BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Het vreeselijk geheim, Verschijnt iederen DINSDAG' en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens 3®^eexv\e 3voe^e- Om de dracht. FEUILLETON Sds.pek/uiM Land- en Tuinbouw. Crisis- Publicatiën. Binnenland 47ste Jaargang Vrijdag 11 Februari 1938 Nummer 4312 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden F 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) 0 Door mij is van den Particulier Sec retaris van H K. Hoogheid Prinses Ju liana het navolgend schrijven ontvan gen. „Paleis Soestdijk, 7 Februari 1938. In opdracht van Hunne Koninklijke Hoogheden Prinses Juliana en Prins Bernhard heb ik de eer hec Gemeen tebestuur, alsmede den ingezetenen van Groede Hoogstderzelven oprech ten dank over te brengen voor de zeer gewaardeerde gelukwenschen Hunne Koninklijke Hoogheden aan geboden, ter gelegenheid van de ge boorte van Hunne Dochter"- Groede, 9 Februari 1938. De Burgemeester van Groede, M. WAGTHO. o Den landbouwers wordt er op ge wezen, dat de Procureur-Generaal bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, aan de Rijkspolitie opdracht heeft verstrekt, tot een verscherpt toezicht op de land- arbeidende paarden, die tengevolge van het gebruik van slechtpassend paardentuig, enz, met z.g. drukwonden zijn behept. DE BURGEMEESTER. Bestuursvergadering van de Ver. tot behoud der Zeeuw- sche kleederdrachten. Dezer dagen is te Middelburg onder voorzitterschap van den heer B. von Brucken Fock een vergadering gehou den van het dagel. bestuur der vereeni- ging tot behoud der Zeeuwsche klee derdrachten. Een ontwerp-wet voor de vereeni- ging, voor te leggen aan de .eerstvolgen de algemeene ledenvergadering, is daar vastgesteld. In beginsel is besloten tot het oprich ten van een kleederdrachtfonds waar uit, zoodra zijn omvang dit zou toe laten bijdragen verleend zouden kunnen worden aan ingezetenen dezer provin Ik stak mijne hand in de holte en haalde er het tasje uit. Terwijl ik het krampachtig vasthield, evenals de de gierigaard zijn geldzak, ijlde ik terug. Op weg naar de ge zelschapszaal nam ik als toevallig uit een dennenguirlande, waarmede alle hoofddeuren versierd waren, een klein takje, en hield het bij het binnenkomen zoolang in de hand, tot dat Irmgard, die van een kleinen stoet aanbidders omringd was, het bemerkte en glim lachte, alsof haar een zware last van het hart gevallen was. Mijne tijdelijke afwezigheid was niemand opgevallen. III. Lieve Bertha, zeide mevrouw Brock- mann. Volg mij naar mijne kamer. Ik wensch- te iets met u te bespreken. Onder eenig voorwendsel ging ik eerst naar mijne eigene kamer, waar heen ik het brief tasje gebracht had, cie, die tot de Zeeuwsche dracht zou den willen terugkeeren, doch om rede nen van geldelijken aard er niet toe kunnen overgaan. In verband met het artikel in de ont- werp-politieverordening voor Middel burg, behelzende een bestrijding van het euvel der opdringerige bedelarij van vrouwen en kinderen in een der Zeeuwsche drachten, werd eenerzijds verheugenis uitgesproken over het voor nemen tot beperking daarvan; aan den anderen kant echter was het bestuur eenstemmig van oordeel, dat verder gaande maatregelen, of een fotografeer verbod, een averechtsche uitwerking zouden hebben. Men heeft immers re kening te houden met het onbetwist bare feit, dat de zeer vele vreemdelin gen, vooral de