BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W.D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens De Installatie van onzen nieuwen Burgemeester. 46ste Jaargang Vrijdag 2 Juli 1937 Nummer 4249 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden I 1.25 Builen Breskens per drie maanden I 1 40 Franco per post per |aar I 5 00 Buitenland per jaar t 6.50 - Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) Gisteren was het voor onze ge meente een gewichtigen dag. I Juli toch, is het de openingsdag van Bresken- sche kermis. Dit jaar evenwel was het meer als Kermisdag. Onze nieuwbenoemde Burgemeester zou zijn intrede doen als Bressiaander. Reeds 's morgens vroeg was men in touw om de voorbereidingen te tref fen. De winkeliers waren bezig de laatste hand te leggen aan hun bij uit stek zeer mooie étalages en de eene vlag na de andere zag men vanaf de woningen zich ontplooien, als symbool van welkom aan hem, die, hoewel bij de ingezetenen onbekend, naar wij hopen, zich spoedig in onze gemeente zal thuis gevoelen en ons aller „Bur gervader" zal zijn Des morgens om tien uur werd be gonnen met het keuren der ruim zestig étalages. Voorzeker had de Juty, be staande uit Mej. R. Minderhoud en de Heeren P. J. Doets en F. J. v. Rosevelt geen gemakkelijke taak. Er was door de deelnemers extra werk geleverd, waaraan het propagandisch werken van de Winkeliersvereeniging niet vreemd was. Na den middag begon de drukte. De ingezetenen maakten zich op voor de ontvangst. Vreemdehngen van el ders kwamen onze gemeente binnen. Om ruim twee uur stelde zich, bij de aanlegplaats der boot op, de Com missie uit den Raad, bestaande uit de Heeren W. C Garels en I. W. Vas- seur, alsmede de Heeren J. van Ha- neghem, J. van Luijk, J. A. Manneke en D Mookhoek, votmende de Com missie uit de Ingezetenen. De Muziekvereeniging, alsmede een Eerewacht te paard, testiande uit 15 ruiters, onder leiding van den hoofd man Pieter Risseeuw en gekleed in de kleuren van Breskens, waren mede aanwezig. Een zestal versierde botters voeren de Provinciale boot, waarop de Burge meester zich bevond, tegemcet en keerde met deze tot de haven terug. Zoodra de nieuwe Burgemeester met zijn verloofde en familieleden van de boot stapte, werden de verloofde van den Burgemeester, Mej. Wentholt, bloemen aangeboden door de beide dochtertjes van de Wethouders, als welkom in haar nieuwe gemeente, waarna de heer Carels hen toesprak: Mijnheer de Burgemeester, Het is ons een eer, als afgevaardig den der gemeenteraad, de eersten te mogen zijn om U op Breskens' grondgebied te begroeten. Wij roepen U vanaf deze plaats een hartelijk wel kom toe en spreken tevens de hoop uit, dat gij, Mijnheer de Burgemeester, die alsnog als een onbekende tot ons komt, bezield moge zijn met den hei ligen wil, een goed Burgervader vooi ons te zijn. Alsdan moogt gij U ver zekerd houden van onze volle mede werking en steun en zal onze bevol king U spoedig zijn genegenheid too- nen. Mejuffrouw Wentholt 1 Ook U roe pen wij van harte welkom toe. In de toekomst zult ook gij naast uwen Echt genoot aan het hoofd der gemeente staan, ook van U verwacht Breskens' bevolking veel, en ligt ook ongetwij feld voor U als Burgemeestersvrouw een ruim arbeidsveld voor U klaar. Wanneer na eenigen tijd ons volk moge zeggen: zij gelijkt op wijlen Mevr. van Zuijen, onze vorige Burgemeesters vrouw, zult gij hier tevens het bewijs in mogen zien, dat gij de liefde van onze bevolking bezit- Moge gij beiden hierin slagen, is onze innigen wensch. De Burgemeester dankte in harte lijke woorden voor deze ontvangst. Hierna zette de Muziekvereeniging het Wilhelmus in, waarna de Burge meester en verdere familie werd voor gesteld aan den Directeur en Voorzit ter der muziek en den leider der eere