BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
BOEKENWEEK
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
TWEEDE BLAD.
Klaasje Allemansverdriet.
Burgerlijke Stand.
1.8 MEI 1937
„RONDOM HET BOEK"
Kon. Boekhandel
E, Boom-Bliek, Breskens.
Gemengd Nieuws
46ste Jaargang
Vrijdag 23 April 1937
Nummer 4230
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden I 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10.75. Iedere regel meer fO.15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regeb I 0.40 (bij vooruitbetaling)
Het testament van den
Hertog van Bourbon (1830)
o
ill.
Niet alleen echter de leden der
hofhouding gevoelden zich bena
deeld; vooral de Rohans, die nog
immer gehoopt hadden erfgenamen
te zijn, zoo niet van alles dan toch
van een aanzienlijk deel, waren te
leurgesteld. Achter de verontwaar
digde officieren van het huis van
den hertog stonden deze Rohans
en zij spanden tegen mevrouw de
Feuchères processen aan. eerst van
strafrechterlijken, daarna van civie-
len aard. Het strafrechtelijke proces
trouwens lokten zij zelf uit; men
beschuldigde haar in geschriften en
zij gevoelde, dat eene vervolging
wegens smaadschrift haar niet de ge
wenschte voldoening kon brengen.
Daarom wendde men zich tot de
rechterlijke macht; verzocht haar te
vervolgen wegens misdaad, een on
derzoek, zoo omvangrijk mogelijk,
in te stellen. Dat - onderzoek had
plaats; niettegenstaande niet minder
dan vier processen-verbaal den och
tend zelf waren opgemaakt dat men
den Hertog van Bourbon levenloos
in zijn kamer had gevonden; niet
tegenstaande de toestand, waarin hij
verkeerde .en waarin hij zijn kamer
had achtergelaten, .nauwkeurig was
opgenomen, weken verschillende ge
tuigenissen van de toen afgelegde
af. Wat er intusschen piet toe leidde,
'dat de rechters ookl maar, eenig spoor
van misdaad aanwezig rekenden;
wat geen ander gevolg kon hebben
dan het tevoren vaststaande, dat de
rechters uitspraken, dat van misdaad
niets was gebleken, en dat men
mitsdien moeilijk mevrouw de Feu
chères, hoezeer zij ook belangheb
bende mocht zijn, van deze misdaad,
die niet had plaats gehad, kon be
schuldigen.
Maar het door Parijs zoozeer ver
langde schandaal van het openbaar
proces werd aan de Seinestad ge
geven. Dank zij de civiele vordering,
die de Rohan's doorzetten met alle
mogelijke en onmogelijke middelen.
Eerst vochten zij de echtheid van
het testament aan; die echtheid viel
niet te betwisten, want het testament
was met eigen hand geschreven.
Daarna legden zij wettelijke bezwa
ren aan de testamentaire bepalingen
in den weg; ook deze moesten zij
laten vallen. Toen bleef niet anders
over dan de beschuldiging te uiten,
dat de hertog had gehandeld niet
krachtens eigen wil, maar onder den
immoreelen druk van anderen, dan
in het bijzonder mevrouw de Feu
chères. En op dien grond werd de
tenuitvoerlegging van het testament
betwist en aan de rechtbank ver
zocht om het ongeldig te verklaren
en bij gebrek aan een geldig testa
ment, de erfenis toe te wijzen aan
den daarvoor in aanmerking komen
den tak der Rohans. Reeds de preli-
minairen van het proces toonden
hoe behendig mevrouw de Feuchè
res tevoren had gemanoeuvreerd
door haar legaten aan de universeele
erfenis der Orléansen vast te knoo-
pen. Want te Parijs hield de open
bare meening wel de oogen op haar
gericht, maar tegelijk op Louis Phi
lippe, den nieuwen Koning en op
zijn zoon, die dan, men kon moeilijk
aannemen onwetend, zouden hebben
geprofiteerd van dien immoreelen
druk, door een onwaardige vrouw
op den laatsten der Condé's ge
oefend. Te grooter nog was de be
langstelling, waar een drietal advo
caten van naam als pleiters joegen
elkander optraden. Maitre Henne-
quin verdedigde de belangen der
Rohans; Maitre Lavaux die van de
barones de Feuchères; Maitre Dupin
Jeune, de jongste, maar tevens de
meest brillante dezer drie, die van
den Hertog van Aumale. Hij kon dit
met .te meer recht en gezag doen,
waar de bepalingen van het testa
ment aan zijn juridisch brein waren
ontsproten
Welke nu was de overtuiging,
die door Henr.equin verdedigd werd?
