BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens De samenvoeging der Polders. FEUILLETON Haar eer gered. 46ste Jaargang Vrijdag 7 Mei 19S7 Nummer 4234 ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40. Franco per post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct. aer raqel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot Hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. ii. Zijn er nu door het samenvoegen van polders ook werkelijk finan- tieele voordeelen te behalen? Het is als met alles, als men het goed doet, ja en veell Niet noemenswaar dig als men samenvoegt zooals men dat tot heden gewoon was. „Gewoon was? Maar er hebben toch nooit samenvoegingen plaats gehad, hoe kan dat nu, ieder in deze landbouwstreek is daar volgens het aan de polderbesturen rondge zonden ongeteekend drukwerk toch tegenII!" Neen lezers, talloozen heb ben vroeger blijk gegeven het nut en voordeel van samenvoeging in te zien en wel door het helpen stichten ran ,1'itv auringswat rsclap, en". Waarom, vraagt men zich af, zijn er toch ook geen „Wegschappen" gesticht? Maar die bestaan toch im mers ook eigenlijk reeds onder de naam van Grindwegcommissies of gewoon in de vorm van overeen komsten: de hoofdwegen onder Cad- zand, Retranchement, Sluis, Zuid- zande, Nieuwvliet, de weg van Groe- de naar Oostburg, de weg van Oost burg naar Waterlandke rkje en nog zoo pas geleden een weg in den Zwinpolder, waar door samenwer king van polders en waterschappen (Zwin- en Diomedepokler, Skis aan de Wielingen en een paar gemeen ten) een wegverharding tot stand kwam, die al tientallen van jaren noodig was, maar die enkel en al leen door deze vruchtbare samen werking ontstond. Dit is maar een greep en zou met vele andere vorbeelden kunnen aan gevuld worden. U ziet het, „men" heeft reeds lang samengevoegd, al is het dan in 't klein. Er is dus ook nu weer niets nieuws onder de zon. Dit behoeft ook niet te bevreem den, omdat immers steeds in ver- eeniging, -amenvc eging, grco'.er kracht en kunnen schuilt, zie maar 57. 0 Of ,ij wei eens sterken drank ge bruikte. Alleen af en toe een cog- naCm' •maar ZÜ stak dikwijls een naald in haar arm en dat maakte haar slaperig en dan lag zij den ge- heelen middag, en soms 's avonds i n?"i a's dood op de sofa. Bet- sy had haar dikwijls in haar slaap hooren kermen en kreunen, als zij haar s morgens een kop thee kwam brengen, en dap werd zij wakker met een angstig gezicht en dan keek ze wild om zich heen, alsof ze niet wist, waar ze eigenlijk was. Kreeg ze veel bezoek? Neen, er kwam nooit iemand an ders by haar dan die mijnheer met gebroken neus, en hij kwam niet eens heel dikwijls en bleef nooit ang. Ze hadden soms ruzie hoog loopende ruzie en eens, toen zij nat.r firma's, vennootsc'a p n, clubs vereenigingen enz. enz. De waarheid blijkt soms ook zoo helder uit de tegenstelling. Vele pol ders en waterschappen bestaan soms eigenlijk uit een groot aantal pol- dertjes: waterschap Cadzand, Gene rale Prins Willempolder, waterschap Groot en Klein Baarzande, water schap Eiland en Brandkreek. Stel dat nu eens iemand probeer de elk zoo'n klein poldertje weer een eigen bestuur te geven, wat zou U dan zeggen en doen??... en be denk dan de qualificatie van ons door ons nageslacht eens. Het finantieele voordeel is van tweëerlei aard, wanneer men met dezelfde uitgaven meer bereikt, kan dat evengoed als een finantieel voor deel aangemerkt worden, als wan neer men om hetzelfde te bereiken geld uitspaart. Bij het nieuwe waterschap zal beide het geval zijn. Wij zullen hier verder niet trach ten met doode cijfers en ingewik kelde berekeningen (die komen in de officiee'.e stukken voldoende voor) onze meening meer kracht bij te zetten. Enkel dit, over het voordeel van samenvoegen is men het dus, zoo als hierboven werd aangetoond, eens. Deze samenvoegingen in zakformaat hebben tot nu toe echter de zaken niet eenvoudiger, noch beteekenend goedkooper gemaakt. Eenvoudiger niet, omdat er (als we bij de uitwateringswaterschappen blijven) niet minder dan 5 officieele bestuursorganen zijn bijgekomen. Goedkooper niet, omdat er bij het stichten van deze waterschappen geen noemenswaardige veranderin gen in de uitvoering en het beheer van de werken kwam; deze een heden bleven nog te klein om zich de weelde van noodzakelijke hulp middelen te kunnen verzekeren. Om dit wel mogelijk te maken weer samen aan eht kibbelen wa ren, kreeg zij het op de zenuwen en stelde zich aan als een krankzin nige. De juffrouw was naar boven gegaan, om