BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Een noodlottige vergissing,
AKKERTJES
Democratie of Autocratie?
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
FEUILLETON
Wèg die Migraine!
46ste Jaargang
Dinsdag 22 Juli 1937
Nummer 4254
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden 1.40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer fO,15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
Nationale stroomingen
in het
internationale wereldbeeld.
o
Meer dan ooit vallen er op het
oogenblik in Europa nationale stroo
mingen waar te nemen, welke zich
uiten in een overdreven nationale trots
met de daaraan verbonden schrikbaren
de nationale gevoeligheid. En het is
werkelijk niet slechts in kringen van
uiterst rechts, waar men deze mentali
teit aantreft
Termini technici, welke onmiddellijk
na den wereldoorlog dood en begraven
schenen, worden nu weer uit hun schijn
dood gewekt en seriegewijs door de
onvermoeid werkende propagandama
chine de wereld in geslingerd. Kijkt
men nu iets nader naar het fabrikaat,
dan zal men in de meeste gevallen een
fabrieksmerk kunnen ontdekken, dat uit
drie kleine woordjes bestaat: „Made in
Germany".
Het pleit zonder twijfel voor de
groote kracht van het Duitsche volk
dat het na de economische en moreele
ineenstorting, welke op den wereld
oorlog volgde, weer in zoo betrekke
lijk korten tijd het zelfvertrouwen her
won en bovendien, zooals de Duitscher
hetzelf noemt, een „nationale Erhebung'
onderging, welk eenig is in de geschie
denis. Hoe echter voegt zich nu een
dergelijk nationalisme in het internati
onale wereldbeeld? En hoe gedraagt
het zich ten aanzien van het meest ac-
tueele probleem, het behoud van den
vrede
Er zij in de eerste plaats op gewe
zen, dat nationalisme evenals iedere
andere bestaansvorm zich op een ac
tieve en een passieve wijze uit en dat
slechts de activiteit van het nationalis
me consequenties in het internationale
verkeer met zich brengt. Want deze
activiteit strekt zich uit buiten de gren
zen van de persoonlijkheid of de natie
en derhalve moet men in conflict komen
met de nationale uitingen van andere
volken. Dergelijke conflicten kunnen
echter bij gebrek aan een machtige
rechterlijke instantie slechts naar
eigen goedvinden opgelost worden:
door coalitie in geval van parallel loo-
pende belangen, door strijd bij tegen
overgestelde interessen, in welk geval
men dan al naar zijn intensiteit en de
kracht van den vijand zijn wapens kiest.
Deze zijn veelzijdig, maar toch over
wegend van geestelijken, cultureelen en
tenslotte in hun laatste consequentie
■4.
o
Eindelijk stond ze daar buiten, in de
drukke straat, en in verband met haar
afspraak van den vorigen dag begaf ze
zich onmiddellijk naar het huis van haar
werkgeefster in Hampstaed. Ofschoon
ze geweldige hoofdpijn had en in den
afgeloopen nacht ook maar zoo weinig
rust genoten had, voelde ze, dat ze
gewoon haar werk moest doen, niet uit
vrees voor haar werkgeefster, maar uit
instinctief verlangen, om normaal te
lijken, teneinde alle verdenking van zich
af te wenden. In het daglicht leek haar
optreden van den vorigen avond haar
dwaas en onbegrijpelijk. Ze had immers
zoo makkelijk om hulp kunnen roepen;
haar binnentreden in de vreemde flat
kunnen verklaren, maar nu was het te
laat 1 Blinde vrees had haar laten zwij
gen, toen ze had moeten spreken en
nu kon haar stilzwijgen niet verklaard
nooit meer verbroken worden. Dit ge
heim bezwaarde haar meer, dan zij
dragen kon.
van militairen aard en worden zoowel
in dienst van de propaganda als ook
in dien van de vernedering van den
tegenstander gesteld, want propaganda,
dus het naar voren brengen van de
eigen goede hoedanigheden en het be
lasteren van den vijand zijn het terri
torium van een dergelijken strijd.
Hoe gemakkelijker nu echter het tot
een blinden nationalen trots, het ander
echter tot den haat tegenover andere
naties leidt, Iaat zich gemakkelijk aan
de hand van de wereldgeschiedenis
bewijzen en leert bovendien ook de
tegenwoordige tijd, welke reeds meer
malen getuige was van onwaardige
perscampagnes. Intusschen veroordee-
len zich de beide verschijningsvormen
van de overdreven nationale eer reeds
zelve door het feit, dat zij bereids ver
verwijderd zijn van den bodem der
werkelijkheid en zich alleen van het
meer of minder groote verbeeldingsver
mogen van de leidende elementen
voeden, maar minder gevaarlijk zijn zij
daarom zeker niet.
