BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21.
50895
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
Klaasje Allemansverdriet»
Burgerlijke Stand.
46ste Jaargang
Vrtfdag"12 Februari 1937
Nummer 4211
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden 1 26. Buiten Breskens per drie maanden I 1 40
Franco per poat per iaar I 5 00
Buitenland per jaar t 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regets 10,75. Iedere regel meer fO;15. Ingez. Med. 30 et. per regd
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling^
TWEEDE BLAD.
De moordenaars
van Fualdès [1817].
0—
11.
En spoedig volgden er heel wat
meer aanwijzingen. Bancal, vrijwel
met zijn geheele familie in hechte
nis genomen de kleine kinderen
uitgezonderd werd ziek, vermoe
delijk tengevolge van slechte ligging
in de gevangenis. Zoozeer hadden
de gebeurtenissen hem aangegrepen,
dat hij spoedig naar het ziekenhuis
moest worden overgebracht, en het
einde voelde naderen. In die dagen
bezocht hem de hem toegewezen
geestelijke, en dezen bekende hij
wat hij wist, niet ais een biecht,
maar als een verklaring, die slechts
daarom niet aan het gerecht werd
overgebracht, wijL hij stierf, voordat
hij zijn voornemen ten uitvoer kon
brengen. Blijkens die verklaring had
den Bastide en Jausiion hem, Bancal,
overvallen; hij wist niet, dat zij \oor
een dergelijk doel zijn huis zouden
gebruiken. Toen zij den armen Fual
dès bij hem hadden binnengesleept,
had hij hem niet te hulp kunnen
komen; hij was gedwongen om bij
den moord zijn voeten vast te hou
den; hij was bedreigd, indien hij
wilde vluchten of iets verraden.
Eigenlijk nog voordat Bancal ge
sproken had, spraken zijn kleine kin
deren, althans de oudste, een meisje
van twaalf jaar, Magdeleine gehee-
ten. De moeder had deze kinderen
naar een bovenkamer gebracht, maar
zij waren ontsnapt en hadden zich
in het bed, dat in de kamer van
den moord stond, verborgen gehou
den; daar hadden zij alles gezien,
alles gehoord. Voor zij heengingen
hadden de moordenaars hen ontdekt
Magdeleine had zich slapende ge
houden, totdat zij haar vader bij zich
voelde. Bastide had haar willen doo-
den en aan den vader daartoe 400
francs geboden, maar deze had zich
verzet. En al spoedig bleek zoowel
uit hetgeen de kinderen zeiden als
uit hetgeen Bancal verklaarde, dat
er nog een onvrijwillige getuige bij
het drama was geweest. Een dame,
die vrouw Bancal's hulp voor een
samenkomst was komen inroepen op
het oogenblik, dat deze de moorde-
-naarsbende nog niet verwachtte.
Hen hoorende aankomen, had zij
de dame in een zijkabinet verstopt;
deze had daar alles gehoord, ge
deeltelijk gezien, en had willen ont
vluchten. Het geraas, dat zij met
een raam maakte, had haar ver
raden; Bastide was haar gaan halen,
hij had haar willen vermoorden;
de anderen, en daaronder Jausioll
wilden daarvan niet weten. Men had
de dame gedwongen om op het lijk
van den verslagene te zweren, dat
zij zou zwijgen, men had haar met
verschrikkelijke straffen bedreigd, in
dien zij zou spreken. Maar vanaf
dat oogenblik was de vraag, wie
deze dame was geweest. Alle namen
van getrouwde en ongetrouwde da
mes in Rodez werden genoemd; dat
men eindelijk den waren naam is te
weten gekomen, is de schuld van
een zekeren kapitein Clemandot, tij
delijk te Rodez vertoevend.
