort' genoemd, volgens zijn informaties, „van Joodsch-Poolsche zijde afkomstig en in hoofdzaak niet uit Duitschland". In weerwil van deze qualificacie ver keert de wereld toch nog in het duis ter omtrent wat zich sedert de laatste weken in Duitschland in weikelijkheid FEUILLETON Daar gij nu bepaald voornemens zijt, her huis mijner nicht te verlaten, zoo wilde ik u vragen, of gij niet zou kun nen besluiten, bij ons te blijven niet zoozeer als gezelschapsjuffrouw, maar als vriendin? Wat was ik gelukkig! Mijn blozen en tranen dankten hem. Woorden ston den mij op dat oogenblik niet ten dien ste. De zaak was spoedig geschikt. Ik nam afscheid van mevrouw Brockmann en met opgeruimd gemoed aanvaard de ik mijn nieuwe levenstaak. Spoedig voelde ik mij tot den ouden heer Wer- neck aangetrokken, en bemerkte ik dui delijk zijne ongerustheid over de toe komst zijner dochter, Onophoudelijk sprak hij mij daarover. Gebruik uwen invloed, juffrouw Halm, zeide hij. Als Irmgard niet huwt, komt Allenhof aan een vreemde. Die ge dachte is mij onverdragelijk. Raad haar aan mijnheer Ballerscedt te huwen. Naar mij hoort zij niet misschien luistert zij naar u. heeft afgespeeld, aldus het Algem. Han delsblad. Men zou inderdaad gaarne aan offi- cleele toelichtingen geloof hechten, als men het redelijkerwijze slechts kon. Bovengenoemde désavoueering tracht nog steeds de wereld te doen geloo- ven, dat het jongste ontslag van de Duitsche officieren, van de generaals von Blomberg en von Fritsch en veer tien anderen, „een normaal verschijn sel is geweest: deze generaals zouden gepensioneerd zijn, alleenlijk omdat zij de leeftijdsgrens zoo goed als bereikt hadden. Alle buitenlandsche bladen, tot de meest-gezaghebbende toe, die relaties onderhouden met hooggeplaat ste en betrouwbare personen in het Derde Rijk, zouden hun lezers dus een fantastisch en sensationeel fabeltje heb ben opgedischt, toen zij het ontslag als resultaat van een diepgaand conflict tusschen den radicalen vleugel der na tionaal-socialistische partij en de leger leiding voorstelden en toelichtten. De buitenwereld is ongetwijfeld bereid, elke officieele verklaring, die reeds op het eerste gezicht aannemelijk lijkt, met goed geloof te honoreeren, maar zij kan, met hoe go aden wil ook bezield, niet afdalen tot den staat van kinder lijke naïeveteit, waarin zij aan de offi cieele verklaringen van een bewind, dat zijn eigen pers verbiedt iets mede te deelen of iets te melden zonder voor afgaande opdracht of goedkeuring, bij voorbaat den voorrang geeft boven de mededeeliugen van een vrije pers, die zich tot taak stelt overal vrij en ruim het licht te laten schijnen. De voorstelling van zaken, door den Berlijnschen perschef van het ontslag der generaals gegeven, komt te simplis tisch voor, zoowel wegens het contrast tusschen militair-politieke opvattingen en inzichten, die in officierskringen wor den gehuldigd, en die in de nationaal- socialistische gelederen, als het gewel dige rumoer, dat het ontslag in de ge heele wereld heeft gemaakt. Er is geen enkele reden om niet aan te nemen, dat het ontslag niet de tot dusverre uitgestelde uiting en botsing is van twee levens- en wereldbeschouwingen op één der meest-gevoelige punten van het Duitsche staatsleven. Dit op goede gronden aannemende, behoeft er nog volstrekt geen aanleiding te zijn voor de vele oncontroleerbare wilde geruch ten, die zich naar aanleiding van de botsing en het ontslag verband hou dende, en dat tot deze wilde geruch ten aanleiding heeft gegeven, bestaat natuurlijk niet, in een land, dat geen De zeventiende Januari was Irmgards geboortedag, die dag zou luisterrijk ge vierd