BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21.
50895
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
Het Geboortecijfer.
FETJILLETON
Haar eer gered.
De Potvisschen.
Land- en Tuinbouw.
46ste Jaargang
Dinsdag O Maart 1937
Nummer 4218
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels tO,75. Iedere regel meer (0.15. Ingez Med 30 per regel
Abonnements-advertenties groole korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 0 40 (bij vooruitbetaling)
0-
Maatregelen tot bevordering van
het kindertal of beperking van ge
boorte? een oud probleem, dat
thans door het feit, dat het bevol
kingsvraagstuk in verschillende lan
den de volle aandacht van de regee
ringen heeft, weer bij/nodet' actueel
is geworden.
Ook in ons eigen land vindt men
vertegenwoordigers van beide ge
noemde richtingen. Wij herinneren
in dit verband aan het debat van
eenigen lijd geleden tusschen de bei
de Utrechtsche hoogleeraren Banger
en Van Vuuren. Prof. Bonger meen
de, dat de geboortebeperking in Ne
derland noodzakelijk was, zijn col
lega echter was daar vierkant te
gen. Overigens wordt er echter in
ons land voor geen van beide rich
tingen veel propaganda gemaakt,-
Men mag daaruit concludeeren, dat
men den bestaanden toestand alles
zins bevredigend acht en dat is ook
inderdaad zoo. Voor geboortebeper
king voelt de gemiddelde Neder
lander gelukkig weinig en de regee-
rng vooirkomt door hygiënische maat
regelen een hoog sterftecijfer. Inder
daad is het sterftecijfer ih Nederland
het laagste in de wereld en daar het
geboortecijfer ook reden tot tevre
denheid geeft, neemt onze bevol
king steeds in aantal toe. Op enkele
uitzonderingen na, kan men dit ove
rigens overal in de wereld zien ge
beuren. Maar sommige regeeringen
gaat het niet vlug genoeg. Zoo juist
kondigen b.v. Italië en Duitschland
weer speciale maatregelen aan tot
aanmoediging van een hooger ge
boortecijfer. Wij willen nu eens na
gaan, of men van dergelijke maat
regelen werkelijk succes mag ver
wachten. Als voorbeeld kan men het
best Italië nemen, waar de propa
ganda tot bevordering van het kin
dertal reeds sinds Mussolini aan het
bewind kwam, krachtig wordt ge
voerd. Bestudeert men nu de sta
tistieken, dan ziet men, dat in dit
land het overschot der geborenen
boven de gestorvenen van 1923 tot
1936 regelmatig daalde en wel van
500.000 tot 372.000. Hier blijkt dus,
dat alle propaganda zonder uitwer
king is gebleven. Tegenstanders van
het fascistische regime, willen daar
uit de conclusie trekken, dat het den
Italianen financieel slechter gaat dan
vroeger. Een dergelijke conclusie is
echter op niets gebaseerd. Want in-
40._
0
Kolonel Rannock zal te elfder
ure van plan veranderd zijn. Het
kan ook best wezen, dat hij zijn zeer
bepaalde redenen had, om zijn reis
plan anders op te geven dan het in
werkelijkheid was, zeide Faunce met
groote kalmte, opkijkend van zijn
notitieboekje, waarin hij met pot
lood eenige aanteekeningen had ge
maakt.
't Is mogelijk. Ik telegrafeer
de naar den agent in San Francisco,
wiens brief aan Rannock's knecht
al zes weken oud was, en informeer
de naar de twee vrienden, bij wie
Rannock zich zou hebben aangeslo
ten. Vanmorgen kreeg ik antwoord.
Omtrent Rannock was niets bekend.
De anderen waren den 13den April
naar Vancouver vertrokken.
Wil ik het onderzoek verder
voortzetten, mijnheer Haldane?
Ja, Rannock moet gevonden
derdaad staat de grootte van het
geboortecijfer in geen enkele zicht
bare relatie met den economischen
toestand en den levensstandaard.
Het bevolkingsoverschot wordt klei
ner, waar de levensstandaard daalt,
zooals op het oogenblik b.v. in
Duitschland; maar het aantal ge
boorten loopt ook terug in landen,
waar de levensstandaard stijgt, zoo
als sinds jaren in Zweden, Denemar
ken en Engeland. De economisch-
sociale samenhang, waaraan velen
gelooven, bestaat dus niet. Men kan
zich slechts in het onvermijdelijke
schikken en overigens vaststellen,,
dat ook het verstand geen aanleiding
ziet, over de goddelijke beschikking
ontevreden te zijn.
