BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. AKKER'S verstèrkte ABDIJSIROOP Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens TWEEDE BLAD. Geef Uw hoestend kind 's Werelds beste Hoestsiroop Tandum-Puzzle voor het misdeelde kind. Hoofdprijs van H.K.H. PRINSES JULIANA 4öste Jaargang Vrijdag 11 December 1936 "Nummer 4195 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25 Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post per jaar 5 00 Buitenland per jaar f 6 50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels fO,75. Iedere regel meer (0;15. Ingez. Med 30 ct. per regal Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) Het geding tegen Koningin Carolina v. Engeland (1820) o i. Koninklijke processen behooren gelukkig tot de historische bij zonderheden. Geen linnen, dat men beter in eigen kring kan wasschen dan zulk vorstelijk linnen; vandaar, dat de voorbeelden zeldzaam zijn, dat civiele of strafrechtelijke vervol gingen zijn ingesteld tegen personen van koninklijken bloede zoolang zij niet hetzij van den troon vervallen waren, hetzij dreigden dit te zullen worden. Zijn er dan ook van deze koninklijke processen geweest, dan waren zij in den regel van zuiver politieken aard. Zoo al dadelijk het proces achtereenvolgens tegen den ongelukkigen Lodewijk XVI en de trotsche Marie Antoinette, indien men deze „gedingen" processen wil noemen; indien men tegenover de rechtsverkrachtingen, die daarbij hebben plaats gehad, en de tevo ren vastgestelde veroordeeling, een woord in den mond wil nemen, dat slechts op ernstige rechtspleging be trekking dient te hebben! DeDeen- sche geschiedenis geeft in den een maal almachtigen kanselier Stru- ensee het voorbeeld, hoe men door een proces pok indirect een vorstin of vorst kan treffen. Maar het geval dat een „in functie zijnde" Koningin voor de openbare vierschaar wordt gedaagd en dat nog wel door den eigen koninklijken echtgenoot, het is iets; heel bijzonders. Engeland heeft in den aanvang der negen tiende eeuw dit schouwspel aan de wereld geboden» en Georges IV, die onder de Engelsche koningen een allesbehalve eervolle plaats inneemt, heeft met dit proces een aanvang gemaakt in de dagen, dat hij nog slechts Regent was. Al dient daarbij onmiddellijk erkend, gelijk ook uit het vervolg zal blijken, dat zijn ko ninklijke ega het hem niet moeilijk heeft gemaaktI Georges IV, die door zijn vader, den autocratischen Georges III, zoo weinig werd vertrouwd, dat deze hem geenerlei staatsrechtelijke of militaire functie deed bekleeden, is geruimen tijd Regent geweest, voor dat hij definitief het koninklijk ge zag aanvaardde. Reeds in 1811 leed Georges III zoodanig aan vlagen van waanzin, dat het Parlement ge noodzaakt was den toenmaligen Prins van Wales tot Regent uit te roepen. Het weinige gezag, waar mede deze was bekleed, was door zijne gedragingen in. den lateren tijd nog verminderd. De Prins bekom merde zich niet om den ernst van het leven; slechts zijn vermaken,die al spoedig in uitspattingen ontaard den, zijn feesten en zijn maitressen hielden hem bezig. Hoewel de Prins over een jaarlijksch inkomen van 50.000 pond sterling beschikte voor dien tijd een behoorlijk be dragl waren drie jaren na zijn meerderjarigheid zijn schulden tot een half millioen pond sterling opge- loopen, en hoewel het Parlement niet onwillig was om den Prins een wei nig tegemoet te komen, dacht men er niet aan, geheel dit bedrag voor rekening van het land te nemen. Eindelijk, na lange onderhandelin gen, kwam men tot overeenstem ming omtrent een bedrag van on geveer 160.000 pond sterling, dus juist een derde van wat de Prins noodig had. Deze begreep dan ook zeer goed, dat hij met zijn wilde leven, dat overal ergernis wekte, niet het minst bij zijn Vader, niet kon doorgaan; had hij niet onder den invloed van een zijner maitres sen gestaan, wellicht ware hij reeds eerder tot deze ontdekking geko men. James Harris, de latere graaf van Malmesbury, destijds gezant te Madrid, raadde hem aan te trouwen, en hoewel hij niet veel neiging voor het huwelijk gevoelde, gaf hij ten slotte toe. De keuze viel, na eenige aarzeling, op Prinses Caroline van Brunswijk, de dochter van den Her tog van Brunswijk, die in 1792 met zoo groote voortvarendheid Frank rijk binnentrok; haar moeder was een oudere zuster van Georges III. Op achttienjarigen leeftijd was Prin ses Caroline, in 1768 geboren, een in het oog vallende knappe ver schijning; op het .oogenblik echter, dat aan het huwelijk werd gedacht, in 1794, was zij reeds 26 jaren, en hoewel niet 'te oud voor den Prins van Wales, toch ook niet meer van zoodanige jeugd, dat zij hem alleen daardoor reeds kon bekoren. Het hof van Brunswijk was een echt Duitsch hof, klein van omvang en van opvatting; streng, eenvoudig, en er heerschten dus geheel andere ze den en gewoonten dan te Londen. Malmesbury, die met de onderhan delingen over het huwelijk werd be last, achtte het dan ook noodig, aan de Prinses raadgevingen te ver schaffen, waartoe hij temeer werd gedrongen, wijl achtereenvolgens de hertogelijke vader en een der meest vertrouwde vriendinnen van de Prin ses hem kwamen vertellen, dat zij „kort gehouden" moest worden, beperkt in haar vrijheid, omdat zij zekere amoureuse neigingen had, die te Brunswijk reeds ergernis hadden gegeven. Malmesbury onderhield haar over haar geneigdheid om spoe dig te spreken; prentte haar tact in en schreef haar vooral netheid en reinheid voor; meende bij haar kleeding een zekere slordigheid te bemerken, die den aanstaanden echtgenoot zeer zou mishagen. Op reis herhaalde hij zijne raadgevingen telkenmale; hij vond de Prinses in haar gaven te bescheiden, voor haar wierp hij beurzen met goud voor de armen neer, terwijl zij slechts bedoeld had een enkel goudstuk te geven! Men gevoelt neiging om te zeg gen, dat al deze voorzorgen over bodig waren. Prinses Caroline scheen zich werkelijk te hebben voorgeno men alles te doen wat zij kon om haar echtgenoot te behagen. Maar reeds bij de eerste voorstelling maak te zij met zijn grof karakter kennis; hij zeide nauwelijks een paar woor den tegen haar en trok zich toen met Malmesbury in een hoek terug hem vragend om brandewijn, wijl hij ziek was. Het huwelijk werd een paar jaren voortgesleept; in 1796 werd daaruit prinses Charlotte ge boren. Toen leidde de Prins een actie bij zijn echtgenoote in om te verkrijgen, dat zij voortaan geschei den zouden leven; in de briefwisse ling liet hij niet na er nadruk op te leggen, dat hij dit wenschte, maar deed het toch in zoodanig voor zichtige termen, dat Caroline het geraden achtte op de vrijwilligheid der scheiding harerzijds nog eens te wijzen. Zij leefde enkele jaren ach tereen teruggetrokken op het kasteel Blackheath in Devonshire. Haar schoonvader en geheel de natie had den niet nagelaten haar sympathie te betoonen, en volgden haar in haar vrijwillige verbanning met belang stelling. Zij besteedde al haar tijd aan de .opvoeding van haar kind, en geen enkel boos gerucht kwam tot de wereld over. Maar de Prinses had het ongeluk gehad om bij haar eerste ontmoeting ten hove een der maitressen van haar man. Lady Jer sey, die haar nog wel bij haar aan komst was tegemoet gezonden, on vrijwillig te beleedigen; deze bleef haar vanaf dat oogenblik vervolgen ,A„^A Verwaarloozen van zoo'n hoesi kan onberekenbare gevolgen hebben. Als Ge dadelijk Akkers verstèrkle Abdijsiroop geeft, zult Ge reeds morgen verbetering kunnen waarnemen. Voor de teere slijmvliezen van kinderen is Akker's Abdijsiroop vanouds het beste en beproefde middel, want het is een natuurlijk kruiden-middel, samengesteld uit beproefde „genees-cruyden", waarvan de verrassende werkzaamheid reeds in de grijze oudheid aan ingewijden bekend was. De werking van Akker's Abdijsiroop is nu bovendien door Apotheker Dumont krachtig versterkt door toevoeging van de hoest-bedwingende stof „codeïne". Abdijsiroop schaadt niet, lost het vastzittend slijm snel op, verdrijft de hoest, versterkt de ademhalings-organen en geneest. Terecht noemt men Abdijsiroop dan ook: /ERLAAGDE PRIJZEN: f 0.75 - f 1.25 - f 2.- - f 3.50. OVERAL VERKRIJGBAAR De Centrale Propaganda-Commissie voor de Weldadigheidspostzegels veizoekt ons opneming van onderstaande woordpuzzle OMSCHRIJVINOEN. Wie Uwer zou de actie voor het 55-65-11-16-50-32-31-67-53-64-13-14-1 niet willen steunen 7 Wij gelooven 56-41-5-6-4-19-17-47, als hij daar toe in 57-35-22-22-48 is Daarom hopen wij zeer vele 2-8-61-3-12-43- 33-66-15-45-42 te ontvangen, alle voorzien van hel voorgeschreven 27- 7-20-21-10. Dit late men vooral 51-33-38-54 nal Want daardoor 11-44 59-46-39-44 men juist de actie. Er moeten 58-46-33-29-60-34-24-36-23 briefkaarten 49-25-35 weldadig heids 18-63-15-63-9-12 komen 1 Het zij herhaald 62-28-33-30-38 51-40 45-47 1 Aan U 22-9-9-25-14 om hiervoor te 37-7-20-15-6-14! 