buitenlanders, die des Donderdags de Middelburgsche markt bezoeken, bepaald fotografeeren willen of zelf gefotografeerd willen worden, met personen in Zeeuwsch costuum. Een algeheel verbod voor het portret- staan der bewuste vrouwen zou zonder twijfel tot gevolg hebben, dat de ge wone boerinnen die ter markt komen, door deze vreemdelingen lastig geval len zouden worden, en dit zou, naar het oordeel van 't dag. bestuur, 't af leggen van de dracht zeker mede in de hand werken. Vervolgens werd gewezen op de wenschelijkheid, dat in advertenties, waarin dienstboden worden gevraagd, er bij wordt gezet: „Liefst in Zeeuwsch costuum", gelijk bv. ook de burgemees HET LAAGST IN PRUS EN BOVENAAN IN KWALITEIT!} (Ingez. Med.) nam het weder uit de kast en verborg het aan mijne borst. In ditzelfde oogenblik kwam ook Irm gard binnen. Toen ik haar het tasje overreikte, bloosde zij hevig. Hoe zal ik u danken? zeide zij met bevende stem. Mijn beste dank is, wanneer ik u verder nuttig kan zijn, hernam ik. Zij boog zich over mij heen en kus te mij. Het is geene overdrijving, wanneer ik zeg, dat ik in dit oogenblik tot de groot ste opoffering voor haar in staat Zou geweest zijn. Hebt gij in de nabijheid van den boom iemand gezien, vroeg ze mij aar zelend Ik antwoordde ontkennend, ik had niets gezien dan de uitgestrekte sneeuw vlakte en de donkere boomen. Zij zuchtte, keek in gedachten naar het tasje en zeide mij toen goeden nacht. Mevrouw Brockmann verwachtte mij in haar beste luim. Ik wil wel eens met u praten, zeide zij. Ga hier zitten. Ik weet dat gij een verstandig meisje zijt, en dat gij daar om ook goed zult begrijpen, hetgeen ik u heb mede te deelen. De geschiedenis is niet lang. Mijnheer Werneck, moet gij weten, is een rijk tersvrouw van Oostkapelle reeds deed. Op deze wijze wordt, zoo oordeelde het dagel. bestuur, ondubbelzinnig tot uit drukking gebracht hoezeer de dracht op prijs wordt gesteld. Wanneer zulks meer algemeen geschiedde, of indien, beter nog, door bijna alle dames de Zeeuwsche dracht beslist werd ver langd, dan zou ook dit voor het behoud van het costuum een factor van betee- kenis kunnen worden. Ons dagelijksch brood. Tarwe en rogge zijn in hoofdzaak de gewassen welke ons het dagelijksch brood leveren. Men zou denken, dat aan de teelt van deze gewassen, welke van zoo enorm groot belang zijn in onze samenleving, toch wel alle mogelijke zorg besteed zal worden. Dat de verbouw etvan toch wel terdege in orde zal zijn. In waarheid is dit echter niet zoo, op sommige plaatsen kon de oogst veel beter, op vele plaatsen beter zijn. De graanteelt is toch met groote schreden vooruitgegaan, hoor ik zeggen. Dit valt inderdaad niet te ontkennen. De soorten zijn veel verbeterd, aan de bestrijding van ziekten wordt, voor zoover mogelijk, aandacht geschonken. Daarbij heeft het machinale uitzaaien, enz. er veel toe bijgedragen de graan teelt op een hooger peil te brengen. Een ding is echter nog altijd niet zooals het behoort, de bemesting. Hoe wel men met de bemesting niet alles dwingen kan en andete factoren zijn (zie boven); op de bemesting valt nog zeer veel te verbeteren, vooral de stik stofbemesting is het welke maar al te vaak in het gedrang komt. Kali en fosforzuur zijn onontbeerlijk, maar men vergete niet, dat het dan de stikstof is die het werk van deze moet aanvullen en de graanzakken vol moet maken. Een intensieve graanbouw