wacht, welke door hem werd geïn specteerd. Hierna sprak de heer J. v. Haneghem den Burgemeester en familie, namens de Commissie uit de Burgerij, toe met de volgende woorden Geachte Heer Burgemeester, Dames en Heeren. Het is mi| een buitengewoon groot voorrecht U namens de geheele be volking eea woord van welkom toe te roepen bij het voet aan wal zetten in onze gemeente. We hebben het hier niet In letters opgehangen, maar ik kan U zeggen, (en de ontvangst van de visschersvaartuigen is daarvan het bewijs) dat het welkom leeft in de harten van allen, getuige deze menigte. Enkele maanden is ons geduld op de proef gesteld aangaande de nieuw te benoemen Burgemeester, allerlei gissingen en veronderstellingen zijn er gemaakt geworden maar niemand kon ons in deze inlichten, tot op 17 Juni door de plaatselijke pers, door middel van een bulletin dat in onze gemeente en daar buiten verspreid werd, ons werd bekend gemaakt dat met ingang van 1 Juli benoemd was tot Burge meester van Breskens de Heer J. P. Drost. Alzoo hadden we dus een nieuwe Burgemeesterl Maar wie zou het zijn? Was het een man op leeftijd of was hij neg jong, zou hij gehuwd zijn of ongehuwd, en meer dergelijke vragen drongen zich aan ons op. Het was dan ook een goede gedachte van U. om enkele dagen na Uw benoeming Uw emeente te bezoeken, en gedu rende Uw tocht door de gemeente waren velen in de gelegenheid U per soonlijk te rien en enkelen te spreken. Onder eerstgen-emd-n behoorde ook ik. Wanneer men iem nd voor 'teerst on moet ontvangt men een indruk die n;et altijd dc sh ch'ste i<. Ook ik kan U meedeelen dat mijn indruk niet on- gun ug is geweest Eenige dagen na Uw b zo k kon men in ons plaatselijk hl iel een artikeltje lezen betreffende Uw persoon. De Mee- Boom, Redacteur van de Breskenschc Courant had zich i 1 ver- b rd ng geste'd met een Uwer studie vriend n en kon alzoo iets mede d 'ilen omt'ent onze Burgemeester. In g.-noemd artikel hebuen we gelezen v n U-v goede eigenschappen en voo-- tr ff lijk kar 'kter dat U bezit. We ho- p n. Heer Burgemeester, dit die tot volie on pl-ciïng zullen komen tijdens Uw Burgemeestetsch ip te Breskens. Het is voorzeker een moeilijke tijd waarn U, als Hoofd van onze ge meente. Uw intrede doet. De Vis- scherij is kwijnend, de Middenstand tracht met gebruikmaking van alle mid delen zich te handhaven, Handel en Industrie hebben betere tijden gekend en de landbouw moet door de regee ring gesteund worden. Maar ik weet. (en dat mag ik toch ook wel even zeggen) dat hier op Breskens velen zijn die in moeilijke tijden kracht en bijstand zoeken bij den Almachtigen God, en ik ben verzekerd dat zij ook voor U zullen vragen om wijsheid ter vervulling van Uw taak. U hebt rechten gestudeerd en weet dus wat recht en billijkheid is. Wij hopen, Heer Burgemeester, dat recht en billijkheid het motto zullen zijn van Uwe ambtsvervulling alhier, dan ver zeker ik U, dat U daarvoor de waar- deerirg van alle Biessianen zult ont vangen. Hierna werd de tocht door de ge meente aanvaard. Een 14-tal ruiters, aangevoerd door den hoofdman P. Risseeuw, en allen ge kleed in een costuum der Breskensche kleuren, ging met de Muziekvereeniging voorop. In de eerste auto was gezeten de Burgemeester Mr. P. J. Drost en zijn aanstaande Echtgenoote, Mej. Wentholt, alsmede de Wethouders en hunne dochtertjes Anneke Bins en laantje Cambier. Daarna volgden deN familieleden en autoriteiten. Aan het Cemeentehuis aangekomen, stonden de schoolkinderen opgesteld, die den nieuwen Burgervader een wel komstlied, opgedragen door het hoofd der O. L. School I, toezongen: Wij zingen en wij jub'len blii Wees welkom in deez' stêe I En alles zingt uit volle borst Met ons, de kind'ren mee Geachte Burgervader, Blijf bij ons, menig jaar En breng ons alien nader