BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Weer Griep? Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens FEUILLETON Haar eer gered. 46ste Jaargang Dinsdag 16 Maart 1937 Nummer 4220 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1 25 Buiten Breskens per drie maanden f 1 40 Franco per post per jaar I 5 00 Buitenland per jaar f 6.50 - Alles bij vooruitbetaling ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer IO,15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) De noodzakelijkheid van een krachtige Nederlandsche Luchtvloot. o— Het is geen geheim, dat onze luchtstrijdkrachten een ontstellenden achterstand vertoonen. Gelukkig ziet men dat meer en meer in en het ontbreekt ook niet aan teekenen) welke er op wijzen, dat men van zins is in dezen toestand verandering te brengen. Wij herinneren in dit verband aan de 16 z.g. luchtkruisers, welke de regeering onlangs heeft besteld. Maar daarmede is de Ne derlandsche militaire vliegdienst nog geenszins uit de put geholpen. Mili taire deskundigen zijn het er over eens, dat ons land zich als beste verdediging in een eventueeen oor" log een bombardeervloot zal moeten aanschaffen. Het zal inderdaad veel geld en ook eenigen tijd kosten, om dit te bereiken, maar zoo verklaren onze militaire experts de offers zullen het doel waard zijn, want een bescheiden, doch zeer goe de luchtvloot zal een belangrijk on derdeel van onze op preventie bere kende weermacht kunnen zijn. Deze meening nu, iszeer zeker juist. Na den wereldoorlog heeft de luchtmacht zich ontwikkeld tot een uiterst krachtig en gevaarlijk wapen, dat als overwicht van de balans- schaal van nog meer gewicht is dan de overige deelen van de weer macht (leger en vloot) en dit wel in het bijzonder voor een kleinen staat, zooals Nederland tenslotte is. Want terwijl het leger van een klei nen staat steeds min of meer ge houden zal zijn aan het territoir van dat land, kunnen de snelle vliegtui gen, 'met hun groote beweeglijkheid en uitermate offensief vermogen, op elke gewenschte plaats: worden ge bruikt. Bovendien kunnen de vlieg velden van een kiemen staat gebe zigd worden als basis voor deelen van de luchtstrijdkrachten van de bondgenooten. Want zeker is wel dateen eventueele toekomstige oor log in ieder geval een oorlog van twee stgjengroepen tegen elkaar zal zijn. Een oorlog, welke Nederland alleen tegen een anderen staat zou moeten voeren, is ondenkbaar. Men denke in dit verband maar eens aan de uitspraak, dat de Engelsche grens aan den Rijn ligt. Indien wij tot een oorlog gedwongen worden zullen wij aan onze zijde dus steeds 42. 0 De eerste, tot wien hij zich wend de, had geen lust of geen tijd, om zich in deze aangelegenheid te men gen. Hij bekeek Lady Perivale'sj portret met onverschillige blikken. Ja, zeker, een bijzonder mooie vrouw! Maar hij herinnerde zich i de tooneelwereld niemand, die op haar geleek. Hij herinnerde zich Sir Hubert Withernsea alleen flauw, als een van de vele schatrijke jonge gekken, van wie men elk seizoen hoort gewagen. Die jonge man is dood, deelde Faunce hem mede. Maar kent u ook soms een ac trice, voor wie hij een vurige be wondering koesterde? Neen! Een jongmensch van zijn slag is gewoonlijk een vereerder van meer dan één tooneelspeelster tegelijk. Hij geeft soupers en gooit zijn geld bij handenvol weg, en als hij er niet meer is, bekommert nie machtige bondgenooten hebben. In een hoofdartikel van de N.R.C. wordt er in dit verband nog op een belangrijk feit gewezen. Indien ons land in een gewapend conflict zou orden betrokken, kan een machtig tegenstander als hij zulks wenscht 'ons leger voor korteren of lange- en tijd als offensief orgaan uitscha kelen door het achter een bepaalde lijn terug te dringen en daar opge sloten te houden. Dat eischt slechts het tijdelijk inzetten van overmach tige krachten, die na Tiet terugdrin gen elders kunnen worden gebruikt. Ten aanzien van de luchtvloot van den