BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Een noodlottige vergissing.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895
Uitgave E. EOOM-BLIEK - Breskens
3emeexi\e ^vesVexv^
FEUILLETON
47ste Jaargang
Dinsdag 5 October 1937
Nummer 4276
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1 40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
STRANDVONDERIJ.
De Burgemeester-Strandvonder van
Breskens roept andermaal ter reclame
op de rechthebbenden op de hieronder
genoemde, door hem geborgen strand
goederen:
een vurenhouten sloep, met ko
per beklonken, ongemerkt, lang pl.m.
3,70 M., van buiten wit geschilderd,
met buitenhelling;
een groen geverfd trapje.
Breskens, 4 October 1937.
De Burgemeester-Strandvonder
voornoemd:
J. P. DROST.
0
Aanmelding en aangifte voor
de bevolkingsregisters.
Burgemeester en Wethouders van
Breskens gelet op het bepaalde in
artikel 112 van het besluit bevol
kingsboekhouding, staatsblad 1936,
nr. 342;
herinneren de bevolking aan haar
verplichtingen, omschreven in de ar
tikelen 3 tot en met 16 van ge
noemd besluit;
brengen als voornaamste ter open
bare kennis
le. dat, behoudens afwijkingen,
ieder, die in Nederland nachtrust
of de daarvoor in de plaats tredende
rust geniet, onverwijld moet worden
opgenomen in één der bevolkings
registers
2e. dat ieder moet worden opge
nomen in het bevolkingsregister der
gemeente, waar hij voornemens is
duurzaam of voor onbepaalden tijd
als regel zijn nachtrust of de daar
voor in de plaats tredende rust te
genieten;
3e. dat in geval van onzekerheid
omtrent het onder 2e. vermelde bij
zondere voorschriften gelden;
4e. dat, behoudens afwijkingen,
ieder, die Nederland verlaat, onver.-
wijld van de bevolkingsregisters
moet worden afgevoerd;
5e. dat bij adresverandering bin-
26.
0
Op een avond, dat wij laat klaar wa
ren en zij onmogelijk meer naar huis
kon gaan en ik toch bij vrienden zou
slapen, bood ik haar het gebruik van
mijn flat aan. Zij ging daar dan ook in,
maar eerst trad zij binnen in die, door
een ongetrouwden man bewoond, die
niet al te best stond aangeschreven,
naar Ik later hoorde. Ik weet niet, hoe
lang ze daar gebleven is, maar
Beteekenisvol hield zij op. Lord
Northbury keek haar doordringend aan
en vroeg:
Hoe weet u dit
Er was een vrouw, die werkte bij
verschillende menschen in het blok
huizen, waar ik woonde. Ze werkte
voor mij en voor dien man; zijn naam
herinner ik mij niet. Zij ging niet weg
bij mij op de flat voor één uur op den
ochtend, omdat ze niet mijn telegram
had ontvangen, om haar te waarschu
wen, dat ik niet thuis zou zijn. Toen
zij ging, was miss O'Neal er nog niet;
nen de gemeente de noodige wijzi
gingen in het bevolkingsregister
moeten worden aangebracht.
Voorts, in verband met het boven
staande
a. dat aangifte van vertrek uit of
van verhuizing binnen de gemeente,
mondeling of schriftelijk moet ge
schieden op den dag van, of uiterlijk
vijf dagen na het vertrek (bij het
verlaten van Nederland, ten hoogste
vijf dagen tevoren) of na de adres-
verandering, met opgave van het
laatste adres en van den naam der
gemeente, of van het land en de
plaats, waarheen vertrokken en het
nieuwe adres (zoo noodig met op
gave van den naam van het hoofd
van het gezin);
b. dat aan den aangever van een
vertrek, behoudens bijzondere ge
vallen, onmiddellijk een verhuiskaart
wordt uitgereikt of toegezonden, wel
ke hem dient als bewijs van afmel
ding en welke binnen vijf dagen
moet worden ingeleverd bij het be
stuur der Nederlandsche gemeente,
in welker bevolkingsregister de per
soon moet worden opgenomen;
c. dat ieder, die in de gemeente
nachtrust of de daarvoor in de plaats
tredende rust geniet en die nog niet
in een bevolkingsregister is opgeno
men of die ten onrechte nog in 'het
bevolkingsregister eener andere ge
meente is opgenomen, zich binnen
vijf dagen na zijn aankomst in per
soon moet aanmelden bij het ge
meentebestuur onder overlegging
van een paspoort of ander identi
teitsbewijs, jndien hij uit een plaats
buiten Nederland en van een ver
