3RESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK -# Breskens Biografie van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana. 46ste Jaargang .a-—J Woensdag 23 December 1936 Nummer 4198 ABONNEMENTSPRIJS Per dóe maanden I 1 25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40 Franco per post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f 0; 15. Ingez Med 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) Dit nummer bestaat uit twee bladen. TWEEDE BLAD Prinses Juliana's opvoeding en strenge tucht in haar leefwijze. De zware, verantwoordelijke taak, welke eenmaal op de schouders van onze Kroonprinses zal rusten, heeft reeds in Jiaar prille jeugd haar stem pel .gezet op het leven, dat zij leidde. De zorgvuldigheid, waarmee weleer wijlen Koningin Emma onze tegen woordige Vorstin voorbereidde op de regeeringstaak, is dezelfde, als waarmede Prinses Juliana werd op gevoed. Het is bekend, dat Konin gin Wilhelmina ieen verstandigden- kende vrouw is, met alle kwaliteiten, welke noodig zijn om een staat om zichtig te leiden. Koningin Wilhel mina voedde tiaar dochter, toen de ze ieen klein meisje was, streng en zonder eenigen opschik op. Haar studie, die werd aangevangen op denzelfden leeftijd als bij alle kinde ren, was (Vanaf het eerste begin ge kenmerkt door het bijbrengen van verantwoordelijkheidsbesef. Juliana's taak was jraeds in haar jonge jaren afgemeten in .uur en tijd en van elk uur moest zij verantwoording af vunnen leggen. Haar dagtaak werd rerdeeld tusschen studie en ont spanning, en ook op deze laatste -verd nauwkeurig toegezien. De Ko ningin heeft haar dochter van stonde if aan bijgebracht, dat zij niet voor haar genoegen eenmaal koningin zal zijn, maar dat zij in dienst zal staan van land en volk, dat haar hooge geboorte haar den plicht oplegt, zich geheel te geven aan de belangen, welke zij .eens als een kostbaar be zit van haar Moeder zal erven. Een onderwijzeres der Prinses heeft eens verteld, hoe groot de moeilijkheden waren bij de opvoeding van Ju liana. De Prinses was immers eenig kind, en de bezwaren, hieraan ver bonden, doen zich reeds in gewone kringen gevoelen, dus zeker in vor stelijke. De Prinses miste de dage- lijksche speelkameraadjes, hoewel de Koningin haar natuurlijk veel toe stond om met andere kinderen óm te gaan. Maar altijd kwam na een speelpartij met kameraadjes de vraag Ojp: „Wat zullen we nu gaan dojn?' en de beantwoording van deze vraag moest zoo omzichtig mogeüjk ge schieden in den vorm van een auto tochtje of een ander pretje. Als kind alleen was er natuurlijk het gevaar, dat de Prinses eenzelvig zou wor den; dat juist het tegendeel het ge val is en dat zij met iedereen vol ledig meeleeft, en voor alles belang stelling toont, is wel een der schoon ste resultaten dezer moeilijke opvoe ding. De leeraressen der Prinses wa ren: Jonkvrouwe L. P. v. d. Poll, die van 1909 tot 1920 met de op voeding was belast; daarna werd de ze taak overgenomen door Barones se L. G. Sloet van Marxveld Alge meen lager onderwijs werd gegeven door Mej. B. Cohen Stuart; zang door Cath. van Rennes; gymnastiek door Mej. de Mello Manser; Neder- landsche geschiedenis: Mej. N. v. Hasselt; Latijn en Grieksch: Prof. Dr. J. H. Gunning Wzn, (1924/26); -'--itsrecht: Jhr. Mr. W. J. M. v. inga (1926/27); Indische land- en :enkundeProf. J. C. v Eerde 13/27) en voorts werd zij nog 'erschillende bijkomende vakken erricht. Het godsdienstonderwijs jonge Prinses was toevertrouwd rtdii Ds. W. L. Welter Jr. Het verhaal gaat, dat de Prin ses eens moet hebben gezegd: „Als het mijn tijd is, wil men misschien geen koningin meer en dan word ik advocaat". Of dit gezegde authen tiek is, weten wij niet, hoe heOook zij. de bekwaamheid voor a r.ai bezit de Prinses zeker. Haa'r.