zwakkere, zoo, merkt nu de N.R.C. terecht op, geldt dit geens zins: het is onmogelijk om perma nent en overal het meesterschap in de lucht te hebben; de zwakkere kan zich dit meesterschap desge- wenscht plaatselijk en tijdelijk ver zekeren; in het uiterste geval zelfs door een deel van zijn luchtstrijd krachten te doen optreden uit luclit- bases van de bondgenooten. Juist dezer dagen heeft ook kolo nel Best, commandant der luchtvaart afdeeling voor krijgswetenschappen in een lezing nog eens gewezen op het groote voordeel, dat een behoor- lijk georganiseerde luchtvloot biedt. Kolonel Best heeft bij deze gelegen heid uiteengezet, wat wij noodig heb ben: een luchtvloot met een sterkte van 214 oorlogsvliegtuigen en 30 schoolvliegtuigen, t.w. luchtverdedi ging: 48 jachtkruisers, 24 jachtvlieg tuigen en 16 bombardementsvlieg tuigen: strategische verkenning: 12 vliegtuigen, veldleger: 24 jachtvlieg tuigen en 72 andere vliegtuigen, op leiding: 18 oorlogsvliegtuigen en 30 schoolvliegtuigen Met deze organisatie kan door de luchtmacht op redelijke wijze worden voldaan aan normaal te verwachten opdrachten, mits rekening wordt ge houden met de volgende eischen: 1. Reeds in vredestijd moet boven dien aan reservevliegtuigien in twee de lijn kunnen worden beschikt over ten minste 2/3 van het ^antal der Organieke sterkte in perste lijn; 2. De nationale vliegtuigindustrie moet aan hooge eischen van productiviteit voldoen. Zooals al gezegd, zal dit alles veel tijd en veel geld kosten. Spe ciaal de organisatie van onze eigen vliegtuigindustrie, die hoogst nood zakelijk is, daar men in. het buiten land bijna geen gelegenheid meer heeft, tot het doen van groote be- tellingen, zal nog vele moeilijkheden met zich brengen Maar in ieder ge- al is in Nederland op het oogenblik de wil aanwezig, om de verdediging /an ons land op de best mogelijke wijze voor te bereiden. En waar een wil is, is tot dusverre nog steeds een weg gevonden. mand zich om hem en denkt nie mand meer aan hem. Ja, maar Sir Hubert scheen zich toch zeer bepaald aan één ge hecht te hebben en die dame ge leek op deze, sprak Faunce, op het portret wijzend. Non mi ricordo, luidde het antwoord en Faunce ging pen weinig meer oostwaarts, naar een van de nauwere straten in de buurt van The Strand. Het was niet verder dan een minuut of tien loopens van zijn kantoor in Essen Street. Mijnheer Mordaunt, de tweede wien hij in dezen om inlichtingen kwam vragen, had het juist over stelpend druk, toen Faunce zijn bu reau binnentrad. De detective even wel, die altijd deed, alsof hij nooit haast had, ging in een afgelegen hoekje bij het open raam zitten. Hij had gelegenheid te over, om zijn opmerkzaamheid te wijden aan twee dames, die met Mordaunt aan 't praten waren, en aan een heer met een witten stroohoed, een kort lichtgrijs jasje, bruine schoenen en een bloem in zijn knoopsgat, die de verschillende photographieën be keek van zangeressen, balletdanse ressen, komieken en beroemde acro De Zeeuwsche Pers. o „Onder en boven de scheidslijn". Zaterdagmiddag is in hotel Cen tral te Goes onder voorzitterschap van dr. S. S. Smeding uit Middel burg de jaarvergadering gehouden van de vereeniging De Zeeuwsche Pers. De voorzitter opende de vergade ring met een rede over het onder werp: „Onder en boven de scheids lijn," d.w.z. de lijn tusschen het tekstgedeelte der bladen en de ad vertentiekolommen. Om deze grens indt namelijk een voortdurenden strijd plaats, aldus spr., een strijd, die den laatsten tijd weer meer be langstelling vraagt dan voorheen. De scheidslijn loopt tusschen de van redactiewege den lezer verstrek te en overigens belangelooze be richtgeving en de van adverteerders- wege den lezer gedane mededeelin gen van zakelijken en anderen aard, waarbij de adverteerder een min of meer overwegend belang heeft. In theorie is deze grens scherp afgebakend en onoverschrijdbaarin de werkelijkheid is de grens echter betrekkelijk en