52-7-28-67-44 U met dit 26-7-7-33-17 werk even bezig HOOFDPRIJS. H. K. H. Prinses [uliana heeft den Hoofdprijs uitgeloofd, bestaande uit een geschenk ter keuze van den prijswinnaar, ter waarde van HONDERD GULDEN H K. H. heeft gemeend dat Haar prijs de grootste aantrekkelijkheid heeft als de gelukkige winnaar daarmede zelf een grooten wensch kan vervullen. Voorts o. a. 5 Tandems. Als groote prijzen zijn beschikbaar o. a. 5 Nieuwe Fongers Tandems, 2 Retourbiljetten K. L. M. voor een vlucht Amsterdam—Rotterdam v.v., diverse paren Friesché schaatsen, eenige fraaie Albums v.d. A.N.W.B. en -en groote hoeveelheid kleine smaakvolle voorwerpen. Tezamen 200 prijzen 1 VOORWAARDEN VOOR OPLOSSING. De oplossing moet worden geschreven op eea briefkaart, gefrankeerd met 2 Weidadigheidspostzegels „VOOR HET KIND" van 6 cent fran- keerwaarde (prijs 10 cent). Ten bate van het Misdeelde Kind komt alles wat boven het verschuldigde port is betaald, en bovendien de opbrengst van de geveilde afgestempelde postzegels. De oplossing moet gezonden worden vóór 1 Januari a.s aan „Tandem- puzzle voor het Misdeelde Kind", Nicolaïstraat 17, Den Haag. Trekking der prijzen ten overstaan van Notaris Mr. S. K. D. M. VAN LIER te 's-Gravenhage, vóór 15 Januari a s. Prijzen worden franco toegezonden. Wie op 31 Januari niets ontvangen heeft, heeft geen prijs. en wist al spoedig het praatje uit te strooien, dat zij tegenover ver schillende zeeofficieren, die haar be zochten, eene toenadering had ge toond, die niet behoorlijk was. Een zekere Lady Douglas, als eere-dame door haar weggezonden, gaf voed sel aan deze praatjes, die zoo ernsti- gen omvang aannamen, dat de Ko ning, opgezet door zijn echtgenoote, wel een onderzoek moest laten in stellen. Dit werd aan een aantal commissarissen van hoogen adel toevertrouwd; zij onderzochten ook de vraag waarom een jongetje, een zekere William Austin, bij de Prin ses werd aangetroffen, en zjj bevon den, dat dit geheel uit liefdadigheid geschiedde en geen enkele andere beteekenis had. Het rapport, door deze commissarissen aan den Ko ning uitgebracht, was vervat in de meest eerbiedige termen jegens de Prinses en stelde vast, dat niets op haar gedrag viel aan te merken en dat in geen enkel opzicht de ver denking, door den Prins van Wales geuit, als zou zij met den echtelijken trouw hebben gebroken, gerecht vaardigd was. Het onderzoek en het resultaat er van werden geheim ge houden, maar de laster Marie Antoinette heeft er reeds op gewezen deed zijn werk. Zoozeer zelfs, dat de Prinses er bij haar schoon vader op aandrong, dat de stukken, op het onderzoek betrekking heb bende onder den naam van „The Book" samengevat zouden wor den gepubliceerd, waartoe echter eerst veel later is overgegaan. (Wordt vervolgd). Boekbespreking. Luis Alaveaga „La Capitana" Ingen. f 2,50. Geb. f 3,25 Uitgave P. N. van Kampen Zoon, Amsterdam. Een roman van den Spaanschen Burgeroorlog. De schrijver was ooggetuige van een gedeelte der Spaansche revolutie. Uit afschuw over de wreedheid der strijdenden wilde hij uitwijken, doch werd door de communisten gevangen genomen. Onder dramatische omstan digheden wist hij te ontvluchten en naar het buitenland te ontkomen, waar hij zijn belevenissen in romanvorm te boek heeft gesteld. De hoofdpersoon in dit werk is een vrouw, die, wegens de onverschrokken heid die zij in den strijd betoont, be vorderd wordt tot kapitein „La Capi tana". Terwijl het eerste zich afspeelt vóór den oorlog en ons een beeld geeft van de ontwikkeling der revolutie, maken we In het tweede deel kennis met den burgeroorlog. Met echt zuidelijke warmte is dit boek geschreven, terwijl het politiek tusschen de partijen ln staat. 0 J. Visser Roosendaal „De Wachter". Ingen. f 2,25. Geb. f 2,90. Uitgave van Uitgeverij Schuyt, Velsen. Deze roman kenmerkt zich door de eenvoudige en boeiende wijze waarop de auteur de toestanden beschrijft en de personen voor ons doet leven. „De Wachter" is de naam van den ouden molen, waarin en waaromheen het leven det hoofdpersonen zich af speelt. De oude molenaar in zijn strijd tegen den nieuwen tijd; de stille trouwe molenaarsknecht; de trotsche boer van de Ridderplaats, ze zijn allen ten voeten uitgeteekend. Vooral in de hoofdpersoon van dit boek, Eva, die in strijd en nood den moeilijken weg naar de Gouden Poort der Liefde vindt, heeft de schrijfster een figuur geschapen, die waarlijk on vergetelijk is. Deze roman belooft ln dit seizoen een der Succesboeken te worden.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1