BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Verschijnt iederen DINSDAG' en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21,
50895
Uitgave E. Ë00M-BLIEK - Breskens
Haar eer gered.
46ste Jaargang
Dinsdag 25 Mei 1937
Nummer 4238
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden 1.40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. tedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
STEMMING.
Schippers en andere personen, die
onbereikbaar waren, kunnen morgen
(Woensdag) aan het Stembureau als
nog hun oproepingskaart in ontvangtt
nemen.
23 Mei 1937.
Het bedreigde individu.
o
Juist in dezen verkiezingstijd wordt
er weer meer dan vroeger gewezen op
het gevaar, dat het individu door het
streven naar totaliteit dreigt. Hoewel
nu deze waarschuwingen lang niet al
tijd onbaatz chtig zijn, laat het kaf
zich vrij gemakkelijk van het koren
onderscheiden. Ware cultuur, daarover
zijn vele groote mannen het eens, kan
slechts door achting voor de persoonr
lijkheid van den nevenmensch, door
geestelijke vrijheid en tolerantie ge
garandeerd worden. De tocaliceitsge-
dachte echter, die iedere oppositie
uitschakelt, zou het individu van alle
mogelijkheden berooven.
Welke plaats neemt nu het individu
in het universum in en hoe kan men
het leiderschap rechtvaardigen
Om deze vraag te kunnen beant
woorden moet men zich eerst reken
schap geven van het verband en ook
van de tegenstelling tusschen de beide
begrippen. De beide politieke polen:
individualisme en totaliteit demo
cratie en dictatuur zijn geen nieuwe
verschijnselen, maar waarschijnlijk reeds
een 2500 jaar oud. De kern van dit
probbem echter, van zijn politiek man
teltje ontdaan, is nog veel en veel
ouder en zal wel bestaan hebben,
sinds er menschen op de wereld zijn.
Hij berust tenslotte op het verband
en de tegenstelling tusschen de krach
tige, zelf scheppende persoonlijkheid,
het „individu" en het tot eigen den
ken, scheppen en werken minder in
staat zijnde, verreweg grootere deel
der menschheid, dat, zich van zijn
zwakte bewust, in de gemeenschap
een toevlucht zoekt en daarmede de
„massa" vormt. Maar ook de massa
FEUILLFTON
60.
0
Doe mij nu maar zooveel vragen, als
u verkiest. Ik zal niets voor u stil hou
den. U moogt alles weten.
Mag ik u dan in de allereerste plaats
vragen, mevrouw, waarom ge u zoo
angstig maakt over kolonel Rannock?
Zijn haidnekkig stilzwijgen is daar
voor een alleszins afdoende reden. Ik
Heb in bijna tien maanden niets van hem
gehoord. Mijn zoon is een trouw brief
schrijver. Hij heeft mij nooit langer
dan twee maanden zonder eenige tijding
van hem gelaten. Hij is een trouw
briefschrijver, herhaalde zij ernstig en
met nadruk, als zij zeide: hij is een
goed zoon.
Maar hebt u wel gedacht aan het
leven daarginds in Klondyke, mevrouw?
Vindt u het niet begrijpelijk, dat
iemand er niet toe komt, om een brief
te gaan schrijven, na overdag hard ge
werkt te hebben? Wij kunnen ons zoo
moeilijk voorstellen, hoe het daar toe
gaat.
Ja, zeker, ik heb dit alles wel dege-
op zichzelf is niet krachtig en heeft
daarom een leider noodig, een man,
die haar weet te inspireeren.
In zooverre is het leiderschap mo
reel gerechtvaardigd, want het beperkt
zich hier tot de menschen, die zich
vrijwillig om den leider scharen. Maar
gaat de wil tot heerschen van den
leider zich ook tot het individu uit
stekken, dat hem niet noodig heeft,
dan heeft zulks tot gevolg, dat de
vrije persoonlijkheid onderdrukt wordt.
Despotisme.
Het is vanzelfsprekend, dat geen
staatsvorm ter wereld het individu voor
de volle honderd procent kan erken
nen daartegen pleit reeds het be
grip van den staat, maar daar, waar
het tot ontplooiing komt, moet het
kunnen rekenen op vrijheid, indien
men tenminste niet wil, dat het meest
waardevolle goed van een volk. zijn
cultuur en zijn geestesleven, vernietigd
worden. Want het is bijna steeds het
individu en niet de massa, dat nieuwe
cultureele goederen voortbrengt, ter
wijl aan de massa de taak toevalt de
reeds bestaande cultuur te bewaren
en te beschermen. Daarmede is de
plaats van het individu in het univer
sum bepaald.