^it;- tenstudiën te Leiden hebben aangë- toond, dat zij een scherpen, logi-'1 schen geest heeft, met een scherpen kijk op den kern der dingen. Zij is bovendien een vlug en handig debater, die vlug en spitsvondig een geestigheid kan uitbuiten. Ook haar vrouwelijke aanleg is bij haar opvoeding nimmer verwaar loosd, en zoo kon zij zich ook be kwamen in huishoudelijke practijk. Hiertoe ontving zij kook- en huis- houdlessen in het Huis ten Bosch. Als leerares hierbij fungeerde Mej. C. Goldenberg, die vroeger leerares was aan de 's-Gravenhaagsche Vak school voor Meisjes. Hierin heeft de Prinses getoond, hetgeen zij reeds van haar Moeder had geleerd. Ver der leerde zij naaien, de linnenkast verzorgen een speciaal Holland- sche bezigheid en voorts nam zij de financiering van de keuken op zich. "Toen de Prinses haarles- tijd had voleind, toonde zij zich een volkomen bekwame huisvrouw en het pleit voor het verstandig inzicht der Koningin, dat zij de specifiek vrouwelijke zijde van haar dochter niet heeft willen verwaarloozen. Wij mogen ook veilig aannemen, dat bij haar opvoeding ook steeds de ge dachte heeft voorgezeten, dat de Prinses op ejgen beenen moet kun nen staan, mocht de dynastie on verhoopt uit Nederland worden ver bannen. Dit was rekening houden met de realiteit der dagen, daar er toentertijd in Europa zooveel ko ningstronen vielen en vorsten in den struggle for life het onderspit moesten delven. Het leven van Prinses Juliana is niet bedolven in luxe en feesten. Integendeel, de opvoeding van de Prinses is, zooals wij reeds zeiden, sober geweest. Zij had op tijd haar ontspanning, maakte iederen zomer een vacantiereisje met haar Moeder maar besteedde de rest van haar tijd zoo, dat menig burgermeisje niet gaarne met haar zou willen ruilen! Van jongsaf is de Prinses roman tisch aangelegd geweest. Als kind hoorde zij gaarne sagen en legenden, vooral de Vaderlandsche; later leid de deze romantische trek naar een intense belangstelling in de litteraire kunst. De Prinses is een verdienste lijk declamatrice, hetgeen eens is gebleken in den tijd van Willem Royaards. Deze zou op een feest, dat de Koningin gaf, optreden, maar was op het laatste oogenblik door ziekte verhinderd. De kleine Prin ses, met al haar durf, viel voor hem in, droeg verzen voor en had een uitbundig succes te oogsten. De muzikale opvoeding der Prin ses is in uitstekende handen ge weest. Zij speelt zeer goed viool en piano, en het is bekend, dat zij, in tegenstelling piet de Koningin en wijlen Prins Hendrik, de muziek zeer liefheeft. Op concerten leert men het ongekunstelde karakter van de Prinses eerst goed kennen; daar geeft zij zich geheel aan de zoo ge liefde muziek over. Zoo is de opvoeding der Prinses wetenschappelijk, practisch en cul tureel geweest, en zij is geheel voor bereid en met hoeveel zorg op de taak, die haar wacht. Het moge nog lang duren, alvorens die aanvangt, maar eenmaal zal zij ko men. En haar volk kan dan verze- kerd zijn, dat zal regeeren een eAióó bekwame Koningin als Koningin Wilhelmina I 7 Prinses Juliana en haar stu dententijd. Het is thans weer ruim zes jaar geleden, dat onze Prinses afscheid nam van een vreugdevolle en ro mantische periode.van vrijheid, waar in zij het leven heeft geleid van epn studente met colleges, clubs en vriendinnen. Het was een tijd, welke Voof de Prinses in haar herinnering een der schoonste zal blijven. Ons stervüngen van het aanslag biljet, lijkt de positie van die andere stervelingen op tronen en in gouden koetsen, onbeschrijfelijk romantisch én schitterend inhoud, pracht en praal I Wij denken er over na, hoe die mensch-n zullen leven, of ook zij de dagelijksche sleur, die de da ger. zoo grijs maakt, kennen, of ook in hen het verdriet over levensteleur stellingen opkruipt, h. bittere, naatnlooze verdriet om wat men in zichzelf en anderen verloren zag gaan. Wij zoeken overeenkomst tus- schen het leven van een vorst en ons leven. Mas^j wij peilen de diepte van den strooml welke bij eiken polsslag het levcj voortstuwt, niet; wij weten alleeift dat ook zij, dc hooggeplaatsten,menschen zijn. En de Koningen, Prinsen en Prinsessen? Als zij de eenvoud in het hart heb ben wonen, leeft in hen het onbe stemd verlangen naar de dagelijks heid der millioenen, naar de be weging en uiting van den geest op elk terrein, welke hun nu zijn ont zegd, naar de vrijheid van hun woord en naar de zorg voor de kleine ver drietelijkheden. Zij hebben een he vig verlangen naar eenzaamheid en zelf-inkeer. En zij zijn altijd eenzaam tusschen de vele menschen, die hen omringen maar alleen zijn zij nooit. Hun lot is tragisch maar welk menschenlot is dit niet en hun geest moet sterk getraind zijn