BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Een Schoonheidsprinses. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens Ingezonden. 47ste Jaargang Dinsdag 7 December 1937 Nummer 4294 ABONNEMENTSPRIJS: Per dfie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1 40. Franco per post Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0 40 (bij vooruitbetaling) Terug tot het gezin De minister van Sociale Zaken. mr. C. P. M. Romme, heeft bij den hoo- gen Raad van Arbeid een voorontwerp van een wet aanhangig gemaakt, in houdende beperkende bepalingen in zake arbeid van gehuwde vrouwen. Blijkens de toelichting van het voor ontwerp is men hierbij uitgegaan van de overweging, dat de man naar na tuurlijk bestel de kostwinner dient te zijn en dat de vrouw tót taak heeft de verzorging van het gezin. Het is in het algemeen een misstand, wanneer de vrouw zich aan die taak onttrekt en zich een anderen werkkring zoekt. Het gezin is een zoo waardevol ele ment in de maatschappij, dat, waar mogelijk, in het algemeen belang te gen ongezonde gezinsverhoudingen moet worden opgetreden, In het feit, dat de vrouw door be roepsbezigheden verhinderd wordt de gezinsbelangen naar behooren te be hartigen, ziet de minister een sociaal euvel van zoodanige beteekenis. dat hij optreden daartegen van overheids wege volkomen op zijn plaats acht. Wel Is hem niet onbekend, dat het aantal vrouwen, dat loonarbeid verricht, betrekkelijk klein is. Hij zou daartegen over kunnen aanvoeren, dat bij het huidige nog steeds zeer hooge per centage van mannelijke werkloosheid het in elk geval de moeite waard is de gehuwde vrouw te beletten zich op de arbeidsmarkt mede een plaats te veroveren- Een gewichtiger rol speelt hier misschien nog de psycho logische factor. Maar de minister ziet dit vraagstuk vooral als een zaak van beginsel. Zijns inziens behoort de Overheid zich openlijk te scharen aan de zijde van hen, die meenen, dat de gehuwde vrouw, door het enkele feit. dat ze gehuwd is, haar levenstaak heeft in haar gezin en dat het gezin beschermd verdient te worden, zooveel mogelijk, tegen het verrichten van beroepswerk zaamheden door de gehuwde vrouw. De minister wil zich niet tot een verbod van fabrieksarbeid beperken. Zijn uitgangspunt is niet het verbie den van bepaalden aibeid of arbeid in een bepaald milieu, maar een verbod van arbeid van de gehuwde vrouw als zoodanig terwille van de bescherming van het gezin. De eerste vraag, welke beantwoord moet worden, is deze: Hoever moet op het onderwerpelijke gebied gegaan wor den? Een practisch bruikbarcn maat- FETJILLETON 16. Naar het Engelsch. Natuurlijk, Miss. Maar dat is ook verschrikkelijk] Kon dan Andy of Tony u niet naar het kasteel rijden? En zou het Mike HaJpin, den butler van den O'Regan, dan niet een eer zijn geweest, om zulk een mooie jongedame als u het slot rond te leiden? Neen, Mattie, dat had ik toch niet kunnen doen. Ik ben de logée van Mrs. Blake, moet je denken, en die had daar in het geheel niet van ge sproken. Ik ben enkel naar Furze Hall geweest, omdat wij daar beiden zouden heengaan, toen zij ineens weggeroepen werd. Mattie knikte. Ze begreep het wel niet geheel, maar wat Narcissa zei, was nu eenmaal waar. He: is jammer, dat u niet doen kunt. of u een vreemdelinge was, die voorbijging. Dan zoudt u er zóó maar aan tafel kunnen gaan zitien, om zes staf meent de minister gevonden te hebben door voorop te stellen een al gemeen verbod voor gehuwde vrouwen om werkzaamheden in een onderneming te verrichten. De regeling zal dus het terrein bestrijken, waarop in het alge meen de arbeidswetgeving geldt. Met een onderneming stelt het ontwerp ge lijk, hetgeen daarmede ingevolge artikel I, derde lid, der arbeidswet 1919 is gelijk gesteld. Op één punt gaat het ontwerp hierin nog wat verder. De genoemde bepaling van de Arbeidswet beschouwt namelijk niet als arbeid in een onderneming de werkzaamheden, die in een inrichting of een tak van dienst onder het beheer van overheid in een kantoor verricht worden: de werktijden der ambtenaren worden te recht door een