Stelt nu de leider zijn individualiteit,
daarbij steunend op de hem ter be
schikking staande massa, als alleen
richtinggevend voor millioenen men
schen voor en onderdrukt hij iedere
anders geaarde geestesrichting, dan
doet hij daarmede niet slechts zijn
volk, maar de geheele menschheid een
groot onrecht aan. Want geen mensch
bezit zulke machtige geestelijke krach
ten, dat hij in staat zou zijn, het den
ken en scheppen van millioenen te
vervangen.
De strijd van het individu tegen de
massa is tenslotte een strijd van den
geest tegen de vuist en wie zoowel
aan de eeuwigheidswaarde van den
een alsook aan de vergankelijkheid van
den ander gelooft, kan over den af
loop van dezen strijd niet in twijfel
verkeeren.
Prov. Zeeuwsche Vereen.
Afd. „Groene Kruis".
o—
Terugkomende op ons verslag van
de Vrijdag alhier gehouden Algemeene
Vergadering, deelen wij het volgende
mede:
Wegens verhindering van dr. Beyer-
man. Secretaris van het hoofdbestuur,
was in zijn plaats als vertegenwoordi-
lijk bedacht, maar ik kan niet gelooven,
dat mijn zoon, als hij nog in leven is,
haar oogen sprongen vol tranen, on
danks haar pogingen, om kalm te blij
ven ik kan niet gelooven, dat hij
mij zóo zou verwaarloozen, als hij ten
minste gezond is en in staat, de pen
te hanteeren
En hebt u aan hem geschreven, me
vrouw?
Ik heb hem geregeld elke week ge
schreven, Ik heb brieven gestuurd naar
het postkantoor te San Francisco en te
Dawson City zooals ik met mijn
zoon had afgesproken ik heb brief
op brief gestuurd.
Hebt u ook al eens gesproken met
kolonel Rannock's knecht ik bedoel
den knecht, die het laatst bij hem in
dienst Is geweest?
Met Chater? Ja, natuurlijk, Wat
weet u van Chater af?
Heel weinig, mevrouw. Ik heb toe
vallig over hem hooren spreken door
een heer, die ook navorschingen heeft
gedaan omtrent uw zoon.
Om welke redenen?
In 't belang van Lady Perivale.
Die heer is kort geleden met Lady
Perivale getrouwd.
Mijnheer Haldanel Ja, jal ik heb van
dat huwelijk gehoord. Het deed mij
ger van het hoofdbestuur aanwezig de
heer A. ter Cock.
Deze afgevaardigde, het woord ne
mende, zeide, dat het hem'goed deed,
bij-Aet aan wal stappen de Groene
Kruisvlag te zien wapperen. Hij spoor
de alle afdeelingen aan een vlag aan te
schaffen en deze bij alle voorkomende
gelegenheden te laten wapperen.
Spreker drong er op aan dat allen
die lid kunnen zijn, ook lid moeten
wezen. Niet het hoofd van het gezin
alleen, doch ook de vrouw en de meer
derjarige kinderen- In Friesland is dit
zoo, dus kan het in Zeeland ook.
Aan de orde kwam de samenwerking
op verschillend gebied met het Wit-
Gele Kruis, die dikwijls goed loopt.
Thans is verzocht te komen tot samen
werking op het gebied der zorg voor
de geestelijke gezondheid.
Na toelichting van een en ander door
den heer C. Dieleraan, zette dr. de Jong
van Vrederust nader uiteen, hoe men
moet arbeiden inzake den zorg voor
geestelijk onvolwaardigen, o.a. ten op
zichte van hen, die niet in gestichten
vertoeven, doch in de gewone maat
schappij. Spoedig ingrijpen is ook bij
geestesziekten gewenscht en daarbij
kan het Groene Kruis met zijn vele af
deelingen in heel de provincie goed
werk verrichten. De wijkverpleging kan
op dit terrein ook heel goed werk doen.
De heer ter Cock voelde meer voor
een afzonderlijke commissie voor de
kwestie der geestelijke onvolwaardige
kinderen, waarin bijv. de predikant en
RADION WAST
ZONDER MOEITE
OF LAST
RA0 4-A
(Ingez. Med.)
zooveel pleizier. Lady Perivale heeft
veel geleden door haar gelijkenis met
die slechte vrouw.