Deze, dat mevrouw de Feuchères
van den ziekelijken toestand, waarin
de Hertog van Bourbon verkeerde,
gebruik had gemaakt om hem te
dwingen tot testamentaire bepalin
gen, die hij eigenlijk niet wenschte.
Zeker niet ten genoege van den
nieuwen Koning en zijn omgeving
werd, ook aan de hand van
schrifturen, door den advocaat der
Rohans aangetoond, hoe weinig
sympathie er bij den Hertog van
Bourbon bestond voor de Orleansen,
hoe de betrekkinegn tusschen hem
en deze hem zoo nabijstaande il-
lustre familie geenszins nauw te re
kenen waren; hoe daarom het uni
verseel erfgenaamschap van den
Hertog van Aumale verwondering
mocht wekken. Tegelijk trachtte hij
vast te stellen, dat mevrouw de Feu
chères eiegnlijk buiten den hertog
om met de Orleansen daarover had
onderhandeld en dat deze wel voor
den vorm, met het oog op den zie
kelijken toestand van den hertog,
aanvankelijk tegenstand hadden ge
boden, doch maar al te gaarne in
de groote erfenis hadden „gehapt".
Wat de pleiter wel zoo vriendelijk
was om begrijpelijk te noemen, even
zeer ajs hij het begrijpelijk achtte,
dat de Rohans deze animo bestre
den! Het lag natuurlijk in de lijn
an Maitre Hennequin om mevrouw
de Feuchères voor te stellen als een
slechte zedelooze vrouwhaar ver
houding tot den hertog als eene,
die eigenlijk het daglicht niet kon
verdragen. Niets was .er goed aan
haar; zij had niet, gelijk hij voorgaf,
;over den hertog en zijn ouderdom
gewaakt; zij had hem niet voor emo
ties gespaard, neen integendeel, zij
had met zulke slechte emoties ge
dreigd, indien de hertog niet wilde
toegeven. Niet zonder moeite slaag
de de partij der "Rohans erin uit de
nederigste omgeving van den hertog
een paar getuigenissen te vinden,
die konden aantoonen, dat heftige
scènes tusschen hem en mevrouw
de Feuchères wel eens plaats had
den, vooral naar aanleiding van het
testament; die zelfs volhielden, dat
de prins van haar had gesproken
als: .„canaille" en „slechte vrouw".
Waarna dan aan het slot van dit
meesterlijk pleidooi, dat in de an
nalen der Parijsche balie een plaats
is blijven innemen, kwam "de con
clusie dat de moreele .pressie vast
staande was en dat op grond alleen
daarvan de testamentaire bepalingen
niet mochten worden gehandhaafd.
Toen Mitre Lavaux aan het woord
kwam, kreeg men natuurlijk van me"
vrouw de Feuchères een geheel an
der beeld. Hij schilderde haar
vermoedelijk even overdreven in deze
richting als zijn ambtgenoot het te
voren in de andere gedaan had
als een zorgzame vrouw, die de laat
ste levensjaren van den grijsaard
had verlicht en een weinig van
vreugde doortrokken; die er op uit
was geweest, vooral in de laatste
maanden, toen de invloed van de
Revolutie zich bij hem deden gel
den, alle emoties uit zijn nabijheid
te verbannen. Tegenover de schriftu
ren van Maitre Hennequin stelde hij
andere, brieven, die aantoonden, dat
inderdaad mevrouw de Feuchères
bij den prins had aangedrongen om
eene beslissing te nemen inzake zijn
testament, maar zulks alleen, omdat
zij wist hoezeer hem zelf het on
opgeloste van deze vraag benauwde.