worden. Op dien morgen gaf haar vader haar een prachtigen met robijnen bezetten armband ten geschenke, waarin zijn portret gevat was. Toen ze hem kuste, hoorde ik hem zeggen: Gij zoudt mij zoo gelukkig kunnen maken, Irmgard, als gij maar wlldetl Zij schudde treurig glimlachend het hoofd. Gedurende den geheelen dag bemerkte ik aan haar eene koortsach tige gedwongene vroolijkheid. Haar vader stond er op dat zij 's avonds den armband zou dragen. Dien avond werd ik door haar schoon heid als verblind. Ik herinner mij, dat ik haar den armband aandeed. Hij gaat zeer gemakkelijk toe, zeide zij, en hem nogmaals beziende, maakte zij de opmerking, dat het haar toe scheen, alsof de sluiting niet in orde was. Ik kon mij niet vergissen er scheen geene aanleiding te bestaan tot hare opgewondenheid, en toch was zij dezen avond in spanning, haar gelaat gloeide en bare oogcn vertoonden een bijzon deren glans. Toen wij voornemens wa ren de kleedkamer te verlaten, omarm de zij mij. Bertha, zeide zij, zie ik er dan van vrije pers kent, die, wanneer en zoo dra er iets opzienbarends geschiedt, di rect de toedracht der zaak publiceert en aldus aan het in omloop komen van wilde geruchten den pas afsnijdt. Wanneer de nationaal-soc'alistische dictatuur tot de vrije pers in het bui tenland het verwijt richt, dat zij plaats verleent aan dergelijke geruchten en aan haar tegenspraken geen of zeer moeilijk geloof slaat, draagt zij daarvan zelf de schuld. De slechte ervaring, die de ultteraard crltische buitenland sche pers heeft opgedaan, dwingt haar ook een zeer sceptische houding aan te nemen. Het buitenland heeft de qualificatie „campagne van gruwelpro paganda" of: „dat hebben de Joden ge daan" in de practijk Ieeren kennen als een niets zeggenden dooddoener. Ten tijde van de fysieke vervolging van de Joden hebben de officieele organen van de dictatuur de vaak hartverscheuren de relazen, die daaromtrent in de bui tenlandsche pers doordrongen, ook trachten te disqqualificeeren als „gru welpropaganda", terwijl het buitenland beter wist. De toenmalige onthullin gen van den correspondent van de „Daily Telegraph" betreffende de ge heime Duitsche bewapening, hebben de organen van de dictatuur kalmweg geloochend. Er kan zich, waar ter we reld ook, geen feit voordoen, dat de nationaal-socialistische dictatuur van het Derde Rijk riet welgevallig is, of het zijn, zooals men dag-in, dag-uit in de nationaal-socialistische pets kaD lezen, de Joden, die het op hun geweten heb ben. Bij een dergelijke mentaliteit, die den waarnemer iederen dag pijnlijk treft, en die van het axioma schijnt uit te gaan, dat de nationaal-socialisten het monopolie hebben van de waar heid en dat het buitenland een groote bron is van laster en smaad, kan men, bij afwezigheid van goede controle middelen, moeilijk geloof slaan aan de volkomen juistheid van een officieele verklaring omtrent bepaalde gebeurte nissen, die al of niet zijn voorgekomen. De kardinale fout zit natuurlijk in de dictatuur zelf. Europa is thans begif tigd met drie rasechte dictatoren, de bolsjewistische In Rusland, de fascis tlsche in Italië, de nationaal-socialis tische in Duitschland, en de ervaring, die men tot dusverre met deze dicta turen heeft opgedaan is, dat zij bij haar optreden alle de vrije pers hebben on derdrukt en een pers hebben gecre ëerd, die tot taak heeft, de spreekbuis te zijn van de dictators; hun politieke opvattingen te Ianceeren, de feiten voor avond anders uit dan gewoonlijk? Zou iemand, die mij aanziet, kunnen vermoeden, dat mijn hart zoo hevig klopt? Gij ziet er uit, alsof er iets buiten gewoons zal gebeuren, hernam ik. Iets