BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Die rheumatische pijnen AKKERTJES Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. E00M-BLIEK - Breskens Provinciaal Nieuws. Klaasje Allemansverdriet. Land- en Tuinbouw. 46ste Jaargang Vrijdag 28 Mei 1937 Nummer 4239 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post per jaar f 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) TWEEDE BLAD. De vergiftiging van John Parsons Cook [1856]. 0 I Het is een eigenaardig verschijnsel, in niets beter waar te nemen dan in de geschiedenis van de misdaad, dat het leven zijn gang gaat ondanks econo mische of politieke stoornissen. Wan neer men van de Middeleeuwen op de scholen leert, loopt men kans den in druk te krijgen als hadden onze voor vaderen in die dagen niet anders te doen dan te vechten en, uitrustend van dat vechten, zich opnieuw tot ander vechten voor te bereiden En toch heeft zich in die Middeleeuwen een rijk religieus-, wetenschappelijk- en kunstleven ontwikkeld, dat zijne sporen dieper heeft nagelaten dan met het oorlogsleven van die dagen het geval is In Engeland heerschte in de vijftiger en zestiger jaren menige sociale crisis; men overdrijft niet wanneer men spreekt van een tijd van onrust. Maar het gewone leven ging zijn gang; de eigen omgeving bleef voor elk individu het eerst aandacht vragen. Men beminde elkander gelijk daar voor en daarvoor en daarna; men be twistte elkander bezit en roem gelijk daarna; men paste alle denkbare, ge oorloofde middelen toe om zulks te verkrijgen. En, wat speciaal Engeland betreft, men hield er races gelijk tevo ren; men wedde er, en won er of ver loor er; fortuinen werden gemaakt, en fortuinen gingen te gronde. Tot de zoodanige „sportsmen", die de races bij voorkeur bezochten om er geld te verdienen en zoodoende er afwisselend geld verloren en wonnen, behoorden in 1855 en 1856 John Par sons Cook en William Palmer, beiden oud omtrent dertig jaren. William Pal mer, stammende uit een rijke en eer biedwaardige familie uit Scaffordschire, had in de medicijnen gestudeerd; was reeds een tiental als dokter te Rugely, zijn geboorteplaats, gevestigd, en was er getrouwd met een zekere Anna Brookes, een natuurlijke dochter van een zekeren kolonel Brookes, die in Indië nog onder de Engelsche Oost- Indische Compagnie zijn fortuin had gemaakt. Bij zijn dood had hij dit groote for tuin aan verschillende zijner natuurlijke kinderen nagelaten; het testament werd dientengevolge door zijn wettige erf genamen betwist, en toen deze de lang - jarige procedure wonnen, kwam Willi am Palmer tot de ontdekking, dat hij een „slechte zaakhad gedaan door Anna Brookes, die nu geheel niets in bracht, te trouwen. Wat er hem geenzins toebracht om bezuinigingen aan te brengen in zijn luxueus leven; wat hem ook geenzins noopte om de medische praktijk, die hij meer in schijn dan in werkelijkheid uitoefende, met grooter zorg ter harte te nemen. Integendeel, slechts aan de rennen en aan de paardensport wijdde hij zijn aandacht; zijne race-paarden en zijne stallen, die langs den spoorweg van Stafford naar Rugely lagen, waren bij de kenners vermaard. John Parsons Cook behoorde eveneens tot een ach tenswaardige familie; hij had aanvanke lijk in de rechtwetenschappen gestu deerd, maar een erfenis van een 15.000 pond sterling had hem tot de meening gebracht, dat verder werken onnoodig was en had hem sportkringen doen binnentreden. Cook en Palmer wiren door toevallige ontmoetingen bevriend geraakt, en zoo bevonden beiden zich op 13 November 1855 op de races te Shrewsbury, waar den eersten dag de favoriet „Poolstar", aan Cook toebe- hoorer d, won, maar waar een paar dagen later Palmer's paarden verloren. Zoowel Cook als Palmer