Brieven waarin mevrouw de Feu
chères er odk niet ten onrechte op
wees, dat, zou de hertog op een ge
geven oogenblik ziek worden en haar
positie niet hebben geregeld, zij door
zijn verwanten het eerst van zijn
ziekbed zou worden verwijderd, juist
omdat zij officieel niets was en niets
mocht zijn. Waarin zij pok erop wees
welke nauwe banden van bloedver
wantschap den hertog aan de Orlean
sen bonden. In datzelfde pleidooi,
en ook in dat van Maitre Dupin,
werd een geheel andere voorstelling
gegeven van de verhouding tusschen
den hertog en de Orleansen; werd
van verschillende bezoeken gewaagd
die een meer vriendschappelijk dan
officieel karakter hadden gedragen;
werd ook erop gewezen, dat de her
tog peter was geweest bij den doop
van zijn tegenwoordige erfgenaam
en zelf als meter had gekozen de
moeder van den hertog; werd ook
als een staaltje van de goede ver"
houding, waarin de hertog tot Louis
Philippe en de zijnen verkeerde na
dat deze den troon had bestegen,
erop gewezen, dat Konigin Amélie,
wier goedheid van karakter door
niemand werd bestreden, opzettelijk
naar St. Leu was gereisd om den
grijsaard gerust te stellen omtrent
de gevolgen der Revolutie. Waarin
zij was geslaagd, wijl algemeen de
getuigen constateerden, dat vanaf
dat oogenblik rust bij hem viel te
bespeuren.
(Wordt vervolgd).
Boekbespreking.
33.
Het aapje vond het een prachtige
gelegenheid om eens flink ondeu
gend te zijn. Net naast hem lag een
tuinslang om de bloempjes mee te
sproeien en hij maakte zich daarvan
haastig meester.
Elisabeth P. Beun, 70 jaar, weduwe
van C. van Overbeeke. 15 Cornells de
Zeeuw 77 jaar weduwnaar van M. Bare-
man. 19 Leonie E. Maenhout 61 jaar,
echtg. van E. Gijs. (A. A.)
M. Scharten-Ancink. „Sprotje".
Geb. f 2,75.
Uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam.
Van deze, zoo bij uitstek naar het
leven geschreven roman van Scharten-
Antink verscheen in de volledige uitgave
reeds de tiende druk.
Wij leven in deze roman mee met
het leven van Sprotje. Hoe ze, de
naaischool verlatende, vol van ver
wachting is van het nu komende
wanneer zij een „dienst" zal hebben.
Hoe zij in het onderwijzersgezin haar
belevenissen heeft en hoe later het on
vermijdelijke zich ook bij haar voltrekt;
de liefde. Haar huwelijk met Hein, haar
zenuwachtig bedisselen om samen hun
huisje in orde te maken, en later haar
blijde verwachting, wat voor haar tevens
het einde is.
Hoe levendig worden alle personen
in dit boek ons voor oogen geteekend
0
Dr. v.d. Stempel. „Luchtbescherming"
Prijs 75 cent
Uitg. La Rivière Voorhoeve,
Zwolle.
In de blauw-wit serie verscheen
bovenstaand werkje, waarin op zeer
duidelijke wijze beschreven wordt de
vele beschermingsmaatregelen waarover
wij menschen beschikken kunnen bij
een luchtaanval.
Het is met zorg samengesteld en van
achttien foto's en teekeningen voorzien.
AARDENBURG.
Over Maart 1937.
GEBOORTEN:
7 Jacobus zv P. Deij en M. C.
Weeda. 10 Andrea M. dvE. Vermeire
en R. S. Roedts. 10 Franciscus L. L
zv Ch. L. Cauwels en G. S. A. Lampo.
13 Willem J. zv W J. de Die en M.
Ketele. 15 Lydia M. dv L. J. Boutens
en M M. Blanckaert. 28 Marie L. L.
dv G. P. B. Lippens en M. L. J. Tal-
loen.
OVERLEDEN:
6 Alphonsius P. de Bruyckere 75 jr.,
echtgen. van A. C. S. de Pauw. 14
BIJ ELKEN AANKOOP VAN I 2.50
ALS GESCHENK
Lijk gevonden. Dinsdag is uit
de Waai onder Oosterhout (GId.) het
lijk van een onbekend vrouwspersoon
opgehaald.