Want werkelijk: men zou eerst nog
eens moeten aantoonen, welke hoo-
gerc belangen er eigenlijk gediend
zouden zijn met een bijzonder ster
ke stijging van het aantal geboorten.
Indien men het militaire belang van
een zoo groot mogelijk aantal in
fanteristen uitschakelt, blijft er eigen
lijk niets verstandigs over.
liet critieke punt zou eerst be
reikt worden, indien de bevolking
begint af te nemen. Dat, inderdaad,
is moeilijk te verdragen. Economisch
gezien, zou het zeer zeker een ramp
zijn. Want het beteekent, dat er
ieder jaar een nieuw gedeelte van
de groote productiemachine over
bodig zou worden en onder deze
omstandigheden zou er in het geheel
geen ondernemingsmogelijkheid
meer bestaan. In tegenstelling met
de meening van geboortebeperkings
fanatici is een afname der bevol
king funest, speciaal in economisch
opzicht.
Maar zoolang de volkeren zich)
nog vermeerderen, wat ook dringend
gewenscht is, doet een sneller of
langzamer tempo er weinig toe..
Want zoolang zij zich nog vermeer
deren, heeft het productie-apparaat
van heden de kans, morgen voor
meer menschen te moeten werken,
en indien dit meer slechts langzaam
.toeneemt, beteekent zulks nog geen
ramp en misschien wel een voordeel,
wijl de assimilatie van de toename
zich waarschijnlijk gemakkelijker vol
trekt, indien er niet al te veel te
assimileeren is. Inderdaad neemt de
bevolking in alle landen der wereld
op het oogenblik minder snel toe
dan vroeger, ook in Nederland.
Maar niet vergeten mag worden, dat
het op het oogenblik ook moeilijker
is voor de nieuwe massa's de le
vensbasis te bereiden.
worden. U zult het misschien een
dwaze gril van mij vinden maar
Lady Perivale is doodelijk beleedigd,
doordien haar naam genoemd wordt
in één adem met den zijnen
misschien buiten zijn schuld mis
schien door een duivelsche begeerte
van zijn kant, om zich op haar te
wreken.
Dat acht ik niet zeer waar
schijnlijk. Zoo iets kwam misschien
af en toe wel eens voor in de vorige
eeuw, toen het duel nog in de mode
was, maar het is niet meer van on
zen tijd.
Wilt u dien man zien op te
sporen? hernam Haldane, verbaasd
en min of meer gebelgd over Faun
ce's tegenwerpingen.
Hij had niet verwacht een detec
tive te zullen vinden, die als een
man van alzijdige ontwikkeling sprak
en dacht, en hij vroeg zichzelf niet
zonder een zweem van twijfel af,
of Joihn Faunce wel zoo knap in
zijn vak zou zijn als van hem ver
teld werd.
In Lady Perivale's belang?
Natuurlijk.
Zoudt u het niet beter vinden,
mijnheer, als ik op mijn eigen ma
nier dit vraagstuk probeerde op te
Men mag dan ook aannemen, dat
de minder snelle groei een gevolg is
van het feit, dat de natuur zelve
steeds voor het noodige evenwicht
zorgt.
0-
Dr. A. B. van Deinse schrijft in
de N. R. 'Crt. hierover het volgende:
Inderdaad behoort de potvisch, als
ook de bruinvisch. orka, dolfijn en
de vinvisch, tot de walvischachtige
dieren. AN deze dieren zijn warm
bloedig als wij, zijn zoogdieren .en
ademen door longen. De vier eerst
genoemde dieren behooren tot de
tandwalvisschen, waartoe overigens
nog heel wat meer soorten gebracht
worden. De vinvisch behoort tot de
baleinwalvisschen, eveneens nog met
enkele andere soorten. Het voedsel
van de potvisschen is in de eerste
plaats de inktvisch, een week dier,
die in verscheidene, waaronder zeer
groote soorten, de zeeën bevolkt
Bij de ontleding van de dieren te
Rotterdam zijn dan ook snavels van
hoom van inktvisschen in de maag
gevonden, die natuurlijk zijn be
waard.
Hoewel de potvisch longen heeft,
is toch het dier gestorven op de
zandplaat bij Terneuzen bij gebrek
aan lucht en niet door gebrek aan
voedsel. De enorme longen kunnen
in het water gemakkelijk uitzetten
voor een voldoende ademhaling,;
maar zoodra walvischachtigen en
dus ook de potvisch, op het droge
komen, worden de longen door de
zwaarte van het dier dermate inge
drukt, dat zij in korten tijd sterven.
