BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
3®xueext\e 3voe^e-
Een Schoonheidsprinses.
Kring Oostburg der Z. L. M,
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
Bestaat er een uitweg
uit de Agrarische crisis?
FEUILLETON
47ste Jaargang
Dinsdag 21 December 1937
Nummer 4298
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden 1.25 Buiten Breskens per drie maanden 1 1 40
Franco per post
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling)
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L Postgiro 50895
PPg In verband met het Kerstfeest
zal Dinsdag a.s. ons blad NIET ver
schijnen.
DE REDACTIE.
-0
In verband met de komende feest
dagen, zal de gemeente-secretarie, be
halve die dagen, tevens Maandag 27
December gesloten zijn. Op laatstge
noemden dag evenwel geopend voor
aangiften burgerl. stand van 11-12 uur.
De stedeling neemt de agrarische
crisis meestal niet in haar geheelen om
vang waar. Wel weet hij, dat de koop
kracht in het dorp aanzienlijk gedaald
is, maar slechts zelden maakt hij zich
een concrete voorstelling van den nood,
die op het platteland heerscht. Dat
deze nood in Nederland, afgezien van
sommige districten, iniusschen aanzien
lijk minder groot is dan in andere dee-
len van de wereld, Is wel in de eerste
plaats te danken aan het feit, dat onze
boeren reeds vroeg zijn overgegaan tot
moderniseering van hun bedrijven en
zich de noodige organisaties hebben
geschapen, terwijl de regeering harer-
zijds den landbouw, waar zulks noodig
is, zooveel mogelijk steunt.
In de steden is men er nog altijd
van overtuigd, dat het den boer nim
mer slecht kan gaan, zoolang hij zijn
grond nog maar bezit. De waarheid
is echter, dat in vele landen de grond
den boer tot een last geworden ls.
waarvan hij zich het liefst zou willen
ontdoen, indien hij maar wist, wat daar-
na te beginnen. En zoo houdt hij onder
groote offers in stand, wat hij op grond
zijner traditie niet vermag op te geven.
Anderzijds zien wij, dat boeren met
minder oude en sterke tradities, zoo
als n.l. in Amerika, inderdaad hun farms
verlaten. Ze laten hun bedrijven een
voudig liggen, want koopen doet nie
mand ze. Het dorschen van den oogst
is ook nog slecht loonend, wanneer
20,
Naar het Engelsch.
Beste Fifi,
Toen ik gisteren bij Baring aan
liep, vond ik daar iemand, die zoo
zeer onder den indruk was van het
portret, dat hij dringend verzocht,
om voorgesteld te worden aan het
origineel. Het is een kapitein Des-
mond O'Regan, die gewond terug
gestuurd werd na het beleg van
Mafeking. Ik heb hem geïnviteerd
op Cartwright's particuliere ten
toonstelling, morgen om drie uur,
in ons atelier. Zou je hem graag
ontmoeten, dan verwacht ik je.
Louis.
Zonder dat ze het zelve merkte,
gleed de brief haar uit de handen. Ze
liep naar de spiegel en sprak tegen
haar eigen beeltenis in een extase van
bewondering en genot.
men daartoe geen vreemde arbeidskrach
ten noodig heeft. Vele Amerikaansche
farmers leven derhalve op het meest
primitieve peil. Zij consumeren nog
slechts de levensmiddelen, welke in hun
eigen bedrijf worden vervaardigd. Alle
comfort komt daarbij langzamerhand
weg te vallen. De menschen leven van
grof brood, spek en aardappelen.
En wanneer reeds het rijke Amerika
dergelijke toestanden kent, hoeveel te
meer dan nog armere landen zooals
Italië, Hongarije, Romeniê!
Mussolini verklaarde onlangs: .Tot
ons geluk is het Italiaansche volk niet
gewoon, meermalen per dag te eten."
De Italiaansche leider geeft dus den
nood in zijn land openlijk toe. Aan
commentaar daarop ontbreekt het niet.
De ambtenaren trachten de oude
„polenta", de maïspap, weer in eere
te herstellen Vleesch en brood „kan
en mag" de Italiaansche boer niet eten,
indien hij er economisch bovenop wil
komen.
In een Hongaarsch tijdschrift zag men
de foto van een paard, dat men met
het volgende 'briefje om den hals ge
bonden op een weg gevonden had:
„Ik heb met dit paard het herfst-
werk verricht. In dezen winter heb Ik
echter geen voeder voor het beest.
Niemand wil het koopen en dooden
wil ik het niet. Misschien kan er iemand
gevonden worden, die het voedert."