Het is niet oninceiessant, twee Duit
sche mannen over het hier behandelde
onderwerp nationalen haat, nationa
len trots, nationale eer en nationaal ka
rakter te hooren spreken, twee man
nen. waarvoor de natie van de „den
kers en dichters" zich wel niet behoeft
te schamen: Goethe en Schopenhauer.
In zijn gesprekken met Eckerman zegt
Goethe over den nationalen haat: „Op
den laags ten crap van cultuur zult U
hem steeds het sterkst en heftigst aan
treffen. Er bestaat echter een trap
waarop hij geheel verdwijnt, waarop
men in zekeren zin boven de naties
staat en men in het geluk of het on
geluk van een buurvolk evenzeer me
deleeft, als ware het aan eigen volk
overkomen."
En Schopenhauer spreekt in zijn Ap-
horismen zur Lebensweisheit" over den
nationalen trots op de volgende wijze:
„De goedkoopste soort van trots
daarentegen is de nationale trots.
Want hij verraadt in den daarmede
behepte het gebrek aan individueele
eigenschappen, waarop hij trots zou
kunnen zijn. Dan zou hij niet behoeven
te grijpen naar datgene, wat hij met vele
millioenen deelt. Wie voortreffelijke
eigenschappen bezit, zal veeleer de
fouten vanzijn eigen natie, wijl hij deze
voortdurend voor oogen heeft, het dui
delijkst inzien. Maar iedere erbarmelijke
mensch, die niefs in de wereld heeft,
waarop hij trotsch kan zijn, neemt zijn
toevlucht tot het laatste middel, tot de
natie, waar hij toevallig toe behoort:
hiermede stelt hij zich schadeloos en
Zij was dankbaar, dat mrs. Herbert
zoo weinig aandacht schonk aan de
dingen van het dagelijksch leven; zoo
merkte zij ook nu weer niet, hoe slecht
en bleek haar secretaresje er uitzag.
Het was matinée-dag en nog waren ze
maar half door den stapel correspon
dentie heen, toen er vroeg geluncht
moest worden en Aileen de order kreeg,
om in den schouwburg te komen, ge
durende de voorste ling. Zoo wachtte
de typiste om .half drie in de kleed
kamer van de „ster", terwijl deze zelve
in het eerste tooneel optrad.
Onder de opvoering van het stuk
typte zij zonder ophouden Terwijl de
laatste acte werd gespeeld, trad de
danseres binnen. Ze neuriede een vroo-
lijk liedje en begroette Aileen opgewekt,
met een:
Goeden morgen, miss O'Neal.
Hebt u goed geslapen? En hoe maakt
Fanchette het?
Een blos steeg Aileen naar het ge
laat, terwijl zij antwoordde:
Fanchette was heel goed, toen
ik wegging, madame. Dank u voor uw
vriendelijkheid.
Nu begon de danseres te praten met
mrs. Herbert op vroolijken, luchtigen
toon. Zij was eigenlijk de eenige artis
te in den schouwburg, die ongevraagd
is nu dankbaar bereid, alle fouten en
dwaasheden die de natie eigen zijn, te
verdedigen."
Men mag deze uitspraken van twee
helden van den geest beoordeelen zoo
als men wil, het zal toch niet te ont
kennen zijn, dat overdreven nationale
trots en chauvinisme niet slechts tot
ernstige wrijvingen maar ook tot ver
nielende explosies moeten leiden, want
elke agens provoceert een reagens en
beide moeten elkaar steeds overtreffen,
willen zij tot een definitieve overwin
ning leiden.
Het is derhalve geen toeval, dat na
den wereldoorlog het nationale bewust
zijn sterk in waarde daalde en dat de
eerste reactie op de bloedige worste
ling een politieke strooming was, welke
„intemarionale" doeleinden voor oogen
had. Want in het veld had de soldaat
geleerd, dat de vijand, die hem in de
meest zwarte kleuren was afgeschilderd
en dien hij zich dus als met de meest
schandelij ke eigenschappen behept voor
stelde, in werkelijkheid niets anders was
dan hijzelf, namelijk een arm mensch,
die evenals hij in de loopgraven gedre
ven werd en slechts schoot, omdat hij
wist: tref ik hem niet, dan treft hij mij.
Dit verklaart het ook. dat juist de
frontsoldaten ook op het oogenblik nog
degenen zijn, wier zin voor een over
dreven nationalisme even gering is als
hun streven naar internationale over
eenstemming groot genoemd kan wor
den.
Wanneer men tenslotte nog bedenkt,
dat de welbewuste ophitsing van een
volk tot nationale avonturen nog dik
wijls dienst moet doen om minder po
pulaire acties te dekken, dan komt men
misschien een stap diahter bij de over
tuiging, dat cultuur en barbary dingen
van grooter beteekenis zijn, dan het
toevallig behooren tot een of andere
natie, waarmede onderzpds natuurlijk
niet is gezegd, dat men zijn vaderland
niet lief zou moeten hebben. Want
liefde voor het vaderland en overdre
ven nationale trots zijn twee geheel
verschillende dingen.