Hier treedt mevrouw Manzon, van
zichzelve een juffrouw Enjolran Cla-
risse geheeten, ten tooneele. Haar
vader behoorde tot de rechterlijke
macht; was voorzitter van het dis
trictsgerecht. Zijzelve, opgegroeid
onder de verschrikkingen der revo
lutie, was jong gehuwd met een ze
keren kapitein Manzon, wien zij te
gen haar wil haar hand had gege
ven; slechts toen hij, reeds haar man
zijnde, haar op romantische wijze
het hof maakte, als verkeerden zij
nog in den voortijd der verloving,
vereenigde zij zich met hemg. Spoe
dig daarna echter kwam er verwijde
ring tusschen de echtelieden, die
het niet konden vinden, Manzon
ging uit den dienst en werd ontvan
ger in het nabijgelegen Alby. Me
vrouw Manzon woonde tijdelijk te
Rodez, leefde er een vrij leven, dat
haar vader en moeder met weerzin
vervulde. Zij was leelijk, maar gees
tig; in haar conversatie ver uitge
groeid boven de provinciale omge
ving, waarin zij leefde. Een toeval
lige ontmoeting in den schouwburg
bracht haar in aanraking met Cle
mandot, die zich te Rodez gruwe
lijk verveelde. Zij zagen elkander
veel, eigenlijk op elk uur van den
dag en van denlaten avond,
en bij een der laatste ontmoetingen
zou zij hem hebben verteld, dat zij
de vrouw was, die bij Bancal in
het zijkabinet had vertoefd; de vrouw
naar wie werd gezocht. Bij den pre
fect geroepen naar aanleiding van de
geruchten, die al sjroedig de ronde
door het stadje, deden, legde me
vrouw Manzon aanvankelijk eendoor
haar volledig genoemde bekentenis
af; tegen haar wil was zij bij Bancal
binnengegaan, en tegen haar wil
was zij getuige van het moordtoo -
neel geweest. Maar reeds dadelijk
gevoelde de prefect in de bewoor
dingen, waarin zij haar bekentenis
inkleedde, dat zij niet alles vertelde
wat zij wist en gezien had; dat ze
om welke reden dan ook. iets terug
hield. Een groote verrassing wachtte
hem reeds den volgenden dag;
schriftelijk trok zij geheel haar schrif
telijke bekentenis in. Nauwelijks was
deze brief in zijn handen of ge
deeltelijk herriep zij weder deze her
roeping, om een volgenden dag we
der een gedeelte daarvan terug te
nemen, en een verhaal voor te dra
gen, dat allen grond van waarschijn
lijkheid juiste. Zoo ging het enkele
dagen door, niettegenstaande haar
vader als magistraat haar bezweerde
de waarheid, de geheele waarheid en
niets dan de waarheid te zeggen;
niettegenstaande de prefect tegen
over haar een weinig ambtelijk en
gelengeduld bewaarde, bleef zij bij
wat zij gezegd had en vertelde niet
meer. Dan weer zeide zij niets meer
te kunnen zeggen; dan weer nam zij
het air aan als hield zij met opzet
wat achter, gedreven door hoogere
intuïtie of machten!
Onder deze bedrijven was de in
structie teneinde gebracht. De zaak
zou in openbare behandeling komen
voor het districtsgerecht, waarvan
Manzon voorzitter was. Maar een
nieuwe instructie werd noodig ge
oordeeld; de zaak werd naar het
koninklijk hof te Montpellier verwe
zen, dat op zijn beurt een onderzoek
instelde en vervolgens de stukken
in handen gaf van het Hof van
Assisen in Rodez zelf. Daar was het
de eerste zaak op de rol van de na
jaarszitting van 1817. Niet minder
dan 320 getuigen waren gedagvaard;
243 door de beschuldiging en 77
door de verdediging. De beklaagden
waren tenslotte ten getale van elf
want nevens de reeds vermelde
hoofdschuldigen had men ook een
zekeren Bach, die mede had ge
holpen het lijk naar buiten te ver
voeren, een zekeren Messonnier en
een zekeren Bousquier, die gelijke
diensten hadden verricht, in hechte
nis genomen. De laatst vermelde
scheen reeds dadelijk het minst
schuldig en hoewel hij in den aan
vang alles ontkende, bracht men
hem zonder veel moeite tot nadere
verklaringen. JHij bleek door Bach
in een berucht kroegje in de buurt
te zijn aangenomen om een z.g.
baal gesmokkelde tabak te helpen
verwoeren; toen hij in het huis van
Bancal kwam om deze baal af te
halen, vond hjj er, in doeken gewik
keld, een menschelijk lichaam en
daarnevens den grooten Bastide, die
beiden, Bach en hem, bedreigde,
indien zij hun diensten zouden wei
geren of hem zouden verraden. Zijn
verhaal, met zekere spanning tege
moet gezien, leverde na zijn beken
tenis weinig belangwekkends meer
op, hij was eerst binnengekomen
nadat de moord was geschied; de
wijze, waarop deze had plaats gehad
en de aanleiding daartoe, waren hem
ten eenenmale vreemd.