is zonder een flinke stikstofbemesting niet moge lijk. De kosten hieraan verbonden zijn door de tegenwoordige prijzen der stik stofmeststoffen niet hoog. Neen, ma ken wij een kleine berekening dan zien wij hoe gauw een stikstofbemesting door de meeropbrengst aan graan be taald wordt. Van groot belang is ook de soort der stikstofmeststof en de tijd van uit- strooiïng. Waar het hier over zoo uiteenloo pende teelten, tarwe en rogge gaat, man. Zijn landgoed Alleuhof werd hem door zijn neef, Willem Werneck, nage laten, maar zoo, dat het slechts dan op zijne eenige dochter overgaat, wanneer zij vóór haar vijfentwintigste jaar huwt Willem Werneck had groote plannen en wilde in Allenhof den grond leggen van eene voortdurende famib'ebezitting. Wanneer Irmgard binnen den vastge- stelden tijd niet tot een huwelijk be sluit, dan komt het goed na den dood van den tegenwoordigen landheer aan een verren bloedverwant. Begrijpt gij zulks? Mijn neef blijft in allen geval eigenaar tot aan zijn dood. Wanneer zijne dochter vóór haar vijfentwintigste jaar huwt, wordt zij erfgename, zoo niet, dan wordt die bloedverwant land heer en zij ontvangt een kleine jaar- rente. Dat is een zeer zonderling testamentl merkte ik op. Mevrouw Brockmann glimlachte. Willem Werneck stelde niet veel ver trouwen' in de vrouwen, zeide zij. Hij meende, dat zij steeds het tegendeel doen van hetgeen van haar verlangd of verlangd wordt. Zijn wensch was, dat de Wernecks op AUenhof eene groote familie zouden worden, en hij geloofde stellig, dat Irmgard zeker niet zal huwen, wanneer zij de overtuiging willen wij in dit artikeltje geen bepaal de soorten en hoeveelheden noemen, iedere landbouwer kan het beste be- oordeelen hoeveel voor zijn grond en omstandigheden het beste is. Strooi de stikstofmest tijdig, wacht niet tot het gewas door een holle stand teeke nen van stikstofgebrek geeft. Zoodra in het vroege voorjaar het weer gun stig is, moet het gewas voldoende ge makkelijk opneembare voedingsstoffen ook stikstof ter beschikking hebben, die men als kalksalpeter of kalkammon-, salpeter of zwavelzure ammoniak kan geven. Dus nogmaals naast fosforzuur en kali is een flinke gift stikstof ter ver krijging van een ruime oogst der granen, welke ons het dagelijksch brood leve ren noodzakelijk. Teeltheffing late aardappelen 1938 Werkgevers, die aan hun arbei ders een stukje aardappelland, al of niet gratis, in gebruik geven, zullen ge acht worden zelf verbouwer te zijn van die aardappelen, indien de betrok ken arbeiders geen hoofden van ge zinnen of kostwinner zijn. In tegenstelling met vroeger moet de werkgever dus in 't vervolg op zijn eigen naam een teeltvergunning bezit ten voor het aardappelland, dat hij aan bedoelde arbeiders, (geen hoofden van gezinnen of kostwinners) in gebruik geeft. Alleen die arbeiders, die hoofd van een gezin of kostwinner zijn, zijn even als voorheen zelf aansprakelijk voor de eventueel verschuldigde teelthefflnh. Het Dag. Bestuur kan in bijzondere gevallen van bovenvermelde regeling af wijken. De Landbouw-Grlsis-Organisatle voor Zeeland Prinses en Prins naar lndië? Reeds meer dan een jaar geleden is het vermoeden geopperd, dat Prinses Juliana en Prins Bernhard na hun hu welijk een reis zouden ondernemen naar Nederlandsch-lndië. Sedertdien heb ben meermalen nog geruchten hierom trent de ronde gedaan doch positief waren zij veelal