BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. B00M-BL1EK - Breskens Steun. o FEUILLETON Haar eer gered. Economische Conferenties 46ste Jaargang Dinsdag 20 April 1937 Nummer 4229 ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40 Franco per post per jaar I 5 00 Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regeis 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) Afscheid Burgemeester. Op Zaterdag 24 April 1937 zal de Burgemeester, de Heer D. H. van Zuijen, na afloop der Raadsvergadering (omstreeks 16 uurl corporatiën en particulieren gelegenheid geven afscheid van hem te nemen ten Gemeentehuize. Het is een verheugend verschijn sel, dat het Nederlandsche volk in steeds breedere lagen gaat inzien, dat de steunmaatregelen, die onze regeering in de crisisjaren heeft moeten nemen, en de op die wijze mede door haar bevorderde beper kingen van het internationale han delsverkeer niet zonder meer kunnen worden gecontinueerd. Ook in krin gen van belanghebbenden gr eit hel besef van de tijdelijkheid dezer maat regelen in hun huidigen vorm. Met andere woorden, de handha ving daarvan moet beperkt blijven tot de periode, waarin de omstan digheden met het oog waarop zij genomen zijn, van kracht blijven. Met het verdwijnen van de crisis behoort ook de crisiswetgeving een einde te nemen en dient dus de vraag onder het oog te worden ge zien, of en zoo ja, op welke wijze aan den crisissteun het tijdelijke ka rakter moet worden ontnomen en of daarvoor een andere regeling in de plaats moet treden. Ook minister Colijn wees er in zijn voor de Rot- terdamsche Kamer van Koophandel gehouden rede op, dat steun aan onzen akkerbouw en onzen tuin bouw, zeker bij sommige onderdee- len er van, nog niet kan wegvallen, maar de bemoeizucht der overheid, met haar complex van crisismaatre gelen, eerlang belangrijk ingekrom pen 5,al moeten worden. Nu is de landbouw een der be drijfstakken, waarover de crisiswet geving haar werkzaamheid het verst heeft uitgestrekt en waarvoor met 51. 0 Hoe vreemd het ook klinkt, dames, moet ik u toch zeggen, dat het in een heel deftige krant staat, die echter in een eenigszins beperk ten kring gelezen wordt, deelde Faunce mede. Voor zoover ik weet, heeft deze krant nog nooit iets op genomen dat ook maar eenigszins beleedigend kon heeten voor een bepaald persoon. Het is de Bon Ton and Cricket Review, een krant, die te Kensington wordt uitgegeven en de meeste lezers telt in bet zuiden van Landen. Hij reikte de krant aan Lady Pe- rivale over, die het blad haastig open vouwde, maar in de eerste paar mi nuten veel te zenuwachtig was, om ook slechts één enkelen regel te kunnen lezen. Het was een hoogst fatsoenlijke krant een blad, dat melding maakte van bals te Tooting, tooneel- voorstellingen van dilettanten te Nor wood en soirées te Tulse Hill, een het oog op de omstandigheden een nieuwe en meer blijvende regeling de meeste moeilijkheden biedt. In landbouwkringen bestaat voor dit vraagstuk een groote belangstelling en waar van die zijde ons reeds voorstellen hebben bereikt, als van .Landbouw en maatschappij," die voor een op internationaal verkeer aangewezen land onaanvaardbaar zijn, is het begrijpelijk, dat de uit spraken van andere landbouworgani saties beteekenis hebben. Zoo verdienen ook de conclusies, waartoe het hoofdbestuur van de Groninger Maatschappij van Land bouw dezer dagen ten aanzien van de Landbouwcrisismaatregelen is ge komen de aandachtniet zoozeer vanwege de constructieve gedachte, die men daarin zou willen zoeken, als wel vanwege de onjuiste praemis- se, die als uitgangspunt is gekozen. Een praemisse nochtans en daar om juist moet de aandacht er op gevestigd worden waarvan meer malen uitgegaan wordt en die, in dien zij