BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Een Schoonheidsprinses, Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens FEUILLETON 47ste Jaargang Vrijdag 10 December 1937 Nummert 4295 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden 1 1 40 Franco per post Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels fO,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regeb f 0.40 (bij vooruitbetaling) Wekelijksch Overzicht. o De politieke omwentelingen, welke in de laatste jaren in sommige landen hebben plaats gehad, hebben ons land, dat van oud? her voor allen die om po litieke redenen uit hun vaderland wer den verdreven, heeft opengestaan, met vreemdelingen als het ware overstroomd. Velen van deze vreemdelingen konden in den loop der jaren in óns land een bestaan vinden en het is dan ook niet te verwonderen, dat zij er naar gingen verlangen, geheel in onze volksgemeen schap te worden opgenomen, m.a.w. het Nederlandsche staatsburgerschap te verwerven. Met het wassen van den vreemdelingenstroom nam ook het aan tal naturalisaties toe. Voor een .klein en dichtbevolkt land als het onze mee zijn hoog en blijvend werkloosheids percentage is dit een niet onbedenke lijk verschijnsel. Niet alleen, dat de tallooze aanvragen om naturalisatie de regeering de handen vol werk gaven, doch naarmate het jaarlijksch getal na turalisaties groeide, ontstond in steeds breeder kring een gevoel van ongerust heid over den omvang van dezen be volkingsaanwas van bui.tenaf. Deze on gerustheid, die bij herhaling zoowel in de Eerste als in de Tweede Kamer van onze volksvertegenwoordiging onder woorden is gebracht, betrof vooral de wijze, waarop de naturalisatie-aanvragen werden behandeld en onderzocht. Men meende twijfel te mogen uiten aan de grondigheid, waarmede elk geval op zichzelf werd onderzocht en vreesde, dat als gevolg van te lichtvaardige toe lating tot het Nederlandsche staatsbur gerschap minder gewenschte elementen in ons volk worden opgenomen. Reeds onder den vorigen minister van Justitie werd in verband hiermede door ver schillende leden aangedrongen op groo- ter uitvoerigheid en het vermelden van meer bijzonderheden over de betreffen de personen in de voorloopige versla gen betreffende naturalisatiewetsont werpen. Wat dit laatste verzoek betreft, heeft de huidige minister van Justitie in zijn memorie van antwoord op het voor- loopig verslag aan de Eerste Kamer over een der laatste naturalisatieont- werpen de ongewenschtheid van groo ter uitvoerigheid in een publiek stuk als een voorloopig verslag uiteengezet. Wel wordt er in den laatsten tijd tot op zekere hoogte aan het verzoek om meer bijzonderheden betreffende den levensloop der aanvragers voldaan, doch in het belang van de verzoekers moet 17. Naar het Engelsch. Wat zij niet wist, was, dat de „fee" stoutmoedig door de ijzeren deuren mar binnen gegaan was en dat ze de sjaal teruggeslagen had van het gelaat, zoodat het prachtige roodblonde haar als een gouden sluier over haar schou ders viel. De ruime, vierkante entrée-hall was behangen met wapentuig. Op den groo- ten, granietsteenen haard flikkerde een oplaaiend houtvuur. Haar hart klopte onrstuimig; haar wangen gloeiden en zoo zag zij haar beeld weerkaatst in den enormen spie gel, terwijl zij het eenige was, dat leefda, te midden van die pracht van marmer en staal. Door dezen hall betrad zij, door een corridor, den binnenhall, die een eikenhouten vloer had, belegd met dierenhuiden. Aan de wanden hingen familieportretten. De lange, eikenhouten tafel stond ge hierbij de noodige beknoptheid worden betracht. Teneinde ongewenschte ele menten te mijden, wordt echter tegen woordig wel scherp toegezien, dat de verzoekers geen politieke activiteit aan den dag leggen. Onderscheid naar ras of celoof wordt anderzijds bij de be handeling der aanvragen in ons land niet gemaakt. Deze laatste verzekering gaf de minister in zijn memorie van antwoord aan de Tweede Kamer. Daar in wordt tevens gezegd, dat de groote toeneming van het aantal aanvragen in