De potvisch te Terneuzen binnen
gebracht was recht gemeten 16 M.
lang en 40.000 kg. zwaar. Het dier,
dat in Breskens werd binnengesleept
was 18.50 M. lang en had een ge
wicht van ruim 50.000 kg. Beide
dieren drukten dus zeer zwaar op
het zand en het was ebbend water.
Zoodra de dieren grond voelden,
wisten ze instinctief, dat dat hun
ongeluk zou worden en zij hebben
toen geweldig om zich heen geslagen
met staart- en borstvinnen, terwijl
de lichamen ook heftig bewogen.
Maar voor al die bewegingen, dus
krachtsinspanning, is heel veel zuur
stof noodig en dat ontbrak juist,
omdat de longen slechts zeer on
voldoende konden uitzetten door het
liggen op het zand. De vinnen heb-
lossen? U vraagt mij een verwarde
streng te ontwarren en aan het ver
keerde einde te beginnen. Ik ga
kalm en bedaard mijn eigen weg
en u wilt, dat ik op zijpaden af
dwaal. Ik zal wel te gezetter tijd
vanzelf bij kolonel Rannock terecht
komen.
Als dat zoo is, zal ik er mij
verder niet mee bemoeien, sprak)
Haldane. Het is er mij maar om te
doen, dat Lady Perivale gerehabili
teerd zal worden, en ik erger mij
over elk uitstel.
U kunt de zaak gerust aan
mij overlaten, mijnheer. Langzaam
aan dat is mijn leus. Men kan
zulke dingen niet overhaast doen.
Ik zal aan deze zaak al mijn op
merkzaamheid wijden en zooveeltijd,
als ik maar eenigszins missen kan,
zonder te kort aan mijn verplichtin
gen tegenover andere cliënten.
Hebt u dan nog meer gevallen
ter behandeling?
Faunce glimlachte.
Vier jaar geleden, teen ik mijn
pensioen had aangevraagd en gekre
gen, vestigde ik mij ter woon in een
optrekje te Putney, met mijn beste,
brave vrouw, om mijn verdere le
vensdagen pp mijn lauweren te rust-
ben groote gaten in de zandplaat
geslagen, een bewijs, dat de dieren
hevig te keer gingen. Ware nu zéér
spoedig meer en meer water voor
handen geweest, dan hadden zij nog
los kunnen komen, maar het werd
juist eb en dat werd hun verderf 1
Deze longenademers zijn dus zoo
sterk aan het waterleven aangepast,
dat het land hun ongeluk en hun
dood veroorzaakt. Dit is temeer
merkwaardig, daar de walvischachti
gen toch met volkomen zekerheid
afstammen van land-zoogdieren, zij
het dan ook in een zeer, zeer ver
verleden, dat zich slechts laat be
naderen met millioenen jaren. Aan
gezien het tijdsverloop tusschen eb
en vloed zoo groot is, waren de die
ren niet in staat het zoolang met zoo
weinig of geen zuurstof uit te hou
den. Ik geloof niet, dat de doodstrijd
lang geduurd heeft; verscheidene
uren zeker niet.
In het Zuid-Poolgebied komen
zonder twijfel veel meer potvisschen
voor dan in het Noorden, terwijl om
en bij den Evenaar, bijv. nabij de
Azoren, gebieden zijn, waar zij me
nigvuldig werden en worden aange
troffen. Ik geloof niet, dat deze
beide exemplaren uit het Nauw van
Calais kwamen, maar ben eerder
van oordeel, dat zij om Schotland
heen uit het Zuiden kwamen. Waar
om deze dieren zóó trokken, weten
wij niet, maar het is bekend, dat
deze soort zeer groote afstanden kan
afleggen en misschien waren zij op
een voedseltrek. Een groote afstand
is voor dieren van dit formaat hoe
genaamd geen bezwaar; zij zwem
men met gemak tientallen K.M.'s
in het uur en kunnen dat, gezien
hun enorme kracht, zeker zeer lang
volhouden. Vóór hun stranding zijn
de potvisschen op Dinsdag 23 Fe
bruari voor Vlissingen gezien, maar
het is onbegonnen werk te trachten
de dieren in te halen. Bovendien
zou van vangen of dooden toch geen
sprake zijn geweest. Daarvoor moet
men over moderne walvischvaarders-
schepen en over een uitstekende uit
rusting beschikken. Men heeft dus
de potvisschen eenvoudig laten door
zwemmen. Vaklieden zouden toen
reeds kunnen voorspellen, dat zij
weldra zouden stranden, wat dan|
ook 's nachts is gebeurd. Ware dat
niet gebeurd bij Terneuzen, dan zou
het meer naar het Oosten toch zijn
geschied. Er is pen oude stranding
bij Antwerpen bekend en ook bij
het voormalige Land van Saaftingen.
