BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Haar eer gered. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21, 50895 Uitgave BOOM-BLIEK - Breskens W ekelijksch Overzicht, o FEUILLETON 46ste Jaargang Vrijdag 25 Juni 1937 Nummer 4247 ABONNEMENTSPRIJS Per doe maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40 Franco per post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) 3emeeu\e ^resVexv^ L_ De wn. Burgemeester van Breskens verzoekt den ingezetenen Dinsdag 29 Juni, ter gelegenheid der verjaardag van Z. K. Hoogheid Prins Beruhard, de vlag uic te steken. De wn. Burgemeester, A. J. CAMBIER. Breskens, 22 Juni 1937. et- De w.n. Burgemeester van Breskens deelt mede, dar de Installatie van den nieuwen Burgemeester zal plaats heb ben Donderdag 1 Juli 1937, des nam. half drie. De ingezetenen worden verzocht dien dag te vlaggen. De wn. Burgemeester, A. J. CAMBIER. Breskens, 22 Juni 1937. Kabinetsformatie en Landbouwcon- gres zullen opnieuw de hoofdschotel van onze halfwekelijksche beschouwing moeten uitmaken. De eerste, omdat zij nog niet, het tweede wijl het reeds weer tot het verleden behoort. Men zou geneigd zijn te wenschen, dat het om gekeerd ware: de Kabinetscrisis opge lost en het Landbou wcongres nog bijeen, om ruimer en dieper inzicht te verkrij gen in tal van moeilijke vraagstukken. Want dat een internationale gedach- tenwisseling van dezen aard verhelderd en verruimend werkt, daarover zal ieder, die het voorrecht had, dit congres bij te wonen, het eens zijn. Kenmerkend ook voor dit congres was het streven om te geraken tot meer eenheid in de maatregelen, welke in de verschillende landen genomen dienen te worden ter verbetering van den toestand in de agrarische bedrijven. Dat dit niet altijd even gemakkelijk gaat, daar de inzich ten en opvattingen dikwijls sterk uit- eenloopen en ook groeps- en locale belangen veelal een hartig woordje meespreken, bleek het duidelijkst bij de discussies in de belangrijkste der acht secties, die welke zich bezighield met het internationale botervraagstuk. In deze sectie toch is de definitieve tekst 69. 0 Denk aan dat onbegraven lijk, ver borgen op dat eenzame strand on bekend, ongeëerd Als ge Rannock waarlijk lief hadt, moet ge hem wreken. Ik ben niet van plan, Jim Bolisco te verraden, sprak zij norsch. En zelfs al zou ik dat willen doen, dan zou men getuigenis toch van nul en geener waar de wezen. Waarom niet? vroeg Faunce ver baasd. Omdat hij men man is en een vrouw niet tegen haar man mag getui- tien niet waar, Faunce? Uw man? Is dat waar? Zoo waar als ik thans voor u sta. Wij zijn getrouwd in de kerk te Bat- cersea, toen ik pas zeventien jaar was geworden. Ik hield niemendal van hem en hij is altijd een blok aan mijn been geweest. Maar het liep hem destijds nog al mee en hij gaf mij allerlei mooie preasntjes ringen en broches en hoe der bij het voltallige congres het abnor maal lage prijspeil op de internationale agrarische crisis. Deze prijsdaling in- tusschen is weer ontstaan door de al- gemeene wereldcrisis, doch daarnaast ook door het toenemend gebruik van margarine in alle landen. De margarine dit is in de botersectie niet onder stoelen of banken gestoken wordt dan ook algemeen als de grootste vijand van den zuivelproducent be schouwd. De maatregelen, die ter be vordering van het boterverbruik worden aanbevolen, spreken in dit opzicht een duidelijke taal. Als men tenminste de reeks verbodsbepalingen leest, waar mede de zuivelmannen de populaire margarine aan banden zouden willen leggen verbod van verkoop van melan ges, verbod van gebruik van het woord boter als reclame voor margarine, ver bod van kleuren van margarine om slechts enkele van de voorgestelde maatregelen te noemen dan kan men zich voorstellen, dat het den margarine- fabrikanten wel wat onbehaaglijk te moede moet worden bij de gedachte, dat dit alles misschien eens werkelijk heid zou kunnen