hadden voor groote sommen op de eigen paarden gewed, hetgeen medebracht, dat Cook een duizend pond aan contanten mede naar huis nam, terwijl Palmer een gelijk, ja waarschijnlijk een grooter bedrag verloor. Om de overwinning van Cook te vieren, werd er op den dag na de ra ces, dus op 14 November, een diner gegeven aan de intimi, die zich daar toe in het hotel ter plaatse vereenig- den. En na afloop van het diner dronk men groc op de kamer van Cook, die door Palmer opmerkzaam werd gemaakt, dat hij zijn glas niet uitdronk. Dit als nog doende en een flinken slok nemend, zette hij het neer met de woorden: „Maar daar is iets in dat glas; het brandt zoo". Palmer trachtte hem elke onge rustheid uit het hoofd te praten, en zonder verder op de zaak terug te ko men, scheidde men 's avonds. In den nacht echter werd Cook ziek; Fisher, een bookmaker, in hetzelfde hotel lo- geerend, werd gewaarschuwd, en aan dezen vertrouwde Cook tijdelijk zijne bezittingen tce. Den volgenden dag was hij wat beter; hij ging weer naar de races, woonde er de nederlaag van zijn vriend Palmer bij, en trok met dezen naar Rugely, waar hij zijn inttek nam in het hotel „Arms of Talbot" recht tegenover het huis van Palmer gelegen. Die onramiddellijke nabuurschap gaf Palmer, nog steeds dokter, een onge zochte aanleiding om zich met den zieke voortdurend te bemoeien. Hij vroeg daartoe pillen aan dokter Bamford, ter plaatse de practijk uitoefende, en gaf deze aan Cook, die zich daarna wat beter gevoelde. Maar in den nacht kwamen er weer geweldige stuiptrek kingen; Cook riep om hulp, schreeuwde uit, dat hij zich het slachtoffer van een moord dacht. Men ging Palmer halen, die opnieuw pillen deed innemen, welke een goede uitwerking hadden. Zoo ging het nog een paar dagen door; het ziekteproces ging op en neer. Scheen het een gegeven oogenblik, dat Cook inderdaad de crisis te boven was, een oogenblik later kwamen weer geweldige stuiptrekkingen, dikwerf ge paard gaande met brakingen. Cook bleek afkeerig van de pillen, die Pal mer hem wilde toedienen, maar op diens aandringen nam hij ze toch. Een keer ook kwam het voor, dat Palmer, gewaarschuwd, dat Cook weer een aan val had, dr. Bamford van het ziekbed verwijderd hield onder het voorgeven, dat Cook juist rustig was en dat men hem nu niet moest storen. In den laatsten nacht waren Palmer, dokter Bamford en een zekere dokter johns, die in het hotel logeerde, bij de hand; toen de crisis haar hoogtepunt had be reikt, ging Palmer heen om de pillen te halen, die tevoren zooveel verlich ting hadden gebracht. Maar het scheen reeds te laat; de doodstrijd, heftiger dan men dien had kunnen verwachten, ving aan en na een half uur was Cook overleden. (Wordt vervolgd). Jaarvergadering. Op Zaterdag 22 Mei j.l. had te Middelburg de jaarvergadering plaats van de Zeeuwsche Verecniging voor Dialectonderzoek. Na voorlezing en goedkeuring der notulen werd door den penningmeester rekening en verant woording gedaan van de geldmiddelen, welke werd gecontroleerd en in orde bevonden. Door de noodzakelijk geble ken beperking der publicaties in dit vereenigingsjaar (inplaats van 6 no's van het Vereenigingsnieuws met dia lectlijst verschenen er 5) was het thans mogelijk ee.i klein batig saldo te boeken. Treedt geen versterking der financieên in, dan zal ook in het komend jaar het aantal lijsten tot 5 beperkt moet blij ven; de in vele gevallen zoo gewenschte vergoeding van porto zal niet altijd mogelijk zijn. Uit het jaarverslag der secretaresse bleek o.m., dat de vereeniging telt 98 leden, 3 donateurs van f5.13 do nateurs van f 2,50; een medewerker geeft een bijdrage van f 1,.Het aan tal invullers van de dialectlijsten bleef ongeveer gelijk aan het vorig jaar (pl.m. 