Als de dag voor U verloren lijkt,
als alles U hindert: licht, reuk en
geluid, dan werken als 'n wonder
Vólgens recept van Apotheker Dumont
AKKER.CACHETS
(Ingez. Med.)
bij de eerste actrice in de kleedkamer
durfde komen. Madame Kaïinka voelde
zich dan ook geheel onder en boven
de wet; er werd immers van haar ver
teld, dat zij de grootste attractie was
en dat zij dan ook zelfs een hooger
salaris trok. dan de groote tooneelspe-
ler, Max Kirkland.
Ze was nog steeds in costuum en
lachte met een vrijheid, die haar echter
zoo goed en gemakkelijk afging, dat ze
volstrekt niet ergerlijk was te noemen.
Als u mij voor de thee vraagt,
mag het dan koffie zijn 7 Miss O'Neal
zet zulke heerlijke koffie
Natuurlijk. Wilt u zoo goed zijn,
miss O'Neal 7
Op dit verzoek van Mrs. Herbert
overdekte Aileen haar schrijfmachine
en haalde uit een buffetje het benoo-
digde bijeen tot het klaarmaken van
den geurigen drank, waarin zij immers
zoo bedreven was Op dagen, dat er
matinées waren, hoorde dat niet zelden
tot haar bezigheden. En ook dikwijls
bij avondvoorstellingen, als er bezoek
kwam bij haar werkgeefster
Het was een lange rek tot aan de
finale en toen eindelijk kwam de too-
neeldirecteur ook binnen; het was haast
het eenige oogenblik, dat hij bij zijo
vrouw in de Ideedkamer kwam.
o
Steeds weet hoort men beweren, dat
democratisch geregeerde siaten tegen
over de autoritair geregeerde staten in
het nadeel zouden zijn, en dit reeds
daarom, wijl de democratische regee
ringen en hun wetten het veroorloven,
dat overal en op elk gebied een ieder
een woord kan meespreken en aanzijn
critiek den vrijen loop kan laten.
Dat deze meening niet geheel juist
is, blijkt reeds uit volgende. Waar ethi
sche wegen ter voleindiging van een
werk werden ingeslagen, is het doel
misschien hoogstens iets langzamer be
reikt, maat- en dit heeft de geschiede
nis vele malen aangetoond - het be
reikte resultaat kon dan ook veel beter
bewaard blijven. Overigens mag men
ook niet vergeten, dat de menschheid,
ook in haar ondrste lagen, op het oogen
blik veel ontwikkelder is dan b.v. 50
jaar geleden, en dit dank zij den bijna
algemeenen schoolplicht voor kinderen,
de pers, en de radio enz. Indertijd
was het ongetwijfeld juist, indien de
regeermgen en hun exponenten alleen
bepaalden, wat voor hun land „wet"
worden moest. Het was misschien ook
goed, dat het volk niet van de betee
kenis van elke wet op de hoogte werd
gebracht, want men had het geheel
toch niet kunnen begrijpen. In dien
tijd stuitte men dan ook weinig op cri
tiek, men kende slechts gehoorzaamheid,
in de veronderstelling, dat de regee
ring zeker slechts het beste voor haar
land wenschte.
Op het oogenblik echter, nu het anal
fabetisme om zoo te zeggen niet meer
bestaat, nu eenleder dagelijks de ver
schillende artikelen in zijn lijfblad leest
en naar de radio luistert, op het oogen
blik, nu een ieder tengevolge van
zijn opleidiDg min of meer tot zelf
standig denken in staat is, zou het on
juist zijn, indien men zich de vele kleine
intelligenties niet te nutte zou maken.
Thans is men verplicht, er minstens
genomen naar te luisteren, wat de buur
man voor een meening heeft. Slechts
het weten van het volk brengt de ware
wijzen van het land voort. Ook op
het kleinste weten moet acht gegeven
worden, wijl wij slechts daaraan het
eigen kunnen vermogen te toetsen. Nu
is het een feit, dat de leerling het dik
wijls beter wil weten dan de meester
en dat een burger zijn wijsheid als de
alleen zaligmakende wenscht te doen
gelden. Daar dit echter niet steeds
gelukt, tracht hij met alle mogelijke
Ruik ik koffie 7 vroeg hij. Hè, die
matinées moesten van hoogerhand af
geschaft worden I
Madame Katinka lachte.
Nu, liever niet I Dan duurde het
zeker niet lang, of ik zat achter slot
en grendel vanwege al mijn schulden 1
Aileen had de koffie klaar en zette
de dampende kopjes op een laag tafel
tje naast mrs. Herbert. De dames dron
ken ze met room; mr. Herbert de zijne
au noir.