Inderdaad komt deze soort zoo
ten, maar om u de waarheid vte
zeggen, mijnheer Haldane, beviel dat
leven mij niemendal. Ik kreeg er al
heel gauw genoeg van en toen ik
toevallig een paar zaakjes kreeg op
te knappen, nam ik mijn vroeger be
roep weer op, maar thans in een
anderen vorm. Ik l.egde mij uitslui
tend toe op moeilijke, ingewikkelde
gevallen, waarbij een handig en tact
vol optreden, een onuitputtelijk ge
duld en groote slimheid en scherp
zinnigheid eerste vereischten .zijn.
Sedert heb ik meer te doen gekre
gen dan ik dikwijls af kon, en tot
dusverre heb ik steeds met een be
vredigend resultaat gewerkt. Ik hoop
en vertrouw, dat Lady Perivale ook
tevreden over mij zal zijn.
De kalme beslistheid, waarmede
Faunce sprak, deed Haldane prettig
aan.
Maar het kan in geen geval
kwaad, dat u het resultaat weet van
mijn nasporingen omtrent Rannock,
zeide hij, van zijn stoel opstaande.
.O neenAlle inlichtingen heb
ben voor mij waarde en ik dank u
zeer voor uw komst, antwoordde
Faunce, terwijl hij zijn bezoeker tot
de deur uitgeleide deed.
Hij hechtte hoegenaamd geen ge-
VADER, HOE WEET U NU
OF TABAK RIJP IS
HEEL EENVOUDIG JONGEN
RUPE TABAK HEEFT IMMERS
een Ster op het pak
WEMEUERs STER TABAK VAN 5T0T !5CT R HA1F ON!
om het kwartier boven water. Is het
noodig, dan kunnen zij desnoods
meer dan een uur onder water blij
ven. Zij zijn n.l. in staat om hun
bloedsomloop dus ook de adem
haling te vertragen, maar daar
over uit te weiden zou ons te ver
voeren.
Na een natte winter een
nat voorjaar.
De natte winter heeft de bodem.niet
veel goeds gedaan. Het natte voorjaar
doet de deur al heelemaal "dicht. Mis
schien.kan men beter zeggen: Zet de
de deur al heelemaal open voor alle
narigheid, die onze toch al zoo onbe
schutte bedrijven kan overkomen.
Het is haast geen werken op het
land en waar men het probeert, tja,
omdat er toch wat gedaan moet wor
den, daar bemerkt men al spoedig hoe
het land er door lijdt. Daarom zijn vele
meststoffen ook nog niet uitgestrooid.
Als men de marktoverzichten inziet
dan leest men. dat alle meststoffen nog
niet die afname hebben, die andere
jaren om dezen tijd plaats vinden. En
dat alles door de nog maar al aanhouden
de regens in het voorjaar.
Dat wordt dit jaar een latertje met
het vootjaarslandwerk, met het kunst
meststrooier Op den bevroren grond,
zooals men vroeger wel deed bv. met
slakkenmeel, daar is dit jaar al' heele
maal geen kans toe geweest.
Afgedacht van het feit. dat straks
wicht aan de omstandigheid, dat ko
lonel Rannock zijn voornemen te
kennen had gegeven, om naar Klon-
dyke te trekken, maar daar toch
nooit was heengegaan. De kolonel
had misschien wel twintig goede re
denen, om zijn knecht van 't rechte
spoor te brengen. Het kon ook zijn,
dat hij van plan veranderd was.
Het nieuwe goudland is wel wat
al te dicht bij de Noordpool, om
groote aantrekkelijkheid te bezitten
voor iemand, die gewoon was aan
een weelderige levenswijze en ver
slaafd aan allerlei zinnelijke genie
tingen.
Sport in Schotland en Ierland,
sport in Noorwegen, of zelfs in IJs
land, zou iemand kunnen verzoenen
met een leven vol ontberingen, maar
dat kon in geen vergelijking komen
met de gevaren en moeiten van een
bestaan in die witte wereld ten noor
den van Dawson City.
John Faunce ging zitten bij den
haard, waarin thans een helder
vuurtje vlamde. Hij luisterde werk
tuigelijk naar een straatorgel, dat de
„Washington Post" speelde en dacht
na over zijn gesprek met Arthur
Haldane.
(Wordt vsrrolgd).