buitengewoons? herhaalde zij. O mijn geliefde, mijn geliefde, als het toch eens zoo warel Die laatste woorden, hoewel zacht gefluisterd, hoorde ik, zij gaven mij veel te denken. Den volgenden morgen zag zij er zeer afgemat en bleek uit. Als gewoon lijk bediende zij aan tafel. Na het ont bijt gingen wij in hare kamer. Zij was zoo met hare eigen gedach ten bezig, dat ik niet tot haar sprak. Zij zat dicht bij het venster en hield hare oogen op het winterlandschap ge vestigd- Van tijd tot tijd ontsnapte een zocht van hare lippen. Zoo verliepen er twee uren, waarna er zachtjes op de deur geklopt werd. Irmgards kamenier kwam binnen. Freule, zeide zij, de houtvester is buiten en verzoekt mijnheer te spreken in eene gewichtige zaak. Tot mijne verbazing werd Irmgards gelaat doodelijk bleek. Zend hem bierheen, Marie, zeide zij zoo ongedwongen mogelijk. Eenlge minuten later verscheen een te stellen, zooals zij dat goed achten, maar ook de vermelding en bespreking van feiten en verschijnselen na te laten, die hun niet welgevallig zijn, of niet in hun politieke opvattingen passen Herhaaldelijk zijn daardoor conflicten ontstaan tusschen de dictaturen en de vrije buitenlandsche pers, die, zich niet storend aan het belang van de dicta tuur of een dictator, publicatie heeft verleend aan datgene wat de dictatuur juist aan het oog van de lezers van de door haar geleide pers heeft willen ont houden. Dat het regiem te Berlijn thans de Fransche en Engelsche bladen weer eens den toegang tot het Duit sche lezerspubliek onthoudt, is teeke nend voor de positie van onmondig heid, waarin dit publiek verkeert. Bij gelegenheden als die, welke thans de verontwaardiging van de nationaal-so cialistische dictatuur gaande maakt, blijkt duidelijker dan ooit, in welke geestelijk-afhankelijke houding een volk staat van de dictatuur, die ten onrech te pretendeert haar hoogste belangen te dienen, maar in bepaalde gevallen de waarheid verdonkeremaant. Hoe is Esperanto ontstaan? li Op een keer werd Zamenhof's op merkzaamheid getroffen door het woord „Svejcarskaja" (Herberg). Daarna las hij op een uithangbord „Konditorskaja" (Snoepwinkel). Dit „skaja' frappeerde hem en het werd hem duidelijk, dat men met behulp van achtervoegsels uit één woord andere kon maken, welke niet apart behoefde te Ieeren. Nu voelde hij vaste grond onder de voeten. Hij begon de woorden met elkaar te ver gelijken en de juiste verhoudingen tusschen hen op te zoeken. Elke dag konden heele series woorden uit het woordenboek worden geschraapt, welke vervangen werden door woorden met een achtervoegsel, dat een zekere be trekking aanduidde. Een groot aantal zuivere stamwoor den, als moeder, mes, smal, arm kon gemakkelijk worden omgewerkt in af geleide woorden. De Romaansche en Germaansche talen leverden hoofdza kelijk het materiaal voor het nieuwe woordenboek. De moderne talen be zitten reeds een groot aantal interna tionale woorden, die bij alle volken be kend zijn. Van deze woordenschat werd een nuttig gebruik gemaakt. In het jaar 1878 was Zamenhof klaar jonge man in groenen jagersrok in de deur en maakte eene diepe buiging. Gij wilt mijnheer spreken, zeide zij. Hij is op dit oogenblik ongesteld. Wees zoo goed mij de reden uwer komst mede te deelen. Zonder te antwoorden haalde hij een klein pakje te voorschijn, en nam er den armband uit, die Ik den vorigen avond Irmgard had willen vastmaken. Ik wilde dit slechts afgeven, freule, zeide de man. Van morgen vroeg had ik iets in het bosch te verrichten en vond hem daar. Ik dacht, dat hij van mijnheer was, omdat zijn portret er in gevat is. Zij keerde zich om. opdat hij het blozen van haar bleek