gemeengoed zou worden, een groot gevaar zou inhouden. De conclusies van de Groninger Maatschappij van Landbouw berus ten op de gedachte, dat het oecono- misch leven van ons land in twee deelen uiteenvalt, de landbouw en de industrie. Daarnevens openbaart zich de vrees, dat er van een een zijdige bevoordeeling van een der takken, met name de industrie, ge sproken kan worden. Daarom stelt deze landbouworganisatie als mini- mum-eisch, dat „de Nederlandsche bodemproductie in haar geheelen om vang voor de toekomst in ieder ge val blijft genieten een gelijke be- scherming, als welke ons fiscaal ta rief van invoerrechten aan de in dustrie verleent". Ook in de andere conclusies steekt de gedachte der relatieve achterstelling van den land bouw. Deze „evenredigheid in de steun- verleening" zoo zou men het principe, dat van dit betoog den grondslag vormt, kunnen noemen komt ons hoogst ongewenscht voor, aldus de N. R. Crt. Niet omdat wij ons geen omstandigheden kunnen denken, waarnoder de landbouw recht heeft op dezelfde, ja zelfs' op meer bescherming dan de industrie I Maar door het stellen van de even redigheid als minimum grondslag verlaat men het eenig juiste crite rium van steunverleening. Het verieenen van steun aan be paalde bedrijfstakken dient te ge krant, die nauwkeurige beschrijvin gen gaf van dames-toiletten, recep ten voor puddingen en vlaas. zonder rum of wijn, voor het wasschen van glacé handschoenen, enz. De ko lommen waren vol nieuwtjes uit de aristocratische wereld. Alles was even deftig en chique, en opeens, te midden van al die ultra-fatsoenlijkheid, stond daar, als een leelijke wrat op een mooi ge zicht, een hoogst beleedigende na betrachting over Lady Perivale's uitstapje met kolonel Rannock. Het eerste gedeelte weidde ,uit over de smartelijke verbazing, die zich van Lady Perivale's kennissen meester hadden gemaakt, toen zij haar ont moetten in het gezelschap van een man met zulk een slechte reputatie; in het tweede werd de vraag bespro ken, of de vrijheid van ,,fin-de- siècle" zeden en gebruiken niet aan een dame toestond, met een heer op reis te gaan zonder eenig schandaal te verwekken; het derde drceg een veel onbeschaamder karakter en was in hooge mate compromitteerend voor de persoon, wie het aanging. 't Is afschuwelijk! riep Grace met een gloeienden blos, terwijl zij, bevend van toorn en verontwaardi schieden met het oog op het belang, dat zij hebben voor het geheele oeconoische leven van ons land. Dat belang kan medebrengen, dat de landbouw in stand wordt gehou den en de andere bedrijfstakken daar van de lasten moeten dragen; dat belang kan evenzeer beteekenen, dat de goedkoopte van de voedsel voorziening moet prevaleeren boven het producentebelang. Maar vóór al les dient vast te staan, dat de steun verleening niet is, het willekeurig verieenen van gunsten, dat steunver leening aan den een niet beteekent een moreel recht ook voor den an der op steun. Wij geven toe, dat de ervaring heeft geleerd, dat perioden van bui tengewone activiteit op het gebied van het nemen van handelspolitieke maatregelen de neiging tot een zoo danig streven zeer versterken, In dergelijke tijdvakken plegen de ge volgen van de maatregelen minder goed doordacht te worden, zooadt dikwijls de steun aan den een den ander schaadt, waardoor de laatste met recht op hulp aanspraak kan doen gelden en die dan ook wel krijgt. Maar daarmede valt niet goed te praten, dat een gedachte als deze tot uitgangspunt wordt gekozen. Nederland is er zich altijd zeer goed van bewust geweest, dat het tarief van invoerrechten gericht moet zijn op de behartiging van den groei van het geheele nationale bedrijfs leven als totaliteit en niet op de be hartiging van bepaalde groepsbelan gen. Dit