geenszins. Thans weet het Alg. Indisch Dag- heeft, dat zulks van haar verlangd wordt De ondervinding heeft hem nog niet gelogenstraft Irmgard is reeds tweeën twintig jaar en nog ongehuwd? Waarom huwt zij dan niet? vraagde ik. Ja, waarom niet? Dat is juist de vraag. En het antwoord is, mijn Inzien, dui delijk genoeg omdat men verlangt, dat zij huwt. En nu herhaal ik, Bertha, gij zijt een verstandig meisje, en nu verzoek ik u dringend uwen Invloed op Irmgard ten goede aan te wenden. Nu, lieve Bertha. Irmgard bemint u reeds. Wilt gij nu, wanneer gij meer met haar vertrouwd geworden zijt uw best doen Irmgard over te halen een be sluit te nemen óf voor mijnheer Von Ballerstedt óf voor den kapitein? Ik wil het, wanneer zij op haar vijf entwintigsten jaardag nog ongehuwd is, zal zulks het hart van haar vader bre ken, ja, wanneer het zoo voortgaat, komt het er zeker toe. Het zal zijn leven verkorten, daarvan ben ik over tuigd. Ook mijn neef stelt groot ver trouwen in u, Bertha! Doe dus uw best bij Irmgard. En nu goeden nachtl Ik dank God, dat ik geen dochter heb, Een zeldzaam Jubileum. Woensdag 16 Februari zal het vijftig jaar geleden zijn dat de Heer Phillppus Hellebrand in dienst trad bij de destijds te Oostburg gevestigde Apotheek van den Heer F. Plankeel. Ook onder diens opvolger, Dr C. Prey en den tegenwoordigen Apothe ker C. Fourdraine bleef hij de apotheek trouw, waar zijn diensten altijd zeer op prijs gesteld werden. Vanaf 1888 heeft hij met ijver en nauwgezetheid assistentie verleend en doet nog dagelijks met opgewektheid zijn werk, tot groote tevredenheid van ieder. Zijn vrouw heeft hem steeds trouw terzijde gestaan en geniet, evenals de 74-jarige jubilaris, een goede gezond heid. Wij hopen, dat het hem nog jaren vergund mag zijn. in volle kracht en opgewektheid terug te zien op dit zoo arbeidzame leven. blad te melden, dat de reis doorgaat. Het Prinselijk paar zou In April van het volgend jaar scheep gaan naar de Oost, terwijl het niet onmogelijk Is, dat de terugreis wordt gemaakt via Ame rika. Boter. De heffing en de steunuitkeering op boter is, behouden tusschentljdsche wij ziging, voor de week van 10 tot 17 Februari onveranderd vastgesteld op 65 cent per K.G. die mij mijne rust kan ontrooven. Verwarde gedachten over Irmgard en hare aanbidders vervolgden mij, tot Ik in een diepen slaap viel waaruit ik werd gewekt door de bleeke stralen der wintermorgenzon en het gelui der kerstklokken. De kerstdag was aange broken en zoo mogelijk nog schooner dan de hem voorafgegane kerstavond. Gaarne zou ik, indien de uitgebreid heid van mijn verhaal het toestond, nog langer bij deze schitterende kerstvie ring vertoeven, doch het zou den le zer vermoeien. Al dien tijd sloeg ik Irmgard voort durend gade, maar geen enkel teeken verried mij, dat zij een der beide hee- ren boven den ander bevoorrechte. Nu eens schaakte ze met den een, dan zong zij weer met den ander aan de piano, nu eens danste zij met dezen, dan met genen. Op zekeren morgen kwam de land heer bij mij en deelde mij mede dat mevrouw Brockmann voornemens was, aan het einde der kerstweek, Allenhof te verlaten. Hij zag mij daarbij met eene zekere angstige uitdrukking aan. Mejuffrouw Halm, zeide hij plotseling, mijne dochter heeft u liefgekregen. Zij gevoelt zich, als er geene gasten zijn, zeer eenzaam. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1938 | | pagina 1