om alles lijdzaam te kannen onder gaan. Het moet een vorst toch wel eens te bont worden, al die knipmessende menschen... de een al dieper dan de anderi Hij moet toch wel eenswen- schen, dat alles eens precies anders om zou gaan en ;iat al die men schen eens voor zijn oogen zouden beginnen met achterover te buigen! Het zal met al die wenschen ech ter tevergeefs zijn; hij is machte loos, hij is slachtoffer van zijn stand, van zijn verantwoordelijke taak. Het mag veilig zijn, voortdurend te worden gechaperonneerd door hofdames en -heeren. een ggygel v.in behagelijkheid zal het "Seven. Het is een noodzakelijk.kwaad, waar- rn de vorsten zich om des lands 'bben te onderwerpen. De vrijhe.d is een kostbaar, maar ge vaarlijk bezit, vandaar, dat de be trekkelijke vrijheid, welke de Prinses als studente mocht genieten, haar een paradijselijk-abestaan moet heb ben geleken. Onze prinses heeft in de twee jarên. Mat zij studente was, niet in een paleis, maar in een een voudige villa te Katwijk gewoond. Zij was daar in naam niet de Prin ses, maar een grafelijke studente met geen andere ambitie, dan zoo ge woon mogelijk te doen. Natuurlijk: er waren een chef de protocol, een secretaris, een adjudant en wie nog meer tot een koninklijk gevolg be- hooren. De Prinses had zich pok hier natuurlijk aan etiquettes te hou den, omdat traditie in oud geslach ten nu eenmaal een eerezaak is. Zij moest hier steeds in het oog hou den, dat zij eenmaal de draagster van een kroon zal zijn, en, hetzij er bij gevoegd, er is misschien in ieder ander lid. De wetenschappelijke bekroning van Prinses Juliana's studententijd is geweest de verleening van het Eere-Doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte. Bjj de plechtige pro motie kwam tot uiting, hoezeer het de Prinses ernst is geweest met haar studie. De promotor, prof. dr. J. Huizinga, sprak van „uitnenienden ijver, lust tot onderzoek, helder be grip en oorspronkelijkheid van geest". Het was waarlijk geen ge legenheidsfrase, want bót was on der de Leidsche studenten maar al te goed bekend, dat een der meest belangstellende leerlingen de Prinses was en dat zij een eenmaal opge bouwde these door de aanroering van een nieuw uitgangspunt op losse schroeven kon zetten, zóó zelfs, dat de professoren over zulk een diep gaand inzicht verbaasd stonden. De Prinses heeft ,van haar academische vrijheid zoo ruim mogelijk gebruik gemaakt; uiteraard heeft zij zich zoo veel mogelijk «roeten toeleggen op Staatsrecht en Volkerenrecht, maar daarnaast ging Jiaar belangstelling vooral uit naar de Nederlandsche letteren, welke haar door Prof. Al bert Verwey werden gedoceerd. Zij heeft zich -beziggehouden met Oud- Vaderlandsch recht, met het indi sche Adat-recht, met Godsdienstge schiedenis, met economische vraag stukken; oqgenschijnlijk een mengel moes van vakken en problemen, maar met de zorg van een weten schappelijk mensch geordend en in samenhang beoefend. Het wasvoor de Prinses geen studie in een be paalde richting, geen vakweten schap, maar een studie .voor „weten schappelijke ontwikkeling", gericht op het begrijpen van beschavingsver schijnselen," zooais prof. Huizinga het in zijn promotierede formuleerde. Dit was het doel van de twee jaren studie aan de Leidsche Universiteit, en dat dit doel is bereikt, bleek wel duidelijk uit de eere-_promotie. De verhouding tusschen de Prinses en de overige vrouwelijke studenten werd raak gekarakteriseerd in de afscheids-speech, die Mej. Couvee uitsprak, toen der leden der Vereeni ging van Vrouwelijke Studenten te Leiden aan ,„Jula' op haar villa te Katwijk een serenade brachten: „Wij weten allen, dat je met hart en ziel metonsjneisjesstudente'en V.V.S.L. lid bent geweest. Hoe ook jij je in nig gebonden voelde aan onze club en waar het je in de toekomst door drukke bezigheden waarschijnlijk niet gemakkelijk zal vallen, telkens een kijkje te komen nemen op de club meenden wij je geen grooter ge noegen te kunnen doen, dan je als blijvende herinnering aan de jaren welke je in ons midden hebt door gebracht, een album met afbeeldin gen van de belangrijkste gebeurte nissen uit die jaren aan te bieden. In dit album zul je verzameld vin den de portretten van de mannen der wetenschap, wier