gelaat niet zou bemerken. Haar geheele lichaam beef de. Toen zij weer sprak, was hare stem veranderd, boewei zij zich zooveel mo gelijk Inspande, om hare opgewonden heid te verbergen. Zij nam den arm band aan. Ik zag, hoe hare hand daar bij beefde. Ik ben u zeer dankbaar, zeide zij. De armband behoort mij toe. en het zou mij zeer gespeten hebben, als ik hem niet wedergekregen had. Waar hebt gij hem gevonden? Aan den rand van het bosch, ant woordde de man. Ik moet hem daar verloren hebben. met zijn taal, hoewel deze nog heel wat verschilde van het huidige Esperanto. Nu deelde hij het mede aan eenigc trouwe vrienden. Dezen voelden zich tot het idee aangetrokken en op 5 De cember 1878 werd plechtig het levend- worden der taal gevierd. Op dit feest werd de nieuwe taal gesproken en vol enthousiasme zong men de hymne, waaivan de aanhef luidde: „Vijandschap der volken verdwijn, het is tijd" Zoo eindigde de eerste periode. Zijn vader, die leeraar aan een mid delbare school was, kwam het spoedig te weten. Een collega maakte hem at tent op het werk van zijn zoon en sprak spottend over de droomerlj en dwe perij van den jongen. Vader Zamen hof, die wel begreep, dat het harde leven aan droomers en dwepers geen plaats biedt, verbood zijn zoon verder met die „dwaasheid" te gaan. Woor denlijst en spraakkunst werden zorg vuldig in de kast geborgen. Als hij zich een positie in de maatschappij had veroverd, dan kon hij ermee verder gaan. Teleurgesteld begon Ludovicus zijn studie voor arts aan de universiteit" Zijn vrienden, die door oudere menschen werden bespot, lieten hem in de steek. Hij sprak met niemand meer over zijn taal. Gedurende zijn pl.m. 6-jarige stu die aan de universiteit werkte hij in stilte verder. Aan geen enkel feestje nam hij deel. Droefgeestig sleet hij de mooiste tijd van het leven, de studen tenjaren. Zoo nu en dan luchtte hij zijn hart door het schrijven van een gedicht in de nieuwe taal. Toen hij zijn studie had beëindigd en zijn dokterspraktijk begon, ging hij erover te denken zijn arbeid cpcnbaar te maken. Hij stelde een brochure sa men onder de titel: Internationale taal, voorwoord en volledig leerboek. Hij schreef onder de schuilnaam Dr. Es peranto (de Hopende). Nu begon hij een uitgever te zoe ken. Hierbij maakte hij kennis met de harde praktijk van het leven. Twee jaren zocht hij tevergeefs naar een uit gever. Eindelijk in 1887 kreeg hij hulp van zijn a.s. schoonvader en zijn bro chure ging de wereld in. Men kan be grijpen, hoe hij in spanning verkeerde omtrent de uitslag. Al spoedig kreeg hij uit verschillende landen betuigingen van sympathie. De grootste steun vond hij eerst in Rusland, daarna d Zweed- sche Toeristenclub. AI spoedig ver scheen een maandblad in de nieuwe Gisteren ben ik er voorbijgegaan, zeide Irmgard. Ik kan u niet genoeg danken! En zoudt gij mij nu nog een dienst willen bewijzen? Wat ik kan, zal ik doen, freule, her nam de opzichter met eene buiging. Indien mijn vader het hoorde, zou het hem onaangenaam aandoen, hij zou kunnen gelooven, dat ik aan zijn ge schenk niet bijzonder veel waarde hecht te. Wilt gij er het stilzwijgen over be waren? Zooals gij verlangt, freulel Ik zou er in geen geval over gesproken hebben. Toen zag ik. hoe zij uit haar werk- tasje een goudstuk nam en het hem overhandigde, hij nam het met weer zin aan. Neem het gerust, den vinder komt zijn loon toe, zeide zij, en vergeet uw belofte niet. Zeker niet, freule, verzekerde hij, en verwijderde zich met een beleefde bul- ging. Tot mij sprak zij niet en beiden ver meden wij het elkander aan te zien (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1938 | | pagina 1