de laatste jaren een achterstand in de ontwikkeling had veroorzaakt, welke thans echter door uitbreiding van het ambtenarencorps kan worden ingehaald. Als gevolg hiervan zullen in 1937 ver moedelijk ongeveer 1800 vreemdelin gen genaturaliseerd worden. Wat de belasting van de arbeidsmarkt betreft, merkt de minister in de memorie nog op, dat met het oog daarop elk geval nauwkeurig wordt onderzocht en dat hieromtrent zoo noodig overleg met den minister van Sociale Zaken zal worden gepleegd. Ook in ander opzicht geven de vreemdelingen onze regeering de han den vol werk. De Spanjaarden, aan hangers van Franco, die in ons land gastvrijheid hadden gevonden en op eerewoord ons land niet te zullen ver laten, door de regeering in verschillende plaatsen worden gehuisvest, hebben voor een deel misbruik gemaakt van het in hen gestelde vertrouwen. Uit Eindhoven, Zeist en Den Haag heeft een aantal der geïnterneerden weten te ontvluchten en de overblijvenden moeten nu voor den woordbreuk hun ner landgenooten boeten. In de her haalde ontvluchtingsgevallen heeft de regeering namelijk aanleiding gevonden, de nog in ons land verblijvende Span jaarden in verzekerde bewaring te stel len. Een voor onzen landgenoot en zijn vele aanhangers even onverwacht als ontijdig einde heeft de met zooveel spanning gevolgde schaakmatch om het wereldkampioenschap schaken. Want practisch is de wedstrijd met de 25ste partij, die Aljechin een voorsprong be zorgde, welke door Euwe niet meer in te halen is, thans gewonnen en daar mede heeft de Fransch-Russische schaakmeester zich weer in zijn vollen luister hersteld en op overtuigende wijze den wereldtitel heroverd. De hulde, die hem deswegen Dinsdag avond in den Haagschen Dierentuin ten deel viel, was spontaan en welge meend, en welverdiend. Onze ge slagen landgenoot, die in de geheele dekt voor twee personen. Het couvert aan het uiteinde was zeker voor den gast. Door een sterke aantrekkingskracht bleef haar blik gevestigd op een portret, dat zij onmiddellijk herkende als het origineel van het gelaat, dat haar op Merrion Square zoozeer getroffen had. Dit was dus Desmond O'Regan! Op de teenen sloop zij naderbij. Ja, dat was het knappe, edele gelaat met het lokkige haar, dun welgevorm- den mond en de van kracht getuigen de kin. In den salon op Merrion Square had hij 'n knap militair geleken, zonder meer; maar hier onder de portretten van zijn vooroudets was hij allereerst een na komeling van een eeuwenoud geslacht. In haar verhitte verbeelding zag zij den Hall vol gasten; zij was er de stra lende gastvrouw, hij de hoffelijke gast heer. In het kasteel zouden de oude tradities herleven. Het zou tot iets eenigs worden. Op aller lippen zou de naam zijn van de schoonheidsprinses van Rathifinl Daar naderden voetstappen. Het ge- klipklap van zware stokken op een hou ten vloer. Een oude heer met zilver wit haar en gebogen door rheumatiek leunde op den arm van zijn knecht. schaakwereld en ook daarbuiten als een toonbeeld van sportiviteit bekend staat, toonde zich op dezen avond op nieuw in al zijn grootheid van „goed verliezer" door onbevangen en oprecht als eerste aan de huldiging ([van den nieuwen wereldkampioen deel te nemen. Dat dr Euwe, al is hij dan een gesla gen kampioen nog geenszins een „ge slagen man" is, bewees hij in zijn korte radiotoespraak tot schakend Ne derland, waarin hij de toezegging deed, dat hij met een jaar of vier, vijf „wel meet van zich zal laten hooren". Schaak- lievend Nederland zal dus eenige jaren geduld moeten oefenen, wat de ver richtingen van den vaderlandschen fa voriet betreft, doch het zal in dien tusschentijd ongetwijfeld nog veel te genieten krijgen van den nieuwen titel houder, die, strijdlustig als hij is, zeker zijn uiterste krachten zal inspannen om zich zoo lang mogelijk in zijn nieuwe waardigheid te handhaven. Ministers op reis. Hoewel het jaargetij weinig tot rei zen noodt, tenzij men dan de oorden van de wintersport wil opzoeken, laten de Europeesche politici er zich niet van weerhouden, tochten naar