worden. Maar al mogen dan ook sommige van de aanbevolen maatregelen al te veel in strijd zijn met de belangen van een andere bevolkings groep, andere daarentegen bevatten on getwijfeld een groote kern van billijk heid. Dat het misleidend gebruik van den naam boter voor margarine moet worden tegengegaan, is niet meer dan rechtvaardig te noemen, evenals het kleurverbod voor margarine, daar hier van eveneens een misleidende werking uitgaat. Het zou van eenzijdigheid getuigd hebben, Indien het congres zich beperkt had tot bestrijding van den „vijand". Het heeft dit dan ook niet gedaan. In het eigen kamp immers is evenzeer nog veel te verbeteren. De propaganda voor het boterverbruik kan intensiever, op grooter, meer internationale schaal ge voerd worden: de kwaliteit der boter kan verbeterd, de kostprijs door ratio nalisatie der productie verlaagd worden Voorstellen van deze strekking werden dan ook in de resolutie vastgelegd. Bij de propaganda voor het boterverbruik zal het overigens niet overbodig zijn, ook in gelederen der boterproducenren zelf te werken, want het komt nog al veel voor, dat de boeren zelf het door hen zoo aanbevolen product laten staan voor de veel goedkoopere margarine, aldus hun eigen afzetgebied noodeloos verkleinend en dea concurrent in de kaart spelend. Dit is een inconsequen tie, die allereerst uit de wereld dient geholpen, voor men met goed recht propaganda kan maken voor zijn pro duct. Trouwens het congres heeft in den en zoo al meer en hij was de eerste, die notitie van mij nam en mij vertelde, dat ik mooi wa«. En hij zei- de. dat hij een huis in Wardsworth zou huren, met een tuintje er bij, en dat ik een mevrouw zou worden en een meid zou krijgen, om mij te bedienen. Maar kort na ons huwelijk keerde de kans en hij heeft nooit dat huis gehuurd. Wij hebben er vader nooit iets van ge zegd geen siervelng wist er iets van af. Jim zeide, dat wij maar net n-oesten doen, of wij niet getrouwd wa ren. maar toen ik in een mooi huis woonde en veel geld had en Lady Wit- hernsea had kunnen worden, als ik hem maar nier tot man had gehad, herinner de hij mij wel degelijk telkens aan ons huwelijk. Ik weet, wat brandbrieven zijn, mijnheer Faunce ik weet dat al van mijn achtiende jaar af. Ik moest Bolisco geld bezorgen, als hij dat noodig had: als ik het niet deed, zou hij mij openlijk als zijn wettige vrouw opei- schen. Het zwaard van och, hoe heet die vent ook weer hing aldoor boven mijn hoofd. En ik begon Bolisco hoe langer hoe meer te haten en nu Het bloed verstijft mij van schrik in de aderen, als ik zijn voetstappen op deze resoluties niet meer dan de moei lijkheden-en problemen aangestipt, als mede denkbeelden hoe hierin verbete ring te brengen. De verdere bespreking en eventueel oplossing der vraagstuk ken zal het werk zijn van een speciale boerenconferentie, die door de Int. Landbouwcommissle in samemwerklng met de Int. Zulvelfederatie zal worden voorbereid. De resoluties der overige secties gaan wij stilzwijgend voorbij; men heeft ze In het uitvoerig verslag kunnen lezen. Het congres werd be sloten met een maaltijd, waaraan on geveer 400 personen aanzaten en die den voorzitter van het congres, Markies de Vogüé, de geestige opmerking ont lokte, dat thans de negende sectie, de gastronomische sectie bijeen was I Mi nister Deckers vertolkte het algemeen gevoelen door op het bijzondere wel slagen van het congres te wijzen en de hoop uit te spreken, dat het rijke vruchten zal dragen voor den nationa- len landbouw. Wat de Kabinetsformatie betreft, heeft Minister Colijn een laatste poging ge daan, een soort van Kabinet op breede basis tot stand te brengen door opne ming van eenige kleurlooze ministers naast een liberaal. Als kleurlooze vak ministers werden in dit verband de na men genoemd van mr. dr. ir. Van Buu- ren en dr. J. A. N. Parijn, waarbij de heer Colijn dan Buitenlandsche Zaken eventueel ad interim voor zijn rekening zou kunnen nemen. Het programma, waarop een dergelijk kabinet in zee zou gaan, heeft echter van liberale zijde ver zet ontmoet, terwijl de christelijke par tijen niet voor wijziging te vinden wa ren. Een en ander is voor Colijn aan leiding geweest, zijn oorspronkelijk plan te laten varen en over te gaan tot vor ming van een rechts kabinet, waarin de drie kerkelijke partijen vertegenwoor digd zijn. Dit kabinet is nu als volgt samengesteld: Buitenlandsche Zaken: Dr. H. Colijn (a.