60); het aantal gecontroleerde woorden en uitdrukkingen bedroeg dit jaar 627. Totaal zijn thans 5062 woorden en uitdrukkingen van het Zeeuwsch dialect gecontroleerd; de laatstuitgekomen lijs ten betroffen de letter K; van deze letter wachten nog ongeveer 400 woor den op behandeling. In kaart gebracht voor het Woorden boek zijn thans in totaal 2082 woorden en uitdrukkingen, waarbij alleen van A en B meer dan 1700; er is een begin gemaakt met de letter D Van de rubriek Vragen en Wenschee werd o.m. gebruik gemaakt door Dr. A. Opprel en Prof. Dr. G. S. Over- diep; uit het archief werden inlichtin gen verstrekt aan Mw. C. Vereecken phil. stud, te Gent en Dr. A. Weynen. Het verzoek van het dagelijksch be stuur, ingediend bij Z. Ex. den minis ter van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, om te mogen beschikken over dieostenveloppen bij de inlichtin gendienst der Vereeniging, verzoek dat van wetenschappelijke zijde ondersteund werd door de hoogleeraren Dr. Jac van Ginneken, Dr. G. S. Overdiep en Dr G. G. K'oeke en door Dr. A. Beets, kon helaas door Z. Ex. om technische redenen niet worden ingewilligd Het bestuur blijft in dezen actief. Bij de bestuursverkiezing werden de heeren Dr. K. Kooiman, Dr. J. J. Gie- len en P. C. de Gelleke, allen aftre dend m. alg. st. herbenoemd. Nadat nog eenigen tijd van gedachte was gewisseld, o.a. omtrent middelen ter versterking van het ledenaantal, sloot de vooizitter met dank aan de aanwe- het officieele deel der algeuieene ver gadering. die U het leven vergallen, daarvoor helpen nu "AKKERTJES" zoo bui tengewoon. Niet alleen dal de pijnen verdwijnen, maar AKKER-CACHETS verdrijven bovendien uil '1 lichaam de sloffen, die de pijnen veroor zaken. Neem daarom "AKKERTJES" Nederlandsen Ongeëvenaard bij gevatte ko« Product G,iep( rheumetiscne pijnen. Zenuwpijnen, Hoofdpijn, enx. Per 12 sl. 52 cl. Zakdoosje20cl. Volgens recept van Apotheker Dumont (Ingez. Med.) 43. „Ondeugende bengel," zei hij te gen Klaasje, „wil je die aap wel eens verbieden om te spuiten. Denk erom, anders neem ik je meel" „Die aap is niet van mij," zei Klaasje. „O," antwoordde de veldwachter, maar hij kwam niet verder, want meteen kreeg hij ook een stevige straal water in zijn gezicht. 44. Even daarna beging het aapje een domme streek. De tuinman had het kraantje dichtgedraaid en daarom wou het aapje eens kijken waar al dat water vandaan kwam. Hij kreeg een dikke straal water in zijn eigen snuit. Van onze Adverteerders. Het grootwinkelbedrijf Albert Heijn bestaat deze maand 50 jaren. Gisteren was het 50 jaar geleden, dat de heer Albert Heijn de van zijn vader overgenomen kruidenierswinkel te Oost- zaan onder eigen naam voortzecce en daarmede de grondslag legde voor het bekende grootwinkelbedrijf, waarvan men thans de filialen door geheel Ne derland aantreft. Dit succes in zaken is te danken aan de ongebreidelde energie en werklust van den heer Albert Heijn, wien het bezit van één kruideniesrwinkel zij het dan ook een goed beklante dorpszaak, niet kon bevredigen. Zoo bracht hij wijzigingen in zijn winkel aan. die hygiënische behandeling der waren zeer ten goede kwamen, legde zich van den aanvang af toe op den verkoop van uitsluitend kwaliteits artikelen tot de laagst mogelijke prijzen, maarstreng contant. Als goed koopman begreep hij toch maar al te goed, dat het geven van lange credie- ten, zooals toen algemeen gebruikelijk, van invloed moest zijn op de verkoops prijzen. Er zijn energiek werken had succes, want na enkele jaren werd reeds een filiaal gevestigd te Purmerend, spoedig gevolgd door winkels te Alkmaar, Den Haag, Utrecht, Arnhem, enz. Met de vermeerdering van het aantal filialen bleek al spoedig de werkgele genheid te