Het signalement luidt
Leeftijd ongeveer 20 jaar, lengte 1.70
M. Voor zoover nog te zien donker
blond haar, rond gezicht, flink gebouwd,
mist vier snijtanden in de bovenkaak,
onderkaak gaaf, was vermoedelijk ge
kleed geweest in roode jurk, waarvan
resten nog aanwezig waren, vermoede
lijk grijze damespantalon, lage zwarte
schoentjes met hooge hakken. Op den
voorschoen drie rijen met vierkante
gaatjes, de bandjes der schoenen even
eens voorzien van vierkante gaatjes,
metalen steunzolen, over de schoenen
beige slobkousen met zes knoopen. Het
lijk heeft vermoedelijk twee a drie
maanden in het water gelegen en is
daardoor in gedeeltelijken staat van
van ontbinding.
De burgemeester der gemeente Val
burg te Andelst, telefoon no. 4, ves-
34.
De tuinman echter, die de aap niet
gezien had, en heelemaal niet be
merkte wat er eigenlijk gebeurde,
ging bedaard naar het tuinkTaantje
toe en begon dit open te draaien.
zoekt inlichtingen ter vaststelling van
de identiteit van het lijk.
Een onderzoek in de tot de Duitsche
grens stroomopwaarts gelegen gemeen
ten heeft tot geen resultaat geleid.
Furioso. Men meldt uit Breda:
Cnder de stafmuzikanten van het
zesde regiment-infanterie heerscht se
dert eenigen tijd ernstige ontevreden
heid over de wijze, waarop dejnieuwe
kapelmeester, de heer A. C. van Leeuw
en, de kapel leidt. Zelfs heeft deze
ontevredenheid geleid tot zeker verzet
en tijdeus de repetities zijn eenige ma
len harde woorden gevallen. Thans
heeft een der muzikanten den heer van
Leeuwen een brief doen toekomen,
welke voor den kapelmeester dermate
beleedigend is, dat de schrijver er van
zich wegens beleedlglng van een meer
dere voor den krijgsraad te 's-Herto-
genbosch zal hebben te verantwoorden.
In dezen brief wordt te kennen ge
geven, dat de muzikanten van het zesde
over de leiding van den kapelmeester
zeer ontevreden zijn, daar deze zich
zou schuldig maken „aan despotisme,
tyrannie, plagerij, een groot musicus
onwaardig". Betreurd wordt, dat de
eminente leider Louis de Moree is heen
gegaan en geconstateerd wordt, dat alle
muzikanten „een grenzelooze afkeer en
haat tegen den kapelmeester hebben,
die op zich moet toepassen wat Uilen
spiegel eens gezegd heeft: Ze haten
mij, doch ik maak het er ook naar".
Verder wordt in den brief beweerd,
dat de nieuwe kapelmeester bij zijn
benoeming heeft verklaard dat hij alles
zou doen om het zesde bij het publiek
populair te maken. „Begin dan zoo
gaat de schrijver verder met eerst
u zelf bij de muzikanten populair te
maken en behandel uw ondergeschik
ten met rechtvaardigheid, vaderlijkheid
en goedheid".
Naar ons wordt medegedeeld zou de
brief met opzet zoo beleedigend zijn
gesteld, ten einde behandeling voor
den krijgsraad uit te lokken.
N. R. Crt.
Vrachtauto verbrand. Een met
papier geladen vrachtauto van de fa.
v. d. Schuyt uit Amsterdam—Rotterdam,
is op den ri|ksweg tusschen Muiden en
Naarden doordat in de accu kortslui
ting ontstond, in brand geraakt. De
chaudeur trachtte tevergeefs met een
snelblusscher de vlammen teblusschen.
Politie en brandweer uit Naarden
hebben met zand en brandblusschers
het vuur gedoofd. De chauffeur had
met behulp van omstanders de balen
papier nog uit den auto kunnen halen.
De vrachtauto brandde bijna geheel
uit.
Vechtpartij te Amsterdam. In
een café op de Prinsengracht te Am
sterdam is, vermoedelijk over een fa-