U kent het bekende gezegde, me
vrouw: „cherchez la femme", Als u
mij het een en ander kunt mededeelen
aangaande die vrouw en haar betrek
king tot kolonel Rannock, kan dat mis
schien mijn nasporingen vergemakkelij
ken Och, dat is een droeve geschie
denis.
Mijn jongen had zulke goede voor
uitzichten. Hij kwam bij het regiment
van zijn vader. Sedert Killicrankie zijn
er altijd Rannock's geweest in het La
narkshire regiment. Hij was een flink
militair en heeft zich in Afghanistan
onderscheidden door zijn moed en dap
perheid, maar toen hij die slechte vrouw
heeft leeren kennen, is alles anders ge
worden. Hij was misschien voor dien
tijd wel een beetje wild en loszinnig,
maat toch niet erger dan zooveel ande
re jongelui. Die vrouw heeft hem In
't verderf gestort.
Een jaar of tien geleden, niet waar?
Tien jaar? Jal Hoe weet u dat
zoo?
Ik ben in de gelegenheid gesteld, een
blik te slaan in het verleden van Kate
Delmaine. Als u mij alles van haar
wilt vertellen, wat u weet, zult u mij
de onderwijzer zitting nemen. Spr. wees
op het goede resultaat dat het onder
wijs in deze kan bereiken, en wek
te op in ieder geval te trachten in
deze iets te bereiken.
De heer de Jong zeide, dat men tot
een of meet consultatiebureaux zal moe
ten komen, en er medewerking moet
zijn van de Groene Krulszusters. Voor-
en nazorg van de krankzinnigen worden
in Zeeland door de provincie bekostigd.
De heer dr. Vaandrager vond aanlei
ding te wijzen op het groote verschil
tusschen stad en platteland. Op het
platteland is het vertrouwen in den dok
ter zeker grooter dan in de stad. Spr.
voelt zeer veel voor onderwijs aan de
hier bedoelde kinderen.
De heer de Jong zeide, dat de groot
ste gevallen van vetwaarloozing juist op
het platteland en niet in de steden
voorkomen.
In principe werd besloten deze
kwestie over te dragen aan het Hoofd
bestuur, om uit te werken of deze
kwestie kan ter hand genomen worden.
Naar aanleiding van een schrijven
over de provinciale positie der wijk
verpleegsters, bepleitte de heer Ter
Cock een goede salarieering en pen-
sionneering dezer zusters. Bij de kwes
tie van het jaarverslag deelde de sec
retaris mede dat hij het plan heeft dit
uit te breiden met allerlei gegevens,
o.a. betreffende de wijkverpleging en
het leven in de verschillende aldeelln
gen en subcommissies.
Spr. hoopt niet te veel hooi opzijn
vork te nemen, doch rekent bij het
werk op aller steun. Men zal krijgen een
tweedeelig werkje, n.l. een verslag en
een handboekje.
Daarbij komt, dat men hier te ver
van de verschillende diensten staat, die
men feitelijk alleen subsidieert. Een
boekje als spr. bedoelt zal zeker tot
verhooging van onderlinge samenwer
king aanleiding kunnen geven.
Aan het jaarverslag zelf ontleenen wij
dat voor de veteeniging een tijd van
sanctioneering Is ingetteden. Enkele af
deelingen traden op nieuw of voor het
eerst toe. Het aantal afdeelingen be
draagt thans 59.
Spr. herinnerde aan het vertrek van
den voorzitter, dr. C. Orbaan uit Zee
land,-en het tijdelijk optreden van arts
Gelderman en ook aan het heugelijk
gebeuren in het Koninklijk Huis.
De heer Ter Cock prees ook zeer het
onderling inlichten door maandelijksche
mededeelingen. Men moet blijven tam-
boureeren op het zenden van allerlei
berichten, (bijv. over bazaars, cursus
sen enz.) als voorbeeld voor zusteraf-
ten zeerste verplichten.
Mijn zoon was als 't ware betooverd
door haar. Hij zag haar in den schouw
burg. Er werd verbazend veel ophef
gemaakt van haar schoonheid. Zij woon
de in een mooi huis in St. John's Wood,
op kosten van een schatrijk jongmensch,
dien zij totaal geruïneerd heeft en die
kort daarop gestorven is. Mijn zoon
kwam veel bij haar aan huls. Des
Zondags werden er diners gegeven en
na afloop van de tooneelvoorstellingen
soupers, en mijn zoon was er altijd bij.