Grootere belangstelling bestond
voor het verhaal van mevrouw Man
zon; men mag aannemen, dat de
genen, die plaatsen op de publieke
tribune hadden gehuurd tegen tien
francs per stuk, vooral haar optreden
met spanning tegemoet zagen. De
zoon van Fualdès, advocaat te Parijs
had zich civiele partij gesteld; daar*
toe was aanleiding, omdat men na
den moord liet bureau van Fualdès
beroofd vond, terwijl toch aan den
vermoorde een vrij aanzienlijk ver
mogen had toebehoord. De jonge
Fualdès trad, met blijkbare "instem
ming van den voorzitter, meer dan
eens in de debatten tusschenbeide;
iiij vooral was het, die met den voor
zitter op mevrouw Manzon grooten
aandrang uitoefende om toch alles
te zeggen wat zij wist. Maar zij zeide
weiniguit een justitieel oogpunt was
haar optreden van nul en geener
waarde. Voor het publiek daaren
tegen niet. Schijnbaar beproefde zij
keer op keer haar verhaal ten einde
te vertellentot drie keeren. toe
moest zij, tengevolge van een flauw
te, die haar voerde in de armen
van den nabijstaande gendarme, het
veld ruimen. Intusschen werden dan
weer ambtelijke omstanders ge
hoord, die haar in zichzelf zekere
verklaringen hadden hooren preve
len of bepaalde aanwijzingen geven.
Maar, hoezeer de president zich ook
beijverde, hij kon haar geen perti
nente verklaring ontlokkenwat zij
zoo juist gezegd had, nam zij een
oogenblik later weer terug. Wel
merkwaardig, dat zij haar neef, een
zekeren Rodat, bij wien zij gelogeerd
had, en een harer goede vriendin
nen, mevrouw Victoire Raynal, te
gen welke beiden zij allerlei be
kentenissen had gedaan niet weer
sprak; van beider verklaringen zei
de zij zelfs, dat zij niet anders dan
de waarheid waren en konden zeg
gen. Maar zelf bleef zij zwijgen;
meer dan eens wierp zij angstige
blikken naar Bastide en Jausion
meer dan eens gaf zij te verstaan,
meer te weten en niet te willen zeg
gen. Zelfs noemde zij namen van
anderen, van een onschuldig jong
meisje, dat dien avond bij Bancal
zou zijn geweest en waarvan zij dit
zelve gehoord had. Toen dit meisje
voor het Hof werd gebracht, bleek
al spoedig de volledige onjuistheid
van dit zeggen.
Klaasje hoopte dat oom er niets
van gemerkt zou hebben, dat hij de
buldog inplaats van Klaasje een kus
had gegeven. Maar op 't zelfde
oogenblik dat oom Gerrit het kusje
gaf, viel de buldog bewusteloos op
den grond.
Op de graangewasten stikstof.
Onder onze cultuurgewassen zijn het
de granen, die de eerste plaats gaan
innemen. Van het grootste belang voor
ons land is het, de graancult ur zoo
intensief mogelijk te maken, d w.z. dat
men er naar streven moet de hoogste
opbrengst, zoo voordeelig mog lijk te
verkrijgen. En dan is het jammer te
moeten verklaren, dat dit lang niet over
al het geval is, dat de opbrengsten dik
wijls veel hooger konden zijn. Voor
een groot deel is dit te wijten aan het
feit, dat niet genoeg stikstof gebruikt
wordt. Een doelmatige en voldoende
stikstof bemesting is voor een rendabele
graanteelt onontbeerlijk. Al is het zeker
dat ook de plantenvoedingsstoffen fos-
forzuur en kali onmisbaar zijn-wij zou
den kunnen zéggen, dat bij de graan-
,,Leelijke aap," bulderde oom Ger
rit, „maak dat je wegkomt". Klaas
je stond eerst een beetje beteuterd
te kijken, maar slenterde eindelijk
naar de deur de straat op. „Denk
erom," riep oom hem nog na, „als
de hond straks tot het bewustzijn is
teruggekeerd, dan stuur ik hem ach
ter je aan".
teelt het fosforzuur voor de korrelvor
ming noodig is, de kali, vooral op de
lichtere gronden, voor stevig stroo zorgt,
maar de stikstof is het toch die de
graanzakken vult.
Droogte en vochtigheidoptreden van
schadelijke dieren en planten kan iedere
bemesting ongunstig beïnvloeden. Voor
al bij de graanteelt speelt het weer,
wat de opbrengst betreft, een groote rol.
Als dit echter eenigszins meewerkt,
de grondbewerking, soortenkeus en on-
kruidbescrijding weinig of niets te wen-
schen overlaat en de stand niet te dicht
Is, dan komt de stikstof eerst goed tot
zijn recht.