Van achter slot gesproken, viel
mr. Herbert in, meer uitsluitend het
woord richtend tot de de danseres, u
woont immers in Summerdown Man
sions 7
Ja ...7
Nu, daar moet gisterenavond een
heele tragedie zijn afgespeeld. Er werd
een moord gepleegd.
Wat?
Ja, op numero 6 A, las de too-
neeldlrecteur verder uit de krant.
O, maar wat bezorgt u mij daar
een schrik I Ik woon op 6 B. Maar ik
had eigenlijk ook wel kunnen begrij
pen, dat daar niets gebeurd kon zijn,
want miss O'Neal heeft er gisteren
avond geslapen en wij zien haar weer
springlevend vóór ons.
AUer oogen richtten zich op de typiste
middelen onware beweringen, op
hitsing, overdrijving, valsch citeeren
een ander van zijn eigen meening te
overtuigen. En helaas vindt ook
in de twintigste eeuw iedere apostel
een schaar geloovigen.
Daar wij echter in het tijdperk van
de vrijheid van spreken en schrijven
leven, een van de schoonste bezittin
gen van onzen tijd, moeten wij in
de democratiën deze nadeelen op
den koop toenemen. Al te veel mee
ningen. al te veel partijen, maar in het
bijzonder ook al te veel ongemotiveerde
aanvallen op de regeeringen en de in
stellingen van den staat, moet men over
zich heen laten gaan. En het volk
weet dan dikwijls niet meer, wat waar
of onwaar, overdreven of geheel uit
den duim gezogen is. De regeeringen
zelf worden in hun beslissingen geremd
en daardoor ontstaat het langzame tem
po in de functionearing van het staats
apparaat.
In de autocratische staten kan men
dit alles niet, wijl het aan niemand is
toegestaan, critiek op de handelingen
van de regeering uit te oefenen. Maar
daarmede verleert het volk in een auto-
cratischen staat het zelfstandige poli
tieke denken, wat echter niet uit
sluit dat het toch de verantwoorde
lijkheid voor het doen en laten
van een paar regeeringsmannen moet
dragen, ook al zijn de besluiten van de
regeering nog zoo onjuist en tegen den
wil van het volk.
In een democratischen staat daaren
tegen, waar het volk vrij is in zijn be
slissingen en waar men een werkelijke
volksregeering bezit, kan men de man
nen aan het hoofd van den staat, in
dien hun methoden en doelstellingen
niet meer overeenkomen met die van
de meerderheid van de natie, tot af
treden nopen. Dat is het Ideaal van
de vrijheid, dat elk mensch van de
twintigste eeuw moet hooghouden. Niet
waardig is het echter, door onoprecht
heden, door laster, door ophitserij enz.
de oppositie, een andere partij of ook
wel een individueel persoon onmoge
lijk te maken, met het eenige doel, zich
zelf of zijn partij aan de overwinning te
helpen. De kracht van de democratische
staten is juist gelegen in het feit, dat
verschillende partijen en verschillend
geörienteerde mannen tezamen een ge -
heel vormen.
Dit is een compromis met de meest
ideale gevolgen, indien slechts op de
basis der samenwerking en aanvulling
der verschillende meeningen, dat resul
taat kan worden bereikt, wat tot nut
van een volk kan zijn.
Hiertoe is het ehhter geenszins noo-
die gedurende enkele seconden deze
blikken doorstond, maar toen ineens
met doffen slag op den grond viel.
Mr. Herbert legde haar onmiddellijk
zoo plat mogelijk op de rustbank, ter
wijl mrs. Herbert ijlings met vlugzout
en eau-de-Cologne aankwam en zei:
Als ze den nacht daar alleen op
de flat heeft doorgebracht, dan zal ze
zeker erg geschrikt zijn op dit bericht.
Arm kind prevelde nu ook Ma
dame. Geen wonder dat ze flauw viel.
Het duurde echter niet lang of Aileen
kwam weer bij en stamelde verward:
Ik was geschrikt.
De tooneeldirecteur lachte eens goed
moedig en zei, zich half over haar heen-
buigend:
Heelemaal geen reden om ver
schrikt te zijn, kindlief 1 Maar je bent
moe; Je hebt wat vacantie noodig.
Op dat oogenblik werden de dames
teruggeroepen; mr. Herbert volgde ook
weldra en zoo zat Aileen weer alleen
en hoopte maar dat dit flauw vallen
weer gauw vergeten zou zijn.
Toen mrs. Herbert echter weer bin
nentrad, scheen ze alles met haarman
besproken te hebben en op gulle wijze
gaf ze Aileen een maand vacantie met
de vermaning;
(Wordt vervolgd).