huiskaart of legitimatiebewijzen, in
dien hij uit een andere gemeente
van Nederland is gekomen, tenzij
hij overeenkomstig de desbetreffende
bepalingen is vrijgesteld van aan
melding
d. dat bestuurders van instellin
gen, gestichten of schepen, waarin
personen onder eenig bestuur inwo
nen, alsmede hotelhouders, pension
houders en kamerverhuurders uiter
lijk vijf dagen na de opneming of
huisvesting ,of na het vertrek, mede-
deeling moeten doen van den ge
slachtsnaam en de voornamen van
ieder persoon, die langer dan veer
tien dagen in de instelling, het jge-
sticht, schip, hotel, pension of huis
wordt of is opgenomen of gehuis
vest; alsmede van ieder zoodanig
persoon, die daaruit vertrekt, tenzij
de persoon is vrijgesteld van aan
melding
e. dat overtreding van de voor-
ofschoon, te oordeelen naar den tijd,
waatop zij den schouwburg verliet, ze
er al ruim een half uur eerder had
kunnen zijn. En den volgenden och
tend, toen deze vrouw bij den man op
de flat ging, vóór ze bij mij kwam,
vond ze een briefje van mij daar bij
hem op den grond liggen. Dat briefje
had ik den vorigen avond aan miss
O'Neal gegeven, om haar tegenwoor
digheid te verklaren tegenover de ge
dienstige. Ben ik duidelijk genoeg ge
weest 7
Kunt u bewijzen, wat u zegt?
Ik vrees van wel, antwoordde zij,
op half-verdrietigen toon.
Onverwijld maakte lord Northbury
zijn gevolgtrekkingen. Hij wist niet, of
deze vrouw de waarheid sprak, maar
wel begreep hij, dat zij haat bedoeling
er mee had. En daar zij een grootheid
vertegenwoordigde in haar wereld, was
zij iemand, waarmee rekenli.g moest
worden gehouden.
Zoudt u dat zware bont niet af
doen, madame 7 vroeg hij hoffelijk. Ik
hoop, dat het mogelijk is, u en lady
Falloway te bewegen, hier te blijven,
Na wat u mij verteld heeft, ben ik
overtuigd, dat dit verstandig zou zijn:
Ik ben bereid, zei ze. En hij
merkte, hoe zij er geen oogenblikaan
schriften wordt gestraft volgens de
wet;
f. dat voor persoonlijke aanmel
ding en voor mondelinge aangifte
voor het bevolkingsregister gelegen
heid zal worden gegeven op werk
dagen van 9 tot en met 15 uur
('s Zaterdags tot 12,30 uur) ter ge
meente-secretarie, gelegen Dorps
straat 25.
Burgemeester en Wethouders voor
noemd,
De Burgemeester,
J. P. DROST,
De Secretaris,
J. G. RAMAKER.
Verlaging der
leerlingenschaal.
o
In het beqin van Augustus werd door
alle onderwijzersorganisaties in ons land
een adres aan de Regeering gezonden,
waarin gevraagd wordt de leerlingen-
schaal aanmerkelijk te verlagen. Daar
is iets wonderlijks in, dat menschen van
zo uiteenlopende levensrichting elkaar
vinden. En toch behoeft dit niemand
te verbazen. Immers hebben alle wer
kers aan de verschillende scholen, van
welke gezindte ze ook zijn, steeds meer
in de laatste jaren het euvel van de te
groote klassen ervaren als een belem
mering voor het geven van goed, vrucht
dragend onderwijs, als een rem voor
goede tucht en opvoeding. Er was
een noodtoestand ontstaan en deze ge
meenschappelijke nood heeft een brug
geslagen over alle mogelijke verschillen.
Eigenlijk is er iets anders, dat ver
wondering moet baren. En dat is, dat
het alleen de onderwijzers zijn,
die hier actief zijn geworden. Het had
veeleer op de weg van de ouders ge
legen, om ter wille van onderwijs en
opvoeding van hun kinderen in het ge
weer te komen. Ze moeten het toch
wel bemerkt hebben, dat door de be
zuiniging der laatste jaren de klassen
steeds grooter werden en er dus aan
ieder leerling afzonderlijk minder aan
dacht kon worden besteed dan dat vroe
ger het geval was. Dat ook het vraag
stuk van de tucht veel moeilijker ge
worden is, is de laatste tijd ook wel
tot ieder doorgedrongen.
Men heeft dit alles echter aanvaard,
zoals men zovele onaangename dingen
in de jaren van economische neergang
heeft aangenomen. Er moest immers
scherp bezuinigd worden en begrijpe
lijkerwijze heeft ook het onderwijs ver
twijfelde, dat zijn zuster dit ook zou
goedvinden Hoe was het mogelijk, dat
zij, trotsch als ze was, zich liet beïn
vloeden door iemand als de danseres.