-r.) (ad interim) Financiën: Mr. J. A. de Wilde (a.-r.) Defensie: J. J. C. van Dijk (a.-r.) Binnenlandsche Zaken: H. van Boeijen (c.-h.) Onderwijs: Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine (c.-h.) Justitie: Mr. C. M. J. F. Goseling (r.-k.) Oeconomische Zaken: Mr. M. P. L. Steenberghe (r.-k.) Sociale Zaken: Prof. mr. C. P. M. Romme (r.-k.) de trap hoor. Ik kan hem niet aanzien zonder 11 denken aan dien vreeselijken nacht, toen mijn arme Dick daar koud en dood op den grond lag en Bolisco met zijn moordenaarshanden zijn jas openrukte en al zijn zakken doorzocht, als een wild dier, dat zijn prooi ver slinde. Maar ge wilt toch zeker wel, dat hij gestraft zal worden voor dien laag- ■hartigen moord? Neen, ik wil nietsl Ik wel er niets meer mee te maken hebben. Ik wou, dat ik dood was. Gelooft u, dat ik tot rust zou komen, als ze Bolisco ophin gen dat ik dan zou kunnen vergeten, hoe dikwijls ik dien armen Dick het le ven zuur heb gemaakt. Hij kon nooit lang boos op mij blijven en kwam al tijd weer bij mij terug, ook al had ik hem nog zoo leelijk behandeld. Denkt u, dat ik ooit zou kunnen vergeten, dat Ik den brief heb geschreven, die hem binnen het bereik van zijn moordenaar heeft gebracht? Wat kan het mij sche len, hoe het met Bolisco gaat? Laat bij voor mijn pare nog maar iemand vermoorden en daarvoor gepakt worden. Het kan mij geen lor schelen. Niets kan mijn akelige droomen doen ophou Koloniën: Ch. J. I. M. Weiter (r.-k.) Waterstaat: Mr. dr. Ir. J. A. M. van Buuren (partij loos) Het departement van Landbouw en Visscherij en dat van Handel, Nijver heid en Scheepvaart, zullen dus weder om worden samengevoegd tot één mi nisterie n.l. dat van oeconomische zaken. In afwachting hiervan neemt de heer Steenberghe Landbouw en Visscherij ad interim waar. Voorts zal binnenkort worden over gegaan tot instelling van een departe ment van Algemeeoe Zaken, waarvan de leiding bij den minister-president zal berusten. Na de totstandkoming daarvan zal een definitieve titularis voor Buitenlandsche Zaken benoemd worden. Aan bijzondere gebeurtenissen waren de achter ons liggende dagen zeer arm. Vermelding verdient slechts het bezoek van den Australischen premier, den heer Lyons, die op zijn doorreis naar Brussel en Parijs vluchtig ons land aandeed en daarbij nog tijd vond voor een onderhoud met minister Colijn. „Verbeterde stemmingen" schijnen in het huidige Europa slechts van kor ten duur te zijn. Scheen nog de vo rige week na de gelukkige oplossing van het incident met de Deutschland alles pais en vree in ons werelddeel, thans is de toestand weer uiterst ge spannen. Dezer dagen heeft zich na melijk weer een nieuw incident voor gedaan. Van Duitsche zijde is aan de commissie van de vier landen, welke zich met de controle ter zee hebben belast, medegedeeld, dat pogingen zouden zijn gedaan om de Duitsche kruiser „Leipzig" te torpedeeren. Voor Duitschland was dit aanleiding van be doelde commissie een vlootdemonstra- tie voor Valencia te eischen. Nu heeft echter de regeering van Valencia ren stelligste ontkend, dac haar duikbooten een aanval op de Leipzig zouden hebben ondernomen, en aangezien de Leipzig geheel onge deerd is, is het niet eenvoudig om na te gaan of genoemde aanval werkelijk heeft plaats gehad. In Engeland twij felt men niet aan den goeden trouw van de Duitsche getuigen, maar ander zijds weet men daar in vlootkringen zeer goed, dac men