er loopen verschil lende verbindingsdraden over en weer. Het is beter, de onhoudbare theorie van de volstrektheid dezer grens te verlaten en de werkelijkheid inzake deze scheidslijn te onderzoe ken en vast te stellen. We vinden dan reeds dadelijk bo ven de scheidslijn de zoogenaamde reclames of ingezonden mededeelin- gen, welke betaalde publiciteit zijn. Indien en voorzoover deze I.M.door hun vorm, zetwijze, en/of door de toevoeging (Ingez. Med.) duidelijk blijken niet tot den redactioneelen tekst te behooren, bestaat hier geen enkel gevaar; het komt er, voor zoover de goede zeden in cle jour nalistiek aangaat, slechts op aan; dat de lezer nimmer behoeft te twij felen of hij bona fide redactioneele mededeelingen, dan wel betaalde pu bliciteit voor zich heetf. Spr. meent, dat de Nederlandsche journalistiek deze fiere vlag nog in top mag hijschen, dat met geld betaalde ten dentieuze berichtgeving in ons land niet voorkomt, dat de Nederland sche journalist niet omkoopbaar is. Het is echter nadrukkelijk eisch, zoowel van beginsel als van taktiek, dat betaalde publiciteit te allen tijde als zoodanig kenbaar zij, in de eerste plaats voor de standing der bladen zelf, vervolgens, op den langen duur, ook voor den adverteerder. Want de reclame-psychologie leert onder an deren, dat het nimmer goed werkt den klant bij den neus te nemen. Vervolgens wijdde spr. aandacht aan het euvel der vermomde adver tenties, welke als berichten onze re dactioneele kolommen dreigen bin nen te dringen, zou door overheden als door particulieren en zakenlie den daartoe aangeboden. Er loopen echter nog meer draden over de scheidslijn henen. Zoo be staat er wel degelijk een, zij het dan zeer los, verband tusschen ad vertentie en verslag: een vereeniging b.v., die de advertentiekolommen, niet van noode heeft voor haar pu bliciteit, zal toch kwalijk voor haar verslag plaatsruimte kunnen vergen, althans niet, indien dit verslag al leen voor de vereeniging van be lang is, algemeen journalistiek be lang echter ontbeert! Omgekeerd kan een, zij het dan zwak, gevoels- recht op een verslagje soms ontleend worden aan een geplaatste adver tentie, al dient hier de redactie ten slotte volstrekt souverein te blijven ten aanzien van vorm, lengte en zelfs, als puntje bij paaltje komt, ten aanzien van de al-dan-niet op name. Ook de berichten, ofkomstig van, of verband houdende met, de groo te adverteerders, vergen voortduren de waakzaamheid. Spr. meent, dat baten, waarmede de muren prijk ten, en de programma's las, die hier en daar aan den wand hingen, zacht- kens heen en weer bewogen door het zomerkoeltje en overdekt met stof. De dames waren jong en mooi, met gepoederde wangen en ver dacht karmozijn-roode lippen, en naar de laatste mode gekleed. Zij droegen hoeden met nagemaakte struisveeren en zooveel versierselen als een hoed slechts kan torsen. Hoor eens. Mordy, zóó kan het heusch niet langer gaan, zeide de langste van de twee, wier naam op de biljetten gedrukt stond als „Vicky Vernon, het Wereldwonder". Ik verdien niet half genoeg. Hoe heb ik het nu met je? Eerst veertig pond en toen dertig). Ik moet meer hebben, Mordy; daar blijf ik bij. Als jij maakt, dat de honderd pond vol komen, heb jij daar toch ook voordeel bij. Dat was zoo. Mordaunt zou tien percent krijgen volgens afspraak. Maar, beste Vicky, er zijn zoo veel jonge dames, die b.eter die bijna zoo mooi als jij zingen en die geen rooden duit verdienen. Ze hebben geen van allen ooit Rillerig, koortsig en onbehaaglijk? Stuit die aanval direct. Ga naar bed en gebruik "AKKERTJES". Ge zult verbaasd en ver heugd zijn de bijzonder krachtige werking van AKKER-CACHETS Ie ondervinden. Voordat Ge 't weet is alle narigheid ver gelen. Ze kosten slechts 52 cent per 12 stuks. al zal de redactie geneigd dienen te zijn een bepaald en overigens behoorlijk verzoek van een grooten adverteerder eenigszins anders te be schouwen dan een verzoek van een brutaal