Op dit oogenblik werden zij in hun
gesprek gestoord door de kalme waar
schuwing:
Uw medicijnen, mylord.
Het was de lijfknecht Paschkin, een
Rus, die zijn heer al vele jaren gediend
had. Hij kwam een drankje brengen,
dat lord Northbury op gezette tijden
nam en waarvan hij nooit afweek.
Terwijl de man het medicijnglaasje
aan zijn heer overreikte, viel zijn blik
op de danseres en met een uitroep van
de grootste verrassing gleed het glas
hem uit de hand. Onder het mompe
len van een verontschuldiging, bukte
de man zich, om de stukjes van het
glas op te rapen. Een nieuwe dosis
werd lord Northbury aangeboden en
het incident ging verder onopgemerkt
voorbij; maar die uitdrukking van weer-
galooze ontsteltenis op het gelaat van
den man had wel degelijk de aandacht
getrokken van zijn heer; en, toen hij
later op zijn eigen kamer terug was,
liet hij Paschkin bij zich komen.
- Waar had je madame Katinka al
eerder ontmoet vroeg hij. Volgens haar
naam moet ze een landgenoote van je
scheidene veren moeten laten. Wat
echter de gevolgen van de verhoging
der leerlingenschaal in hun volle conse
quentie zouden zijn, beginnen we in
de laatste maanden pas te merken en
als de verbetering zou uitblijven, zou
de schade steeds groter worden.
Want die leerlingenschaal beslist over
het aantal onderwijzers, dat aan een
bepaalde school met een zeker aantal
leerlingen kan worden toegestaan. La
ten we een enkel sprekend voorbeeld
daarvan nemen. Toen in 1920 Minis
ter Visser de nieuwe onderwijswet
maakte, kreeg een school van 230 leer
lingen 8 ondei wijzers.
Door de verschillende bezuinigingen
is het aantal onderwijzers gedaald tot
5. Een eenvoudige deling laat zien,
dat ieder leerjaar dan ongeveer 35 1.1.
heeft, de 7e klasse minder. Maar voor
die zeven klassen zijn nu geen zeven
onderwijzers beschikbaar. Er moet dus
gecombineerd worden. Maar zelfs het
samenvoegen van de twee kleinste klas
sen geeft een groep van meer dan 50.
Dat dit tot onoverkomelijke moeilijk
heden aanleiding geeft, behoeft niet te
worden gezegd. Het is zelfs wel te
begrijpen, dat aan sommige scholen ge
regeld weer andere groeperingen, andere
knipperijen van klassen worden gepro
beerd.
Nu gaat het met de rijksmiddelen
beter. Dat dit geen potverteren bete
kent, begrijpt ieder. Maar zelfs de
meest verstokte pessimist zal moeten
toegeven, dat er meer ruimte komt en
dat dus de schadelijkste bezuinigingen
kunnen worden teruggenomen. Endaar-
toe behoort stellig de te hooge leer
lingenschaal. Verbetering daarvan komt
aan de kinderen van ons volk, dus aan
de gehele volkskracht ten goede. Daar
om vrage ieder met vrijmoedige be
slistheid, dat de volgende begrooting
voor deze verruiming plaats geeft. De
inkomsten van de schatkist laten stellig
toe.
De grote klassen en
het onderwijs.
o
Jaren lang is er reeds strijdjgevoerd
tussen de voorstanders van klassikaal
en die van individueel onderwijs. Vele
factoren hebben nog de eersten het
terrein doen behouden. In de verde
diging van hun standpunt hebben zij
hun tegenstanderssteeds voorgehouden,
dat zij van het klassikale stelsel een
caricatuur tekenen.
Het is in ons land niet zo. en het
zijn.
Toch is dit niet zoo, sir.
Nog ééns, Paschkin, waar heb je
haar eerder gezien 7
Geïmponeerd door de kalme, beve
lende stem begon de man te vertellen;
Mylord, ik kan madame niet ont
moet hebben. Maar, als er staat valt
te maken op de gelijkenissen, dan is
zij de dochter van een vrouw, die mij
en vele anderen twintig jaar geleden
naar Siberië heeft verbannen. Ze kon
den niets tegen mij bewijzen en na een
tijd werd ik vrij gelaten. De vrouw,
van wie ik spreek is geen Russische,
maar een halfbloed uit Mexico Ze had
een vreemd leven geleid en in haar
jeugd een Turk getrouwd. Er was een
kind en ik heb later gehoord, dat zij
gebruikt werd door de spionnagedien-
sten van half Europa. Zij heeft haar
eigen vrienden verraden en werd ge
dood door een familielid van een van
degenen, die zij zoo laag behandeld
had. Dit is al, wat ik weet, mylord.