te zeggen, dat zij zulk een lawaai niet langer in haar huis kon hebben. Als zij zich niet als een dame kon gedragen, moest zij naar een andere woning omzien. Mijnheer Faunce hoorde dit alles met veel belangstelling aan en be gon daarna ook zijn aandacht te wijden aan mijnheer Bolisco. Hij wist wel, dat hij naar alle waar schijnlijkheid zijn kostbaren rijd zou verspillen, maar het oude jagersin stinct uit de dagen van Scotland Yard kwam over hem, en hij wilde uitvorschen, wat Kate Delmaine scheelde, buiten en behalve <i.e zeer natuurlijke neerslachtigheid van een vrouw van haar slag, wier roem gedaan is. Hij had, toen de dag der terecht zitting naderde, al het mogelijke ge daan, om alle zorgen voor haar uit den weg te ruimen. Hij had haar allerlei wenken en goeden raad ge geven; hij had geïnformeerd, wat is het noodig tot samenvoeging in het groot te besluiten, omdat dan alles binnen het bereik van het nieuwe waterschap komt wat noodig is om in alle behoeften hiervan te voorzien. Dus niet omdat er nu in de pol ders beteekenende misstanden heer- schen of dat het bepaald niet goed zou gaan, maar enkel om de effi ciency zoo hoog mogelijk te kun nen opvoeren is de/e samenvoeging in onzen modernen tijd noodzake lijk. Daarom werd een onderzoek ingesteld en dat dit onderzoek groo te voordeelen aan het licht heeft gebracht, zal niemand, ook geen tegenwoordige dijkgraaf of gezwo rene, die zich op een onbevooroor deeld standpunt kan plaatsen, ver wonderen. Weliswaar zijn er meerdere pol ders, die, als men enkel en alleen op de dubbeltjes let, er finantieel niet op vooruit zouden gaan, inte gendeel zelfs achteruit. Maar daar mede is op afdoende wijze rekening gehouden, immers deze krijgen een volledige vergoeding van elk linan tieel nadeel, hun door de samenvoe ging berokkend. De eigenaars van de gronden blijven dus precies wat ze zijn. Van hen is dan ook te ver wachten, dat zij zooveel saamho righeidsgevoel zullen bezitten, dat zij aan de oprichting van het groote waterschap zullen medewerken en daarmede helpen bewerken, dat het voor zooveel anderen beter wordt. Dit mag men van de inwoners van het Land van Cadzand, die door de eeuwen heen met elkaar door het le ven zijn gegaan, verwachten. Het oppervlak van de hierboven bedoelde polders beslaat 20 pCt. van het geheel. Wat nu met de andere 80 pCt.? Deze krijgen alle min of meer groote, sommige zelfs zeer groote finantieele voordeelen. Men zou nu verwachten, dat dit dus van zelf allen voorstanders zouden zijn maar dit schijnt niet overal zoo te zijn. Hoe komt dit? Ie. Door een onredelijk wantrou wen in den opzet, onredelijk daar-' om, omdat het ontwerp opgemaakt is door ambtenaren, wier belangen Lady Perivale zou aantrekken, en mevrouw Randall darrvan in kennis gesteld, opdat deze haar toilet dien overeenkomstig zou kunnen rege'en en de gelijkenis daardoor nog te treffender zou zijn. Hij was naar Regent Street gestapt en had een bonten muts voor haar gekocht van 't zelfde model als die van Lady Perivale. Het is maar een goedkoop lor, had mevrouw Randall minachtend verklaard, na het bont met kritische blikken bekeken te hebben, maar toen zij de toque had opgezet en zichzelf bekeek in den verweerden spiegel, die boven den schoorsteen mantel hing, werd zij er toch mee verzoend. Zoudt u willen gelooven, dat ik indertijd een mooie vrouw ben geweest? vroeg zij aan Faunce. U bent nog een mooie vrouw en als u maar een beetje meer werk van uzelf maakte, zoudt ge weer even mooi en aantrekkelijk zijn als vroeger, gaf hij ernstig ten ant woord. Hü was een goedhartig man en daarbij niet in het minst zijn betrok ken en wien het, voor zoover zij niet voelen voor deze landstreek, overi gens onverschillig zal zijn of men hun voorstellen zal aannemen of ver werpen en die zich enkel bewust zijn geweest een radicaal plan te moeten opmaken, dat als het eens aangenomen zou moeten worden, MOET slagen. 2e. Omdat men verkeerde qon- clusies trekt uit de verstrekte gege vens. De materie is moeilijk, soms zelfs voor ingewijden en als men dan niet eens de moeite neemt zich ter bevoegder plaatse te laten voor lichten, loopt men zoo mogelijk meer dan 100 pCt. kans, bezwaren te zien, die niet bestaan of die door een ge troffen regeling zijn opgeheven. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan de aanvangsdijkgescho'.en. Wie heeft in verband hiermede artikel 184 van het Reglement reeds gelezen? Er zijn reeds heftige schrijvers geweest, die blijk gaven al heel weinig van den finantieelen opzet te snappen of dit althans voorwendden; toch voelen deze zich geroepen onge vraagd de polderbesturen in te lich ten -en tegen het nieuwe plan in het harnas te jagen. Waarom noemen zij zich toch niet, of ontbreekt daar voor het noodige zelfvertrouwen? Wellicht js het ook niet ondienstig hier even te vertellen hoe men, naar wij zijn ingelicht, aan de dijkgescho- ten gekomen is. Het is aldus ge gaan Er is berekend het gemiddelde dijkgeschot gedurende het tijdvak 1925-1935. Daarna is een begrooting opge maakt voor het eerste dienstjaar van het te stichten waterschap. Men wist toen dus wat bij het begin van het nieuwe waterschap noodig zou zijn. Het gemiddelde dijkgeschot te heffen bleek niet noodig, men kreeg dan te hooge inkomsten. Het dijk geschot 1934-1935 aan te houden bleek evenmin te gaan; men ont ving dan te weinig. Er moest dus tusschen twee uitersten in gezocht worden en dit is nu zoo geschied, dat de opbrengst in het eerste dienstjaar precies klopt had oprecht medelijden met haar. Dat is onzin I zeide zij wreve lig. Ik ben in mijn nadagen en dat weet ik zelf heel goed. Ik heb nie mand om voor te leven ik wou, dat ik dood was. Ik wil niet moed willig de hand aan mijzelf slaan; dat is mij te min. Ik kan gruwen van een gerechtelijke lijkschouwing de overledene was indertijd be kend alsik ben een dame, mijn heer Faunce, en ik zou niet graag in alle kranten besproken willen worden. Nu het nieuwtje van Lady Peri vale's proces af was en de dame zelf zich overgelukkig voelde aan de zijde van een innig geliefd echt genoot en op reis was naar het land van oude gedenkteekenen en moderne genietingen, pyramiden en lawn-tennis, sfinxen en croquet, reus achtige graven van onbekende Pha- rao's en reuzenhotels met onge kend hooge tarieven, en John Faun ce zijn taak volbracht had en ruim voor zijn moeite beloond was, zou men allicht geneigd zijn te mee- nen, dat hü zich verder niet meer met de eerste-jaars-beftrooting, wel ke laatste weer met het oog op een moeilijk begin hoog is opgevoerd. Men zou nu zeggen, ziezoo, dat is klaar, enkel nog geleidelijk afdalen (stijgen) naar een voor ieder gelijk dijkgeschot, dat voldoende inkom sten geeft voor het onderhoud en het beheer van het nieuwe water schap, aan het eind van den over gang van oud naar nieuw (dit zou f 7,50 zijn, afgeleid uit een opge maakte begrooting). Zoo eenvoudig was het echter niet. Immers zou de landwaarde stijgen waar het geschot naar beneden gaat en dalen als het dijkgeschot hooger wordt. Daartegen moest dus weer een regeling ge zocht worden, waardoor het thans geldend evenwicht bewaard wordt. Die regeling is ook gevonden en neergelegd in een systeem (kapi taalsvereffening), waardoor het be zwaar volkomen wordt opgeheven. Hiervoor moet de winnende partij een veer laten maar deze is zoo klein, dat zij bij de op andere wijze verkregen winst volkomen onbedui dend is en in het niet zinkt. Gedurende het 25-jarig overgangs tijdvak zal dus de achteruitgaande partij een uitkeering per hectare krijgen, die zoo gekozen is, dat aan het einde van dit tijdvak de bijeen gegaarde uitkeeringen een kapitaal vormen waarvan de rente in staat is het meerdere geschot te dekken. Nu nog even over de f 7,50 dijk geschot aan het eind van het 25- jarig overgangstijdvak. Uit de krant blijkt, dat men daar geen geloof in stelt. Zooals ook nu in eiken pol der is dit geschot van 1 7,50 bere kend uit een volledige begrooting van inkomsten en uitgaven van het nieuwe waterschap. Laten wij hun, die dat geschot niet vertrouwen of met andere min of meer groote moeilijkheden zitten, den raad ge ven zich hiermede eens tot de be voegde ambtenaren van den Provin cialen Waterstaat te richten. Naar men ons daar mededeelde zal men gaarne de gestelde vragen beant woorden. met Grace Perivale's dubbelgang ster zou bemoeien. Hoe vreemd het ook klinke moge, werd zyn belang stelling in mevrouw Raitdall eer grooter dan minder. Een paar maal in de week ging hij een praatje maken bij zijn vriendin Betsy, om van deze het een en ander te weten te komen aangaande Kate Delmaine. Zijn zucht tot napluizen dreef er hem zelfs toe, om Betsy te vragen om een oud vloeiboek, dat van me vrouw Randall afkomstig was en in 't vuilnisvat was gegooid, maar dat Betsy daar weer uit had gehaald, omdat er op den omslag zoo'n aar dig prentje stond. De meeste menschen houden er de een of andere verzameling op na, zeide hij tot Betsy, en zoo heb ik een bijzondere liefhebberij in oud vloeipapier. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1