verre landen te ondernemen. Daar is b.v. de Fransche minister van buitenlandsche zaken Delbos, die, na nog kort geleden in Londen belangrij ke besprekingen te hebben gevoerd, nu in Oost- en Zuid-Oost-Europa een i&mfii 'KHEB DE HOLLANDSE HELDERHEID VAAK HOREN LOVEN MAAR RADION-WIT SAAT ALLES TE BOVEN.' (Ingez. Med.) Eén ommezien troffen de blikken uit de violetblauwe en de staalgrijze oogen elkaar, gevolgd als door een geritsel als van een wervelwind Kerrigan!Heb je daar iets gezien?Onder het portret van Master Desmond? Ik meende van wel, sir, maar misschien was het ook maar verbeel ding. Halpin, wendde de O'Regan zich nu tot den butler, die achter zijn stoel stond, wat heb je gezien, toen je zoo even hier binnenkwam? Wie is je in den hall voorbijgegaan? Het leek wel een schim, sir, zoo snel gleed ze voorbij, maar waarschijn lijk was het enkel verbeelding. Het was geen verbeelding, Kerri gan! Ik heb ze zelf ook gezien en ik weet, wat dit beduidt. Het was de vrouw met het lange, gouden haar, die leed brengt over O'Regan. De oude heer trilde als een riet en zijn eetlust was zeer gering. Haal mijn pen en papier, beval hi). Ik heb het al veel te lang uitge steld. Ik zal den zaakwaarnemer uit Dublin hier laten komen. In den hall zaten de bedienden bij tournée maakt. Op het oogenblik, dat dit overzicht geschreven wordt, heeft hij de eerste etappe van zijn reis, het bezoek aan Polen, reeds achter den rug. Nu is het steeds moeilijk, uit de offi- cieele comuniqué's, welke na een der gelijke gebeurtenis gepubliceerd plegen te worden, veel wetenswaardigs te put ten. Een beter houvast heeft men meest al aan verschillende uitlatingen in de pers van de betrokken landen. Leest men nu. wat de Poolsche en Fransche bladen over het bezoek van Delbos schrijven, dan ko.nt men tot de over tuiging, dat dit geenszins onbevredigend Is verloopen, al blijven er in de inzich ten verschillen bestaan, welke niet ge makkelijk te overbruggen zijn. Terwij! Delbos b.v nog eens met nadruk het Volkenbondspact naar voren heeft ge schoven, verklaarde Beek, dat Polen in de fundeetingen der bilaterale samen werking een der essentieele elementen voor een vreedzaam herstel van de we reld blijft zien. Deze verklaring van Beck is begrijpelijk, indien men weet, dat het Polen inderdaad door middel van deze politiek gelukt is in de laat ste jaren betere betrekkingen met de meeste buurlanden tot stand te bren gen. Met de Baltische Staten (afge zien misschien van Lithauen, dat het verlies van Kovno nog niet vergeten kan) en Roemenië staat men op vriend schappelijke voet, de betrekkingen met Duitschland zijn verbeterd, tegenover de Sovjet-Unie neemt men een neutra le höuding aan en slechts met Praag kan men eigenlijk niet al te goed op schieten, zulks in verband met de min- derhedenk westie in Teschen. Maar Praag schijnt, zulks wellicht onder Franschen invloed, in den laatsten tijd wat tege moetkomender te zijn, zoodat ook hier eenige ontspanning verwacht mag wor den. Geen wonder dus, dat Polen aan zijn nieuwe politiek wil blijven vasthou den, maar dit schijnt geenzins de goede betrekkingen met Frankrijk te behoeven beïnvloeden. Het militaire verbond tus schen de beide landen blijft zijn oude kracht behouden. Interessant zijn nog twee dingen. In de eerste plaats, dat te Berlijn, welke stad Delbos op zijn reis naar Warschau aandeed, de Duicsche minister van bui tenlandsche zaken Von Neurath ter be groeting van zijn Franschen collega op het stations verscheen. Een geste, wel ke ook in Frankrijk algemeen wordt gewaardeerd en die wijst op eenige verbetering in de Fransch-Duitsche be trekkingen. En in de tweede plaats het feit, dat ook Beck over het kolo niale vraagstuk en wel in het bijzonder een en bespraken het geval. Kerrigan was boven bij zijn heer; maar Halpin hoorde ook tot de aanwezigen. Musha, Mister Halpin! begon de vrouw, die nu al dertig jaar op het kasteel kookte. Het kan immers best, dat alles maar verbeelding was? Bij de gedachte alleen veegde Mike Halpin zich Het voorhoofd af en zei