is steeds duidelijk tot uiting gekomen in den opbouw van ons tariefstelsel, waarvan men het alge- tneene principe het best zoo kan omschrijven: grondstoffen en voe dingsmiddelen vrij, halffabrikaten en hulpmiddelen half belast, en toonbank-, d.w.z. consumptieartike len, vol belast. Aan deze gradatie lag niet de toe leg ten grondslag de eene groep boven de andere te bevoordee'.en, maar een stuwing van de produc tieve krachten van ons land in een richting, welke ons land in het in ternationale handelsverkeer de beste kansen bood. Dit was geen eenzij dige beschutting van bepaalde be volkingsgroepen, maar het ontwikke len van ons land op een wijze, die voor onze geheele bevolking de beste werd geacht. Dit mag en moet het eenige cre- terium voor de steunverleening blij ven. Steun kan worden verleend, omdat het geheele Nederlandsche ging, de krant op de tafel slingerde. En u verbiedt mij den schurk, die dat heeft durven schrijven, af te ranselen, sprak Haldane. Dat doe ik heel zeker, ant woordde Faunce, onwillekeurig een zijwaarts uitwijkende beweging ma kende. Wij hadden een smaadschrift noodig een beleedigend smaad schrift en nu hebben wij het. Wij zullen een aanklacht wegens smaad indienen tegen den eigenaar, den redacteur en uitgever van de „Bon Ton". Mijnheer Harding is het met mij eens, dat dit zoo spoedig mogelijk moet gebeuren. Maar hoe komt dit blad er toe, om er nu pas over te begin nen? Die lasterlijke praatjes zijn toch al zoo lang in omloop. Ja, dat is nu juist het vreemde van de historie, meende Faunce. Er schijnt heel wat tijd overheen te gaan, voor zulke praatjes de Theems oversteken en tot Tooting doordrin gen. De eigenaar tevens redac teur woont te Tooting en hij ver beeldde zich waarschijnlijk, dat hij met een frappant nieuwtje kwam aanzetten. Ik ben blij, dat hij het niet eerder gedaan heeft: wij van onzen kant zouden dan niet zoo bedrijfsleven aan de instandhouding van een bepaalden bedrijfstak of bij een bepaalde ontwikkelingsrichting belang heeft. De mate van Tiien steun zal dan van geval tot geval worden bepaald. Maar wij verwerpen ieder denkbeeld, dat de verleening van steun aan bepaalde groejjen ge paard zou moeten gaan met een gelijke mate van steunverleening aan andere groepen. Invoerrechten zjjn geen gunsten; zij behooren niet te worden inge steld ter wille van de belangen van bepaalde groepen, maar terwille van de belangen van het land. En daar om moeten wij ons verzetten tegen iedere actie, die dit groote beginsel uit het oog verliest en ook tegen de door de Groninger Maatschappij van Landbouw verdedigde, maar zeer ongewenscht©, evenredigheid. o- Van Zeeland, die in opdracht van de Fransche en Engeïsche regeering de mogelijkheden tot een beperking der internationale handelsbelemme ringen onderzoekt, verricht zijn taak met bekwaemn spoed en groote ener gie. In de afgeloopen 14 dagen heeft hij met vele vooraanstaande personen op internationaal econo misch gebied te Brussel geconfe reerd en juist eenige dagen geleden heeft men kunnen lezen, dat de Bel gische minister-president naar de Ver. Staten zal vertrekken, zulks op uitnoodiging van de Harvard-Uni versiteit, die hem den titel van doc tor honores causa wil verieenen. Maar achter dit bezoek schuilt meer. Van Zeeland hoopt in Juni zijn on derzoek in de verschillende landen van Europa geëindigd te hebben en in het bezit van de resultaten van dit onderzoek zou hij Roosevelt en de andere Amerikaansche staatslie den willen ontmoeten, teneinde van hen een toezegging te krijgen tot deelneming aan de internationale conferentie, die Van Zeeland's werk .moet bekronen. De verschillende berichten klin ken nogal hoopvol en des te opmer kelijker is het dan ook, dat velen er met onverschilligheid