colleges je volgde, alsmede afbeeldingen der Universiteit en van het studentenle ven, dat je hebt meegemaakt. Lieve Jula, ik Jioop, dat je dit geschenk £n de serenade zult willen aanvaar den als een uiting van de genegen heid, welke je medeleden je toe dragen, en 'dat je uit dit omvangrijk boekwerk nog vaak de herinneringen zult mogen putten aan je gelukkige studiejaren". iDe Prinses was dus studente onder de studenten en dit zal zeker de liefste herinnering uit haar jeugd zijn. Zij was vrij onder de menschen, en Iiaar grootste dank baarheid ging uit naar de bevolking van Katwijk, die haar geheel jrrij liet en haar niet lastig viel met over matige belangstelling. De vruchten aan de studiejaren zullen later, als -3 Kr- land worden uitgeworpen, vruchten, die gegroeid zijn aan den aloudein stam der oersterke dynastie van heel Europa geen troonopvolger, die zich met zooveel waardigheid en re serve voorbereidt op die hooge en zware taak, als juist Prinses Juliana. Zij bezat een veel grootere vrijheid dan zij ooit tevoren had gehad. Zij had omgang met andere studenten, was lid van wetenschappelijke- zoo wel als amusementsclubs. Zij maakte wandelingen in de duinen, pic-nicte, en was studente met bijna al de genoegens, die het studentenleven met zich brengt. Haar vriendinnen - - van V.V.S.L. noemden haar een- ?'J eenmaal de draagster van de voudig Jula .en tutoyeerden haar als Kroon zal zijn, overvloedig over ons Oranje 1 Prinses Juliana en de kunst. Het zijn aloude talenten uit ons vorstenhuis, welke in. onze Prinses een hoog schoonheidsgevoel hebben geschapen. De Oranjes zijn immer minnaars der kunst geweest, en het is jammer, dat de werkelijke talen ten, welke onder hen zijn schuil gegaan, door de omstandigheden niet tot uiting hebben kunnen ko men. Al zal men de Koningin geen schilderes van grootd^allures kun nen noemen, zij is trouwens zelf de eerste om dat toe te geven en de Prinses geen vioolartiste, toch zijn het m-cer dan -gewone talenten, die onze beide vorstelijke vrouwen tot de beoefening der kunst hebben gebracht. Er is in Nederland werk op de kunstmarkt van heel wat min dere artistieke kwaliteiten, dan dat van H.M. de Koningin, en zijn heel veel minder muzikale geesten in het muziekleven, dan Prinses Ju liana. Met dat al zijn zij evenwel geen kunstenaressen bij de gratie Gods, doch bezitten zij slechts een zeer fijn en zuiver kunstgevoel. Het is waar: de Koningin is veel minder muzikaal ortwikkeld dan de Prinses; het muziek-gevoel schijnt in dezen een generatie te hebben over geslagen, om echter in eyen sterke mate terug te keeren bif het klein kind. Wijlen Koningin Emma's grootste genot was het aanhooren van mooie muziek, en het is mis schien ook deze overeenstemmihg in gevoelens tusschen Grootmoeder en Kleindochter geweest, welke de Prinses zoo aanhankelijk deed zijn jegens haar thans overleden Groot moeder. Prinses Juliana, die den roman- tischen aanleg van wijlen haren Va der heeft geërfd, houdt vooral van het muzikale drama. Zij treft het natuurlijk niet gelukkig, dat juist de muziek dramatische kunst als spe cifiek Nederlandsche kunst nog nim mer blijken van levensvatbaarheid heeft gegeven; over dit feit zijn na tuurlijk heele verhandelingen te schrijven, met doorgronding van den psychologischen oorzaak, voor ons zij het genoeg te zeggen, dat deze kunst ons niet „ligt". Wat wjj op muziek-dramatisch gebied te ge nieten krijgen, "is dan ook meestal van buitenlandschen oorsprong, al worden er den laatsten tijd ook po gingen in het werk gesteld om door een „Umwertung aller Werten" een Nederlandsclie muziek-dramatiek in het leven te roepen. Prinses Juliana volgt deze pogingen met groote be langstelling, hetgeen zij nog niet lang geleden bewees door bijwoning van Pijper's „Halewijn". Het is dc Prinses natuurlijk niet vergund open lijk uitspraak te doen over de waar de, welke bepaalde muzikale en lit teraire vernieuwingen volgens haar inzicht bezitten, maar het is wel ze ker, dat haar critische aanleg haar een op de eischen van het „vak" gefundeerde opinie heeft .gegeven. Het behoeft, bij de bekendheid met haar romantisch sentiment, geen ver wondering te wekken, dat de Prin-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1