afzonderlijke wettelijke regeling beheerscht Maar deze wijze van redigeeren van die bepaling der Arbeidswet brengt te vens met zich mede, dat het personeel, dat in zulk een inrichting of bij zulk een tak van dienst belast is met het schoonhouden der kantoren, eveneens buiten de arbeidswet valt. Aangezien er geenerlei redelijk motief aan te voe ren is, aldus de memorie van toelich ting, om voor de gehuwde vrouwen, die dat werk doen, een ander stand punt in te nemen dan voor de in een onderneming werkende gehuwde vrou wen, wordt in artikel 1, onder a. 2e, die schoonmaakarbeid onder de wer king der wet gebracht. In aansluiting bij het bepaalde in het eerste lid, onder c van artikel 1 der Arbeidswet zal de vrouw van het hoofd of den bestuurder der onderneming en de vrouw, die zelf aan het hoofd eener onderneming staat buiten het verbod komen te vallen. Voor zooveel noodig wordt er op gewezen, dat de uitzonderingen op het begrip „arbeid", welke de Arbeidswet in het eerste lid van artikel 1 noemt, niet zijn overgenomen, zoodat de ont worpen regeling ook omvat de gehuwde vrouwen, die in een onderneming van landbouw e.a, werkzaam zijn. Werkzaamheden in huiselijke dien sten blijven, evenals bij de Arbeidswet, buiten de regeering. Het betreft hier voornamelijk de groep der z.g. werk sters. Uit een oogpunt van controle zou het moeilijk zijn, deze groep van vrouwen onder de wet te brengen. Principieel zou er geen bezwaar tegen bestaan. Artikel 2 van het ontwerp behelst het algemeene verbod van arbeid van gehuwde vrouwen, voor zoover daarop bij de verdere artikelen geen uitzon uur, zoodra het Angelus luidt* Narcissa klapte in de handen. Zou ik dan zóó maar kunnen gaan aanzitten? Zeker, Miss. Maar misschien zou de butler mij verklappen. Hoe kan dat nu? Hij heeft u toch nooit ge2ien, Miss? Neen, dat niet. Maar het zal mis schien toch beter zijn, dat ik dit niet doe. Het lijkt mij te gewaagd. U zult er spijt van blijven hebben, Miss. En dat is heel jammer. Maar dat hoeft niet, Mattie, fluis terde Narcissa nu haastig. Als je mij Judy's groote groene sjaal kon leenen en een van je eigen, zelf geweven korte rokken. De sjaal zal ik dan om het hoofd slaan, zooals de meisjes, die ik altijd tegenkom Zou dat kunnen, denk je? Dit was een avontuur, waar het een voudige kind gaarne voor te vinden was Dat de meisjes van één leeftijd waren, vormde op zichzelve al een band van sympathie. Mattie ijlde weg en kwam een paar minuten later terug met een pakje on der den arm. Geruischloos volgde ze Narcissa in haar slaapkamer; die sloot de deur af en zei: dering wordt gemaakt. Onder de uit zonderingen op artikel 2 valt in de eerste plaats te denken aan de vrouw, die de kostwinster voor het gezin is. Er zullen dan echter de noodige waarborgen aanwezig moeten zijn, dat ingerdaad sprake is van noodgevallen. Aangenomen mag worden, dat van noodzaak wel steeds sprake zal zijn, wanneer het gezin, om te komen tot een bedrag voor levensonderhoud, dat niet hooger ligt dan een normaal arbei dersinkomen, voor een goed deel is aangewezen op de inkomsten uit den arbeid der vrouw. In zulk een geval kan de vrouw zonder meer als kost- winster beschpuwd worden en geldt het verbod van artikel 2 voor haar niet. Maar in alle andere gevallen zal de vrouw, die meent als kostwinster meent aangemerkt te moeten worden, in het bezit moeten zijn van een desbetref fende geldige verklaring, door of na mens den minister van Sociale Zaken afgegeven, nadat te zijnen genoegen is aangetoond, dat het gezin voor het levensonderhoud op den arbeid der vrouw, althans in belangrijke mate is aangewezen. Degene bij wien een ge huwde vrouw werkt, anders dan ten behoeve van een huishouding, zal er zich telkens van dienen te vergewissen, of zij dien arbeid verrichten mag. Er zijn bepaalde soorten van arbeid, welke al dan niet onder bepaalde voorwaarden door gehuwde vrouwen verricht moeten kunnen worden, zon der dat daartoe een speciale toestem ming vereischt is. De minister denkt hier b.v. aan den landbouw. Artikel 4 van het ontwerp bepaalt, dat uitzonderingen, als