Over een kleine dorpje van 2000 in
woners in Hongarije schrijft de „Pes
ter Lloyd": „In het geheele dorp komt
nog slechts een enkele courant. Geld
heeft men in het dorp in het geheel
niet meer. Langzamerhand heeft men
zich dan ook afgewend, in geld te re
kenen."
Dezelfde toestand heerscht in Boel-
garije. Een te Sofia verschijnend blad
schrijft het volgende:
„Arme boerinnen koken hun eten
op het vuur van rijkere buurvrouwen.
Het water, dat de welgesteldere voor
de aardappelen gebruikt heeft, doet nog
dienst in twee of drie andere hutten,
om bij het koken zout te besparen. En
evenzoo gaat het met waschwater; men
gooit het sop niet meer weg, maar geeft
het aan de buurvrouw, totdat het wa
ter tenslotte zwart als roet is.De
sterfte onder de zuigelingen neemt sterk
toe. De boeren koopen geen kleeding
meer en kunnen hun materiaal niet meer
vernieuwen."
Daaruit blijkt, dat in den landbouw
van deze landen reeds toestanden be
reikt zijn, die wij ons nauwelijks kun
nen voorstellen Overigens is deze toe
stand natuurlijk niet overal zoo hope
loos. Maar dat deze ook in West-
Kapitein Desmond O'Regan I
Prins van Rathifin1 Ja, natuurlijk
ga ik!
HOOFDSTUK XI.
Desmond en Narcissa hadden elkaar
precies een week gekend, wat hun
belden één geluksdroom leek. Mrs.
Gherstey, die een schitterend huwelijk
voorzag voor haar gezelschapsdame, was
bijzonder inschikkelijk, terwijl Narcissa
zelve leefde als in een roes. De titel,
waarnaar zij zoozeer verlangde, scheen
nu dus binnen haar bereik en de per
soon zelve viel ook zoo in haar smaak;
hoe langer zij hem kende, hoe meer
zij voor hem voelen ging; maar na
tuurlijk, zijn titel en zijn bezit wa
ren geen geringe factoren.
En Desmond zelf Zóó goed had zij
weten komedie te spelen, dat, ofschoon
de liefde straalde uit zijn oogen, hij
haar toch niet van dit gevoelen durfde
spreken. Want als zij zijn aanzoek nu
eens afsloeg 7Hij was immers nog
in het geheel niet zeker van haar.
Mrs. Chertsey, die de opvatting was
toegedaan: „beter éèn vogel in de hand
dan tien in de lucht", schreef den ka
pitein een vriendelijk briefje, om hem
uit te noodigen voor den lunch.
Europa niet rooskleurig is, blijk; wel
uit het feit, dat de deurwaarder in het
dorp een steeds trouwer gast wordt.
De algemeene verarming is in de
steden zeker veel minder sterk dan op
het platteland. En deze verarming, die
tot uitdrukking komt in de vernietiging
van levensmiddelen, is wellicht nog min
der tragisch dan de lamlegging eener
maatschappelijke orde, waaraan vele
eeuwen gebouwd is.
De prijzen daalden zoo snel, dat de
boeren in vele landen hun noodige ge
reedschappen niet meer konden ver
nieuwen. Dit moet op den duur tot
een degradatie van het agrarisch werk
leiden. Wanneer de boer voor zijn
moeite niet meer een loon, dat in over
eenstemming is met dat van den ste
deling, ontvangt, dan wil dit zeggen,
dat zijn werk maatschappelijk minder
hoog geschat wordt. Het werk van
den boer wordt daarom zoo laag ge
waardeerd, wijl de stedelijke arbeiders
reeds lang voor hun werk de hulp der
machines gewonnen hebben, terwijl op
het platteland nog dikwijls volgens oude
methodes gewerkt wordt.
Deze omstandigheid is des te tra
gischer, wijl hieronder ook moderner
bedrijven, die hun arbeiders gaarne een
beter loon zouden betalen, te lijden
hebben. Wanneer er nog millioenen
boeren zijn, die zichzelve en hun fami
lie voor de ploeg spannen, kan de trac
tor natuurlijk niet concurreeren.
Zoolang de menscbelijke arbeid zoo
laag gewaardeerd wordt, als dit op het
oogenblik in den landbouw van vele
landen geschiedt, zal de platcelandsbe
volking niet in betere omstandigheden
komen te verkeeren.
De fetisj voor den boer is in vele
landen zijn bezit aan grond. Deze fe
tisj dwingt hem, den bodem te bewer
ken al zijn de prijzen nog zoo laag.
In de Middeleeuwen kon de boer
zijn grond verlaten. Vond hij opname
in een stad, voor men hem ving, dan
was hij vrij en werd paalburger. Stads
lucht maakt vrij", was een oud rechts
principe. Op het oogenblik kan hij dat
niet meer doen. In vele staten houdt
immer de honger hem aan zijn grond
vast. Hij is aan zijn bodem gebonden,
maar dat is geen voordeel, zooais men
gaarne vertelt. Misschien is het zelfs
wel de oorzaak van de verarming van
het landvolk.