Een gewichtige vraag, voornamelijk
bi; de wintergranen is, op welke tijd
W'I de sclkscof zullen toedienen. De
meeningen hierover ioopen nog al uit
een, zelfs waar het gelijke omstandig
heden betreft. Het ware wel gewenscht,
dat hieromtrent meerdere, goed opge
zette proeven genomen werden. In
ieder geval heeft men ervaren, dat een
vroege uitstrooiïng aanbeveling verdient
daar de planten een groote hoeveel
heid stikstof niet in korten tijd kunnen
verwerken.
Vooral in dit voorjaar wachte men
niet te lang met de toediening, vooral
niet op lichte, doorlatende gronden.
Laten wij ons niet verleiden door een
mogelijk mooie stand, vergeten wij niet
dat door den bijzonder zachten winter
de graangewassen een goede stand ge
kregen hebben. Vrij zeker is het, dat
op vele plaatsen gronden aanmerkelijke
hoeveelheden stikstof zijn uitgespoeld.
Op deze mooie stand zal dus spoedig
een slechte volgen. Wachten wij daar
om niet tot de typische teekenen van
stikstofgebrek zich vertoonen. Houdt
rekening met dit feit bij de vaststelling
der stikstofgift.
De beste stikstofmeststof voor de
overbemesting onzer wintergranen is de
kalksalpeler. Deze kan vanaf nu bij
droog weer en drooge planten uitge
strooid worden.
Een goedkoope stikstofmeststof voor
de zomergranen is de zwavelzure am
moniak, en op alle niet kalkarme gron
den te gebruiken. In zulke gevallen
verdient Zwavelzure Ammoniak voor
haver stellig de voorkeur.
Waar de grond arm aan kalk is, Is
het beter voor de. zomergranen van
kalksalpeter, voor directe aanzetting van
de groei, of van kalkammonsalpeter ge
bruik te maken
Pleter Jacobus zv E. P. Wesdorp en
C. M. Riteco. 15 Boudewijna Pieter-
nella dv J.*C. de Hullu en^J. D. van
der Slikke.
HUWELIJKEN:
28 J. Poortvliet 20 jaar jm met M.
M. Ekkebus 26 jaar jd. 28 C. A. Lip
pens 37 jaar jm met J. M. de Meijer
21 jaar jd.
OVERLIJDEN:
4 C. F. Coppens 52 jaar man van
M. L. Baas. 5 J. W. le Grand 33 jaar
man G Verschelling. 12 Magd. Hoste
69 jaar vrouw van A. M. Leenhouts.
18 B. J. Boidin 16 jaar zv wijlen P. A.
Boidin en S. Adriaanien. 22 J. A.
Leijsenaar 62 jaar vrouw van P. van
de Putce. 23 J. L. Pauw 80 jaar wednr.
van S. A. Ghijsels 23 J. van der Weele
36 Jaar man van G. C. CalJenfeJs,
28 A. de Geijter wed. van L. Bast/ng
29 A. Beelaard 83 jaar ongeh.
INGEKOMEN -.
M. j. G. Th. Laheij geb. GYesen uit
Nistelrode J. Koksma uit Heerenveen.
S. Hamelink geb. van Drongelen uit
Axel. Joz. H. Verdouw uit Breskens.
VERTROKKEN:
C. Postma en gezin naar Middelburg
S. Geensen geb. Bossand naar Axel.
j. H. Boeltjes en gezin nr Zuidzande; C.
Stamperius nr Delft, f. Ekkebus naar
IJzendijke; M. J. Sanders naar Aarden
burg; E. de Bruijne naar| Bergen op
Zoom. (AA.).
Over Januari 1937.
OOSTBURG.
GEBOORTEN:
5 Gerhard Jozeph Florimond zv M.
A. H. Govaert en HG. B. Meijer
POSTERIJEN.
Rijkspostspaarbank:
Gedurende de maand Januari werd
op spaarbankboekjes te
AARDENBURG.
Ingelegd f 18461,46
Terugbetaald f 10460.87
Meer ingelegd dan terug
betaald f 8000.59
Nieuw uitgegeven spaarboekjes 14.
BRESKENS.
Ingelegd f120489.39
Terugbetaald f 70867,29
Meer ingelegd dan terug
betaald f 49622.10
Nieuw uitgegeven spaarboekjes 70.
IJZENDIJKE.
Ingelegd f 9407,50
Terugbetaald f 5465.43
Meer ingelegd dan terug
betaald f 3942,07
Nieuw uitgegeven spaarboekjes 8.
OOSTBURG.
Ingelegd f 19489,03
Terugbetaald f 11924,49
Meer ingelegd dan terugbet. f 7564,54
Nieuw uitgegeven spaarboekjes 6.
15