hier bedoeld, bij algemeenen maatregel van bestuur kunnen worden vastgesteld. Het stel sel van vergunningen za! hier uiteraard niet gemist kunnen worden. In ver schillende gevallen kan het gewenscht zijn, dat een vrouw nog eenigen tijd na het in werking treden der wet haar gewonen arbeid kan blijven voortzet ten. Maar ook afgescheiden daarvan kunnen zich allerlei omstandigheden voordoen, welke het noodig maken, dat tijdelijk de verbodsbepaling, van artikel 2 voor haar wordt uitgescha keld. Die omstandigheden kunnen de vrouw zelf betreffen, maar, waar die bepaling niet geldt voor de kost winster, zullen het veelal bepaalde omstandigheden in het bedrijfsleven zijn, welke aanleiding geven tot het verleenen van een vergunning. Men denke b.v. aan tijden van seizoen- drukte. Vergunningen, als in dit artikel be- Nu zal ik eens probeeren, of ik dit kan aantrekken en of ik er dan niet al te gek uitzie. Deze heb ik ook meegebracht, Miss. Die is ook van mij en ze is hee- lemaal schoon. Ik heb ze gisteren pas gewasschen. Ze haalde een katoenen blouse te voorschijn. U moet denken: Mike op kasteel O'Regan kijkt heel scherp toe en als uw sjaal bij ongeluk nu eens afgleed, dan zou hij uw blouse zien. Die moet u aan den hals wat laten openstaan. En past u nu den rok. Die is wat te wijd om het middel. O, dat hindert niet. Geef mij maar eens zoo'n groote veiligheidsspeld daar uit dat pakje op de toilettafel. Zoo gaat het goed is 't niet? Moet u geen ceintuur dragen, Miss? Zoo ja, dan zal ik er gauw een halen. Neen, loop nu maar niet zoo op en neer, Mattie. Judy en Mrs. Bray konden je eens zien. Als je eens even in de kleerkast kijkt, op de plank, dan zal je daar een zwarten riem zien lig gen. Als-'t-u-bliefc, Miss. En wat doet u nu met uw haar? Laat u dat los hangen, of maakt u er een vlecht van? Ik zal het van achteren in een losse wrong tegen het hoofd aan leg- doeld, worden op het voetspoor van de arbeidswet e.d. in eerste instantie door de districtshoofden der arbeids inspectie verleend. Bij de regeling van het beroep artikel 5, derde lid heeft de minister de bedrijfsraden in geschakeld als beroepsinstantie; hier tegen krijgen de bedrijfsraden dus een nieuwe taak. Volgens het vierde lid van artikel 5 kan de minister de beslissing van den bedrijfsraad om redenen van al gemeen belang vernietigen en alsdan zelf een nadere beslissing in beroep nemen. Bij het ontbreken van den bedrijfs raad is de minister de normale be roepsinstantie. Evenals de {arbeidswet kent ook de onderhavige regeling groepsvergunnin- gen; vooral ook voor den landbouw in zijn verschillende takken kunnen deze van groote beteekenis zijn. Zij worden verleend door den minister. De minister zal behalve in spoed- eischende gevallen het advies van den bedrijfsraad moeten inwinnen, alvorens zulk een vergunning te verleenen. Gaat het om vergunningen, welke zich ten minste over een half jaar uitstrekken, dan wordt bij ontstentenis van een bedrijfsraad en ditzelfde gelde voor het verleenen van vergun ningen door den minister in beroep het advies ingewonnen van een door den voorzitter van den Hoogen Raad van Arbeid uit dat college sa mengestelde commissie. Buiten verantwoordelijkheid der redactie. Op welke wijze zullen onze zieken Kerstfeest vieren? Een vraag, die deze maand beant woord moet wordenl Immers willen wij, gelijk zoo vele jaren reeds het ge val was, een 1000 chronische zieken, dus hen, die 10, 20 jaar en langer aan het ziekbed gekluisterd zijn. verrassen met een Kerstpakketje, doch aangezien onze kas totaal leeg is zal het afhan gen van U, lezeres of lezer op welke wijze onze zieken het Kerstfeest zul len vieren. Het is mogelijk, dat U van onzen arbeid niets af weet; daarom eerst en kele mededeelingen. Wij arbeiden sinds een tiental jaren onder chroDische zie ken; zij ontvangen „Ziekentroost'een blad, dat speciaal voor hen in het leven geroepen is gratis en franco; ook wor gen. Doen ze dat hier niet zoo? Geef mij die sjaal eens. Nu lijk ik in het geheel niet meer op mijzelve, is't wel? Mattie was sprakeloos van verbazing en