Oostzaan, van waar de meeste goederen naar de winkels wer den gezonden, te klein en moest naar ruimer omgeving worden uitgezien. Daarom werd het hoofdbedrijf is 1899 naar Zaandam overgebracht, ter plaatse waar ook thans nog het Hoofdkantoor en de Centraal Magazijnen der Firma zijn gevestigd. Oostzaan werd een filiaal. Met de uitbreiding van het aantal winkels werd regelmatig voortgegaan, zoo telde men in 1907 reeds 23 filialen en als gevolg daarvan moesten ook spoedig de magazijnen te Zaandam worden vergroot. Het zou echter 1911 worden aleer de heer Heijn uitvoering kon geven aan een plan, waarmede hij al gerui- men tijd rondliep namelijk het zelf fa- briceeren van daarvoor In aanmerking komende artikelen. De proef werd op bescheiden schaal genomen. In een klein gebouwtje, werd een oven geplaatst en begonnen werd met de fabricage van Banket. Was dit bediijf ook klein, de gemaakte artikelen waren goed en vonden gretig aftrek bij het publiek en spoedig kon men tot den bouw van een werkelijk modern ingerichte Koek- en Banketfabriek over gaan, terwijl tevens de fabricage van drups en suikerwerken werd ter hand genomen. Niets stond nu meer een geleidelijke, gezonde ontwikkeling van de zaak Al- bert Heijn in den weg, waren het niet dat de oorlogsjaren 1914—1918 ook hier hun verlammende invloed hadden doen gelden. De plotseling intredende moeilijkhe den waren vele. Het personeel groo- tendeels in militaire dienst, gebrek aan artikelen om het publiek te bedienen en allerlei beperkende distributie-bepa lingen, waren zoovele obstakels, die overwonnen moesten worden. Maar ook deze jaren kwamen ten einde en bij het beeindigen van den wereldoorlog besloot men tot den bouw van een groot Fabriekspand naast de bestaande Koek- en Banketfabriek. De werkings sfeer van de Firma breidde zich echter nog steeds uit en slechts luttele |aren na den bouw van het nieuwe pand, in 1923, werd beslo ten tot oprichting van een Cacao- en Chocoladefabriek, en in 1934 van een Beschuitfabriek. Momenteel heeft het aantal winkels de 230 reeds overschreden. Als wij al dus op de 50 jaren van het bestaan van de Firma Albert Heijn terugzien, dan treft het ons. dat in dat bedrijf van den aanvang af sprake Is van een gezonde expansie, uitsluitend gegrond vest op het principe van den stichter „Geeft altijd het allerbeste, wat het publiek voor zijn geld mag verlangen". Suikerbietenteelt. Bovenstaande teelt neemt wel een zeer belangrijke plaats in onder de verbouwde gewassen. Om nu deze teelt zoo rendabel mogelijk te maken, is in de eerste plaats de bemesting een factor van beteekenls. Immers, suiker bieten stellen hooge elschen aan den bodem. Waar niet voldoende aanwezig Is, zal men de grond moeten voorzien van kali en fosforzuur, want deze heeft de suikerbiet veel noodig. Maar ook stikstof heeft de biet noodig want hierdoor wordt de opbrengst sterk be ïnvloed. Nu men over veel keuze van diverse stikstofmeststoffen beschikt, is de vraag wel eens niet gemakkelijk, welke vorm men het' beste zal toedie nen. Teveel stikstof geeft voor de suiker biet een overmatige bladvorming, die nadeelig voor een goede wortelvorming en suikeropbrengst is. Te weinig stik stof remt de groei en geeft een lage bietenopbrengst, de bladeren zijn dan geelgroen gekleurd. Stikstof in salpetervorm werkt goedl echter een volledige bemesting met fosforzuur en kali is dan zeer ge- wenscht. Deze laatste remmen de on gunstige eenzijdige groei en maken een harmonische ontwikkeling mogelijk. De rijping wordt er door bevorderd en de sapzuiverheid neemt toe. Laat aanwenden van stikstof is evenmin ge- wenscht voor suikerbleten. Het blad blijft dan wel lang groen, maar daar

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1