kennis van nemen. Dat vindt zijn oorzaak in het feit, dat er in de laatste 15 jaren ontelbare economische conferenties zijn gehouden, die even zoovele mis lukkingen hebben opgeleverd. goed voorbereid zijn geweest. Juffrouw Rodney had intusschen de „Bon Ton" van tafel genomen en las het bewuste artikel met ge fronste wenkbrauwen. Hoe kan je nog zulke afschu welijke dingen lezen! riep Grace, terwijl zij haar de krant afgriste. Zij frommelde het blad driftig in elkaar en wierp het naar haar poe del toe als een bal, om mee te spe len. Het diertje rende er mee naar het grasperk op en neer en begon het daarna te verscheuren met be hulp van zijn pooten en bek. 't Is maar goed, dat dit niet het eenige exemplaar is, Lady Perivale, merkte Faunce droogjes aan. 0 Een der rechtzaken, die den daar op volgenden winter het meest de aandacht trokken, was de zaak Pe rivale contra Brown Smith. Het be trof hier een eisch van 10.000 jx>nd sterling schadevergoeding voor een smaadschrift, verschenen in een blad waarvan beklaagde de directeur en uitgever was. Brown Smith mocht zijn getuigen h décharge oproepen en men be weerde, dat zijn zaak geenszins ho peloos stond en dat hjj verscheidene VERBODEN TE ROOKEN MENEER, ZELFS R'JPE TABAK!' NIEMEUERls STÏRTABAK VAM 5T0T15 CC R HALF 0MS (Ingez. Med.) Sinds 15 jaren heeft men de we reld van alle mogelijke zijden ver standige en nuttige voorstellen ter verbetering van de collectieve inter nationale samenwerking gedaan. Sinds 15 jaren zijn al deze aan bevelingen in den wind geslagen en practisch werd veelal juist het te genovergestelde gedaan. De idee, de poging te herhalen, schijnt na deze ervaringen dan ook hopeloos. Waarom zou Van Zeeland meer kunnen bereiken dan zijn voor gangers, vraagt men zich af? Nu verschilt Van Zeeland's on derneming in veel van de vroeger ondernomen pogingen. Het zijn za kelijke verschillen en verschillen in de wijze, waarop men te werk gaat. Het eerste groote verschil is, dat de huidige actie ondernomen wordt in een tijd van economische opleving terwijl de vroegere bijna zonder uit zondering in crisisperioden vielen. In tijden van hoogconjunctuur, wan- neern er in het binnenland groote bedrijvigheid heerscht en er groote behoefte aan alle mogelijke waren bestaat, sluiten de staten hun gren zen niet om den invoer van goederen te verhinderen. Zij wenschen juist het tegendeel, want een groote in voer .ontlast in zoo n geval de in- heemsche industrie en werkt boven dien remmend op de prijs-hausse. Eveneens bestaat er dan geen ge vaar meer, dat het land bij de ope ning van zijn grenzen met goedkoo- pe buitenlandsche waren over stroomd wordt, want de concurree- personen voor de rechtbank zou la ten verschijnen, om onder eede te verklaren, dat zij den heer en dame in kwestie op reis ontmoet hadden als mijnheer en mevrouw Randall. De zaak kwam voor in 't laatst van November, toen er heel wat menschen in stad waren met het oog op het aanstaande Kerstfeest, en de rechtzaal was propvol met keurige toiletten en welbekende ge zichten. Onder de vele nieuwsgieri gen, die toegestroomd waren, bevon den zich ook twee waarlijk belang stellenden: Lady Morningside en haar echtgenoot, beiden zeer gevierd en in aanzien in de kleine wereld van Belgravia en Mayfair. Het punt, waarnaar alle monocles en lorgnetten en tooneelkijkers zich hoofdzakelijk richtten, was de ge stalte van Lady Perivale. Zij was hoogst eenvoudig in 'het zwart ge kleed, met een cape en een toque van Russisch sabelbont. Zij zat in het midden der zaal, met Arthur Haldane naast zich. De eigenaars en eigenaressen der monocles en binocles hadden heel wat te fluisteren over Lady Perivale en haar cavalier. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1