zei bewonderend: U ziet er uitals een fee, Missl Praat toch niet zoo dwaas, Mattie. Er bestaan immers geen feeën! In ieder geval kunt u nu alleen naar het kasteel gaan. U rijdt dan op Gipsy en ik op Floss. En ik zal wel op hen alle twee letten, terwijl ze op het grasveld grazen bij het hek aan den zuidkant; u gaat dan door den hoofdingang binnen. Narcissa sloeg haar eigen beeld gade in de groote spiegelkast. Ja, ze zou in de stad een groote, groene sjaal koopen en een stukje „homespun" en Louis zou haar levens groot schilderen, zooals zij daar nu stond. Neen, de sjaal zou over de schouders geworpen worden; zóól En het haar zou daar los overheen vallen. Ja, dat was beter. En dan zou het genoemd worden: „Een Iersch boerin netje". Zoo bleef zij eenigen tijd voor den spiegel staan, met een lach in de vio- letblauwe oogen. O, doet u dat niet, Miss! riep den leesplankjes, boeken, wollen klee ding enz. gratis verstrekt. Natuurlijk worden zij ook zooveel mogelijk per soonlijk bezocht, waardoor nauwer con tact ontstaat tusschen hen en den ar beid. De dankbaarheid der zieken is niet onder woorden te brengen, te meer, waar hun langdurig ziek zijn hen doet ervaren „dat zij te veel geworden zijn". Een paar aanhalingen uit brieven spreken voor zichzelf: O, mijnheer wat hebt U ons verblijd met een pakket. Ik huilde van dank baarheid bij het zien van zooveel! Wat is God toch goed, dat Hij menschen in het hart geeft zulk een heerlijk werk onder zieken te mogen doen. Ik had zoo'n groote behoefte aan een deken, want het is 's nachts zoo koud In mijn tentje. Voortaan zal ik het lekker warm hebben Het leesplankje bewijst iederen dag goeden dienst, mijnheeer, U weet mijn arm en hand is te moe om een boek vast te houden, maar nu gaat het zoo fijn met dat plankje. Het is of Ik duizend gulden gekregen heb Ik ben reeds 20 jaar ziek, heb 8 maal in het ziekenhuis gelegen en ben moeder van 9 kinderen Mijn man is werkloos, mijnheer. Wat verschrik kelijk toch dat, als je lang ziek bent, niemand zich meer om je bekommert. Ik dank U hartelijk dat U ons niet vergeet en Ik hoop, dat U nog vele jaren dit mooie werk moogt doen Het lijkt wel of U zelf ziek bent, zoo verstaat U ons lijden, want het moeilijke is altijd, dat gezonden ons niet begrijpen. Ik zou graag Uw werk willen steunen, maar zelfs dezen brief moest 2 weken blijven liggen, omdat ik geen postzegel had Tenslotte een paar regels uit een brief, van een ziek vrouwtje ontvangen. Ik krijg toch dit jaar weer mijn kalender? En als ik er een onsje thee bij kreeg en een beetje suiker, dan zal ik weer heerlijke Kerstdagen hebben. Ik ben weduwe, dat weet U en reeds jaren ziek Wij zullen het hier bij laten. Ge noeg om een blik te slaan in het lijden, dat zich in den zlekenwereld afspeelt, maar ook genoeg om te verstaan, dat met weinig véél gedaan kan worden. Wij hebben contact met meer dan 6000 chronische zieken, en willen nu 1000 van hen verblijden met een Kerst- gave. Daarvoor hebben wij noodig f 1200. Komt vrienden, wij, die het voorrecht hebben gezond te zijn, willen ons gaarne een offer getroosten voor hen, die buiten het lichamelijk lijden Mattie verschrikt. Dat brengt ongeluk aan! Wees toch niet zoo dwaas, kind I Ga eens naar mijn kleerkast en haal daar de champagnekleurige japon uit. Mattie kwam terug met het verlangde kleedingstuk. Kijk eens hier, je zult natuurlijk graag wat hebben, om te dragen op Birdie's bruiloft en ik heb je al zoo dikwijls hooren zeggen, dat je die zoo mooi vondt. Mattie was verstomd van vreugde. Ze betastte en bevoelde de zijde met een voorzichtigheid en een eerbied, of ze iets heiligs aanraakte. Hoor eens, Mattie, ging Narcissa voort, die intusschen was blijven ge nieten van haar eigen beeld, Ik laat mijn portret schilderen, zooals ik hier ben. Misschien krijgt het dan wel een plaats in de Koninklijke Academie. Wie weetl Mattie, met Narcissa's ulster en muts stond op het grasveld bij de paarden. Het Angelus luidde over den heuvel en ze begreep, dat Narcissa het kas teel al naderde. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1