Het is niet waar, dat wij te veel pro-
duceeren. De menscheid is beslist in
staat, nog veel meer te consumeeren.
Men produceert slechts op de ver
keerde plaats Men produceert niet
de juiste waren en met de juiste met
hodes. Men duldt het, dat de arbeids
Dan zal ik wel zorgen, dat lk er
niet ben, dacht zij, dat ik per telegram
ergens ontboden word, in een heel
ander deel van de stad. En als het dan
nog niet iets tusschen hen geworden
is tegen den tijd, dat ik terug ben, dan
is mijn naam niet Mathilde Chertsey
Dat zou me toch een overwinning zijn
voor Narcissa en ik hoop, dat ze dan
niet vergeten zal, dat ze dit geluk voor
het grootste deel aan mij te danken
heeft
0
Toen Mrs Chertsey aan den bewus-
ten lunch was weggeroepen, had Nar
cissa dit „vreeselijk jammer" gevonden.
Intusschen was zij een allerinnemend
ste gastvrouw geweest en ze had er
met recht betooverend uitgezien in een
lichtgroen toiletje, aan hals en mouwen
versierd met de fijne, eigen gemaakte
kant.
Desmond vond haar onweerstaanbaar
en het stond bij hem vast, dat hij haar
nu toch voor zich winnen zou.
Louis zal nu zeker gauw komen,
zei ze, toen de luch afgeloopen was.
Hij wil mijn portret een anderen
titel geven. Hij zal dit noemen: „Een
Iersch Boerinnetje" en dan zal hij een
ander maken, in wit satijn en juweelen
kracht, een van de hoogste goederen,
die wij bezitten, in een van de belang
rijkste ressorten van het menschelijk
scheppen geheel ontwaard wordt. En
dit, wijl men niet den moed heeft, met
oude voorstellingen te breken.
Men moet den boer niet op zijn
eigen grond isoleeren, maar hem voor
zien van moderne techniek, bevruch
tingsmethodes, moderne cultures. Geeft
het niet te denken, dat alle takken van
landbouw, die niet den looden last der
oude arbeidsmethoden met zich slee
pen, er het best voor staan?
De sinaasappelcultures in Palestina,
de bananenplantages in Amerika zijn
daar voorbeelden van.
Het geheim daarbij is echter, dat
deze ondernemingen volgens de ver
standige principes van het zoo dikwijls
vervloekte kapitalisme en niet volgens
de verouderde methodes van denklei
nen bezitter gesticht werden.
Het ware in zeer vele landen zeker
wenschelijk, dat men den boer werk
en wel loonend werk in plaats van be
zit zou geven, temeer waar dit bezit
dikwijls toch slechts een illusie is en
credietinstellingen zich veeleer eigenaar
van den grond kunnen noemen dan de
boer.
o
Vrijdagmiddag had bij den heer M.
A. Mabesoone te Oostburg de Alge
meene Vergadering plaats van de Kring
Oostburg der Z. L. M. onder leiding
van den Voorzitter, de heer A. Leen-
houts.
In zijn openingswoord deelt de Voor
zitter mede, dat de heer G. J. Ruiter
te Knijpe telefonisch had medegedeeld
wegens ziekte niet te kunnen over
komen om zijn aangekondigde lezing
over „Doel en streven van Landbouw
en Maatschappij" te houden.
Na lezing en goedkeuring der no
tulen van de vorige vergadering, deelt
de Voorzitter mede, dat de gehouden
Tentoonstelling in de Beurs van Zaai
granen, enz., uitgaande van de Vereen,
van Oud-Leerlingen, in samenwerking
met verschillende andere organisaties,
een succes is geweest en aan het doel
heeft beantwoord.
Hierna zou de aangekondigde lezing
„Doel en streven van Landbouw en
Maatschappij" gehouden worden, welke
nu moet komen te vervallen door ziekte
van spreker.
Dit is zeker voor velen een groote
en dat zal hij dan noemen: „Een Iersche
Prinses".
Desmond sprong op. Zij was juist
bezig, enkele goudkleurige chrysanten
in een groenkleurige vaas te schikken,
toen hij haar handen in de zijne sloot
en haar diep in de oogen kijkend, zei:
Miss Ivers ICissa Luis
ter eens naar mij: ik heb u wat te
zeggen.
Watwat bedoelt u vroeg
ze, schijnbaar ten zeerste verrast.
Nog inniger sloot hij haar handen in
de zijne en leidde haar naar de sofa.