man, die nimmer adverteert en desondanks reclame-per-verslagje vraagt, hier niettemin nimmer meer dan welwillendheid gevraagd, nim mer ook maar tittel noch jota ge- ëischt kan worden. Spr. is van oor deel dat ook hier de Nederlandsche journalistiek, onder soms moeilijke omstandigheden, zijn mannetje staat, de welwillendheid nimmer over de schreef van de verantwoordelijkheid tegenover lezer en geweten gaat. Tenslotte wijst spr. op de zooge naamde berichtjes die van adver teerders afkomstig zijn. Dit is in beginsel bepaald een fout ding: ver momde ingezonden mededeelingen, onbetaald en niet als zoodanig ken baar is de juiste begripsbepaling er van. Toch kan men hier niet immer „neen" zeggen: door zoodanige me dedeelingen dan echter duidelijk ken baar te maken als afkomstig van den adverteerder, is het grootste ge vaar bezworen. De dusgenoemde re dactioneele verwijzing naar een ad vertentie is welhaast nog erger on ding, berustend op de misvatting, dat een advertentie toch niet gelezen zou worden, en de opdracht tot plaatsing eener advertentie eenig) recht op zulk een verwijzing zou ge ven. Desgelijks bijna de redac tioneele aanbevelingen voor liefda dige zaken en dergelijke; ook hier gelde dus Goethes woord „In der Beschrankung zeigt sich erst der Meister". Met een aantal aanhalingen uit oude couranten, van 1758 af, toonde spr. aan, dat reeds bijna twee eeuwen lang de strijd om deze scheidslijn met afwisselend succes door de bei de partijen gevoerd wordt; in som mige opzichten werd vroeger gereed geadverteerd waarvoor men thans re dactioneel gastvrijheid vraagt, in an dere tijden werden wel eens zaken redactioneel opgenomen waarvoor, men thans betaald publiciteit maakt. Maar het beginsel der scheiding tus schen tekstgedeelte en advertentie kolommen heeft van den beginne af aan gegolden en geldt nu nog. Mo ge de toepassing wisselen, zoo be sloot spr., laat ons het beginsel door alle stormen henen hoog houden, zoowel in het belang der couranten als ook in het algemeen belang. 0 een lied gezongen, dat zóó pakte als mijn „Ratten" en „Drankdui vel". Dat waren een paar jolige! Vicky. Maar je nieuwe pakken lang zoo giet. Er zit geen pit in, Vicky: ze zijn te water- en melkachtig niet genoeg Tabasco. „Ratten" was een alleraardigste mop en ze zong den „Drankduivel" onverbeterlijk guitig en schalks. De man, die „Ratten" heeft ge maakt, is dood, sprak juffrouw Ver non met een somberen blik. Hij was een genie, de arme drommel. Hij kon er zoo vlug mee terecht. In één dag had hij zoo'n liedje kant en klaar als hij tenminste nuch ter was de orkestpartij en alles en alles. Ik zou wel eens willen weten, hoeveel je hem gegeven hebt voor „Ratten". Zoo, zoo, zoudt u dat zoo graag willen weten? Maar ik ben toch niet van plan, het u te vertel len, zeide Vicky met een koket glim lachje, terwijl zij met den vergulden knop van haar parasol speelde. Ge hebt den armen kerel vijf pond gegeven voor een lied, waar ge zelf tienmaal zooveel mee hebt verdiend, hernam Mordaunt. Ik weet, hoe de dames zijn. Het heet, dat ze geen goede rekenhoofden heb ben, maar ondertusschen rijn ze even erg op de penning. Als de directeur van een café- chantant, Mordy. Het zou dwaasheid geweest zijn, hem twintig pond te geven voor een liedje, dat hij dol graag voor vijf kwijt wou zijn. Hij zou zich alleen maar een beetje eer der doodgedronken hebben. De heer met den witten stroo hoed, die met zijn vrouwelijke col lega's op een te vriendschappelijken voet stond dan dat het bij hem op kwam, zijn hoofddeksel af te ne men, mengde zich nu ook in 't gesprek. Zaken zijn zaken, aangebedene mijner ziel> zeide hij, maar als je van mij vergt, dat ik hier geduldig zal blijven wachten, tot jij en Mordy het samen eens bent geworden, ken je mij nog niet. Sta mij nu maar eerst even te woord, Mordy. Dan kun je straks verder met Vicky schacheren. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1937 | | pagina 1