In eendracht tot elkaar ls Gij wordt nu een der onzen, Leeft voortaan met ons mee En staat aan 't hoofd van Breskens, Ons Breskens aan de zee. Wilt gij met ons steeds streven Naar opg mg, bloei en vrêe En dat uw hele leven U vreugd' schenkt, zij onz' beè's Moog' gij dan ondervinden, Dat Breskens van u houdt En dat uw komst naar Breskens U nu of nooit berouwt. Wij wensen u te samen En allen om u heen Blijf heel lang in ons midden En wees met Breskens één Hierna had in de Raadszaal, waar de Raad en vele genoodigden aan wezig waren, de plechtige installatie plaats. Nadat de Secretaris voorlezing had gedaan van officieele benoeming van den heer Mr. P. J. Drost tot Burge meester van Breskens, sprak Wethou der Cambier den nieuwen Burge meester tce: Edelachtbare Heer Drost. Zooeven hebben wij U binnengeleid in onze gemeenie, waarin ge door H M. de Koningin, onze geëerbiedigde Vorstinne, tot butgemeestet zijt be noemd Het is mij. als waarnemend burge meester dezer gemeente, een voorrecht om U namens den Raad dier Gemeente en de gansche burgerij geluk te wen- schen met Uwe benoeming tot burge meester dezer gemeente, van welke benoeming de secretaris zoo juist offi- ciêele voorlezing heeft gedaan Onwillekeurig gaan op dit oogenblik mijn gedachten terug naar den dag, waarop ik namens den raad een wcord van afscheid heb gesproken op deze zelfde plaats tot den afttedenden bur gemeester, die 26 jaac aan het hoofd dezer gemeente heeft gestaan. Wij hebben altijd op pretiige wijze met den Heer van Zuyen samengewerkt en ik stel er prijs op ook nu nog eens dank baar gewag te maken van de, ik zou haast zeggen, kameraadschappelijke om gang met den afgetreden burgemeester. Het was met een zekere voldoening dat deze in zijn afscheidsrede mocht zeggen „ik laat geen vijanden achter". Wanneer ik aan deze uitspraak her inner, heeft dit mede ten doel U op onze burgerij te wijzen als eenvoudige, doch zeer welwillende menschen. Het is met een zekere trots, dat ik mag ver klaren, dat U geen jaren zult noodig hebben om een plaats te veroveren in de harten der bevolking, want de bur gers geven zich hier gaarne en geheel. De Raad en de Wethouders treden U vol vertrouwen en zonder eenig voor oordeel tegemoet. Onze volle werk kracht en steun staan te Uwer beschik king. Moge de goede verstandhouding en aangename samenwerking ook onder Uw beleid bestendigd blijven, opdat wij allen gezamenlijk mogen werkzaam zijn tot het waarachtig heil der geheele gemeente met haar verschillende scha- keeringen, tot heil van de geheele bur gerij van Breskens. U wordt Burgemeester onder moei lijke omstandigheden. De huidige we reldcrisis, waarin wij ookthansnogleven, heeft haar stempel ook op onze ge meente gezet. Het is met name de visscherij, welke hieronder gebukt gaat en wij doen reeds thans een beroep op Uwe welwillendheid voor dezen zwaar getroffen tak van bedtijf in onze gemeente. Ook de haven- en landar beiders hebben perioden var econo- mischen nood, waarin de geesel der werkloosheid hen teistert. De middenstand en de industrie heeft hier gelukkig het hoofd boven water kunnen houden, doch ook hier heeft de plaatselijke overheid een taak en zij rekenen ook op Uwe medewerking. Na jaren van steeds toenemende be lastingdruk heeft de Raad voor 1937 besloten tot een kleine verlaging der gemeentelijke heffingen. Het stemt ons tot groote dankbaarheid, dat Uw eerste arbeid daarom niet zal zijn die van cu rator in een failliete boedei, maar dat wij onder Uw leiding opbouwende en constructieve arbeid mogen gaan ver richten. Het heeft H. M. de Koningin behaagd, U te benoemen tot burgemeester van deze gemeente en U aldus de uitvoe rende macht in handen te geveo. De titel van burgemeester is een zeer schoone en eervolle, doch lieflijker klinkt