O, Cissa, ik moet je wat vragen.
Is Breslau de eenige die je tot een
Iersche prinses kan maken 7 Cissa,
ik heb je lief I Mag ik je in waarheid
tot prinses maken Ik heb al liefde
voor je opgevat, toen ik je foto zag
bij die arme Nancy aan den muur. Je
gelaat is mij steeds voor oogen geble
ven in de Transvaal. Cissa, wil je mijn
prinses, wil je de mijne worden?
Dus u meent
Ja, Ja, liefste I lk weet, wat je
bedoelt. Ik heb je overrompeld 1 Ver
geef 't mij kindje I Maar wij militai
ren
Ze sloeg de oogen op, die lieflijk
violetblauwe, en wat hij daarin las, was
tegenvaller geweest gezien de groote
opkomst.
De heer J. D. Dorst, Secretaris der
Z. L. M. hield hierna een lezing met
als onderwerp: „De huidige positie van
de Landbouw, vergeleken met andere
bedrijven in Nederland."
Spreker begon met de crisis der 90er
jaren, het opleven der prijzen, de ab
normaal hooge prijzen tijdens de oor
logsjaren, waarna de inzinking kwam.
De crisis begon met de tarwe, het
groote product van de wereldmarkt.
Daarna de veehouderij en de industrie.
Spreker meent dat een periode is
ingetreden van langdurig lage prijzen,
welke niet zonder ingrijpen van de Re
geering kan herstellen.
Vergelijkend de toestand van 1929
met thans komt men tot de slotsom,
dat de prijzen der Landbouwproducten
zeer laag waren en besloot de Regee
ring in 1930 steun te verleenen. Thans
7 jaar later, in 1937, bestaat er ver
schil van eenheid. Deze is, wat de
steun betreft, verre te zoeken. Er is
een chaotische verwarring. De eene
wil afschaffing van mengverbod, de
ander van aardappelsteun, enz., terwijl
anderen deze willen gehandhaafd zien.
Er is geen eenheidsfonds, hetwelk
de economische positie nog ongunsti
ger maakt. De eenheid in steun is
verre te zoeken, men stond er nog
nooit zoover af als heden. En deze
eenheid is zeer noodig voor hulp van
de Regeering. Minister Colijn heeft het
in een vergadering van de Midden
standsbond zoo duidelijk naar voren
gebracht, dat, wil men hulp van de
overheid, men danzorge dat men een
doeltreffende organisatie heeft, die
eenheid op den voorgrond stelt.
De tegenstanders van de Landbouw
steun hebben wél eenheid, zij staan
thans hechter als vroeger.
Verschillende vereenigingen hebben
bezwaar tegen de landbouwsteun, niet
tegen den vorm, maar steun als zooda
nig.
De middelen die men daarvoor ge
bruikt zijn niet edel. Wanneer er geen
einde komt aan de verdeelde meenin
gen in de Iandbouwkringen, bewijzen
zij den landbouw een slechten dienst
en de tegenstanders maken hier een
dankbaar gebruik van.
Dat de kosten voor levensonderhoud
hoog zijn, doet nog steeds opgeld en
de landbouw moet prijs gegeven wor
den aan andere bedrijven.
Wij moeten zorgen, dat onze goede
belangen uitgaan van een groote or
ganisatie, die eenheid betracht.
Wij moeten niet blind zijn voor elke
verhooging van productie waardoor de
hem voldoende.
Het volgend oogenblik sloot hij haar
ontstuimig in de armen.
Toen Mrs. Cherstey terugkeerde in
groote spanning over den afloop, ging
zij onmiddellijk naar de keuken en
overviel Selina daar verdiept fn een
stuiversroman.
O, Madam, wat doet u mij schrik
ken Wat denkt u, dat er gebeurd is,
terwijl u weg was?.... De kapitein
heeft Miss Ivers gevraagd 1Ja,
ja, zoowaar 1Toen ze den lunch
gebruikt hadden, ging ik nog even den
Queen-Anne trekpot halen en daar
zag ik ze zoo innig
Maar, Selina 1 Daar kijk ik nu
toch van op 1
Ja, en nu zijn ze uitgegaan om
de rest van den dag samen door te
brengen.
Zorg nu, dat ik thee krijg, Selina,
en stoor mi| dan niet tot zes uur. Ik
ga eerst wat rusten. Dan bak je mij
een coteletje. Ik zal mij vanavond op
een voorstelling in den schouwburg
tracteeren. Ik geloof niet, dat we Miss
Ivers vóór bedtijd terug zullen zien.
Als je maakt, dat alles klaar staat voor
het souper, dan mag je wel een paar
uur uitgaan. (Wordt vervolgd)