zich sterk kan vergissen in de oorzaak van geluiden onder water. Londen stelt zich der halve op het standpunt, dat alvorens Iets tegen Valencia kan worden onder nomen, de zaak eerst nauwkeurig zal moeten worden onderzocht. Dat ls een tijdroovend werk, en Duitschland is nu juist in dergelijke dingen zeer haastig gebakerd. Men voelt zich in Berlijn den, voor ik voor goed de oogen sluit En dan wie weet, wat er dan volgt? Kom, kom, mevrouw Randall, u moet niet zoo wanhopig zijn, zeide Faunce met oprechte deelneming. Hij had innig medelijden met haar, maar waarmede kon hij haar troosten? Hij keek naar haar in haar vervallen schoonheid en dacht aan haar eigen leven, en aan de twee mannen, wier leven zij verwoest had. Zij had den wind gezaaid en zij oogstte den storm wind en hij zag geen hoop voor haar in het zwart verschiet. Wat stond hem thans te doen? Hij was tot haar gekomen met het voorne men, haar als 'cware te verbijsteren door de onthulling van den moord, waar aan hij haar medeplichtig dacht. Hij was geslaagd maar zijn succes was niets waard, als deze getuige niet ge hoord kon worden. Hij reed naar Scotland Yard en deel de al de door hem verzamelde feiten aan den hoofdcommissaris mede. Nog dienzelfden avond werd Bolisco gear resteerd als vordacht van medeplichtig heid in den moord op kolonel Richard Rannock. Met uitzonderin van Kate Delmalne's bekentenis, had men slechts op de teenen getrapt, dat men aan de ontkenning van de „roode piraten" van Valencia in Londen en Parijs nog zooveel waarde hecht Intusschen zijn deze „roode piraten" voor Engeland en Frankrijk een erkende regeering. aan welker beweringen men evenveel aandacht moet schenken als aan die van de Duitsche. Engeland heeft dan ook bij den hevigen aandrang van Duitsche zijde op onmiddellijke maat regelen eenigszins het geduld verloren en Lord Plymouth heeft in de niet- inmengingscommissie harde woorden gesproken. Volgens hem was er van een afdoende controle nog steeds geen sprake. Beide partijen zouden nog steeds wapens en munitie ontvangen. En daar Franco slechts hulp uit Italië en Duitschland kan krijgen, richtte Plymouth' aanval zich kennelijk tegen de twee groote Europeesche dictatu ren. Over den Duitschen eisch is nu in de commissie van de vier controlee- rende staten geen overeenstemming bereikt en de desbetreffende onder handelingen kunnen als mislukt worden beschouwd. Frankrijk en Engeland weigereD hun goedkeuring aan een vlootdemonstratie voor Valencia te geven en Duitschland heeft nu over eenkomstig het eenige weken geleden gésloten compromis tusschen de vier mogendheden, welke de controle op zee uitoefenden, het recht genomen om eigenmachtig tot repressaille maat regelen over te gaan. Woensdag heeft te Brussel de de monstratie tegen de politieke amnestie- NU IK EENS ER MEE BEGON NEEM IK NIETS DAN RADION/ RADtl-A (Ingez. Med.) weinig bewijzen voor zijn schuld, maar er was geen tijd te verliezen, want hoogstwaarschijnlijk zou zij hem wel waarschuwen, dat er gevaar dreigde. Als de nummers der bankbiljetten, die hij had ingewisseld, geconfronteerd konden worden met Chater's lijst, wer den de bewijzen sterker. Misschien zouden er dan ook nog wel andere dingen aan het licht komen. Er moest in elk geval openbaarheid aan de zaak gegeven worden. Zulk een gruwelijke moord mocht niet geheim blijven. Het vonDissen van den moordenaar was een aangelegenheid van algemeen belang. Faunce had nog een zeer droeven plicht te vervullen, waarvan hij zich ging kwijten met een bezwaard hart. Hij moest mevrouw Rannock in kennis stellen met den dood van haar zoon. Hoezeer hij ook de omstandigheden zou verzachten, het was en bleef een vreeselijke geschiedenis, om aan een moeder te vertellen, en na rijp overleg kwam hij tot de slotsom, dat het mis schien beter was, als haar schoonzoon haarde verpletterende tijding overbracht. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1