Mevrouw Rannock sloot een pluche
doos open, die op een tafeltje naast
haar stoel stond, en de vermagerde,
blanke handen trilden, toen zij een ka
binetportret daaruit te voorschijn haal
de en dat aan Faunce gaf.
Ik dank u zeer, mevrouw, Zoodra
ik eenig nieuws te melden heb, zal ik
zoo vrij zijn, mij bij u te laten aandie
nen. Laat ik u echter vooraf waarschu
wen, dat dit nog wel een poosje duren
zal. U kunt zeker niet gissen, waar
kolonel Rannock te vinden zal zijn, in
geval hij van plan veranderd mocht
wezen en niet naar Klondyke is gegaan.
Neen. maar ik kan mij niet voorstel
len, dat hij eenige verandering in zijn
plannen gebracht zou hebben. Hij kwam
bij mij op den dag voor zijn vertrek,
//WIL JU NIET EENS VÓÓR RUDEN
//NEE JAN,ZOOLANG JE RUPE TABAK
ROOKT,ZIT IK LIEVER ACHTER EN
GENIET VAN DE GEUR I"
NIEMEUEI& STERTAMK VAM 51ÖT IS CT B KALF ONS
(Ingez. Med.)
deelingen. Dit kan geschieden in het
driemaandelljksche blaadje, dat de Ver.
uitgeeft.
Nadat het verslag werd goedgekeurd,
werd gepauzeerd.
Te half drie werd de vergadering
voortgezet met de rekening over 1936.
De penningmeester, de heer Abra-
hamse, gaf aan de hand van een ge
drukt overzicht een toelichting waar
uit bleek, dat een saldo van f 707
aanwezig is. Een ontvangen doch niet
uitbetaalde post van f 75 voor subsi
die wijkverpleging moet echter nog
worden afgetrokken, zoodat het bezit
momenteel f 632 bedraagt.
Dr. Reilingh zeide namens de kas-
commissie dat alles perfect in orde be
vonden was en dankte den penning
meester voor zijn nauwkeurig beheer.
De aftredende Bestuursleden P. L.
Abrahamse en Mr. R. M. van Dussel-
dorp werden herkozen.
In de vacature dr. C. Orbaan werd
gekozen dr. Vaandrager uit Domburg.
De begrooting 1937 werd vastge
steld op f 3040.
Bij de bespreking der uitgaven vroeg
dr. Reilingh of er voldoende controle
is op de subsidie's die verleend wor
den aan de commissie Hygiene voor
Moeder en kind. De penningmeester
lichtte dit toe en zeide, dat de com
missies eerst een volledigen staat van
dienst moeten Inzenden eer subsidie
verstrekt wordt. Naar aanleiding van
het bedrag dat uitgetrokken is voor
ziekenvervoer vroeg de heer Versprille
vol hoop en goeden moed. Hij praatte
vol geestdrift ovet het avontuurlijk leven
in Alaska en lachte mij uit om mijn
angsten en bezwaren. O, mijnheer
Faunce, als hem een ongeluk overkomen
is, zal ik het van verdriet besterven!
Wederom werden haar oogen, haars
ondanks, vochtig. Zij stond op, en
Faunce beschouwde dit als een wenk,
dat hun onderhoud geëindigd was.
U kunt er verzekerd van zijn, me
vrouw, dat ik mijn uiterste best zal
doen, sprak hij.
Zij groette hem met bevallige hoffe
lijkheid en trok aan het schelkoord.
Arme, oude ziell Ik vrees, dat zij
nog heel wat verdriet zal hebben, vóór
deze zaak is afgeloopen, dacht Faunce,
toen hij naar zijn kamers in Essex Street
terugkeerde.
Hij schreef een briefje aan Chater,
met verzoek, of deze den volgenden
morgen even bij hem wilde aankomen:
om hem eenige inlichtingen te verschaf
fen omtrent kolonel Rannock.
Chater verscheen op het vastgestelde
uur, onberispelijk keurig gekleed, met
een glad geschoren gelaat en dun op
gerolde patapluie. Chater was een zeer
meegaand mensch en betoonde zich
zeer spraakzaam, toen Faunce hem had
medegedeeld, wat hij eigenlijk van hem
wilde weten In het belang van de oude
mevrouw Rannock.
.(Wordt vorveljjd).