in onze ooren een andere titel, namelijk die van „burgervader", doch deze kan zelfs H. M. de hooge Landsvrouwe van ons vaderland U niet schenken, maar dezen allerschoonsten titel moet U zich zelf waardig maken en gij, maar ook gij alleen, kunt hem verdienen. Immers, wanneer de bevolking weet, dat zij niet alleen bezit een burgemees ter, maar ook een burgervader, die de belangen zijner kinderen van diverse pluimage met toewijding behartigt en die bereid is die belangen met zijn on- derhoorigen te bespreken en te toetsen aan het algemeen belang, dan vervalt alle terughoudendheid en bloeit de liefde en waardeering op. Het ambt van burgemeester is zeer schoon, maar tevens zeer moeilijk. Nog moeilijker zal het zijn den titel van burgervader te winnen, maar het ideaal is er om het na te jagen en hoe moei lijker het is te beteiken, des te schooner zal de overwinning zijn. Thans zou ik gaarne nog enkele woorden willen richten tot de aan staande echtgenoote van onzen burge meester. Ook U heeten wij nu reeds van harte welkom. Wij weten, dat door de taak, welke Uw toekomstige man gaat aanvaarden, ook van U te zijner tijd offers zullen worden gevraagd, doch ik hoop, dat het U gegeven moge zijn deze offers gaarne te brengen ter wille van de gemeenschap en dat U zult beloond worden door de liefde en ge negenheid van de bevolking van Bres kens. Laat mij thans, Edelachtbare Heer Drost, overgaan tot het omhangen van het teeken Uwer waardigheid en ik hoop, dat de Almachtige U moge schenken de noodige wijsheid en rechtvaardig heid, kracht en gezondheid, opdat de gemeente Breskens onder Uw bestuur moge groeien en bloeien tot in lengte van dagenl Nadat hem de ambtsketen, als waar digheid van Burgemeester, door Wet houder Cambier was omgehangen, sprak de nieuwe Burgemeester: Mijne Heeren leden van den Raad van Breskens, Mijn eerste woorden als burgemees ter dezer gemeente mogen woorden zijn van eerbiedigen dank aan Hare Majes teit de Koningin voor het vertrouwen, dat Hare Majesteit in mij heeft willen stellen. Ook aan Zijne Excellentie den vori- gen Minister van Binnenlandsche Zaken en de Heer Commissaris der Koningin in de provineie Zeeland betuig ik gaarne mijn groote erkentelijkheid voor het feit, dat zij mij bij Hare Majesteit de Koningin ter benoeming hebben willen voordragen. Mijne Heeren, door het omhangen van de ambtsketen is een nieuwe periode omsloten in de geschie denis der gemeente Breskens. Mij valt het voorrecht ten deel het schoone werk op te vatten, dat mijn ambtsvoor ganger ruim 26 jaren met groote toe wijding vervuld heeft. Ik besef ten volle, dat de taak, die mij wacht een zware is. temeer, nu ik hem opvolg, d e zoo langen tijd onze gemeente geleid en gediend heeft. Mag al de taak, die thans op mijn schouders wordt gelegd, een verant woordelijke zijn, met des te grooter vreugde aanvaard ik haar. Ik besef ten volle, dat. al draagt deze dag vele beloften met zich mee, het ons menschen onmogelijk is een blik in de toekomst te slaan en zoodoende vooruit te loopen op den gang van zaken. Slechts waarborgen voor een zegenrijke toekomst geven ons het recht onze verwachttngen hooger te spannen. Ik voor mij. Mijne Heeren, zie vele feiten en omstandigheden, die mij een vast vertrouwen in de toekomst schen ken. Onze gemeente bezit rijke toekomst mogelijkheden. Door haar gunstige lig ging aan de Wester-Sehelde en den nijveren aard harer inwoners zal een gemeenschappelijk op de bres staan voor Breskens' belangen, bij verbetering der tijdsomstandigheden, rijke vrnchten kunnen afwerpen, niet alleen voor onze gemeente, maar Indirect ook voor ge heel West-Zeeewsch-Vlaanderen. Landbouw en industrie, die met de visscherij belangrijke levensfactoren hier

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1