plechtig: Mrs. Roche, u mag dan al zoo ongeloovig zijn, als u wilt, als u er bij geweest was, dan zoudt u er wel anders over pratenl Vraag het maar aan Kerrigan. Die kwam een oogenblik later be neden en zijn somber uiterlijk stemde hen allen tot zwijgen. Zelve voelde hij zich allerminst geneigd tot praten, want hij was nog veel te zeer onder den indruk van de ontroering van zijn heer. Twee dagen later werd het testament van den O'Regan naar Dublin gezon den en daar werd het weggesloten door den oudsten deelgenoot van de Firma Stapylton Stapylton. Kerrigan en Halpin waren de getuigen geweest en van dat oogenblik heersch- te er groote verslagenheid onder het personeel. Mijn Hemell zei Mrs. Roche. Ik over de Poolsche wenschen heeft ge sproken. Deze Poolsche wenschen zijn intusschen zeer gematigd en zulks klemt temeer, indien men weet, dat dit land inderdaad sterk onder overbevolking lijdt. Van economisch standpunt uit zou Polen geïnteresseerd willen zijn in z.g. chartered companies, die voor de exploitatie van bepaalde koloniën zou den kunnen worden opgericht. Veider zou het dan bepaalde toezeggingen wil len hebben voor de emigratie van Pool sche onderdanen naar niet overbevolkte gebieden buiten Europa. Zooals men ziet gaan de Poolsche wenschen niet al te ver en zijn zij zeker niet ongerechtvaardigd. Bij het onder zoek .naar het koloniale vraagstuk zal men er zeker rekening mee moeten houden. Stojadinovistj in Rome. Terwijl Delbos nog van Warschau naar Boekarest. Belgrado en Praag trekt, heeft de Zuid-Slavische minister-presi dent Stojadinovitsj slechts een uitstapje naar Rome gemaakt. Zooals men weet zijn de betrekkingen tusschen Zuid-Sla- vië en Italië, die vroeger veel te wen schen overlieten, na het sluiten van het pact, dat indertijd nog al wat stof deed opwaaien, aanzienlijk verbeterd. Het bezoek van Stojadinovitsj aan Rome moet dan ook wel hoofdzakelijk als een nieuwe vriendschappelijke geste worden beschouwd, dat er tusschen de beide regeeringen op het oogenblik niet al te veel te bespreken zal zijn geweest. Be langrijker waren waarschijnlijk zijn be sprekingen met den paus over het con cordaat van Belgrado met het vaticaan, dat door den tegenstand in Zuid-Sla- vië nog steeds niet geratificeerd is. Het Vaticaan heeft wel vertrouwen in Sto jadinovitsj en veel begrip voor den bin- nenlandschen toestand in Zuid-SIavië en zal dus wel niet te zeer op een snelle ratificatie hebben aangedrongen. Koning Leopold weer naar Engeland. Koning Leopold van België onder neemt vele reizen naar Engeland en aangezien men daarvoor niet immer een verklaring kan vinden, de koning ver der nog betrekkelijk jong is en het bo vendien al weer eenige jaren geleden is, dat zijn eerste echtgenoote koningin Astrid op zoo tragische wijze om het leven kwam, is het geen wonder, dat er nu nieuwe huwelijksgeruchten op duiken. Intusschen heeft het Brussel- sche hof deze geruchten nadrukkelijk tegen gesproken en daarbij heeft men zich slechts neer te leggen. geloof, dat jullie allemaal denkt, dat, als je je testament maakt, je dan ook haast begraven wordtl De O'Regan is heelemaal niet minder dan vóór dien tijd. Dat ons iets boven 't hoofd hangt, daar hoeft u niet aan te twijfelen, Mrs. Roche, zei een van de anderen. Tessie heeft gisteren nog pas drie maal haar naam hooren noemen in de lange gang. Lafaards zijn jullie allemaall Foei, je moest je schamen! Het lijkt wel, of je de handen verkeerd staan. Ik heb zelf nog de aardappelen moe ten schillen en de boonen doppen! HOOFDSTUK IX. Alleen en Cissa stonden bijeen op het achterdek van de „Westminster", op de Victoria-werf Jn Kingstown. Aileen bleef nog zoolang mogelijk met haar vriendin praten. 't Is heerlijk, dat ik je weer eens een paar dagen bij mij heb gehad, Cis- sa! Wil je wel gelooven, dat je vandaag er nog mooier uitziet dan ooit? Ik heb hier ook weer verbazend genoten. Op die dagen in Dublin al leen kan ik dan ook een heelen tijd teren, als ik weer in Battersea ben. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1