Deze dame kan wel niet zijn, degene,
voor wie ik haar houd, maar de gelij
kenis is in ieder geval treffend.
Op fluisterenden toon had de man
deze geschiedenis verteld, terwijl er iets
van triomf doorstraalde in den blik van
den ouden diplomaat.
behoeft ook stellig niet zo te zijn, dat
bij het onderwijs aan een klasse het
individu totaal teloor gaat. Een goed
onderwijzer of onderwijzeres heeft nog
altijd tijd en gelegenheid gevonden,
om een zeer begaafdeo leerling een
extra taak te geven, en om de zwakke
broeders en zusters een speciale moei
lijkheid nog eens apart duidelijk te
maken. Men spreekt dan van moge
lijke differentiatie en in de scholen van
ons land is dit gematigd klassikale sy
steem feitelijk overal doorgevoerd.
Maar ook aan de mogelijkheden bij
een goed onderwijzer of onderwijzeres
komt een grens. Het aantal leerlingen
van een klasse kan zover worden op
gevoerd, dat zelfs met de grootste In
spanning alleen aan de grote middel
moot het volle pond kan worden ge
geven en er geen sprake meer is van
extra tijd te besteden aan de uitersten.
De begaafden moeten zichzelf dan
maar remmen en de zwakkeren, nu ja
die kunnen niet mee en zullen het vol
gende jaar nog eens over moeten doen.
Dat hierbij een groot deel van de
arbeidsvreugde van de leerkrachten ver
dwijnt, is begrijpelijk. Het gaat hun
aan het hart, een deel van de klas aan
hun lot te moeten overlaten. En dat
geldt juist het meest de zwakkeren, die
als van zelf om hun zorg en toewijding
vragen Maar dat is niet het ergst.
Hier wordt te kort gedaan aan een
groep kinderen, die er mogelijk hun
hele leven de nadelen van ondervin
den. Hier wordt een algemeen beproefd
schoolstelsel onmogelijk gemaakt en de
vrucht van jarenlange ervaring wordt
vernietigd. Het gehele schoolbeeld ver
andert hierdoor.
Zelfs bij het veel mooiere klasse-aan
tal, dat de oude wet van 1920 voor
schreef. waren er vele gemeente- en
schoofbesturen, die het terwille van
het onderwijs noodzakelijk vonden, nog
meer onderwijzers, de z.g. boventalli
gen, aan te stellen. Dat was geen
kixueuse bevlieging uit de hoogconjunc-
tuurtijd, maar men achtte dit noodza
kelijk, om aan alle kinderen vruchtdra
gend onderwijs te kunnen geven, om
aan elk de volle maat te kunnen toe
delen. De berooide toestand van de
gemeentekassen heeft aan dit alles een
eind gemaakt. En zo zijn in dubbele
mate de scholen getroffen en zijn de
klassen uitgegroeid, alsof ze van elas
tiek waren. Dat heeft zich al gewro
ken, en zal zich hoe langer hoe meer
gaan wreken, wanneer niet spoedig
verbetering intreedt. En hebben we
in de tijd der bezuiniging wel nadelige
maatregelen noodgedwongen aanvaard'
omdat nu eenmaal in crisistijd allerlei,
Paschkin, luister eens goed: ik
ben van plan, die madame Katinka be
kend te maken. Terwijl ik met haar
praat, moet je mij dezen brief brengen.
Hij voelde in zijn zak en haalde een
enveloppe te voorschijn, waarop stond
„Belangrijk". Als je mij dien geeft, zal
ik vragen, hoe het is met de jongedame,
die hier ziek ligt. En dan moet jij
zeggen, dat ze nog altijd ijlt en voort
durend praat over papieren, die zij
meent, dat hier in huls verborgen zijn.
Vat je 7 Als het donker is, moet je de
wacht houden voor de balkondeur van
Sir Robert's zitkamer; je moet er nie
mand door laten binnengaan, of door
laten ontsnappen.
Ik begrijp het, mylord.
Een half uur later werd het program
ma aangevangen In de oranjerie. De
man speelde zijn rol uitstekend en gaf
de hem gevraagde inlichtingen, zonder
een enkelen keer te kijken naar de
vrouw, die luisterde met voorgewen
de onverschilligheid.
Arm kind, zei ze, toen hij weg
was, wat zijn de waanvoorstellingen
van de koorts toch vreemd.
Lord Northbury knikte.
(Wordt vervolgd).